Dagboek van een fietstocht van 14/05 tot 29/05/2008
03-11-2008 om 14:38
geschreven door Via de la Plata
02 Hoe het begon - de voorbereiding
02 Hoe het begon & de voorbereiding
Nog vóór het einde van onze fietstocht 2007 “De groene wegen naar de Côte d’Azur” stond het al vast. We gaan in 2008 naar Portugal.
Al vlug begon ik te zoeken naar een mooie maar vooral, naar een voor ons geschikte reisweg.
“Fietsen in Portugal” van de bekende wereldfietser “Luc Oteman” www.opdefiets.net leek mij de meest geschikte gids. Oh ramp deze gids bleek uitverkocht. De herdruk was slechts voorzien voor 2009. Luc stuurde mij echter de gevraagde gegevens van zijn niet meer verkrijgbaar boekje met zelfs enkele routebeschrijvingen van zijn nieuwe gids “Fietsen in Zuid-Portugal”. Dit boekje heb ik enkele weken vóór onze start kunnen aankopen.
In de bibliotheek van “Wegwijzer Reisinfo” www.wegwijzer.be Beenhouwerstraat 98000 Brugge kon ik gedetailleerde kaarten voor stappers kopiëren. Ook was hun “Reiskrant nr.160” ivm Portugal een goed hulpmiddel.
De reisweg kreeg stilaan vorm, we wilden iets ondernemen ver weg van alle toeristische- en industriële drukte. Zeker de kust mijden en eerder diep naar het wat onbekende binnenland.
Uiteindelijk kozen we voor een aaneenkoppeling van een aantal trajecten volgens een kaart van Luc Oteman zijn oude gids.
·Als start Porto, daar konden we naar toe vliegen met Ryanair.
·De Douro zover mogelijk stroomopwaarts naar het oosten volgen.
·Langs de Spaanse grens afdalen naar het zuiden.
·Aankomst in Faro om vandaar terug te vliegen op Charleroi.
Door de verschillende stuktrajecten aan elkaar te koppelen bekwam ik het 14 daags rittenschema van +/- 1000km met telkens een stad of dorp als begin en eindpunt. Een kwestie om aan overnachtingsmogelijkheden te geraken.
Dit betekende dat we in het noordwesten vertrokken en in het zuidoosten van Portugal zouden aankomen:
·Traject 38 Vliegveld Porto – Entre-os-Rios“Onderlangs Porto & Douro”.
·Traject 26 Entre-os-Rios – Peso da Regua“Langs de zuidoever van de Douro”
·Traject 27 Peso da Regua – Vila Nova de Foz Côa“Van de hoofdstad van de Port naar de stad met de rotstekeningen.
·Traject 20 Vila Nova de Foz Côa – Guarda “Naar de koudste stad van Portugal”
·Traject 19 Guarda – Covilhâ“Langs Portugals hoogste berg de Torre”
·Traject 18 Covilhâ – Castelo Branco“Door de Serra da Estrela”
·Traject 17 Castelo Branco – Nisa“ Over de Taag”
·Traject 16 Nisa – Portalegre“ Door het noorden van Alentejo”
·Traject7 Portalegre – Elvas“Dicht tegenaan de Spaanse grens”
·Traject6 Elvas – Monsaraz“Naar het onaantastbare Monsaraz”
·Traject5 Monsaraz – Serpa “ Tussen ooievaars naar het witte Serpa”
·Traject3 Serpa – Mértola“Naar de boorden van de Guadiana”
·Traject1 Mértola – Faro “ Door het binnenland van de Algarve”
Omdat wij geen kampeerders zijn moest er ook voor elke dagbestemming naar een degelijke overnachting worden gezocht. Na veel gegoogle en zoekwerk in allerhande gidsen kon ik heel wat adressen van hotels, pensâos, résidencials en albergarias bemachtigen. Nochtans enkel het hotel in Porto heb ik gereserveerd.
Na wat overleg besloten we de tocht in de 2° helft van mei te ondernemen.
Enkel nog de vliegreis heen en terug vastleggen. We moesten wel rekening houden dat Ryanair niet elke dag op Porto en Faro vliegt. Het kwam ons het voordeligst uit midweeks te vliegen. Bijgevolg werd het woensdag 14 mei Charleroi – Porto en donderdag 29 mei 2008 Faro – Charleroi.
We betaalden heen en terug fietsvervoer inbegrepen +/- 190€ per persoon.
Nu nog alles mooi in een exellijst gieten, van dorp naar dorp met km afstanden en cumuls per dag. Ik maakte voor iedereen een routeboekje met teksten, trajectkaartjes, hoogteprofielen en overnachtingadressen.
Na onze grote trainingsrit “Vlaanderen Fietsroute 2008” van 7 tot 13 april 2008 ( zie hiervoor naar het verslag van deze rit) waren we er alle vier klaar voor. Stilaan begon het te kribbelen.
De hoofdrol spelers: Hugo – Pol –Robert & Bob.
03-11-2008 om 15:33
geschreven door Via de la Plata
03-12-2008
Dag 1 Portugal 2008 Brugge/Charleroi > Porto
4. Brugge/Charleroi > Porto
Zoals afgesproken is iedereen om 12h00 in Male, van waar Dave ons met zijn bestelwagen naar Charleroi zal brengen.
Met dit zalig weer nemen we eerst nog een glas wijn en daarna een koffie. Samen met de vrouwtjes doen we nog een korte babbel op ‘t terras.
We laten Hugo echter niet zenuwachtig worden.
De fietsen zijn goed ingepakt.
Fietsen laden……..nog een laatste knuffel, we houden ons kloek en daar gaan we dan.
Natuurlijk zijn we veel te vroeg en toch………. Hugo en Robert hebben hun tassen niet in de fietsdoos ingepakt. Ze moeten een supplement van +/- 18€ betalen om de fietstassen mee te krijgen. Nu is het wachten tot we om 16h45 zullen opstijgen.
Plots komen er nog twee fietsers binnen. Pierre en zijn fietsmaat gaan ook naar Porto maar zullen een andere tocht maken. Zij moeten dringend inchecken. De mannen komen met de fiets vanuit Dendermonde en hebben zich wat vergist in afstand en tijd.
Met een plastiekje als bescherming leggen ze hun fietsen op de bagageband.
Zo’n risico durven wij niet nemen.
Stipt op tijd vertrekken we vanuit Charleroi.
Om 18h30 plaatselijke tijd landen we in Porto. Een halfuur later hebben we onze fietsen al. Onder grote belangstelling sleutelen we onze fietsen weer in elkaar, het is precies een fietsatelier. Pierre en zijn vriend zullen met ons meerijden tot in Porto. Het is wat zoeken om bij de uitgang van het vliegveld de juiste weg te vinden. Zoals overal bij vliegvelden is het hier niet anders, wegwijzers om op de snelweg te komen staan er genoeg.
Na wat kronkels en gevaarlijke kruispunten geraken we langs een drukke kasseiweg in Leca de Palmeira. Het is tegen een strakke wind op een lijntje doordrammen. Als we aan de Oceaan komen nemen we afscheid van onze toevallige vrienden. Zij hebben niks geboekt en willen een jeugdherberg opzoeken.
We bewonderen de ruwe zee.
Onder koude motregen volgen we een zeer drukke baan tot over de beweegbare brug van Matosinhos en de haven “Porto de Leixoes”. Vanaf hier blijven we de promenade volgen.
Door het tijdsverschil en het regenweer wordt het heel vlug donker. Eenmaal het Castelo do Queijo voorbij zijn we aan de monding van de Douro. De stad ligt nu links van ons.
Hoog tijd voor wat foto’s te nemen.. Ook de beroemde brug is vanaf hier goed zichtbaar.
Als we de weg vragen aan jeugdige joggers maken ze ons duidelijk, dat wij de tramlijn moeten volgen om tot aan ons hotel “Porto Rico” te komen. Het is heel steil om de stad in te klimmen. In de duisternis en om klokslag 21h00 komen we aan bij de résidencial.
De vriendelijke patroon bezorgt ons 2 ruime kamers. Onze fietsen kunnen we bij de receptie achterlaten. We hebben grote honger en na een korte verfrissing, worden we door de patroon begeleid naar een dichtbij gelegen restaurant.
Na het avondmaal en een korte avondwandeling besluiten we onze bedden op te zoeken. We zullen morgen heel vroeg opstaan om de stad te bezoeken.
03-12-2008 om 08:24
geschreven door Via de la Plata
04-12-2008
Dag 2 Portugal 2008 Porto > Castelo de Paiva
05. Porto - Castelo de Paiva
Zoals afgesproken zitten we om 8h30 al in de eetzaal. Zo’n flink ontbijt als we hier krijgen voorgeschoteld hadden we helemaal niet verwacht. De patroon doet zijn best om het ons aangenaam te maken hier in résidencial “Porto Rico”. We krijgen folders, een stadsplan, we rekenen af en vertrekken. Fietsen laden en we kunnen aan ons Portugees avontuur beginnen.
Het oude centrum van Porto is klein en met de fiets bereiken we het vlug. Aan de Torre dos Clérigos, bezoeken we de bekende kerk. Van op het grote plein zien we in de diepte de Douro, wat een uitzicht! Door het zeer oude stadsdeel is het voorzichtig dalen. Rijden kan niet door de enge steegjes met veel trappen. We komen aan de boorden van de stroom. Heel opvallend zijn de gevel- erkers van de kleurrijke gebouwen.De straatjes zijn overvloedig bebloemd en overal hangt de linnenwas zo maar voor het grijpen. Op vele plaatsen kunnen we kunstig blauw tegelwerk bewonderen.
Stilaan is het tijd voor een terrasje. Aan de rivier dicht bij de markante stalen brug met twee verdiepingen, is het zover. De Dom Luis I brug verbindt de laagst liggende stadsdelen. Op de bovenverdieping worden de beide hoger gelegen stadsdelen verbonden. Geregeld zien we de tram er over rijden. Deze brug is ontworpen door de Belgische ingenieur Teofil Seyrig en zou blijkbaar in Boom geconstrueerd zijn.
Daarna in stukken naar hier verscheept en opgebouwd. Iets verder staat er een bijna gelijkaardige brug, die ontworpen is door Gustave Eifel.
Terwijl we een Portugees “Super bock” biertje drinken, bewonderen we de andere oever van de Douro. De vele beroemde portbodega’s, zoals Sandeman, Warre’s, Croft en Taylors’s,doen ons dromen van het lekkers wat daar opgeslagen ligt. Langs de kade liggen de typische portboten met vaten waarin ooit de geperste wijn van de quintas naar de bodegas werd vervoerd.
We waren vast besloten een van de porthuizen te bezoeken en nadien bleek Taylor’s echt de goede keuze. Langs een kronkelend klinkerstraatje zwoegen we ons naar boven. Van op de parking van het porthuis hebben we een adembenemend zicht op de stad Porto. We worden getrakteerd op een bijna persoonlijke rondleiding met nadien een proeverij van zowel witte als rode port in de knusse gelagzaal.
De fijnste “porto” wordt gemaakt van druiven geteeld op de steile rotsige oevers van de Boven-Douro stroomopwaarts voorbij Peso da Regua. De wijngaarden zijn aangeplant op terrassen die als het ware aan de steile hellingen hangen. Men maakt de beste port met de zwaar geparfumeerde Touriga en de Tinta Rozizdruiven. De wortels van de wijnstok graven zich zelfs tot 12m diep in de spleten van de harde bodem op zoek naar water. Eind september is de oogsttijd. Dan komen plukkers uit de bergdorpen.
Overdag plukken en ’s nachts, onder begeleiding van muziek, worden de druiven op de oorspronkelijke methode, met de blote voeten getreden. Nadien komt de gisting in stenen kuipen. De port krijgt later een versterking met brandewijn om de gisting te stoppen en zo een hoog suikergehalte te behouden. In de daaropvolgende lente wordt de wijn naar Porto gebracht en in koele kelders opgeslagen. Afhankelijk van de rijpingsmethode en tijd bekomt men de verschillende soorten porto.
Nu naar beneden, nog wat foto’s nemen aan de linker oever van de Douro.
Terug over de stalen brug om zo Porto te verlaten. We volgen de benedenloop van de stroom, het is een drukke maar gemakkelijke weg in goed asfalt. Stilaan krijgen we honger en dicht bij de stuwdam van Esposado hebben we prijs. In Restaurante Santiago nemen we ons middagmaal met een prachtig zicht op de bebloemde oevers van de Douro.
Iets verder rijden we voorbij een grote motorfietsenzaak. Goed zeg, hier kunnen we onze banden tot de juiste spanning laten bijblazen. De gedienstige eigenaar is heel nieuwsgierig en is vol bewondering als wij hem duidelijk maken wat onze plannen zijn.
Na 20km moeten we richting Medas omhoog. In het dorpje nemen we een verfrissing op een zonneterras. De ouderlingen kunnen een mondje Frans en willen weten wat we van plan zijn. We moeten echter nog in Entre-os-Rios (letterlijk vertaald tussen de rivieren) geraken. De omgeving wordt rustiger en liefelijker. We rijden tussen dennen en eucalyptussen.
Ons vooropgezet aantal kilometers zijn al ruim overschreden en we begrijpen maar niet waar Entre-os-Rios te vinden zou zijn. Als we uiteindelijk de weg kunnen vragen blijken we al enkele kilometers voorbij dit dorpje te zijn. De man stuurt ons terug en geeft ons de raad naar Castelo de Paiva te fietsen, er zouden geen overnachtingsmogelijkheden meer zijn in Entre-os-Rios. Na wat zoeken moeten we echt nog 10km verder uit het rivierendal klimmen 200m hoger naar Castelo de Paiva. We worden wel beloond met een fenomenaal uitzicht over het rivierendal. Na het zware zwoegwerk geraken we toch nog vlug aan 2 mooie kamers in Residencial “Castelo Douro”. De vriendelijke patroon laat ons de fietsen in zijn achterliggende garage plaatsen.
