Toenmalig Europees parlementslid Willy Kuypers, beleefde angstige ogenblikken, als hij geblinddoekt
aan de arm van een blinde, een roltrap afdaalde in Antwerpen 1986, tijdens een actie van het Olympiakomitee.
Trappen.
Een trap al dan niet beweegbaar; uit- en intrekbaar is een constructie om een hoger of lager niveau te bereiken.
Het simpelste is een vaste of loshangende ladder, maar daar wil ik het niet over hebben.
Wél ook over die éne trede op het voetpad, die er teveel aan is voor
rolstoelgebruikers, als ze een trottoir willen op- of afrijden. Men kan
die stoephoogte natuurlijk op een goede manier afschuinen (voor de
overgrote meerderheid van de garages doet men dat automatisch) maar dat
is voor mensen in een rolstoel niet zo gemakkelijk te verwezenlijken,
al weten de bevoegde autoriteiten deze noodzaak al vele jaren. En nog
al te dikwijls staat de rolstoeler na een goeie afrit van een stoep
voor een onmogelijke oprit vast te midden van de gevaarlijke straat
die, heden ten dage onnatuurlijk overal, alleen voor autos beschikbaar
is.
Maar tevens worden rolstoelers gewoon en gemakshalve vergeten als
volwaardige mensen. Zo heeft men nog in 2006, bij het heraanleggen van
de markt in Wenduine een deelgemeente van De Haan geen afschuining
gemaakt van de trappen voor de openbare bibliotheek, die daar op de
markt gelegen is. Voor die gemeentebestuurders hoeven mensen die niet
kunnen gaan ook niet te lezen blijkbaar.
Trams en autobussen.
Trappen kunnen ook gewoon een levensgevaarlijke val-strik zijn. Denk
maar aan de dalende trappen al dan niet automatisch van metros en
dergelijke. Als daarvoor geen door blinden en slechtzienden met de
voeten voelbare waarschuwing aangebracht ligt, dan riskeren deze
visueel gehandicapten ook nog een diepe val met ernstige kwetsuren als
gevolg. Na enkele acties van het toenmalig Olympiakomitee uit Antwerpen
in 1985 en 1986, heeft men aldaar dan toch, in meerdere stations
verende tegels of waarschuwingsnoppen aangelegd. Maar voor rolstoelers
zijn er, nu nog steeds, slechts in een beperkt aantal tramstations
liften beschikbaar in de premetro van Antwerpen.
Nochtans reeds in begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw,
bracht een actiegroep een rolstoelpatiënt in de Antwerpse premetro naar
beneden, om aandacht te vragen voor rolstoelgebruikers.
De man, een vrijwilliger, heel zwaar gehandicapt, kon niet anders dan
vastgebonden in zijn zware, door batterijen aangedreven rolstoel
deelnemen aan de actie.
Tussen haakjes: nooit heb ik tijdens een actie een gelukkiger mens
gezien.
Dan werd de politie en de directie van de trammaatschappij ingelicht
dat er een zwaar gehandicapte in de katakomben van de metro zat en er
alleen nooit uitkon.
Er waren vier personen voor nodig om hem via de roltrap trap voor trap terug naar boven te brengen!
Ook in Brussel ondervinden rolstoelgebruikers (volgens de Toeristische
Gids voor gehandicapten) grote moeilijkheden om zich met het openbaar
vervoer te verplaatsen. Er zijn slechts een tiental metrostations
toegankelijk. De ruimte echter tussen het perron en het metrostel
blijft nog een belangrijk obstakel (en dat is niet alleen waar voor
Brussel).
Wel zijn er op vele plaatsen plannen om veel meer metrostations, trams
en bussen toegankelijk te maken. Maar men spreekt in die plannen dat
het toch nog tot 2010-2012 zal duren
Voor Vlaanderen komt er in mei 2007 een proefproject voor aangepast
vervoer voor rolstoelgebruikers in twee gebieden: één in de Kempen en
één in Limburg. Minister Kathleen Van Brempt benadrukt dat ook mensen
in een rolstoel recht hebben op basismobiliteit.
Bussen en halteplaatsen worden trouwens wel reeds hier en daar
aangepast aan deze specifieke noden. Toch is er nog veel speciaal
vervoer nodig om mensen met een rolstoel ook hun recht op verplaatsen
te gunnen. En zulk vervoer moet dan op voorhand aangevraagd worden en
kent ook de nodige financiële problemen.
Treinen.
De treinen dan, zijn die vlot bereikbaar voor rolstoelgebruikers?
Voor heel veel stationperrons geldt dat de opstaphoogte niet
aangepast is aan de noden van oudere mensen, of aan personen die wat
moeilijker kunnen gaan.
