Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
25-05-2007
Tijd en ruimte
Over Ruimte en Tijd
De dingen staan in een kamer, de kamer is een huis, het huis staat in een stad, kortom, het gegeven is de ruimte, die zelf niet op deze wijze grijpbaar voor handen is. In de ruimte worden drie, loodrecht op elkaar staande richtingen onderscheiden: lengte, breedte en hoogte.
De ruimte met haar drie dimensies betekent op zichzelf nog geen echte werkelijkheid. Het starre beeld van de foto moet tot film worden, de tijd moet erin springen als een nieuwe, maar andersoortige diepte. Beweging is pas mogelijk daar, waar zowel ruimte als tijd gegeven is.
Kenmerkende verschillen tussen ruimte en tijd zijn onder meer, dat de tijd slechts één dimensie heeft, lineair is, en voorts dat men in de ruimte heen en weer, voor- en achteruit kan gaan, in de tijd echter niet. Stelt men de tijd voor als een stromen, dan kan men de tijd onomkeerbaar noemen.
De grote filosoof Immanuel Kant werd getroffen door de onmogelijkheid ruimte en tijd weg te denken. Men kan ieder voorwerp wegdenken, zelfs de hele wereld, maar zonder de ruimte zijn de dingen ondenkbaar. En zo kan men ook wel de verschijnselen uit de tijd wegdenken, maar niet de tijd zelf. Daarom zijn ruimte en tijd onmisbare vóórwaarden tot de waarneming van de objectieve werkelijkheid. Ruimte en tijd zijn daarbij geen concrete zaken, maar de structuren, de vormen waardoor de mens deze wereld waarneemt.
Allereerst blijkt uit de ontwikkeling van de hedendaagse natuurwetenschap, dat ruimte en tijd steeds meer één geheel vormen. Bij tijdsbepaling en de beschrijving van de ruimte speelt het licht een grote rol. Daar komt dan ook de belangrijkste rol van de waarnemer om de hoek kijken. De relativiteitstheorie leert geenszins een relativisme, wel een tijdbepaling, die samenhangt met de plaats van de waarnemer. Tijd hangt nauw samen met waarnemend bewustzijn.
Uit het boek Filosofische Oriëntatie van Prof.C.A. van Peursen
Cees (Cornelis Anthonie) van Peursen werd op 8 juli 1920 in Rotterdam geboren en overleed op 19 oktober 1996. Hij was filosoof en theoloog en tegen de scheiding tussen orthodox en vrijzinnig. Van Peursen heeft in vijftig jaar tijd, tussen 1948 en 1996, een veertigtal boeken geschreven.
Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan. Wij eten ons vroege brood gedoopt in zon. Je hebt het witte kleed gespreid en grassen in een glas gezet. Dit is de dag waarop de arbeid rust. De handpam is geopend naar het licht.
Koning Janaka vroeg aan de wijze Yajnavalkya: Wat is het licht van de mens? Hij heeft het licht van de zon, o koning, antwoordde Yajnavalkya. Bij het licht van de zon zit hij neer, gaat hij rond en doet zijn werk. Maar wanneer de zon onder is, wat is dan het licht van de mens?, vroeg koning Janaka. Dan is de maan zijn licht; bij het licht van de maan zit hij neer, gaat hij rond en doet zijn werk. Maar wanneer de zon onder is en de maan is ook onder, wat is dan het licht van de mens? Dan is het vuur zijn licht, antwoordde Yajnavalkya.Bij het licht van het vuur zit hij neer, gaat hij rond en doet zijn werk. Maar wanneer de zon en de maan beide onder zijn en het vuur is uitgedoofd, wat is dan het licht van de mens? Dan is de spraak het licht; bij het licht van de spraak zit hij neer, gaat hij rond en doet zijn werk. Daarom, o koning, wanneer iemand zelfs zijn eigen hand niet meer onderscheiden kan en er klinkt een stem, dan gaat hij recht daarop af. Maar wanneer zon en maan beide onder zijn, het vuur uitgedoofd is en de spraak is verstomd, wat is dan het licht van de mens?, vroeg koning Janaka. Dan is de Atman zijn licht, antwoordde Yajnavalkya. Bij het licht van de Atman zit hij neer, gaat hij rond en doet zijn werk. Wat is de Atman? Dat is de geest, een kracht die zetelt binnenin de mens en die hem verlicht.