Op het moment dat we willen gaan eten, heeft onze hotelbaas blijkbaar handig voor een restauranthouder gezorgd die ons opwacht. We worden wel deftig verzorgd maar de wijn is echter erbarmelijk. Als we dat duidelijk maken krijgen we een extra glaasje port bij het dessert. De restaurant-houder wil ons zelfs met zijn wagen terugvoeren maar wij weigeren en wandelen rustig naar ons hotel.
Wat uitwaaien………
Heel vlug liggen we te snurken.
Start :Porto13h00
Aankomst:Castelo de Paiva18h00
Afstand:65km
Totale km:87km
Weer:Bewolking af en toe zon20Cgeen wind
04-12-2008 om 10:10
geschreven door Via de la Plata
05-12-2008
Dag 3 Portugal 2008 Castelo de Paiva - Peso da Regua
6. Castelo de Paiva – Peso da Regua
Zou er iets niet in orde zijn bij de broers Watelle? Normaal zijn ze heel stipt.
Ze zijn niet op de afspraak om 8h00. Als ik na wat wachten hen opzoek in hun kamer, blijkt er paniek. Robert vindt zijn portefeuille niet meer.
Al enkele keren heeft hij al zijn tassen in en uitgeladen, zonder resultaat.
Beiden staan er wat beduusd bij. Logischerwijze zou zijn portefeuille in zijn stuurtas moeten zitten. Maar die is al enkele keren uitgepakt en ingepakt. Op mijn aandringen laadt Robert nog eens alles uit. Wat blijkt? De portefeuille hangt geklemd tussen de voor en achterzijde van het stuurtasje en valt er zelfs niet uit bij hevig schudden. Algemene opluchting, we kunnen starten……….
Onze hotelbaas heeft het druk, hij heeft een lottoloketje en de mensen staan aan te schuiven. Dan gaan we eerst maar ontbijten in de naastgelegen bakkerij.
Om 9h00 kunnen wij onze fietsen laden, afrekenen en vertrekken.
We rijden nog eens door de mooie straatjes van Castelo de Paiva en daar gaan we dan. Een lange afdaling naar de Douro met een prachtig uitzicht over de rivieren bij Entre-os-Rios. In dit dorp rijden we langs de zuidoever van de Douro. Lang duurt het niet en een steile helling brengt ons weer heel hoog boven de naast ons liggende stroom. In Tarouquela zijn we ongeveer 400m hoog en blijven op een hoogvlakte tot Cinfaes.
Heel opvallend is de weelderige bloemenpracht. Wonderlijk hoe alles hier zomaar in het wilde weg, zo mooi en gezond in bloei staat met veel groen.
Mogelijk het gevolg van een zacht maar vochtig klimaat.
Tussen Santiago de Piaes en Cinfaes worden we uitgenodigd om verse kersen te proeven. Pol waant zich zelfs kersenboer. Na het kersenaperitief rijden we door tot Cinfaes om inkopen te doen. Op het dorpsplein worden wij uitgewuifd door rustende ouderlingen.
Iets verder wordt het panorama heel indrukwekkend. De vergezichten over de brede Douro lijken wel op een merengebied. Tropische bloemen en palmbomen en rijkelijke villa’s op de groene terrassen, doen ons regelmatig stoppen.
Boven op de top van de “Masara” hebben de Portugezen voor ons een eetplaatsje neergeplant. De picknick is welkom na ruim 50km. Plots worden wij gestoord door ronkende motoren die naast ons stilvallen. We verbroederen met een trio Zwitserse motorfreaks die dezelfde rit maken. De Duitssprekende mannen zijn blijkbaar restaurantuitbaters “Gusti Brandenberg”uit Zug aan de Zugersee, die jaarlijks een grote tocht maken. Na wat foto’s over en weer krijgen wij als cadeau elk een Zwitsers mes. Met veel zwier vertrekken de stoere mannen en minuten lang horen we hun motoren weergalmen.
Na heel wat klim- en daalkilometers belanden we aan de oude metalenbrug van Peso da Regua. Hier is het onmogelijk om over de Douro te geraken. Na wat zoeken geraken we toch aan een prachtige stenen boogbrug.
Nu zijn we in Peso da Regua, de oude houten stapelhuizen aan de oever verwijzen naar het verleden. De stad is de hoofdstad van de Portwijn productie.
Vroeger verscheepte men van hieruit de portwijn naar Porto.
We zijn heel verwonderd over het drukke verkeer en rijden heel bezadigd naar het centrum waar we onmiddellijk “Residencial Imperio” vinden.
Na enkele minuten hebben we 2 mooie kamers en zijn de fietsen opgeborgen in een ondergrondse garage.
De zon nodigt ons uit op een stadswandeling met de bijhorende terrasjes. Hier moeten we uiteraard Porto drinken. Aan de haven is er een feest van het plaatselijke brandweerkorps. Robert is als oud brandweerman in zijn nopjes. Zonder ophouden moet hij alle oude pompierwagens onderzoeken en op foto vastleggen.
Toch krijgen wij grote dorst van al dat geslenter. Met zicht op de rivieroever genieten we van onze 3° Portugese avond.
Om 19h00 is het tijd om een restaurant te zoeken. Pol heeft iets opgemerkt in een van de hoger liggende straatjes. Na het voorgerecht rekenen we af en verlaten we het restaurant. Niettegenstaande het mooie interieur is het eten van zo’n slechte kwaliteit dat wij beslissen ergens anders te souperen. De kelnerin tracht zich te excuseren maar wij willen van geen liefde weten en vertrekken.
Gelukkig vinden we aan de kade nog een restaurant waar men voor ons wilt koken. Voldaan en na wat extra porto’s geraken we om 22h00 in bed.
Zal er geronkt worden? Oordopje in voor aller zekerheid.
Start:Castelo de Paiva9h30
Aankomst:Peso da Regua17h00
Afstand: 79km
Totale km: 166km
Weer: Bewolking af en toe zon 18C wind 2bf tegen
05-12-2008 om 09:40
geschreven door Via de la Plata
06-12-2008
Dag 4 Portugal 2008 Peso da Regua - Vila Nova de Foz Côa
7. Peso da Regua – Vila Nova de Foz Côa zaterdag 17-05 2008
We kunnen om 8h00 ontbijten. Alle vier zijn we heel stipt in de refter op de 1°verdieping. Er is vanalles in overvloed en we doen ons niets tekort aan het ontbijtbuffet……
Bij het afrekenen, vraag ik aan de goed Franssprekende bediende, om twee hotelkamers te reserveren in Vila Nova de Foz Côa. Enkele minuten later weten we probleemloos waar wij vanavond worden verwacht.
Er is zon, maar het is wel zeer fris als we onze fietsen laden……
Blij gezind vertrekken wij over de mooie brug naar de zuidoever van de Douro.
We volgen de N222 , een vlak stuk langs de rivieroever. We staan in bewondering voor de prachtige groene wijngaardterrassen van de overzijde.
We vorderen goed maar het wordt wel eventjes slikken als we plots voor een steile beklimming van maar liefst 12km staan. Het wordt warmer en we moeten ons naar boven zweten. We beslissen wat meer wachtpauzes in te lassen. Robert krijgt het steeds moeilijker om ons tempo te volgen bij de zware beklimmingen.
Hij stelt ons telkens gerust, toch menen wij dat hij bij de rustpauzen niet voldoende tijd neemt om opnieuw op adem te komen. Steeds weer wenst hij vlug te vertrekken om met voldoende voorsprong aan een beklimming te kunnen starten.
Juist voor Ervedosa stoppen we om wat fruit te eten, we kunnen het prachtige uitzicht op de wijnterrassen bewonderen. Wat een prachtig panorama met al die kleurschakeringen! Wondermooi……….Iets verder komen we in het dorpje Sao Joao da Resqueira. Alle dorpjes liggen op een heuveltop en steeds wijzigt de asfaltweg in keienbestrating bij de dorpsgrens. We doen onze inkopen voor de middagpicknick. We blijven een tijdje op een hoogvlakte met een strakke zijwind verder rijden. De wijngaarden liggen achter ons en het landschap wordt totaal anders.
Er zijn wat meer plantages, we vermoeden dat het perziken en abrikozen zijn.
Om 13h00 al meer dan één uur is er geen dorp te bespeuren, we besluiten maar te picknicken langs de wegkant.
Bij kilometer 60 toch nog een dorpje, Horta, maar hier is geen teken van leven. Daarna rijden we langs een slingerend en smal weggetje nog door Sabadelhe en Tourça , waar enkele rustende ouderlingen ons verlegen toezwaaien. Het is zonnig, 20C. We vorderen goed en om 16h00 belanden we aan de eerste huizen van Vila Nova de Foz Côa. Eindelijk komen we opnieuw in de bewoonde wereld. Het is hier echter heel rustig en er is bijna geen verkeer. Na enkele minuten zijn we aan ons hotel “Albergaria Vale do Côa”
We worden hartelijk ontvangen door een drukdoende bazin. Wonderlijk, ze spreekt goed verstaanbaar Frans en heeft heel wat belangstelling voor onze fietstocht, ook de hotelbaas komt zijn woordje meepraten. Hij is zelfs zo vriendelijk om ons wat adressen van hotels voor morgen door te spelen.
We krijgen twee mooie kamers op de 1°verdieping. Onze fietsen mogen we in een achtergelegen bergplaats zetten. We nemen de tijd om onze fietskleding een wasbeurt te geven want alles kan mooi in de zon op het terras uitwaaien.
Als we op elkaar wachten om het stadje te bezoeken krijg ik nog wat informatie van onze hotelbaas. Vanuit Vila Nova de Foz Côa kan men onder begeleiding een excursie naar een archeologisch park maken. Er zijn rotstekeningen gevonden in een beschermd gebied. Ik maak hem duidelijk dat wij morgen verder moeten…..en dat we wel door het park bij Castel Rodrigo zullen rijden.
We hebben reuze dorst, maar het stadje stelt niet veel voor, twee straten met enkele winkels, bars en restaurantjes. Op een van de pleintjes nabij de kerk en het stadshuis willen we terrassen maar het wordt te fris en we moeten binnenkruipen. We vragen een grote “Cerveja Super Bock” het bier smaakt. We menen dat we het verdiend hebben vandaag. Als we naar een restaurant vragen, moeten we van de waard eerst een plaatselijke portwijn proeven. Die is inderdaad heel lekker maar meer dan twee durven we niet nemen.
Enkele stappen verder is er een drukbezocht eethuisje. We moeten ons wat haasten, het begint hevig te regenen net als we een plaatsje hebben bemachtigd. Er hangt hier een aangename familiale sfeer. Al snel komt er een vinnige kleine kelner ons het menu presenteren…..hij heeft het vlug door dat we niets begrijpen van zijn kaart en hij tracht het ons duidelijk te maken in het Engels.
Hij belooft ons dat hij een lekker groot souper zal laten klaarmaken met veel groenten vis en vlees. We stemmen toe en willen witte en rode wijn.
Terwijl het stortregent, genieten we van een lekker souper met uitstekende wijn. De kelner heeft woord gehouden en we zijn heel tevreden. We willen nu vlug in ons bed geraken want morgen verwachten we een zware bergrit. Gelukkig zijn we niet ver van ons hotel en geraken er, zonder veel nattigheid. Slaap wel jongens, liefst zonder veel gesnurk!
Start :Peso da Regua9h00
Aankomst:Vila Nova de Foz Côa16h00
Afstand:82km
Totale km:248km
Weer:Overdag zon 20C zijwind 2bf
’s Avonds hevige regen en fris
06-12-2008 om 10:57
geschreven door Via de la Plata
07-12-2008
08 Dag 5 18-05-08 Portugal 2008 Vila Nova de Foz Côa - Guarda
8 Vila Nova de Foz Côa - Guarda
We beslisten gisterenavond, om 7h30 te ontbijten. Madam is heel verwonderd als we de eetzaal binnensluipen. Het buffet staat nog niet klaar, toch geraken we vlug aan alles. Het eten is lekker met een uitzonderlijke en uitgebreide variatie. We worden hier goed verwend.
We vertrekken stipt om 8h30, het is fris, slechts 10C, met een waterzonnetje.
We moeten een eindje dezelfde weg op van gisteren. 6km verder zien we opnieuw de Douro.
We verlaten nu definitief deze prachtige stroom. We buigen zuidwaarts af, heel dicht bij de Spaanse grens. Vanaf Castelo Melhor klimmen we door het “Parque Arqueologico do Vale do Côa”.
Na 20km belanden we terug in de jaren 50 van vorige eeuw. Als we het dorp Almendra binnenrijden kunnen we onze ogen niet geloven. Bij de eerste huizen verandert de slechte asfaltweg in een zandweg. De straat ligt vol honden en iets verder kunnen we helemaal niet meer door, het is markt. Niets dan ouderlingen in gitzwarte klederdracht.
Men verkoopt van alles, van ijzerwerk tot geroosterd konijn. Bij elk kraampje worden we met aandrang uitgenodigd om iets te proeven en te kopen. Er heerst een uitbundige drukte overgoten met melancholische Fadomuziek. Enig om dat mee te maken. We doen onze inkopen, vers fruit, brood, kaas, hesp en cola.
Eenmaal voorbij de kraampjes kunnen we weer op de fiets, we worden nog wel wat begeleid door meelopende blaffende honden.
Een kilometer lange beklimming door de Serra da Marofa, langs een erbarmelijk slechte asfaltweg is nu ons lot. Het wordt heel koud en we moeten de capes aantrekken bij een motregen. Iets later komt er hevige en koude regen. Tussen brem en eucalyptusbomen is het de ene bocht na de andere. Ieder klimt op zijn mogelijkheid. We liggen ver uit elkaar als we Figueira de Castelo Rodrigo doorrijden. Het is te koud en te slecht om hier de afslag naar het kasteel te nemen.
We beslissen door te rijden tot aan de Rio Côa zo’n 15km verder, hopelijk kunnen we daar in het droge picknicken.
