Langzaamaan verdwijnen de zomer geuren En vertoont de herfst zijn bonte gloed Een waterval van kakelbonte kleuren Waarnaar je wel bewonderend kijken moet
En blad dwarrelt aarzelend naar beneden Soms gepakt door een kille herfstwind Als valt hij zo maar, zonder reden De herfst, door velen zeer bemind
De kleurenpracht verdrijft het zomergroen En begroet straks uitbundig de wintertijd Het tere licht kan hier wonderen doen En wie het kan zien wordt erdoor verblijd
|