Ondanks allles is dit leven mooi en zinrijk. Etty Hillesum
Etty (Esther) Hillesum werd op 15 januari 1914 in Middelburg geboren en overleed op 30 november in Auschwitz . Tot juli 1942 woonde zij in Amsterdam. Op eigen verzoek, ging ze naar het kamp Westerbork om daar hulp te bieden. Zij was daar in de maanden juli, augustus en december 1942, steeds 14 dagen, en kon dan altijd weer terug naar Amsterdam, omdat ze daar werk verrichtte voor de Joodse Raad. In 1943 moest zij definitief naar Westerbork, waar zij op 7 september, met haar ouders, op transport gezet werd naar Auschwitz. Daar is zij op 30 november 1943 vergast.
Het is soms nauwelijks te verwerken en te bevatten, God, wat jouw evenbeelden op deze aarde elkaar allemaal aandoen in deze losgebroken tijden. Maar daarvoor sluit ik me niet op in m'n kamer; God, ik blijf alles onder ogen zien en wil voor niets weglopen; van de ergste misdaden tracht ik iets te begrijpen en te doorgronden. Ik tracht altijd weer de naakte, kleine mens op te sporen, die dikwijls niet terug te vinden is. Midden in de monstrueuze ruïnes van zijn zinloze daden. Ik zit oog in oog met jouw wereld, God, en ontvlucht de realiteit niet in schone dromen - ik meen dat er plaats is voor schone dromen naast de wreedste realiteit - ik blijf je schepping prijzen, God, ondanks alles. Etty Hillesum, 26 mei 1942
Kleuren van licht was de titel die dhr. Rob Schlebaum koos voor een lezing op 25 januari in De Rozengaard in Rijssen, waarvan ik hier een verslag laat volgen, maar eigenlijk was het onderwerp voor deze avond zijnBijna-Dood-Ervaring.
Maar hoe moet je iets zeggen over iets, dat eigenlijk niet gezegd kanworden? Zon ervaring is niet in woorden na te vertellen. Jarenlang heeft hij er niet over kunnen praten. Later kreeg hij geluiden en beelden bij zijn herinneringen, die hij in muziek kon neerschrijven en in schilderijen kon uitbeelden. Omdat het moeilijk is om iets over zijn b.d.e. te vertellen, wilde hij eerst zijn levensgeschiedenis aan ons kwijt, waardoor wij het misschien beter zouden kunnen begrijpen.
Hij werd in 1954, in de naoorlogse tijd, waarin de woningnood groot was, in Amsterdam geboren. Met zn vieren: vader, moeder en twee kinderen, woonden zij jarenlang op één kamer. Hierdoor ontstonden grote onderhuidse spanningen, tussen de ouders, maar ook tussen de ouders en de kinderen en tussen de kinderen onderling.
Rob Schlebaum heeft daar veel onaangename herinneringen aan.
Hij was, en is misschien nog wel een beetje, er nogal op gespitst om alles wat pijn kon doen zich aan te trekken. Kerkelijk was het gezin Luthers en toen hij ongeveer 5 jaar was ging hij mee naar de Spuikerk in Amsterdam. Hij had meteen het gevoel, hier hoor ik thuis, hier woont God. De organist, Cor Kee, maakte de prachtigste muziek en de wonderlijkste geluiden die hij ooit had gehoord. Door deze muziek werd alle pijn weggenomen. Later mocht hij ook wel eens op het orgel spelen. Hij ging scheikunde studeren, maar kreeg al snel een uitnodiging om muziek te gaan studeren. Hier ontmoette hij zijn vrouw. Hij is nu al vele jaren heel gelukkig met vrouw en muziek.
Nu we ongeveer weten wat voor figuur hij is, zal hij proberen iets te vertellen over zijn b.d.e.
Al vanaf ongeveer 7 jaar had hij galstenen, die waren misschien veroorzaakt door de spanningen in het gezin. Eind 1980 raakte de galblaas zo hevig ontstoken, dat hij hiervoor geopereerd moest worden. Terug, na de operatie op zaal, werd hij opeens helemaal blauw. Deze toestand duurde zon 3 of 4 minuten.
Paniek brak uit, maar intussen was Rob Schlebaum ergens anders.
Na de operatie, half in slaap, was hij ineens weg, ergens zonder pijn, er was niets, geen lawaai, niets. Volstrekte duisternis en een gevoel te drijven. Het was een tijdloze ervaring die wel een week kon hebben geduurd. Er was ook geen emotionele pijn, er was een gevoel van vrede en geborgenheid.