Na een duizelingwekkende en gevaarlijke afdaling met een weg vol putten komen we aan een primitieve rustplaats. Hier wachten we elkaar op en beslissen om op een ruwe granieten tafel en banken te eten. De rustpauze is bij iedereen welkom, we zitten ingesloten tussen de rotsen en mooi in het groen. Gelukkig heeft het opgehouden met regenen. Ons roadboek vertelt ons dat we nu ongeveer 500m afgedaald zijn. We moeten ons wat drogen, andere fietsklederen aantrekken en energie tot ons nemen.
Een uurtje later zijn we weer tot onze positieven gekomen. Robert wordt ongeduldig en wil vertrekken, wetend dat we nog 45km klimwerk voor de boeg hebben. Pol en Bob laten de broers vertrekken, ruimen op en na wat foto’s gaan we op zoek naar onze maatjes. Hoe hoger we klimmen, hoe grijzer de lucht wordt.
Plots weer een hevige bui met hagel en stofregen, gelukkig kunnen we schuilen in een bushokje. Een kwartier later, het is wat rustiger, vervolgen we onze beklimming We zijn in Freixedas opnieuw samen, we zijn dan al 74km ver. Het is hier wat zoeken, er is een omleiding en we worden een heel nieuwe weg opgestuurd de N221.
Het klimwerk wordt wat geleidelijker, om beurt doen we kopwerk. Er is vandaag opvallend weinig verkeer en de streek is heel erg dun bevolkt. De dorpjes liggen kilometers ver uit elkaar. Enkele kilometers vóór de stad Guarda wordt het echter weer heel steil. Terwijl we Robert opwachten, beslissen we dat Pol en Bob zullen doorfietsen om een overnachtingplaats te zoeken. Hugo wacht op zijn broer. We spreken af om elkaar terug te zien aan de hoofdkerk in het stadscentrum op de Praça Vasco da Gama.
Nog een paar ronde punten en we zien de stad in de hoogte liggen. We belanden plots op een soort autosnelweg. Toeterende automobilisten doen ons stoppen en een behulpzame bestuurder maakt voor ons een tekening hoe we veilig in de stad kunnen geraken. We moeten een kronkelbaantje langs een rivier volgen om via een brug over een diepere kloof aan de rand van de stad te komen.
We vertrekken, na en tijdje vermoeden we nochtans dat we een complete bocht rond de stad maken. Plots zien we voor ons een helling van zeker 20%. Moeten we hier naar boven fietsen?
We doen het, aan de beklimming komt maar geen einde, we moeten op de trappers lopen en trachten recht te blijven. We gaan echt tot het uiterste. Nat van het zweet komen we eindelijk aan de stadspoort, spijtig genoeg moeten we nog hoger, maar nu op kinderkopkeien. Een echte marteling en als we aan de kerk komen moeten we toch even uitblazen.
Zonder het goed te beseffen staan we aan het “Pensoa Alianca”. Pol blijft buiten op de broers Watelle wachten. Ondertussen heb ik 2 kamers met ontbijt kunnen bemachtigen, à 30 € voor twee personen, het is voor niks…….De kamers blijken wat rommelig maar het is aanvaardbaar.
Ondertussen zijn Hugo en Robert, die van heel ver Pol zijn oranje kledij opgemerkt hebben, ook toegekomen. Zij hebben zich niks aangetrokken van de toeterende automobilisten op de autosnelweg en zijn zo heel vlug de stad binnen geraakt.
Terwijl we met de hotelbaas, die een mondje Frans spreekt, onze fietsen in een ondergrondse garage plaatsen, vraag ik waar we kunnen souperen. Het kan, als we nu beslissen, in het hotel. We zijn zo moe dat we onmiddellijk toehappen. Afspraak om 20h00, hij belooft ons goed te verzorgen.
Na deze rotdag, moeten we de fietskledij een wasbeurt geven. Droog krijgen zal iets anders worden…….Gelukkig hebben we twee handige cv- techniekers bij ons. Robert en Pol regelen de airconditioner. Hopelijk is de opgehangen was straks met de warme lucht droog geblazen.
We hebben dorst en honger.
Na het lekker souper doen we nog een deugddoende avondwandeling. Het is te fris en we belanden heel vlug in onze bedjes. Guarda doet zijn naam van koudste stad van Portugal alle eer aan! Morgen hopelijk een betere dag…………
Slaapwel!
Start :Vila Nova de Foz Côa 8h30
Aankomst:Guarda 17h30
Afstand: 97km
Totale km:346km
Weer:Zeer veel regen koude 12C
07-12-2008 om 10:13
geschreven door Via de la Plata
08-12-2008
09 Dag 6 19-05-08 Portugal 2008 Guarda - Covilha
9Guarda - Covilhã
Om 8h00, ontbijtbuffet. We doen ons tegoed aan alles wat er wordt voorgezet. Ondertussen hebben we de weersvoorspellingen op TV kunnen volgen………Het belooft niet veel goeds. Hierop beslissen we om de rit voor vandaag zo kort mogelijk te houden. Het voorziene traject door de “Serra de Estrela” via de Torre naar onze volgende bestemming Covilhã is zo’n 80km. De Torre is de hoogste berg van Portugal met de top op 2000m een beklimming vergelijkbaar met de Mont Ventoux.
Na onze memorabele rit van gisteren en de weersvooruitzichten besluiten we dat niet doen. We beslissen de rit door de “Serra da Estrela” te volgen tot Valhelhas om daarna via Belmonte en de N18 onmiddellijk naar Covilhã af te dalen. We schatten dat de rit hierdoor ongeveer 30km korter zal zijn. Onze hotelbaas vindt dit een wijs besluit, hij denkt dat de Torre vandaag door mist en laaghangende wolken toch ontoegankelijk zal zijn.
9h15 fietsen laden en nog een ritje door de stad.
Het is heel fris 8C en zwaar bewolkt. Al onze fietsklederen zijn gelukkig volledig droog. We verlaten goed ingepakt, de koudste stad van Portugal.
Een razend snelle afdaling en heel vlug rijden we het natuurpark van de “Serra Estrela” binnen. Als bij wonder komen er zowaar blauwe gaten in het grijze wolkendek. Moed jongens het wordt misschien nog heel anders dan dat we hebben gedacht. Het blijft fris maar we krijgen zon.
De groene natuur en de vergezichten zijn fenomenaal. Er is helemaal geen storend verkeer. De zon doet zijn werk. Wanneer we Vale de Esterel naderen krijgen we een korte klim, Hugo kan zijn warme kleding zelfs niet meer verdragen. We moeten warempel ons zweet drogen………
We fietsen nu heel rustig en nemen een pauze in Famalicão, in een eenzame bar, tevens café, winkel en werkplaats. We hebben geluk er is juist bevoorrading van brood. We kunnen niet alleen rusten en onze dorst lessen maar ook onze inkopen doen voor deze middag.
De baas spreekt een aardig woordje Frans en neemt ons mee naar zijn werkplaats……….Hij was jaren lang werkzaam in Parijs als bouwvakker, nu is hij hier de plaatselijke timmerman. Hij doet allerhande herstellingen bij de schaarse bevolking van de omliggende dorpen. Toerisme en nieuwbouw zijn hier niet aan de orde. Volgens de man zullen de dorpen binnen enkele jaren kompleet zijn uitgestorven. Alle jongeren zijn vertrokken naar de kuststeden waar er industrie is. Enkel bij feestdagen en tijdens de vakantie komen ze voor een korte periode terug naar hun dorp.
We rijden door Valhelhas, en beslissen hier ons middagmaal te nemen.
Onze middagpauze is veel langer dan gewoonlijk. Wat telefoontjes naar het thuisfront doen deugd. Ze missen ons……wij hen ook natuurlijk.
Valhelhas is een klein maar wat drukker dorp. Het ligt op een kruispunt van verschillende wegen. We moeten naar Belmonte om zo langs de N18 in onze bestemming Covilhãte geraken.
Het blijft klimmen en dalen, de natuur is wondermooi. Het natuurpark waar we doorfietsen is geen echt natuurreservaat. Op veel plaatsen is land in cultuur gebracht en wordt er vee gehouden. Het is juist deze combinatie van natuur en cultuurlandschap dat het, voor ons, zo mooi maakt.
Wilde zwijnen, vossen, wilde katten, dassen en otters bevolken dit gebied. De wolf blijkt echter totaal verdwenen tot voldoening van de vele schaaphouders. Ook vogels zijn er hier genoeg. Hugo, onze kenner, is in zijn nopjes. Hij maakt ons opmerkzaam dat er kwartels onder de struiken lopen. We zien leeuweriken klimmen en duiken. Er hangen zelfs biddende kiekendieven, deze jagen vermoedelijk op slangen en adders.
Na Orjais een klein dorpje langs de wel iets gejaagde N18 zien we in de verte de stad Covilhã hoog op een heuvel voor ons opdagen. Ja, het is opnieuw flink klimmen op slechte straatkeien. Tussen geelgroene stinkende stadsbussen moeten we ons naar boven sleuren. We stoppen zwetend bij het hotel “Solneve” en 10minuten later betrekken we twee prachtige kamers.
Tot nu toe is dit het chicste verblijf op onze tocht. Kraaknette, ruime kamers met een adembenemend uitzicht over de Estrela bergkam. Onze fietsen mogen we zijdelinks bij de receptie stapelen. Het is nog maar 16h00, we nemen rustig de tijd alvorens de stad te verkennen. De zon doet ons vlugger naar buiten komen om aan onze stadswandeling te beginnen. De hoogteverschillen tussen de verschillende straten zijn enorm nergens is het vlak. Bij het bronwatermonument vinden we een rustig terrasje. De rust duurt niet lang, we worden door een paar nieuwsgierige Portugese klanten overstelpt met allerlei soorten Portowijn. Iedereen wil ons van alles laten proeven………We moeten ons uit de voeten maken anders hebben we niets gezien van het toch wel mooie stadje.
We bewonderen de fraaie gevel van de “Igreja de Santa Maria”. Het is af en toe opletten, de plaatselijke bevolking raast met hun kleinere auto’s door de steegjes en wringen zich op onmogelijke parkeerplaatsjes. Ook hier is de auto baas en blijven wij, zoals overal, de zwakke weggebruiker. Straks souperen we in het restaurant van het hotel.
Na een lekkere en snel bediende maaltijd, willen we nog een slaapmutsje nemen. Het is kouder dan we dachten. Op het stadsplein geraken we aan een “Super bock” biertje. Volgens de spraakzame uitbater is het weer veel te koud, normaal is het hier om deze tijd van het jaar 25C. De hoogste berg “Torre” is al dagen niet meer gezien, een wolkenmassa blijft er maar rondhangen. Wij die maar naar hier waren gekomen in de maand mei, zogezegd de beste maand om door Portugal te fietsen.
Na al dat geklaag gaan we maar slapen zeker…..Morgen beter!
Start :Guarda9h30
Aankomst:Covilhã 16h00
Afstand: 49km
Totale km:394km
Weer:’s morgens 8C bewolking met zonnige perioden
’s middags 21Cmet zon, ’s avonds opnieuw koud 8C
08-12-2008 om 10:53
geschreven door Via de la Plata
09-12-2008
10. Portugal 2008 Dag 7 20-05-08 Covilhã - Castelo Branco
10.Covilhã – Castelo Branco
We melden ons na een goede nacht opgewekt aan het ontbijt om 8h00, we zijn de enigen in de grote ontbijtzaal. Het buffet biedt ons alles wat we maar wensen, we kunnen met een goed gevuld buikje vertrekken.
Hotel Solneve in Covilhã is een aanrader voor wie de stad wil bezoeken.
9h00 we staan klaar om een nieuwe fietsdag te beginnen. Met een flauw zonnetje en een fris briesje donderen we op slechte straatkeien naar beneden. We suizen door de wat smalle straten richting Tortosendo, heel vlug zijn we uit het stadsverkeer. Langs fraaie binnenbaantjes blijven we lichtjes afdalen. Volgens ons roadboek zou het vandaag een wat gemakkelijkere rit moeten worden. Hoewel, wat is hier in Portugal gemakkelijk voor fietsers? Het is steeds op en af, je moet steeds de berg- en heuvelkammen over geraken. De onvermijdelijke rivieren laten je afdalen, maar je moet ook weer uit de vallei.
De opeenvolgingen van beklimmingen brengen al snel verzuring in de kuiten. Bovendien begint de vermoeidheid zich te laten voelen, na een eerste zware week. We klagen niet en rijden zoals in onze jeugdjaren, fluitend en zingend door de weidse natuur. We wanen ons opnieuw in onze padvinder periode!
Bij het dorpje Pesinho moeten we over de rivier Zêzere naar Pesso. Volgens ons roadboek moeten we via een doorwaadbare plaats naar de andere oever. Algemene opluchting als we buiten het mini dorpje komen. We zien een splinternieuwe weg die ons naar een pas afgewerkte brug leidt. Iets verderop zien we nog de zandweg die naar de doorwaadbare plaats loopt………wat een geluk!
De Zêzere is een rivier, die de Taag voedt. Deze ontstaat in de Serra da Estrela vlak bij de Torre, het hoogste punt van Portugal. De Zêzere mondt uit in de Taag in Constância. Hij is de op twee na langste Portugese rivier. Vanwege het verval kunnen de centrales van Bouçã, Cabril en Castelo de Bode elektriciteit opwekken
We blijven de mooie binnenweggetjes volgen. Op en neer, soms met weidse vergezichten maar ook meermaals tussen de rotsen…….De variatie is groot.
De weelderig bloeiende bloemen maken de omgeving fabelachtig mooi. We kunnen het niet laten en blijven maar foto’s maken van deze schitterende omgeving.
In Fundâo nemen we onze traditionele aperitief….Het duurt wat langer dan gewoonlijk…..worden we , nu het iets warmer is, luier??? Na onze inkopen voor deze middag, kunnen we het niet laten verse kersen mee te nemen.Hier in Fundâo heerst er meer bedrijvigheid dan in de andere dorpen. Er is veel nieuwbouwactiviteit en we menen ook diverse fabrieken te ontwaren.