In nauwelijks 1/6 van het totaal aantal treinstations kunnen
rolstoelers terecht (Bron: Helga Stevens, Vlaams Parlementslid N-VA op
13 maart 2006).
Op 16 maart 2006 kreeg Greet Van Gool, volksvertegenwoordiger voor
SP.A, een antwoord op haar vraag in de plenaire vergadering van de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven. Van Gool vroeg o.m.: Hoe zit
het met het vroeger aangegane engagement van de regering om 93 stations
toegankelijk te maken?
Tegen eind 2008 zullen 24 stations volledig aangepast zijn voor mensen
met beperkte mobiliteit, antwoordde staatssecretaris Bruno Tuybens.
24 treinstations gaan we tegen eind 2008 volledig toegankelijk maken
door alle perrons uit te rusten met liften, hellingen of gelijkwaardige
inrichtingen, door de toegang tot het station en alle perrons aan te
passen en door geschikte sanitaire voorzieningen te maken...
- De 24 zijn uiteraard een begin. De uitvoering van de integrale
toegankelijkheid kost veel geld. In de 93 stations waar u naar
verwijst, blijft de service voor minder mobiele mensen gelden.
Ook in andere stations zorgen hulpvaardige personeelsleden vaak voor de
minder mobiele mensen, wat ook waardering verdient. Aldus Bruno
Tuybens.
Natuurlijk zijn er voor de toegankelijkheid van de treinstations
vele acties gevoerd, ook en vooral door de gehandicapten zelf en dit in
meerdere stations.
Toch geldt heden nog in de overgrote meerderheid van de stations dat,
wanneer een rolstoeler al tot op het perron geraakt, ze dan een
onhandig gevaarte (men noemt dit lompe toestel zeer ongepast een
perronvlinder), dat overal in de weg staat, met één of meerdere
personeelsleden moeten aanrollen tot tegen de opstap van de trein.
Daarmee wordt dan de helling gemaakt waarop de rolstoelgebruiker de
trein wordt ingerold.
Eigenlijk zou een aangepaste heftruck hier zeer handig zijn, met als
voordeel dat men dit toestel ook voor veel andere zaken kan gebruiken.
En terwijl ik toch bezig ben met voorstellen: waarom bouwt men in de
nieuw aan te leggen treinstations geen roltrappen eigenlijk royale
glijdende trottoirs - genre Macro in Deurne? Daarop kunnen met groot
comfort zowel reizigers met valiezen als rolstoelers en kinderwagens
van de ene verdieping naar de andere gebracht worden. Men heeft
daarvoor dikwijls plaats zat, zoals bijvoorbeeld in het nieuwe
treinpaleis in Antwerpen-Centraal, waar men deze kans weer gemist
heeft. En in Brugge zijn ze aan het vernieuwen en Gent zal volgen en
nog vele andere. Waar zitten die vernuftelingen van ingenieurs in deze?
Zijn de managers helemaal benomen door hun gage? Of mankeert het bij de
politiekers weer aan visie?
Van trappen gesproken. In Antwerpen-Zuid zijn er vijftig trappen te
beklimmen, om van het spoorniveau tot het straatniveau te raken.
In de jaren tachtig vorige eeuw, is daar langs weerkanten van beide
sporen een heuse roltrap aangelegd. Ze deden wat roltrappen horen te
doen, maar spijtig genoeg niet lang. Meer dan enkele maanden hebben die
niet gewerkt.
Men heeft ze dan in een houten bekleding gestopt en als dusdanig kan
men die ook vandaag nog op Antwerpen-Zuid bekijken als een volwassen
blunder van de NMBS.
De reizigers die Antwerpen-Zuid aandoen, blijven ook die vijftig trappen doen. Ze moeten wel, er is niets anders.
Om te sluiten nog een triestigheidje. In Brugge, ik zei het al, zijn
ze al een paar jaar bezig met het station te vernieuwen. Daarvoor
leggen ze noodtrappen vooraleer de definitieve er komen. Dat is
normaal, alleen zijn er sommige noodtrappen waarvan de treden te hoog
uit elkaar zijn en dus moeilijker te betreden. De meeste leuningen, die
vooral gebruikt worden door mensen die moeilijker kunnen gaan, zijn van
hout, sommigen zelfs van ongeschaafd hout gemaakt, waar de splinters
uitpieken.
Gezien die verbouwingen nog een twee jaar zullen duren had men daar
toch gewone gladde en handige kunststofleuningen voor kunnen gebruiken?
Eigenlijk geeft de NMBS hier blijk van bitter weinig achting voor haar cliënten.
Mensen die moeilijk te been zijn kunnen het station Brugge beter nog wat vermijden.
Jef Vergif