Dhr. Schlebaum laat nu een stukje muziek horen dat hij maakte n.a.v. deze ervaring. In de donkere ruimte waarin hij was, zag hij een heel klein lichtpuntje. Dit werd steeds sterker en begon als een magneet aan hem te trekken. Het licht verblindde niet maar was heerlijk om naar te kijken. Het was zo ontroerend, dat de tranen begonnen te vloeien.
Hij laat nu nog een stukje muziek horen, dat gaat over de reis door de tunnel en een stem die zegt: kom, .kom.
Door de gang ging het daarna steeds sneller naar het licht.
Ook de in de zaal opgestelde schilderijen zijn geïnspireerd op deze ervaringen. Daarna was er een break waarin hij niet weet wat er gebeurde, maar met een plof was hij ineens in een neutrale ruimte vol licht. Geen verblindend licht, maar wonderlijk écht licht. Ook dit probeert hij bij benadering in zijn schilderijen en muziekcomposities uit te drukken. In deze ruimte, waar hij zo lang mocht blijven als hij wilde, zag hij drie lichtwezens met een zekere rangorde. Hij ervoer een warme vloedgolf van liefde en een ongelofelijke, duidelijke aanvaarding van zoals hij was. Het gevoel van volledig geaccepteerd te zijn was het mooiste. Ook was er het gevoel alles te weten, van
O, zit het zo. Ik zie nu hoe het is. Deze ervaring was hij daarna helaas ook meteen weer vergeten.
Als een film kwam alles terug wat hij in zijn leven had meegemaakt.
Het was geen veroordeling, maar hij voelde zelf alles wat degene had gevoeld die hij, soms ook zonder het te weten, verdriet of pijn gedaan had. Ook hierover horen we een muziekgedeelte.
Tijdens dit gevoel van weggenomen pijn en volledige acceptatie was er een stem die zei:Je mag blijven, maar kijk eerst achter je. Toen zag hij zijn partner en was het besluit gauw genomen. Hij zag nog even van boven af zijn lichaam liggen en was toen met een flinke klap weer daarin terug. Het was een ervaring geweest van onbeperkte liefde.
Rob Schlebaum kon hierover de eerste tijd niet spreken en probeerde zon anderhalf jaar lang zijn beleving te vergeten.
Hij kreeg een leuke baan in het conservatorium in Utrecht.
Op een dag toen hij daar naar op weg de straat overstak, hoorde hij een stem die zei: hé, wacht even. Omdat hij dacht dat iemand hem riep stond hij stil en keek om, maar er was niemand. Op dat moment reed een bus rakelings langs hem heen. De stem had een ongeluk voorkomen. Dit voorval was de aanleiding om niet moedwillig te vergeten wat hij voor moois had meegemaakt.
Elke dag kwam er nu muziek in hem op, die hij noteerde en die therapeutisch werkte. Ook nu nog komt er steeds muziek over deze b.d.e. Later kon hij hierover ook tekenen en schilderen.
Tot slot geeft Rob Schlebaum ons nog enige uitleg over de opgestelde schilderijen, waarvan u er hier één ziet.
In elke vrouw, in elke man zit een verlangen, groot of klein, om in dit leven, als het kan één keer gewichtloos vrij te zijn. Vrij van verdriet, en niet meer bang, niet meer alleen, en vrij van toen, omarmd door oeverloos geluk, in staat iets kolossaals te doen. Die éne dag, die éne nacht, niet meer te vragen de vragen van waarom, maar zeker weten: 'Dit ben ik', en dàt gevoel, daar gaat het om.
In elke vrouw, in elke man zit dat verlangen diep verstopt, één keer te voelen dat het klópt!
Rikkert Zuiderveld werd geboren op februari 1947 in Groningen. Toen hij geschiedenisstudent was werd hij ontdekt. Zijn eerste lp heet Achter glas. Hij schreef columns in een maandblad en schreef ook een aantal boeken met gedichten over dieren en ook enkele met aforismen, vaak serieus, maar meestal met een zekere spot. Van deze one-liners is het laatste boekje met de titel Hartelijk veelgeciteerd nog niet zo lang geleden verschenen. Hij vormt met zijn vrouw Elly het duo Elly en Rikkert. Zij treden geregeld samen op en maken cds met liedjes voor kinderen en voor volwassenen. In 1975 bekeert hij zich tot het christelijk geloof, maar vaak is het instituut kerk het slachtoffer van zijn spotzucht.