Als we door het centrum rijden weten we waar de drukte vandaan komt. Het stadje ligt op een kruispunt van vier wegen, een autosnelweg en een spoorweg. We moeten zelfs de weg vragen. Ondertussen geraakt Robert bij de plaatselijke brandweer aan vers drinkbaar water.
Iets buiten het centrum belanden we, ’t is maar best, weer in de vrije natuur. Het is wel even schrikken als we via een viertal steile haarspeldbochten omhoog moeten. We komen in het dorpje Sauto da Casa, waar we op het dorpsplein heerlijk in de zon middagmalen. En………verse kersen snoepen!Vanuit het rustige dorpje Sauto da Casa moeten we een 7km lange zware beklimming ondergaan. Nochtans met ons pas gevuld buikje wordt het zware kost om de Serra da Gardunha te bestijgen. Op een lint blijven we broederlijk bij elkaar tot op de top. De afdaling lijkt langer, zo’n 15km, we vliegen aan grote snelheid door het dorpje Tinalhas.
Grote dorst doet ons stoppen in het volgende dorp, met de toepasselijke naam “Caféde”. Een café vinden echter in Caféde is niet zo simpel. Een vriendelijke man gaat met ons mee, via enkele kleine steegjes komen we op het dorpspleintje waar we een volkse bar vinden. Het terras is bezet door ouderen met uitzonderlijk veel gepraat. We worden van alle kanten bestookt met vragen en tot onze grote verwondering kennen deze ouderlingen ofwel Duits ofwel Frans. Ze hebben allen in het buitenland gewerkt maar zijn nu na ongeveer 40jaar teruggekeerd naar hun geboortedorp. Ook de bazin komt zich in het gesprek mengen, samen met haar man werkte en woonde ze in Düsseldorf…….Ze spreekt perfect Duits. De verbroedering met de plaatselijke bevolking duurt langer dan dat we hadden gedacht …Na 12km zullen jullie in Castelo Branco zijn, beweren ze lachend.
Nog vóór we deze stad binnen rijden moeten we afstappen. Wegeniswerken belemmeren de doorgang. Toch belanden we zonder verdere moeilijkheden in het centrum.
We nemen onze tijd en doen een terrasje op het grote plein. Ondertussen legt de patroon uit waar we aan slapen kunnen geraken. Als dank beloven we straks terug te komen en hier te souperen.
Castel Branco is de voormalige hoofdstad, van de provincie Beira Baixa, dankt zijn naam aan de Witte Burcht, een kasteel dat nu verdwenen is. Het is een markante en gemoedelijke plaats, met schilderachtige steegjes en burgerhuizen uit de 16e t/m de 18e eeuw, omringd door een zee van olijfbomen in de omgeving. De stad is bekend voor geitenkaas, honing, olijfolie en het gebak “pão-de-ló”. Ook nog voor “colchas”, op linnen geborduurde spreien in felle kleuren.
Probleemloos vinden we het “Residencial A Telhadense”. Tot onze grote verwondering krijgen we elk afzonderlijk een kamer. Het is een wat verouderd hotel, de kamers zijn eenvoudig maar in orde met bij iedereen een deftige badkamer met douche. 15€ per persoon waar kan het goedkoper! Op het platte dak, op de hoogste verdieping is er een was- en droogplaats. Natuurlijk maken we hier gebruik van, een half uur later hangen al onze fietsklederen mooi gewassen te drogen in zon en wind. Daarna gaan we op stap, uitgenodigd door de zon, om een flinke wandeling te maken. De stad heeft mooie parken met veel beelden en een variatie aan zuiderse bomen en bloemen. Het geheel is goed verzorgd, ook de winkelstraten hebben blijkbaar een nieuw kleedje gekregen. Hugo wil ons absoluut uitnodigen in een gezellige brasserie aan de rand van het park……Als absolute kenner is hij heel tevreden over wat we hier aan ijscoupes krijgen.
Belofte maakt schuld………we belanden bij het restaurant, waar we eerder de weg vroegen. De patroon kent ons nog, hij maakt voor ons een prachtig souper.
Voldaan wandelen we na een slaapmutsje naar onze Residencial.
Snurken kan geen kwaad, geniet ervan jongens……slaapwel!
Start :Covilhã 9h00
Aankomst:Castelo Branco16h30
Afstand:77km
Totale km:471km
Weer:Wolken met zon 20°C
09-12-2008 om 09:12
geschreven door Via de la Plata
10-12-2008
11 11. Portugal 2008 dag 8 Castelo Branco - Nisa 21-05-08
1. Castelo Branco - Nisa
We hebben zoiets nog nooit meegemaakt! Bij het leeghalen van de wasdraad, stellen Robert en ikzelf vast dat onze petten zijn verdwenen. Pol meent dat er heel vroeg een groep, hij vermoed wegeniswerkers, vertrokken is uit het hotel. Mogelijk hebben zij onze fietspetten meegenomen. Niet getreurd, Robert zal straks een nieuwe pet kopen en ik heb er nog eentje in reserve. Raar maar waar, je geraakt niet graag iets kwijt…..ook al is het maar….een fietspetje. Bij het vertrek uit de residencial vinden we niemand om te betalen. Ik beslis dan maar de afgesproken som op de keukentafel van de eigenares achter te laten…….op hoop van zegen. We ontbijten in de brasserie van gisteren. We krijgen nog wat wegaanwijzingen en om 9h00 vertrekken we uit Castelo Branco. De weg is licht golvend en kronkelig, we dalen af naar Taberna Seca. De zon is van de partij en we vliegen de autosnelweg onderdoor naar de vallei met een kleine rivier de “ Ocreza”.
We vorderen goed en fietsen door een troosteloos afgebrand gebied. Zo te zien hebben de bossen hier zeel veel afgezien van de ophefmakende Portugese bosbranden. De natuur herstelt zich echter buitengewoon snel. Tussen de zwarte boomstammen is er al veel struikgroen te merken. Toch blijft het akelig om hier door te fietsen. We peddelen voorbij de gehuchten Sto André das Tojeiras en Bugios waar geen teken van leven te bespeuren is……….In Alvaiade moeten we opnieuw over de kronkelende Ribeira Ocreza naar Vila Velha de Rodão.
Het is 13h00 en we hebben nog geen inkopen kunnen doen………niet getreurd, na het achter ons laten van een stinkende papierfabriek, komen we aan een heel druk bezet restaurant. Zonder na te denken beslissen we hier een “Proto do dia” (dagschotel) te nemen. We weten uit onze Camino-ervaringen, dat je in een druk bezochte zaak, smakelijke royale porties krijgt voor een prijsje. Ja hoor …..we hebben hier lekker en voldoende gegeten: “Sopa, lulas, arroz, gelado y vinho verde”. (Soep, inktvis, rijst een ijsje en friszure witte wijn). Spijtig, groenten en fruit kennen ze hier blijkbaar niet.
Plots staan we in Vila Velha de Rodão aan de brug over de Taag. De Taag in het Portugees Tejo, is met een lengte van 1000km de langste rivier van Portugal. De Taag ontspringt in de Sierra de Albarracin in het oosten van Spanje. Over een lengte van 60km vormt deze stroom de grens tussen Spanje en Portugal bij Alcantara. De Taag mondt voorbij Lisabon uit in de Oceaan. De beroemde hangbrug daar, spreekt nog altijd tot ieders verbeelding.
Na Vila Velha de Rodão, waar we de rivier kruisen, komen we in de Alentejo (letterlijk het gebied aan de overzijde van de Taag). De route verandert langzaam van kleur en van bodemsoort. Van rood zand tot granietachtig. Het is weer een flinke lange klim om uit de nauwe rivierkloof te geraken.
We mogen blij zijn dat de temperatuur wat koeler is dan wat het hier normaal kan zijn.
Zwetend geraken we de heuveltop over. Een heerlijke afdaling volgt, met prachtige bochten, bovendien hebben we de weg voor ons alleen. We razen over de rivier “Ribeira de Nisa” en enkele kilometers verder stuiven we Nisa binnen. Het is nog vroeg in de namiddag, grote dorst verplicht ons naar een terrasje aan het “Jardin Publico”.
Het wordt zowaar een hartelijke ontvangst in onze eigen taal. Twee Nederlandse koppels begroeten ons met Hollandse uitbundigheid. Aan de Gazelle-fiets (Pol & Bob) wordt je uiteraard onmiddellijk door onze Noorderburen herkend. Dina en Werner wonen hier al enkele jaren en baten een camping uit. Spijtig genoeg is deze gedeeltelijk verwoest door de hevige bosbranden. Xandra en Toon verblijven bij hen op hun domein. Na heel wat over en weer getrakteer, krijgen we vele nuttige raadgevingen over de streek.
We weten zo maar al te goed wat we morgen absoluut moeten bezoeken.
Even later komen we bij het dichtbij gelegen “Residencial Sao Luis” aan. We worden door de gastheer hartelijk ontvangen. Van thuis uit had ik met de patroon via mail gecorrespondeerd…..overnachten kan geen enkel probleem vormen. We krijgen onmiddellijk 2 ruime kamers, met een uitzicht op de binnenpatio. Onze fietsen parkeren we veilig in een garagebox.
Nisa is een centrumgemeente in het land van de “Tempeliers” met fraaie kerken en kleurrijke gebouwen. Het is zalig wandelen door de knusse straatjes. Op de pleintjes spelen groepjes mannen een soort schijf of kegelspel. Als we honger krijgen dringt het tot ons door dat we hier nog geen enkel restaurant hebben gezien. Ook dit probleempje wordt vlug opgelost. Na enkele vraagjes aan de plaatselijke bevolking belanden we via een café-bar in een achteraangelegen eetzaal. We hebben het getroffen in “Restaurante as Três Marias”. Aan het tafeltje naast ons, de wereld is toch klein, zit een bejaard paar Nederlanders. Zij wonen hier en geven ons wat aanbevelingen. Het wordt genieten van een uitzonderlijk smakelijk souper. In het café zit men aan de televisie gekluisterd, kijkend naar een Europabeker voetbalmatch.
We blijven nog wat hangen in ’t café en geraken uiteindelijk rond 22h30 onder de dekens. Na deze heerlijke dag vallen we onmiddellijk in slaap.
Start :Castelo Branco 9h00
Aankomst:Nisa16h00
Afstand:64km
Totale km:535km
Weer:Zon en rustig 20°C
10-12-2008 om 10:08
geschreven door Via de la Plata
11-12-2008
12. Portugal 2008 Dag 9 22-05-08 2008 Nisa - Alegrete (Portalegre)
12. Nisa – Alegrete (Portalegre)
Tijdens het ontbijt in de bovenzaal van het hotel, volgen we op de alom tegenwoordige TV de weersvooruitzichten. Ze beloven ons een koude grijze dag met in de namiddag mogelijk veel regen. Stukken minder dan de mooie dag van gisteren. Ach, we zien wel, we zijn niet van suiker…..Naast ons zit er een Duitse stapper, een grootsprakerige betweter, waar we geen aandacht aan schenken. Terwijl wij onze dagrit voor vandaag bespreken, blijft hij ons maar bestoken met zijn gekakel. Wat een vervelende vent! Hopelijk zijn niet alle Duitsers zoals hij.
De eerder voorziene rit naar Portalegre bedraagt slechts 41km…..we kunnen gerust enkele bekende dorpen meegraaien. We schatten dat onze rit zo’n 60km zal bedragen………..
Om 9h15 vertrekken we uit dit verrassend mooie plattelandsdorp Nisa. We volgen de weg naar de “Barragem Pavoa”(richting stuwdam). Het is een eenzame weg helemaal voor ons alleen, met een mooi bloemenlandschap. De hoogteverschillen zijn verwaarloosbaar, we vliegen vooruit bij dit nochtans koude (11C) en grijze klimaat.
In de Norte Alentejano, dicht bij de Spaans-Portugese grens, ligt op bijna iedere heuveltop, een verstekt stadje. Het is alsof de tijd sinds de Middeleeuwen heeft stilgestaan. We naderen het charmante Castelo de Vide, het stadje ligt
op een hoogte van 575 m tegen een helling van de Serra de São Mamede. Praça Dom Pedro is het middelpunt, een groot plein met oude gebouwen. Er is hier ook een Juderia, een wijk met vroeger de grootste joodse gemeenschap van Portugal. We rijden door smalle kronkelende en hellende steegjes.
Boven het stadje ligt het gereconstrueerde Castelo de São Roque. Het is te fris om daar naar toe te rijden, we duiken liever onder in een warme bar en nemen een koffie. Deze opwarming doet deugd …….Van Castelo de Vide rijden we via een rustige vlakke weg omzoomd door prachtige essen naar Portagem.
We nemen de afslag naar Marvão. We zien hoog boven ons het versterkte arendsnest liggen. We moeten over een afstand van 5km 260m klimmen langs een voortdurend kronkelende weg.
Hugo zet zich op kop en is vast van plan als eerste boven te komen…..Pol en Bob kunnen volgen, maar in de voorlaatste bocht sprint hij na enkele hardere trappen toch weg en komt licht afgescheiden boven. We moeten hem bewonderen onze ouderdom deken. Wat een verschil met verleden jaar, zijn intensieve trainingen hebben hem weer de bolletjes trui opgeleverd.
Gedurende de beklimming worden we plots luidruchtig aangemoedigd. Onze Nederlandse vrienden van gisteren rijden met hun auto roepend en toeterend naar beneden. Dat doet deugd vrienden……….
