Het Osbroek is een slibvlakte, door een
meander van de Dender uitgegraven in de zacht hellende linkeroever, aan
de zuidkant van de plek waar later Aalst groeide. Het werd een
elzenbroek dat regelmatig onderliep bij hoge waterstand.
De totale oppervlakte van het oorspronkelijke Osbroek bedraagt ongeveer 100 ha.
Historiek
Sinds de 19e eeuw zijn er verscheidene vervormingen opgetreden.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in het noordoosten het stadspark
van 15 ha aangelegd. De eeuwenoude Osbroekbeek werd vervormd en
uitgegraven om de Ballonvijver te maken. Omstreeks 1920 werd een
gedeelte in het noordwesten als stortplaats van de stad gebruikt, later
een gedeelte in het zuiden te Erembodegem.
Na de oorlog werd in het hartje van het Osbroek een ringdijk aangelegd
waarbinnen een vijver ontstond. Die werd geleidelijk aan gedempt. Van
de oorspronkelijke vijver bleven nog drie aanzienlijke waterplassen
over.
In het noorden werden enkele terreinen opgehoogd, onder andere voor de
aanleg van het sportstadion en ten zuidwesten ervan het zogenaamde
asveld en de spuivlakte.
Van het oude Osbroek blijft nu nog een groot gedeelte min of meer
ongeschonden. Nochtans werden 50 ha grondig gewijzigd door de aanleg
van het park, het sportterrein, door de vroegere uitbating als
stortplaats en door occasionele ophogingen.
Naast het stadspark en de sportterreinen behoren ongeveer 34 ha aan de
stad. De rest behoort aan het O.C.M.W. en aan enkele particulieren.
De vegetatie van het Osbroek
Het aangehoogde gedeelte en de enkele resterende kleine vijvers
vertonen een rijke verscheidenheid aan planten. Doch die vegetatie is
nog onstabiel, bepaalde soorten zullen verdwijnen en de begroeiing zal
eenvormiger worden. We vinden er de volgende biotopen terug:
- Wildgroei van halfrijpe wilg en grauwe els met ondergroei van brandnetels op het oude stort.
- Jonge berk en wilg met ijle ondergroei op de zandige bodem van het asveld en jonge wilg op het gewezen stort te Erembodegem.
- Grassen, zeggen, lisdodde, moesdistel enz. op verlaten vochtige grond.
- Op arme grond (steenslag) massale groei van pionierplanten zoals
groot hoefblad, reuzelbalsemien, Japanse duizendknoop e.a., evoluerend
naar een grasmat met opslag van jonge struiken.
Het oorspronkelijk ongeschonden gebied heeft door lichte storingen
enkele wijzigingen ondergaan. Het oude landschap is beïnvloed door
populierenaanplanting, aanleg van paden en steken van draineergrachten.
Niettemin kunnen we nog spreken van een relatief gaaf gebied. Het omvat
de volgende biotopen :
- Dicht struikgewas van vooral wilg, ondoordringbaar vanwege dode takken en omgevallen hout.
- Plassen met zeggen, lis en restanten opgeschoten els.
- Typisch elzenbroek met ijle ondergroei van sleutelbloem, moerasvergeet-mij-nietje en dotterbloem.
- Uitdrogende of natblijvende grachten met waterviolier, waterranonkel e.a.
- Verlandende plekken met riet en zeggen.
- Aangelegde paden met vogelmelk en Indische aardbei.
- Percelen met hoogstam: beuk, gemengd loof, es, naaldhout, Canadapopulier.
Dierenwereld Osbroek
Het Osbroek telt een grote verscheidenheid aan ongewervelde dieren.
Bovendien herbergt het een rijk vogelbestand met een vijftigtal soorten
die hier als broedvogel voorkomen. Rekening houdend met het feit dat we
aan de rand van een toch wel drukke stad zitten, mag dat cijfer beslist
hoog genoemd worden.
Torenvalk, ransuil, ijsvogel, grote en kleine bonte specht, maar ook de
nachtegaal en het goudhaantje - met zijn amper 5g gewicht het kleinste
vogeltje van ons land - kun je er broedend aantreffen. Verder zijn de
talrijke zwartkoppen, tuinfluiters, tjiftjaffen en andere
meesterzangers de hoofdtenoren van het vogelconcert dat elke
vroegmorgenwandeling in mei-juni tot een echt feest maakt.
In de winter vind je er wel eens een buizerd, een sperwer, enkele
wintertalingen en een paar blauwe reigers naast de onvermijdelijke
groepjes mezen, sijsjes en af en toe een houtsnip.
Ook padden, kikkers en salamanders vinden in het Osbroek nog ruime
mogelijkheden om er zich voort te planten: sommige poelen en grachten
krioelen van de dikkoppen ! Kleine zoogdieren zijn moeilijker te
observeren, maar misschien loop je wel eens een bunzing tegen het lijf.
Bestemming en beheer
Volgens het gewestplan is bet Osbroek natuurgebied met
wetenschappelijke waarde of natuurreservaat. Het randgebied is
bestempeld als natuurgebied.
In 1977 werd het Osbroek beschermd als landschap.
Sinds de aankoop van een groot gedeelte van het Osbroek door de stad
Aalst in 1984 wordt er gewerkt aan een ernstig beheer voor dat gebied.
Daarbij is de bescherming van het Osbroek omwille van zijn
natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarde prioritair. De
waterhuishouding moet geoptimaliseerd worden in functie van het
scheppen van de meest gunstige voorwaarden voor de authentieke flora en
fauna. Die flora en fauna moeten zoveel mogelijk behouden blijven in
hun originele vorm. Om die hoofddoelstellingen na te komen werd een
gedeelte van het Osbroek bestempeld als reservaatgedeelte, een ander
gedeelte als gebied voor passieve recreatie.
Het beheer van het bosbestand gebeurt in samenwerking met de dienst
Groenbeheer van het Vlaamse Gewest. In tien procent van de bossen wordt
het beheer "niets doen" voorgesteld.
Er wordt geopteerd om de Canadapopulieren geleidelijk aan te vervangen
door wilg, els, es en abeel. Ook de naaldbomen moeten grotendeels
verdwijnen omdat zij vreemd zijn aan het gebied.
Bepaalde bosgedeelten zullen gekapt worden om ze als hakhout verder te
exploiteren, andere gedeelten zullen verzorgd worden als hooghout of
als middelhout. De bestaande weilanden, de spuivlakte en een deel van
het oude stort te Erembodegem zullen als open ruimte bewaard worden.
Dat bevordert de variatie in het gebied. Bepaalde grachten en poelen
vereisen een speciaal beheer om definitieve verlading tegen te gaan en
het biotoop voor amfibieën in ere te houden.
Toegankelijkheid
Door zijn grote kwetsbaarheid en zijn grote wetenschappelijke waarde
is het reservaatgedeelte enkel toegankelijk voor erkend
wetenschappelijk onderzoek.
Het gedeelte voor passieve recreatie is toegankelijk voor voetgangers
op de aangeduide wegen. Er is een hoofdwandelpad (geel) waarop
secundaire wandelwegen (oranje) aansluiten.
Elk rijtuig is verboden. Elke sport is verboden, uitgezonderd het
niet-georganiseerde trimmen op het hoofdwandelpad (geel). Honden moeten
aan de leiband.
De hoofdingang ligt aan de Frans Blanckaertdreef, een zijweg van de
Parklaan. Andere vertrekpunten zijn ook mogelijk. Bij nat weer is
waterdicht schoeisel nodig.
|