Zijn blik richt zich allereerst op het individu. En dan ziet hij dat christenen niet per definitie betere mensen zijn dan anderen: de scheidslijn van goed en kwaad loopt dwars door alle gemeenschappen heen. Blinde vlekken in de mens fascineren hem. Veel mensen , zegt hij, hebben vaak iets dubbelhartigs, iets stiekems, een kronkel in de geest. Veel christenen laten zich tegenwoordig bij elke beslissing leiden door de vraag wat zou Jezus doen? Dat leek hem een goed idee, maar toen vroeg de autoverkoper hem of hij verwarmde buitenspiegels wilde. Ook begrijpt hij de dogmas van de christelijke kerk niet. In de bijbel staat alleen maar dat de mens tot goed en kwaad in staat is. Het gevaar komt niet van buiten, maar het grootste gevaar zit in jezelf, zegt hij.
Hier volgen een paar van zijn one-liners: - Geef ons heden ons dagelijks brood. En een voor in de diepvries. - Een mens is nooit te fout om te leren. - Waar twee of drie in mijn naam tezamen zijn, ben ik in hun midden. Bij vier of vijf beginnen de problemen. - Neem uzelf niet te serieus; anderen doen dat ook niet. - Ja, u bent uniek! Maar u bent de enige niet! - Til niet te zwaar aan het leven. Het leven heeft het al zwaar genoeg met u. (naar het interview Een eenling van nature uit de NCRV-gids voor radio en televisie)
Onhoorbaar ging de grote zware deur achter in de kerk een eindje open. De Stilte glipte naar binnen. Hij keek zoekend rond. Zijn blik gleed over de mensen in de kerk. Zij vierden de dienst. Toen kreeg de Stilte de opvallende gestalte op de achterste rij in het oog. Telkens weer raakte hij onder de indruk van Hem. Snel liep de Stilte door het middenpad op Hem toe en schoof naast Hem. "Goede morgen, Eeuwige", begroette de Stilte Hem en voor de ander zijn groet kon beantwoorden, ging hij verder: "Ja, Eeuwige, toen ik gisteren met U deze afspraak maakte, dacht ik: laten we maar in de kerk afspreken". Hij maakte een wijzend handgebaar naar de groep mensen om hem heen. Ik wil U namelijk spreken over hèn en dan kunt U gelijk zien wat ik bedoel". "Dat was een goed idee", antwoordde de Eeuwige rustig. Ik moest hier toch zijn". Na een korte pauze nam de Stilte opnieuw het woord: Eeuwige, we moeten eens praten over dat idee dat U een paar weken geleden de voorganger van uw mensenkinderen gaf. Ik bedoel om perioden van stilte in de liturgie op te nemen." De Eeuwige knikte, keek de Stilte vragend aan en zei: "Wat is er met dat idee?" "Eeuwige, het werkt niet! Hebt U gezien hoe de mensenkinderen reageren zodra ik - na de voorbeden - de kerk vul? Hebt U het gezien? De één doet helemaal niets en wacht gewoon af tot de voorganger 'amen' zegt. De ander dwaalt af en maakt zich zorgen over het werk dat wacht. En een derde ontmoet in de stilte zijn eigen onrust, raakt volledig in paniek en tegen de tijd dat het 'amen' klinkt, staat het zweet hem op het voorhoofd. Nee, Eeuwige, mijn aandeel in de diensten kunnen we beter vergeten!" Na zijn fel en geluidloos betoog, keek de Stilte de Eeuwige ietwat uitdagend aan. Maar deze schudde het hoofd. "Stilte, ik wil je graag mijn idee nog een uitleggen", zei de Eeuwige. "De afgelopen weken ben je telkens - na de voorbeden - op mijn menskinderen toegestormd en je hebt je als een loodzware last op hen gelegd. En ieder heeft op zijn eigen manier geprobeerd aan je te ontkomen. De één door lijdzaam te wachten op het 'amen'. De ander door te vluchten in wat morgen wacht. En voor de derde was er eenvoudig geen ontkomen aan. Maar, dat was mijn plan niet! Mijn plan was, dat je je eerst door Mij zou laten vullen. Dán word je namelijk ruimte. Ruimte waarin ik mijn mensenkinderen kan ontmoeten, met hen kan spreken, hen kan troosten en met hen kan samen zijn. Stilte, alleen ben je voor hen een knellende greep. Gevuld door Mij ben je ontmoetingsruimte! Een tijd lang zaten de Eeuwige en de Stilte zwijgend naast elkaar. de Stilte voelde dat hij tot rust kwam. Na de voorbeden schuifelde de Stilte de rij uit naar het middenpad. daar draaide hij zich om, wenkte de Eeuwige en zei: "Kom Eeuwige, het is uw beurt!" De Eeuwige stond op, vulde de Stilte, keek naar zijn mensenkinderen en fluisterde. "Nee, onze beurt!" J.M.Baaij (uit 'ûnderweis', kerkbladvan Bergum
Een man fluisterde: "God, spreek tot mij." Een vogel floot, maar de man hoorde het niet. Daarom schreeuwde de man: "God, spreek tot mij." De donder rolde door de lucht, maar de man hoorde het niet. De man keek rond en zei: "God, laat me u zien." Een ster scheen fel, maar de man zag het niet. En de man schreeuwde: "God, laat me een wonder zien!" Nieuw leven werd geboren, maar de man wist het niet. Daarom schreeuwde de man wanhopig: "Raak me aan Heer, en laat me weten dat u hier bent!" Daarop reikte God naar de aarde en raakte de man aan, maar de man veegde de vlinder van zijn jas en liep door.