Rond het versterkte dorp Marvão ligt een enorme versterkte muur die aansluit op de rotsen. Via de poort rijden we naar een doolhof van gladde hellende steegjes. We laten onze fietsen achter bij een restaurant, vanaf hier is rijden onmogelijk. Hoger op komen we bij een mooi verzorgd park, nog ietsjes verder zijn we bij de torens van het kasteel. Het uitzicht is fabelachtig……….We vrezen echter dat het niet lang meer zal duren, donkere regenwolken komen op ons af. Het begint te motregenen en we trachten in het restaurant aan een middagmaal te geraken. We zijn niet de enigen die er zo over denken……….en moeten geduld hebben.
Om 15h00 donderen we met grote snelheid naar beneden. In het gehucht Portagem, waar ik op mijn maatjes wacht, doe ik een telefoontje naar het thuisfront. Algemene blijdschap bij de vrouwtjes, die elkaar regelmatig ontmoeten. Na een korte rustpauze nemen we een klein weggetje naar Porto da Esopada en rijden op korte afstand voorbij de Pico de São de Mamede. De korte nijdige hellingen maken dat we heel traag vorderen. We zijn maar enkele kilometer meer vóór Portalegre in de Serra de São de Mamede, als we kompleet onze weg kwijt zijn. “Portalegre” wordt op een kruispunt naar verschillende richtingen aangegeven. Wanneer we de weg vragen krijgen wij, ongelofelijk maar waar, de uitleg opnieuw in het Nederlands. Wat een toeval dat we juist hier, een Hollands kunstenaarsechtpaar bij hun kleurig huis, zomaar tegen het lijf lopen. De man en de vrouw zijn een ware spraakwaterval, ze leggen alles heel gedetailleerd uit….zodat we uiteindelijk niet meer weten of we nu links, rechts of rechtdoor moeten. Het is rechtsaf, een bijna onmogelijk te fietsen helling op. Het echtpaar blijft ons nog een hele tijd aanmoedigen. Bij de eerste huizen van de stad Portalegre komen we op een hoofdweg. Plots begint het hard te regenen……Onder onze capes sukkelen we de stad binnen.
We moeten op zoek naar een hotel. Een gedienstige man wil ons vergezellen door een wirwar van straatjes naar het “Pensoa Nova”. We moeten aanbellen, na enkele minuten komt de hotelbaas uit een verderop gelegen woning. Alle kamers zijn bezet en gezien het vandaag een Portugese en plaatselijke feestdag is, zijn alle beschikbare hotelkamers in de stad bezet. Wat nu? Robert meent zich te herinneren dat wij een “ Poste de Turismo” voorbij gestapt zijn. Inderdaad 2minuten later staan we druipnat in het lokaaltje. De juffrouw bevestigt ons wat we al wisten, noch in de stad, noch erbuiten is er ook maar één kamer vrij. En toch misschien kan ze om 18h00 nog plaatsen versieren in de jeugdherberg. We blijven nog 1/4h geduldig wachten. Het regent pijpenstelen. Na wat telefoontjes, moet de señorita ons teleurstellen, ook de “Pousada de Juventude” (jeugdherberg) is volzet. Na wat aandringen, kan ik het meisje toch overtuigen om ook buiten de stad, eventueel bij particulieren onderdak te zoeken. Ze doet wat zoekwerk op haar PC, telefoneert enkele keren en ja wat uitbundig schrijft ze een adres op een kaartje. ’t Is dat of niks beweert ze, ze heeft voor ons 15km verder in Alegrete op een Quinta slaapplaats gevonden…wel aan 75€ per kamer. We hebben geen andere keuze en staan te trappelen om te vertrekken. Het wordt nog een moeilijke explicatie om ons de weg uit te leggen…We moeten een grote baan op, richting Arronches en dan ergens(?) ze weet niet precies waar, links afslaan. Als we willen vertrekken is het onmogelijk, de regen valt met bakken uit de hemel en ’t water stroomt door de straatjes. We blijven geduldig wachten in het portaal. Na een poosje wagen we het erop. We zijn goed ingepakt, maar dat is ten koste van de zichtbaarheid en heel gevaarlijk. Even buiten het centrum wil ik zekerheid over de juistheid van de weg welke we volgen. Ik houd een auto tegen, en krijg bevestiging dat we rechtdoor moeten. We zetten een waaier op en stuiven vooruit op de pechstrook van de expresweg. Tot we plots een rondpunt voorbij suizen……..wil ik mijn kaart raadplegen. Pol en Robert hebben niets opgemerkt en blijven doordrammen. Ja, hoor we moeten linksaf richting Caia. Net voordat onze vrienden over een helling uit het oog verdwijnen, beseft Robert dat er geen aflossing komt en kijkt achterom. Wat teleurgesteld komen Pol en Robert, die al meer dan 1km verder zijn, terug. Gelukkig kunnen we de capes opbergen, het heeft eindelijk opgehouden met regenen. In Caia vragen we de weg in een bar………met veel zwier worden we de helling op gestuurd. En…………..’t is niet van de poes, moet dit nu nog, na al die ellende? Enkele minuten later vliegen we door het centrum van Alegrete.
We worden enkele haarspeldbochten hogerop gestuurd. Uiteindelijk hebben we onze overnachtingplaats gevonden. 20h00, we hebben 85km op ons tellertje staan. We worden hartelijk ontvangen door de señor en de señora in “Quinta Castanheiro da Penha” een prachtig domein. Het lijken aristocraten te zijn. Ze spreken wat Frans en Engels en zijn om ons heel bezorgd. We krijgen onmiddellijk onze kamers en kunnen gelukkig een warme douche nemen en onze klederen wassen. De verwarming zal alles wel weer droog maken. Ondertussen heeft de heer des huizes een restaurant opgebeld in het dorp, waar wij nog een stevig souper kunnen nemen.
Nadat we ons wat opgekrikt hebben, willen we zo vlug mogelijk aan eten geraken. Als we, na de steile afdaling het dorpje binnenvliegen worden we opgewacht door de chef Antonio van “Restaurante O Joäo”. We worden op en top verwend en beleven nog een mooie avond. Moe, maar voldaan geraken we om 23h00 onder de dekens…….en vallen onmiddellijk in slaap. Wat een belevenis!!!!
Start:Nisa9h15
AankomstAlegrete20h00
Afstand85km
Totale km:620km
Weer:Veel regen en koud
11-12-2008 om 13:39
geschreven door Via de la Plata
12-12-2008
13. Portugal 2008 dag 10 vrijdag 23-05-08 Alegrete - Elvas
13. Alegrete - Elvas
De Quinta is een waar paradijs van rust. Na onze natte belevenissen van gisteren hebben we gelukkig prima geslapen. Onze kledij is mooi droog. De zon piept door de raamluiken, heerlijk. Oh la la, als ik op het kamerterras stap is het nog heel fris en alles is door en door nat………Wat krijgen we vandaag?
8h30, de broers Watelle zitten al in het salon aan de rijkelijk gevulde ontbijttafel. De gastvrouw doet haar uiterste best om het ons zo aangenaam mogelijk te maken. We krijgen een feestelijk maal, met werkelijk alles erop en eraan. We zullen de eerste uren geen honger hebben.
Nadat we onze fietsen hebben geladen en afgerekend, wil madam ons toch nog haar prachtige “Quinta Castanheiro da Penha” tonen. Ze heeft 7 ruime kamers, en in de tuin nog een Casa de Pendra (zelfstandig huisje), een openlucht zwembad, een paardenfokkerij en manege. Zo ver je maar kan kijken behoort alles tot de Quinta, op het terrein staan hoofdzakelijk kastanje bomen.
De gastvrouw neemt ons nog maar eens mee naar haar privé museum, op de dakverdieping van de woning. We krijgen uitleg over alle stukken die te kijk staan. We maken haar duidelijk dat we nog in Nisa willen geraken. We krijgen nog enkele hoteladressen, maken wat foto’s en starten onze 10°dag. Op deze Quinta je vakantie doorbrengen is een echt festijn.
De eerste kilometers blijven we op een plateau in de bossen rijden de “Vale de Cavalos”. Onze route flirt een hele tijd met de Rio Cala, we volgen deze rivier tot Arronches. Dit stadje is een oude Romeinse nederzetting, we zijn niet ver van de Spaanse grens zowat ter hoogte van Mérida. De mooie Spaanse stad waar Pol en ikzelf goede herinneringen aan hebben, van in de tijd dat we de Zilverroute reden. Al vlug fietsen we opnieuw in de weidse natuur.
De weg is lichtgolvend en overal zien we ooievaars, maar ook heel wat koereigers. Het wordt van langsom grijzer, straks weer regen zeker? Juist als we het dorpje San Eulalia bereiken zijn ze er daar mee, met de nattigheid. We kunnen gelukkig schuilen in een uitnodigend Café-restaurant.
We kunnen aperitieven, het blijft maar regenen dus besluiten we hier ook te middagmalen. De Señora maakt een smakelijke “bocadillo con tortilla”. Met een rood wijntje, heerlijk zeg! Als dessert nemen we koffie met een gebakje………
Om 13h30, heeft het nog steeds niet opgehouden met regenen. Allé, capes aandoen en in het gelid pletsen we door de grote waterplassen het troosteloos natte dorp uit. Om 15h00 staan we aan de Aqueducto de Amoreira. We zijn doornat en hopen hier aan de stadsrand heel vlug een slaapplaats te vinden. Terwijl ik naar de adressen zoek, stapt Pol het gebouw waar we wat schuilen binnen…….het is toevallig een Hotel! Iets later komt hij beteuterd buiten………de hotelbaas is niet gesteld op natte fietsers en wil hem geen kamers verhuren.
Iets verder bemerken we nog een Hotel. We haasten ons daar naartoe en een paar minuten later hebben we 2 kamers. Er is wel een klein probleempje…..morgenvroeg kunnen we hier niet ontbijten en er zal niemand aanwezig zijn. We vinden dit helemaal niet erg….De hotelbaas geeft ons ook de sleutel van de fietsenberging en de naastliggende toegangspoort. Uit dank beloven we hem vanavond in zijn restaurant te souperen. Na ons gebruikelijke was- en plasbeurtje willen we de stad verkennen. De weergoden zijn ons gunstig gezind…Het heeft zowaar opgehouden met regenen!
Elvas wordt omringd door dubbele stadswallen, compleet met grachten en stervormige bastions. We moeten door de Portas de Esquira wandelen en over een ophaalbrug. De automobilisten doen hier wat ongeduldig omdat ze door een smalle tunnel moeten rijden, terwijl wij wat foto’s willen maken. Er is een tweede poort tussen de muurtorens en de omwalling, een gevaarlijke situatie voor ons als zwakke weggebruikers
Vanaf dit punt hebben we een prachtig uitzicht op het enorme aquaduct dat hier na zeven kilometer zigzaggend de stad bereikt. Aan het 33 meter hoge gevaarte met meer dan 800 bogen is langer dan een eeuw gewerkt. Het is echter nog steeds in gebruik!
Het centrale plein met de kathedraal heet ook in Elvas de Praça da Republica. Iets achter de kathedraal ligt het schitterende Largo de Santa Clara, omringd door herenhuizen en een kerk. Op dit miniplein staat een “pelourinho”. Een gebeeldhouwde stadspilaar of schandpaal met ijzeren haken. Daarachter een Moorse poort uit de 10e eeuw die wordt geflankeerd door versterkte torens die deel uitmaakten van de oude stadswallen. Via die poort komen we in een doolhof van steile middeleeuwse klinkerstraatjes, waarvan de oude Moorse wijk deel uitmaakt. Overal staan potten met planten en hangt wasgoed te drogen.
Soms verandert de weg in een trap of moeten we door een poort. Aan de buitenrand van de wijk ligt het Castelo. Vanaf hier is het uitzicht op Elvas en de omgeving adembenemend. In de verte ligt op een even hoge heuvel het Graça-fort. Ook weer een versterkt kasteel tegen de Spanjaarden…. vermoeden we.Elvas is voor ons een complete verrassing, wat hier in dit stadje allemaal behouden is, op zo’n kleine oppervlakte is schitterend. Op de stemmige Praça da Republica bezoeken we het Toeristisch bureau, we krijgen in het Frans een goede uitleg. Nadien zetten we ons neer op een terras, het wordt snel te fris en we kruipen binnen.
Bij de rustpauze met een biertje krijgen we een schaaltje tremoços, een soort gepekelde bonen. De plaatselijke bevolking lijkt hier wat uitbundiger, misschien speelt de nabijheid van Spanje mee? Stilaan krijgen we honger en dalen af over een wandelpad door het park. Via een kleine poort en over een houten bruggetje geraken we aan ons hotel Tiftaf.Het souper mag er zijn de hotel-restaurantbaas laat ons genieten van een typische streekmaaltijd met uitstekende wijnen. Na wat gebabbel reserveert hij voor morgen in Monsaraz een overnachting! Na het eten doen we nog een avondwandeling, drinken een slaapmutsje en kruipen voldaan onder de lakens.
Start:Alegrete9h30
AankomstElvas 15h00
Afstand50km
Totale km:670km
Weer:’s morgens goed daarna veel regen en koud
’s avonds aangenaam wandelweer
12-12-2008 om 09:25
geschreven door Via de la Plata
13-12-2008
14. Portugal 2008 dad 11 zaterdag 24-05-08 Elvas - Monsaraz
14. Elvas - Monsaraz
Wij trekken om 8h00 stipt de voordeur van Hotel TifTaf achter ons dicht. We gooien de sleutels in de brievenbus en vertrekken. Wat verder zou er een winkelcentrum zijn. We denken dat gisteren opgemerkt te hebben bij onze avondwandeling. We vinden inderdaad iets later een bakkerij met ontbijt- mogelijkheden. Een uurtje nadien vertrekken we uit deze verrassend mooie grensstad Elvas. Zal de zon vandaag onze bondgenoot worden?
We blijven een tijdje de N373 naar Juromenha zoeken. Het is een wat saaie weg, gelukkig niet al te druk, mooi omzoomd door olijfbomen. Plots komen we aan de Rio Guadiana. Op de oever van de rivier staat een versterkte burcht. In Juromenha rijden we echt langs de grens, de andere oever van de Guadiana is Spanje.
We pedellen in een weidse groene natuur, maar het blijft vals plat oplopen. Links en rechts op de heuvels bloeien witte en gele bloemen. Het traject is wondermooi. Langs zeer kleine weggetjes rijden we door uitgestorven gehuchten. We moeten een korte klim nemen tot bij enkele huizen die rond een witblauw kerkje staan. Zouden we hier iets kunnen drinken, het is bijna aperitieftijd. Inderdaad, er is een bar met een norse waard. Zonder veel woorden krijgen we een biertje….Blijkbaar komen hier nooit vreemdelingen.
Eindelijk belanden we, na een 30-tal km nog eens in de bewoonde wereld, bij het dorpje Monte de Outeiro. We zien hier ouderlingen in typische Portugese klederdracht. Het lukt ons na veel aandringen hen te fotograferen.
In Rosario, opnieuw een dorp van enkele huizen, krijgen we honger. We hebben nog geen inkopen kunnen doen. Zou er gelegenheid zijn om te middagmalen? Het dorp is zo dood als een luis…… Wanneer we de laatste huizen voorbij rijden, snuiven we een barbecuegeurtje op. Rechts van ons, langs een kleine landweg staat er een laag huisje met een reclamebord. Zou daar iets te regelen vallen? De patroon roostert kippen. We trachten hem duidelijk te maken dat we hier willen middagmalen. Na wat aandringen is de wat schuwe man bereid voor ons eten klaar te maken. Hij maakt ons echter duidelijk dat we geduld moeten hebben. Wanneer we het cafeetje binnenstappen is het echt zoals in de jaren zestig! We zetten ons aan een primitief tafeltje en zijn heel benieuwd wat we hier zullen voorgeschoteld krijgen. Even later komt de vrouw des huize uit haar keuken samen met haar twee jonge kinderen.
Schuw blijft ze achter de toog zonder ook maar een woord uit te brengen. Pas wanneer haar man binnenkomt, geraken we aan een biertje. We trachten hem duidelijk te maken dat we brood, kaas en sla wensen als voorgerecht met wijn en nadien de kip met tomaten. Tot onze verwondering worden we prima bediend. Het geheel is zeer vers en van uitzonderlijke kwaliteit. We kraken enkele flesjes wijn en nemen nadien nog een flan als dessert. Als we de rekening vragen krijgen we een briefje met 36€ opgekriebeld. Zonder na te denken geven we hen 40€ ’t is voor niks. Nu hebben wij de melancholie, eigen aan het Portugese volk, duidelijk kunnen ervaren.
Iets voorbij Rosario stroomt de rivier “Ribeira de Lucefi” er is ons een doorwaadbare plaats beloofd. Algemene opluchting als we ook hier over een brug de andere oever kunnen bereiken. Eindelijk……….de zon, we moeten zowaar ons zweet drogen. We fietsen langs smalle asfaltpaadjes met hoge bloemenbermen. Onder de honderden jaren oude olijfbomen ontwaren we hier en daar kudden “Touros”
Na het minidorp Monte Juntos, waar geen teken van leven te bespeuren is, geraken we in Cabeça de Carneiro. Dorst drijft ons in een drukke bar. Met grote nieuwsgierigheid worden we voortdurend aangestaard. De schuwe bevolking lijkt toch wat op zijn hoede voor vreemdelingen.Na de laatste huizen fietsen we opnieuw door de weidse natuur met overvloedig bebloemde weiden en slechte asfalt, het is opletten geblazen. We fietsen rustig met vier naast elkaar……….zonder enig storend verkeer. Bij het brugje over de Azevel moeten we een boerenkar met muilezel voorbij……In de verte ontwaren we een heuvel met witte huizen, dit moet Monsaraz zijn!
Langs waar geraken we het dorp binnen?……We blijven maar rond de heuvel rijden zonder de toegangsweg te vinden. Als we een paar auto’s zien, vermoeden we dat we daar naar toe moeten. Eindelijk……in het dorp Telheiro, herkennen we het witblauwe moskeetje, vanaf hier moeten we op de trappers. Het blijft een heel steile beklimming tot aan de toegangspoort van Monsaraz……….
Monsaraz is een middeleeuws verstekt stadje, bestaande uit twee straatjes met hobbelige keien. We kunnen niet meer fietsen en slenteren verder op zoek naar onze overnachtingplaats. Vreemd, wij hadden hier veel toeristen verwacht, maar de straatjes zijn echter leeg. Plots komt er een in het zwart geklede bejaarde vrouw op ons af. Zij is Dona Modesta waar wij naar op zoek naar zijn. Langs een zijsteegje bereiken we de Casa Modesta. Onmiddellijk krijgen we twee van de drie charmante kamers. Binnen is het huis veel ruimer dan dat wij dachten. Hugo en Robert hebben zelfs een privé terras met een panoramisch uitzicht over de weidse omgeving. Straks zullen we op dit terras ons wasje kunnen drogen.
‘t Is nog maar 16h30 en we nemen onze tijd om onze fietskledij een flinke wasbeurt te geven. Na een lekkere douche zijn we om 17h30 klaar om het stadje te bezoeken. Grote dorst……….Eerst willen we in Dona Modesta’s haar cafetaria een biertje nemen. Haar dochter zwaait hier de scepter………Na een tijdje kan ik haar overhalen een hotel te reserveren voor morgen in Serpa. Het stadje doet echt middeleeuws aan. Er zijn een handvol restaurantjes, souvenirwinkels en Casa’s. Vermoedelijk de enige bron van inkomen. Opvallend, we zien hier helemaal geen storende reclameborden noch geparkeerde auto’s. Men lijkt er zich van bewust dat de schoonheid niet mag worden geschonden.
We slenteren door de steegjes, vergezeld van een paar straathonden. Midden in de hoofdstraat is een kerkpleintje met een pelourinho, een oude schandpaal. Aan het eind van de straat ligt een kasteel, waarvan de binnenplaats tegenwoordig dienst doet als arena. Hier wil Robert ook eens toreador spelen.
Na het bezoek aan de versterkte burcht, krijgen we honger. We vinden een restaurant “Lumumba” op de Rua Direita…..heel dicht bij onze Casa. De patroon doet zijn uitleg………waar we echter niets van begrijpen. Als we hem duidelijk maken dat wij vis lusten is hij bereid “Choco” een soort inktvis klaar te maken. Met een slaatje als voorgerecht en een ijsje als dessert, was het weer eens heel lekker. Rond 22h00 geraken we onder de dekens. Slaap wel!
Start:Elvas9h
AankomstMonsaraz 16h30
Afstand74km
Totale km:744km
Weer:Goed aangenaam fietsweer met zonnige perioden
13-12-2008 om 09:44
geschreven door Via de la Plata
14-12-2008
15. Monsaraz - Serpa dag 12 zondag 25-05-08 Portugal 2008
15. Monsaraz – Serpa dag 12zondag 25-05-08
Om 8h00 dalen we de gevaarlijke trap af. We worden opgewacht door onze gastvrouw. Wij moeten haar volgen en komen zo via een smalle, lage tunnel in de brasserie. De ontbijttafel staat gedekt, alles echter in beperkte hoeveelheid. Het is duidelijk dat de Portugese ontbijtcultuur ongeschikt is voor fietsers. Geen nood, na wat aandringen, krijgen we een tweede portie. Terwijl wij onze fietsen aan de voordeur beladen, moeten we aandringen om onze Doña Modesta mee op de foto te krijgen……We nemen afscheid van deze kranige vrouw en wandelen naar de stadspoort. We verlaten een van de mooiste vestigingsstadjes van Portugal. Het is piepklein maar oh zo oogverblindend.
De afdaling is duizelingwekkend steil. Zonder één trap, komen we aan een lange brug. We moeten over een brede waterpartij, de omgeving is overstroomd door de Barragem de Alqueva op de Rio Guadiana. Het is fris, bewolkt met zonnige periodes. 15km verder zijn we in Mourâo, een dorp met een machtige grijze burcht. We blijven tussen de uitgestrekte waterpartijen goed vorderen. Het is vlak en rustig……….Zonder storend verkeer stuiven we aan grote snelheid door dit uitgestrekt natuurgebied. Hugo heeft aandacht voor de vele vogels, hij geeft ons deskundige uitleg over wat hier allemaal te zien is.
We rijden op een nieuwe asfaltweg de M517 naar Povoa de Sao Miguel tussen olijfbomen en kurkeiken. We kruisen een riviertje en ja hoor er komt opnieuw meer klimwerk. Het is bijna 13h00 als we recht voor ons een stad zien liggen, dit moet Maura zijn! Als we hier willen middagmalen, zullen we een restaurant moeten zoeken. Enkele minuten later fietsen we over de “Ponte Romano” (Romeinse brug) de stad binnen na nog wat klimwerk langs de stadswallen. De bestrating bestaat hier, zoals bijna overal in de bebouwde kommen, uit ruwe straatkeien. Telkens is het een marteling om de dorpen en steden binnen te klimmen. We komen aan een okergeel kerkje met marmeren zuilen en een park met resten van een burcht. Het geheel is mooi geflankeerd door palmbomen tussen waterpartijen.
Mochten we hier nu eens typisch plaatselijk tafelen! We vragen het aan een toevallige wandelaar………De man wil ons iets aanwijzen en neemt ons mee via pittoreske straatjes tot bij een Café-restaurant. Na wat over en weer gepraat, heeft de eigenaar ons duidelijk gemaakt dat de kok zijn werk erop zit en we iets anders moeten zoeken. Op een hoek hebben we meer geluk……… hier moeten we echter nemen wat er ons wordt voorgeschoteld. Na een uurtje hebben we gemiddagmaald. Nog een koffie en het is vertrekken geblazen.
Zo denken we althans….iets verder bij een terras worden we aangezogen door een bende fietsers in kleurrijke plunjes. Het zijn zes jonge Fransen uit Toulouse. Onder begeleiding van een volgwagen toeren ze als wielertoeristen door Spanje en Portugal naar de Algarve. Wanneer ze ons verhaal horen en onze zwaar beladen fietsen keuren, zijn ze vol bewondering. We overlopen met hen de nog af te leggen weg tot Faro. Hun traject is hetzelfde als het onze. Met veel Franse uitbundigheid laten ze ons uiteindelijk vertrekken.
Nog 30km eer we in Serpa geraken. We fietsen op de N255 en toch is er bijna geen storend autoverkeer. Olijfbomen afgewisseld met kurkeiken staan in het kale landschap. Plots komen we in het dorpje Pias. Het is een wat langgerekt boerendorp, alles is in ’t wit, de huisjes en de kerk. De ooievaars op de kerktoren begroeten ons klepperend als we voorbij dokkeren op de kinderkopjes.
Bewolking en zon wisselen elkaar af, maar het is echter aangenaam fietsweer 22C. Om 16h30 komen we aan een buitenwijk van Serpa. Nu zien we op de heuvel een spierwitte stad liggen ommuurd door een machtige kasteelmuur. We weten ondertussen, als de straatkeien beginnen, de beklimming naar de binnenstad start.
Via een toegangspoort belanden we al vlug aan de kerk op Largo do Salvador. Verwondering, want we staan toch ook wel aan het hotel “Residencial Beatriz” zeker! We krijgen twee ruime kamers. We mogen onze fietsen in een iets verder gelegen stapelplaats opbergen. Na het wassen van onze bezwete fietskleding en het nemen van een zalige douche, staan we te popelen om de stad te verkennen.
Met een stadsplannetje wandelen we rechtstreeks naar de poorten van de oude stad. Boven de hoge muren en de door twee zware torens geflankeerde poort loopt het aquaduct, met aan het eind een houten schoepenrad.
We genieten van onze wandeling tussen de witte huizen. De meeste huisjes hebben gietijzeren balkons en enorme Moorse schoorstenen. Rond de ramen en deuren grijs, okergeel of blauw geverfd. Op de kasteeltoren hebben we een prachtig uitzicht over de straatjes en pleinen van Serpa. De rode pannendaken vormen een schril contrast met de witte gevels. Op de pleintjes staan Jacaranda-bomen in bloei, de blauwe kleur is wel heel ongewoon.
Op het mooie plein “Praça da Republica” aan de “Camara Municipal” wordt het hoog tijd voor een biertje op een uitnodigend terras. Eindelijk willen we nu toch absoluut eens typische streekgerechten eten. Na wat vragen stuurt men ons naar restaurant “Molho Bico” een wijnzaak met een eetzaal. De kwieke ober zal zorgen dat we heel tevreden zijn. We krijgen romige kaas als voorgerecht, Porco à Alentejana (varkensvlees in stoofpotje) als hoofdgerecht, het geheel overgieten we met gepaste rode wijn. Als afsluiter snoepen we, tot voldoening van onze ijscrèmespecialist, een grote coupe.
Onmogelijk om met een volle maag te gaan slapen. We ondernemen nog een frisse avondwandeling en kunnen nu alles in een mooie verlichting bewonderen. Het centrum is zo klein dat we zonder het te beseffen terug aan ons hotel staan. Nu slapen zonder snurken, zou dat lukken?
Start:Monsaraz9h00
Aankomst Serpa16h30
Afstand82km
Totale km: 826km
Weer:Goed aangenaam fietsweer
met zonnige perioden 22°C
14-12-2008 om 10:56
geschreven door Via de la Plata
15-12-2008
16. Portugal 2008 Serpa - Martin Longo dag 13 maandag 26-05-2008
16. Serpa – Martin Longo dag 13 maandag 26-05-2008
We bespreken de af te leggen weg voor vandaag aan de ontbijttafel. We hebben in totaal nog 170km voor de boeg eer we in Faro zijn. Vandaag hebben we slechts 60km voorzien tot Mértola. Doordat we morgen in Faro willen toekomen, moeten we op onze laatste fietsdag dan nog 110km afleggen. Een zeer zware opdracht op erg bergachtige wegen. Veel beter zou zijn, zowel vandaag als morgen 85km af te leggen. Dit betekent echter dat we onze voorziene overnachtingstad Mértola voorbij moeten. Martin Longo ligt op ongeveer 85km. Van thuis uit heb ik geen gegevens opgezocht in verband met overnachtingen in dit dorp. Bij het afrekenen vragen we aan de receptionist om in Martin Longo een slaapplaats te zoeken via zijn PC. Er zouden privé kamers zijn maar hij krijgt geen telefonische aansluiting. We zullen het er dan maar wagen zeker!
Na een laatste foto, verlaten we het stadje via een van de poorten. Zoals elke ochtend, zijn we ook nu weer heel stil bij het achter ons laten van het liefelijk dorp Serpa. We dalen af naar São Bras langs een smal baantje. Op de Alto de São Gens, heeft Robert in de zijberm een dood gereden vos opgemerkt. Wat een mooi exemplaar zeg!
In Pulo de Lobo kunnen we brood kopen. Een eenzaam bakkerswinkeltje wordt juist bevoorraad. In Montaivo geraken we aan tomaten, kaas, hesp, fruit en drank. Het wordt warmer en we beslissen, ook al is het nog wat te vroeg, hier te picknicken.
Bij een kapelletje vleien we ons in het zonnetje, de toegangstreden vormen onze tafel en zitbank. Tot onze verwondering merken wij, bij het opruimen, dat het kapelletje eigenlijk een dodenhuisje is.
Bij het uitrijden van dit wat langgerekt dorp worden we, zij het wat verlegen, uitgewuifd door rustende senioren.
We rijden op een golvend plateau tussen olijfbomen waartussen schaapskudden vrij rondlopen. Plots komt een van de herdershonden dreigend op ons af. Gelukkig is er juist een afdaling. Een paar hardere trappen en we kunnen de hond voorblijven.
Opvallend zijn de ooievaarsnesten op elke telefoonpaal. Het oud kopermijndorp Mina de São Domingos ligt er echter verlaten bij. We hebben dorst. Gelukkig vinden we buiten het dorp, bij een benzinestation, een bar.
Na een lange maar gezapige beklimming door een bebost gebied zien we in de verte het witte stadje Mértola liggen. Ineens moeten we via enkele lange bochten afdalen naar de Guadiana om over een indrukwekkende boogbrug Mértola binnen te vliegen. We hebben 57km op ons tellertje. We gaan absoluut door tot het volgende dorp. We nemen enkele foto’s en komen op een beschaduwd plein. We trachten een taxichauffeur te benaderen, zonder veel nadenken verzekert hij ons dat er overnachtingsmogelijkheden zijn in Martin Longo. We geloven hem en vertrekken gerustgesteld.
Het is, hoe kan het ook anders, een zware dobber om uit het Guadianadal omhoog te klauteren. De weg is omzoomd door eucalyptusbomen. We blijven bij elkaar tot we door het spookdorp Moinhos de Vento rijden. Vanaf dit dorpje is het, gelukkig, weer afdalen naar Ribeira do Vascão. Deze rivier vormt de grens tussen Alentejo en de Algarve, hier houden we een korte fruitpauze en nemen ondertussen wat foto’s van een mooie boogbrug.
Na het dorp Giões klimmen we geleidelijk tot aan de N124 en komen heel vlug in Martin Longo. Eerst willen we onze dorst lessen in het café op de hoek. Als we hier echter naar een overnachtingplaats informeren valt er een algemene stilte in het café. De baas negeert de vraag. Na wat aandringen, gaat hij de keuken binnen en komt terug met zijn dochter. De senhorita spreekt wat Duits en maakt duidelijk dat er geen kamers meer verhuurd worden in het dorp. Ik kan haar overtuigen om te telefoneren naar een Hotel in Cachopo (een dorp 15km verder). Alles is daar bezet, beweert ze, nadat ze de telefoon neerlegt.
We zijn wat verbouwereerd, maar voelen duidelijk dat er spanning hangt in het café. Na een paar minuten komt er plots een man naar mij en zegt in gebroken Frans dat hij voor overnachting voor ons zal zorgen. Hij stelt zich voor als “Manil l’Espagnol”, is aannemer en verzoekt mij in zijn lichte vrachtwagen te stappen. Vol vertrouwen en zonder nadenken rijd ik met hem mee het dorp binnen. Iets verder stopt hij bij een woning naast bar-restaurant “Palmira”, klopt aan en wacht. Alles blijft gesloten er is niemand thuis. Aan de overzijde van de straat verschijnen enkele buurvrouwen en schreeuwen iets, wat ik als schelden ervaar. Manil negeert de vrouwen en we rijden weg uit de blijkbaar vijandige straat……….Mijn nieuwe vriend vertelt mij dat er daar kamers verhuurd worden. We kunnen souperen en ontbijten in het naastliggende café. We gaan op zoek naar de eigenaar. Over onmogelijke zandpaadjes rijdt hij de bergen in. Na 10minuten stoppen we aan een eenzaam vervallen huis, waar een man op een stukje land werkt. Manil loopt naar hem toe en komt terug en stuift verder omhoog. De eigenaar zou nog enkele kilometer verder bij zijn dieren zijn.
De man van de kamereigenares bezit grote kudden schapen en is daar te vinden. L’Espagnol heeft inderdaad iemand opgemerkt, we hebben geluk, zegt hij, het is “Miguel” de man wie hij zoekt. Na een kort gesprek tussen beide mannen, komt Manil blijgezind terug…….De kamers zijn vrij, maar de vrouw des huize, het is zij die verhuurt blijkbaar, komt slechts om 21h00 thuis…..Hij heeft haar gsm-nummer.…….Hij krijgt geen aansluiting we moeten terug naar het dorp. Het café is nu wel open, hij stapt binnen en legt de vrouw alles uit. Zij zal voor ons eten klaar maken en we kunnen daar wachten tot de buurvrouw terug komt. Ik vraag hem bevestiging te krijgen via gsm, maar er is geen verbinding mogelijk.
Wanneer ik terugkom bij mijn vrienden ontstaat er een hoog oplopende commotie in ’t café…….Plots zijn er cafégangers die ons met een taxi naar het volgende dorp willen voeren. Iedereen weet nu precies ineens wel waar we zouden kunnen overnachten! Terwijl we nog een biertje drinken vertel ik alles aan mijn vrienden en we rijden naar het eerder aangewezen café-restaurant Palmira. De vrouw zal eten klaar maken maar we moeten wat geduld oefenen. We hadden ons graag gedoucht en verkleed natuurlijk. Om 20h00 kunnen we aan tafel in een achterliggend zaaltje. Na een ½ uurtje komt onze vriend Manil ons opzoeken hij laat ons weten dat de buurvrouw thuisgekomen is. We kunnen over de kamers beschikken. Algemene opluchting natuurlijk. We rekenen af met de gedienstige bazin en maken een afspraak om morgen om 8h00 te komen ontbijten. Senhora Martins toont fier haar twee ruime nette kamers en we mogen onze fietsen in haar keuken stallen. Na een zalige en deugddoende warme douche kruipen we onder de dekens. Eind goed al goed! Wat een bewogen dag vol verrassingen. We kunnen er straks van dromen………
Start:Serpa 9h15
Aankomst Martin Longo 16h30
Afstand88km
Totale km: 914km
Weer:Goed aangenaam fietsweer
Soms zwaar bewolkt
Soms zonnige perioden 20C
15-12-2008 om 10:03
geschreven door Via de la Plata
16-12-2008
17. Portugal 2008 dag 14 Martin Longo - Faro dinsdag 27-05-2008
17. Martin Longo – Faro dag 14dinsdag 27-05-2008
Om 9h00 starten we onze laatste fietsdag in Portugal. We verlaten voor het eerst onze overnachtingplaats zonder spijt. Hoe kan het ook anders na die memorabele dag van gisteren. We zullen voor eeuwig Martin Longo als een mysterieus dorp blijven gedenken. Gelukkig is de zon ons vandaag gunstig gezin! Enkele kilometers afdalen naar Ribeira da Foupana. Voorbij deze rivier komt er een zeer zware beklimming met enkele heel steile stukken…………. Het is niet van de poes en dit voor onze laatste fietsdag, ze hebben geen medelijden met ons!
Aan km 15 komen we in Cachopo.
Het lijkt ons aangewezen nu inkopen te doen. We stallen onze fietsen aan het “Café Restaurant Retiro dos Caçadores” toevallig het hotelletje, waar naartoe ik gisteren de senhorita van het onrustige café liet naar bellen. De bazin verwijst ons naar het steegje naast haar café, daar is een primitief winkeltje. Grote verwondering…..al wat we nodig hebben kunnen we hier kopen. Het is nog wel veel te vroeg, toch beslissen we, na ons karig ontbijt van heden morgen, ook iets te eten. De senhora maakt voor ons boterhammen met hesp, terwijl haar dochter koffie brengt. Zij vraagt ons in goed verstaanbaar Engels waar we vandaan komen en welke tocht we ondernemen. Ik maak haar duidelijk wat wij gisteren beleefd hebben en dat de kamers hier volzet waren. Tot onze verbazing zegt ze dat er in dagen geen mensen meer gelogeerd hebben. Gisteren is er helemaal geen oproep geweest, ook de moeder knikt bevestigend. Wat hebben ze ons gisteren toch allemaal voorgelogen ?????
Na Cachopo blijft het maar stijgen. Het is lang geleden dat we zo’n moeilijke beklimming deden. Als we in Feiteira, een gehucht met enkele huizen komen, blijven we op een plateau rijden tot Montes Novos en duiken we opnieuw naar beneden om over de Ribeira de Odeleite te vliegen. We fietsen, in absolute rust, door een prachtig groen gebied. Zonder ook maar iets of iemand tegen te komen.
Plots zijn we in Baranco Velha en moeten een drukke weg de N2 kruisen. Op het terras van Café Ponto de Encontro mogen we van de bazin picknicken. Zware beklimmingen zouden we niet meer mogen krijgen. We zijn 500m boven zeeniveau. We vertrekken opnieuw met veel moed, de eerste kilometers gaan langzaam in dalende lijn tot Querença. Doch dan krijgen we een onverwachte stortbui. We kunnen gelukkig schuilen in een café-winkel-feestzaal………….de koffie is welkom.
Nog een tweetal korte hellingen en we rijden Loulé binnen. We ervaren opnieuw het drukke verkeer dat we kunnen verwachten aan de Algarvekust. In dit, ooit door de Romeinen bewoonde plaatsje, zijn nog overblijfselen te vinden van de muren van een Moors kasteel. Op de markt staat eveneens een Moors marktgebouw. Loulé is een centrum van tuinbouw. We zien hier zeer vele amandel, olijf- en vijgenbomen. We maken ons vlug uit de voeten…….Toeterende automobilisten houden helemaal niet van zoekende fietsers. Met wat moeite vinden we de N270 richting São Bras de Alportel.
5Km verder plots opnieuw een stortbui, wanneer we schuilen, komt de garagehouder een praatje slaan. Hij spreekt behoorlijk Frans, zijn grootouders woonden jaren geleden in Brussel, daar heeft hij een hele tijd verbleven en de taal geleerd. Na 2km, bij de helihaven, moeten we rechtsaf naar Sta Barbara de Nexe. Op een zeer slechte weg vol putten, dalen we met grote snelheid naar het dorp, vanwaar we in de verte de Oceaan zien.
Aan de grens met Faro, hebben we precies 1000km op ons tellertje staan! Daar moeten we toch eentje op drinken! Jawel, een straat verder vinden we een bar met terras. In een lekker zonnetje genieten we van een paar heerlijke drankjes.
We beslissen eerst een kijkje te nemen op het vliegveld van Faro. Een kwestie om te weten hoe en waar we onze fietsen kunnen inpakken. Zoals op alle luchthavens is het ook hier weer niet anders, om bij de airport te geraken moeten we langs een enorm drukke expresweg .We ontmoeten de bagageverantwoordelijke, de man belooft ons, fietsdozen ter beschikking te hebben en aanwezig te zijn als we overmorgen moeten inpakken.
Nu we hier zijn vragen we bij het informatiekantoor een hotellijst van Faro.
We riskeren ons leven en rijden heel behoedzaam op de pechstrook naar de stad. 20minuten bang op een lintje, met de fluorvestjes aan, goed uitkijkend en doordrammen tot in het centrum van Faro. De Portugese automobilisten rijden als gekken, we zijn echt blij als we halt kunnen houden bij het station.
Hotels genoeg, zo menen we toch. Ik stap een receptie binnen. Even vlug ben ik echter weer buiten…..fietsers zijn hier niet welkom.
Wanneer ik mijn maatjes inlicht, zie ik een dame nieuwsgierig luisteren. Ze trekt mijn aandacht, ik spreek haar in het Engels aan. Onmiddellijk maakt ze mij duidelijk dat ze van Wels afkomstig is en hier al enkele jaren woont. Als ik haar antwoord dat wij “Flemish” zijn en op zoek naar een hotel………..is het ijs gebroken. Ze stuurt ons enkele straten verder de stad binnen. Wanneer haar familie op bezoek komt logeren ze altijd in Pensão Residncial Adelaide”. Iedereen is steeds vol lof over het verblijf in dit hotel, beweert ze. We krijgen het adres met een tekeningetje………de dame moet zich plots reppen, haar bus staat te wachten.
Enkele minuten later hebben we een kamer voor vier personen op de dakverdieping. Vanop het zeer ruime terras hebben we zicht over de stad, tot aan de zee. Adeaide, de kranige bazin, spreekt Frans doet ons de fietsen meenemen tot op het terras. We kunnen 2 nachten blijven aan 60€ per nacht voor ons vieren, wat neerkomt op slechts 15€ de man, ontbijt inbegrepen. Wat geluk mag toch ook eens zeker!
Na een deugddoende douche staan we te trappelen om Faro te bezoeken. Bij het verlaten van het hotel moeten we onze sleutel afgeven. Na een kort praatje met de madam weten we eveneens waar we kunnen souperen. Adelaide vraagt ons ook om tegen 23h00 binnen te zijn. We verzekeren haar dat dit geen probleem zal zijn…. We wandelen van pleintje naar pleintje tot we ons op een terrasje neervlijen. Lang duurt het niet, grote honger doet ons verhuizen naar een van de aangewezen restaurants. Met alles erop en eraan genieten we van het souper. We overlopen onze tocht en moeten echt toegeven dat we er deftig van genoten hebben.
De vermoeidheid drijft ons terug naar het hotel, we nemen nog een slaapmutsje op een hoekterrasje. Morgen willen we fit en goed uitgeslapen de stad als echte toeristen bezoeken. Wanneer we om 22h30 onze sleutel vragen is onze hotelmadam zichtbaar tevreden ………Slaapwel, wat zal het worden dromen of snurken……….met vier op één kamer!
Start:Martin Longo 9h00
Aankomst Faro17h00
Afstand90km
Totale km: 1004km
Weer:Goed aangenaam fietsweer
Soms stortbuien
Soms zonnige perioden 22C
16-12-2008 om 09:10
geschreven door Via de la Plata
17-12-2008
18. Portugal 2008 Faro - Faro dag 15 woensdag 28-05-2008
18.Faro – Faro dag 15 woensdag 28-05-2008
Onze gastvrouw Doña Adelaide verwent haar hotelgasten. Na het ontbijtbuffet wandelen we om 10h00 de stad in. Faro is niet zo groot, we vinden snel het “Posto de Turismo” vlak bij de jachthaven. We krijgen uitvoerige uitleg van een vriendelijke dame. Ze wil ook weten waar wij vandaan komen en we moeten een lijstje invullen. Nu ze weet dat we Belgen zijn, krijgen we in uitstekend Frans, nog meer wetenswaardigheden voorgeschoteld.
Faro is de hoofdstad van het district Algarve. Er is een haven voor export van landbouwproducten uit de omgeving, zoals vis, groenten, wijn en fruit. De internationale luchthaven van Faro is heel belangrijk vooral voor het massatoerisme van de Algarve.
De oude stad zelf is omgeven door een verdedigingsmuur. Deze muur is genoemd naar koning Afonso III die de Moren uit Faro verdreef. Er zijn drie stadspoorten, waarvan de Arco da Vila de mooiste is. Vanaf het hoofdplein aan de haven, Praça Francisco Gomes, kan men via de stadspoort, Arco da Vila, richting oude stad en kathedraal gaan.
De kathedraal is, na de aardbeving van 1755 herbouwd, heeft diverse stijlen en is versierd met azuleos. In Museum Arquelogico valt een Romeinse mozaïek uit de 3de eeuw op. Het museum is gevestigd in het voormalige klooster Santa Clara uit de 16de eeuw. Het heeft een mooie voorgevel met twee verdiepingen, gebouwd in renaissance- stijl. In de Rua Largo de São Francisco aan de poort Arco do Repouso is er een 16°eeuwse kerk met dezelfde naam. Iets verderop ligt de barokke Igreja do Carmo met een mooie façade.
Voor de kust liggen moerassige eilandjes. Het Parque Natural da Ria Formosa is een natuurreservaat van 270 km2 dat zich uitstrekt van Quinta do Lago tot net voor Monte Gordo. De moerasgebieden vormen een barrière tussen de kust en de oceaan. Het water aan de kustzijde is kalm waar kanalen zich tussen zandbanken doorslingeren. Door de openingen tussen de eilanden is het getij in de lagune goed merkbaar. Onder invloed van zee en wind veranderen de eilanden voortdurend van vorm. Het reservaat is een toevluchtsoord voor trekvogels uit Noord-Europa. Ze overwinteren hier of maken een tussenstop op hun tocht naar Afrika.
Faro kennen de meeste Algarvetoeristen enkel en alleen van naam, omdat er een luchthaven is. Wij zijn heel tevreden dat we er een dag kunnen in rondwandelen. We zijn geen echte musea- of kerkfanaten en toch is het de moeite om deze Zuid-Portugese stad te leren kennen.
Grote dorst krijgen we van al die cultuur…..We moeten niet zoeken, er zijn hier rond het jachthaventje terrasjes genoeg. We hebben tijd genoeg om er meer dan eentje te snoepen………..in volle zon is het genieten. We nemen de tijd om onze fietstocht te overlopen en moeten besluiten dat we er echt van genoten hebben.
Het is etenstijd, iets verder van het toeristisch centrum, duiken we een grillbar binnen. Er heerst een gezellige sfeer. De baas grilt en de senhora speelt dienster. We wensen dat Manuel voor ons sardienen grilt. Als opener krijgen we natuurlijk een fris slaatje. Zoals gewoonlijk overgieten we alles met Portugese witte en rode wijn. We beloven Manuel deze avond terug te komen, hij zal ons speciaal te verzorgen.
We slenteren door de smalle straatjes terug naar ons hotel. Hugo en Robert nemen contact met het thuisfront en regelen de terugkeer vanaf Charleroi, morgen. Op ons terras, geven wij onze fietsen een poetsbeurt……een kwestie om ons morgenvroeg niet al te vuil te maken bij het inpakken. Nadat we de fietstassen gevuld en geschikt hebben, nemen we nog een Porto op ons zonnig kamerterras.
Stilzitten is niets voor ons, we trekken opnieuw de stad in. We wandelen in de richting van het binnenland door een wirwar van aantrekkelijke straatje. Hier en daar zijn er typische pleintjes met rustbanken onder de palmbomen. Op een van die pleintjes zien we ook een “azulejos-atelier” waar men de muurtegeltjes maakt.Azulejos is een Portugees-Andalusischekunstvorm. Het zijn keramiek tegels waarop verschillende soorten taferelen geschilderd zijn. Meestal gebeurt dit met blauwe verf. De tegels worden zowel op de binnenmuren als op de buitenmuren van huizen, kerken en andere gebouwen aangebracht.
We krijgen honger, het kost heel wat zoekwerk om het restaurantje van Manuel terug te vinden. Op naar de jachthaven, van hieruit vinden we onmiddellijk “Casa de Pedro”. Er zijn heel wat gasten, we zullen wat geduld moeten oefenen. De baas ontvangt ons heel uitbundig, we krijgen een gereserveerd tafeltje…..
Manuel maakt voor ons een onvergetelijk avondmaal met uitstekende wijnen. Hij blijft van alles grillen. Verwonderlijk hoe weinig we moeten betalen voor dit toch wat overladen souper. Na het uitbundige afscheid willen we onder de dekens……..morgen moeten we er vroeg terug uit.
Wanneer we terugkeren in het hotel, heeft onze hotelmadam voor elk van ons een lunchpakket klaargemaakt. Bedankt Adelaide je bent een zeer attente gastvrouw.
Slaap wel……de nacht zal kort zijn!
17-12-2008 om 10:09
geschreven door Via de la Plata
18-12-2008
19. Portugal 2008 dag 16 Faro - Airport - Charleroi/Brugge donderdag 29-05-08
19. Faro – Airport – Charleroi/Brugge dag 16donderdag 29-05-08
We liggen alle vier al een tijdje te woelen…..één voor één gebruiken we de badkamer en stipt om 5h00 zijn we klaar. We eten een kleinigheid en vertrekken. Het verlangen naar het thuisfront is groot……..
Een half uurtje later zijn we op het vliegveld van Faro. Het is 6h00 als we bij de bagagedienst belanden. Onmiddellijk kopen we ons een fietsdoos. De bagageverantwoordelijke heeft woord gehouden. Het inpakken van de fietsen gaat in sneltempo. Groot probleem echter bij de controledienst, de fietsen kunnen niet worden gescand ……..
Na een poosje moeten we naar de andere zijde van het gebouw…..waar het scannen wel lukt. Hopelijk komen onze fietsen ongeschonden aan in Charleroi! Om 8h00 wordt het heel druk in de luchthavenhal. De ene bus na de andere brengen honderden rood verbrande zonnekloppers, meestal Engelstaligen. Gedaan met hun Algarve-vakantie.
We genieten nog van een koffie en daar gaan we dan. Met spijt in het hart vertrekken we uit Portugal. Om 9h00 stijgen we op en om 12h45 landen we in Charleroi.
Heel vlug beschikken we over onze ingepakte fietsen. Frederick, de schoonzoon van Hugo, helpt ons met het laden van de aanhangwagen en brengt ons huiswaarts.
Als we de autosnelweg in Brugge verlaten hebben we prijs. De bereden politie houdt ons tegen, de aanhangwagen blijkt, volgens hen, te zwaar geladen …..en er valt met hen niet te praten. Toch… hebben we geluk, er gebeurt een ongeval op de afrit en daar moeten deze vervelende mannen onmiddellijk naartoe.
Bij Robert drinken we onze eerste Leffe op Vlaamse bodem.
Het wordt voor iedereen een heerlijk en hartstochtelijk weerzien………we hebben onze geliefden gemist! Zij ook blijkbaar……….
Eind goed al goed, we zijn terug op onze vertrouwde stek……….
Tot volgend jaar jongens………dan gaan we bij leven en welzijn naar de Elzas.
Maanden later volgt mijn verslag en de epiloog!
18-12-2008 om 09:43
geschreven door Via de la Plata
19-12-2008
20 Portugal 2008 Epiloog
EPILOOG
Beste vrienden, Hugo, Robert en Pol, weten jullie nog, met veel spijt hebben we Portugal verlaten.
Andermaal waren jullie mijn formidabele fietsmakkers.
De weersomstandigheden waren verre van zuiders, veel te koud voor de maand mei. We hebben echter zalig afgezien en uitzonderlijk genoten.
Portugal werd ons als fietsonvriendelijk land aangekondigd. Met verbazing moesten wij vaststellen dat dit onjuist is. Enkel de verbindingswegen tussen de luchthavens en de steden Porto en Faro waren levensgevaarlijk.
Het klimwerk was zwaar, nergens was het vlak, de beklimmingen volgden elkaar razend snel op, ze waren lang en doorgaans steil. Zware kost, te zwaar soms voor onze revaliderende vriend Robert. Maar ’t is een taaien, opgeven kwam bij hem niet aan de orde.
Porto de wondermooie miskende stad.
De portoproeverij bij Taylors was overheerlijk.
De Dourovallei volgen, met zijn bloemenpracht, was genieten.
Verder stroomopwaarts voorbij Peso da Regua hebben wij de oogstrelende groene wijngaardterrassen meermaals moeten bewonderen.
Na Vila Nova de Foz Cõa kwamen wij in het godvergeten dorp Almendra. De belevenis op de straatmarkt, overgoten met melancholische Fadomuziek, was onvergetelijk.
Op weg naar Guarda door de Serra da Estrela, waar we bij de té zware beklimmingen werden geteisterd door regen, koude en stofhagel. Dààr hebben wij ondervonden waarom Guarda als koudste stad van Portugal wordt beschreven. .
Covilhã, waar we de Torre, de hoogste berg van Portugal, wegens het slechte weer niet konden beklimmen, zelfs niet zien.
Op weg naar Castello Branco, de goed verzorgde stad, beleefden we in Cafede nostalgische gesprekken met teruggekeerde gastarbeiders die in Duitsland en Frankrijk de kost gingen verdienen. Het kruisen van de Taag en de ontmoeting in Nisa, met de Nederlandse echtparen, waren een verademing.
De rit door de Norte Alentejo, het bezoek aan het charmante dorp Castelo deVide en de loodzware beklimming naar het versterkte minidorp Marvão zullen we ook nooit vergeten.
Het zoeken naar overnachting in Portalegre en het hemels verblijf in de QuintaCastanheiro da Penha van Alegrete was een nerveuze en avontuurlijke belevenis.
Elvas was een complete verrassing, wat hier allemaal behouden bleef aan patrimonium was ongezien.
Op weg naar het onaantastbare Monsaraz reden we over de Rio Guadiana.
We aten in Rosario een uniek barbecuemiddagmaal, onvergetelijk hoe het bijna mensenschuwe echtpaar ons liet ervaren hoe melancholisch Portugezen kunnen zijn.
Het verlijf bij Doña Modesta in Monsaraz en het rondslenteren in dit arendsnest was eveneens onvergetelijk.
We beleefden een uitbundige ontmoeting met Franse wielertoeristen in Mourão.
We vergeten ook nooit het heerlijk streekgerechtensouper in Serpa.
De rit met de bloemenbermen door het Parque Natural do Vale do Guadiana waar we in Mértola de rivier Guadiana, moesten kruisen.
De memorabele overnachtingperikelen in het mysterieuze dorp Martin Longo met onze reddende engel Manil l’Espagnol waren bijna mythisch te noemen.
De onverwachte beklimmingen in de Algarve bij Cachopo en Baranco Velha deden ons nog stevig afzien.
Na Loulé was er de razendsnelle afdaling naar Faro en het terugzien van de Oceaan met een staalblauwe hemel zalig.
Een dag rondslenteren in Faro, met een heerlijk zonnetje en het diner en souper bij Manuel van het restaurant Casa Pedro zullen we niet vlug vergeten.
Het afscheid van Faro en Portugal na het tweedaagse verblijf bij Madame Adelaide viel ons echter zwaar.
De bevolking hebben we ervaren als een weerspiegeling van de melancholische Fadomuziek. Vriendelijk, behulpzaam, gelaten ja soms schuw en achterdochtig.
We misten de zuiderse uitbundigheid van hun fiere Spaanse buren.
Toch waren we graag in Portugal, het was een wondermooie culturele natuurtocht, overgoten met culinaire verrassingen.
Het voornaamste echter was het bewegen door te fietsen, plezier maken en genieten. Ze kunnen het ons nooit of nooit meer afnemen.
’t Was heerlijk……….Jongens tot volgend jaar, hopelijk naar de Elzas en de Vogezen!
Nog een speciale dank aan onze vrouwtjes, dat wij dat allemaal mochten meemaken.
November 2008
Bob
19-12-2008 om 11:19
geschreven door Via de la Plata