(uit: Bleekvenster, blad v.d.oecum. gem. rondom De Bleekkerk en v.d. Vereniging van Vrijz. Godsdienstigen te Almelo)
Lenie Vlaardingerbroek schrijft gedichten en heeft een aantal kinderboeken geschreven onder het pseudoniem Lenie van Riessen. Zij is lid van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap 'Aan de Regge'.
Vroege lente De lente is vroeg dit jaar, de winter had al maandenlang geen kans om door te zetten, je hoeft alleen maar op een knop te letten, of op een kleine tulp, dan zie je dat de lente komt met fluit en klarinetten.
De lente komt weer en de vrede ook? Wij zitten al zo lang op haar te wachten, er is geen land waar men niet zegt te trachten t geweld te keren, maar het oorlogsspook werd groter, groter steeds en lachte.
De lente breekt weer aan, maar honger is de slaapgenoot van generaties mensen die, net als wij, alleen maar leven wensen, zij kennen enkel honger en gemis, hier overschrijdt wat draagbaar is haar grenzen.
De lente breekt weer aan, moog het een echte wezen, zo een met vrede en voor ieder brood, met vogels, en weer kikkers in de sloot.
Dag (Hjalmar Agne Carl) Hammarskjöld was Secretaris-generaal van de Verenigde Naties van 10 april 1953 tot 18 september 1961. Hij werd geboren op 29 juli 1905 in Jönköping en stierf op 18 september 1961 bij een vliegtuigongeluk tijdens een vredesmissie in Congo. In 1961 ontving hij de Nobelprijs voor de Vrede.
De langste reis is de reis naar binnen
Ik zit hier voor U, God, rechtop en ontspannen met rechte ruggegraat. Ik laat mijn gewicht loodrecht door mijn lichaam heen zinken naar de grond waar ik op zit. Ik houd mijn geest vast in mijn lichaam. Ik weersta de drang om door het raam naar een andere plek dan hier uit te wijken, naar voren of naar achteren-in-de-tijd uit te wijken, om maar aan het hier en nu te ontkomen. Zacht en vastberaden houd ik mijn geest daar vast, waar mijn lichaam is : hier in deze ruimte.
In dit nu, op dit ogenblik laat ik al mijn plannen, zorgen en angsten los. Ik leg ze nu in Uw handen God, ik laat de greep waarmee ik ze vasthoud, los en laat ze aan U over. Voor het moment vertrouw ik ze U toe. Ik wacht op U - vol verwachting. U komt op mij toe, en ik laat mij door U dragen.
Ik begin de reis naar binnen, ik reis in mij naar binnen toe, naar de binnenste kern van mijn zijn, waar U woont. In dit diepste punt van mijn wezen was U er altijd al, vóór ik er was. Het is daar waar Gij schept en levend maakt en zonder ophouden mijn hele persoon sterkt.
God, U leeft, U bent in mij, U bent hier, U bent er nu, U bent. U bent de grond van mijn zijn. Ik laat los, ik verzink in U. U overstroomt mijn wezen, U neemt bezit van mij.
Ik laat mijn adem gaan naar dit gebied van overgave aan U. Mijn adem, mijn in- en uitademen is de uitdrukking van heel mijn wezen. Ik doe het voor U, met U, in U, Wij ademen samen, met elkaar.
Michele Najlis werd geboren in 1946 in Granada, Nicaragua.
Wanneer alles diep van binnen pijn doet en je alleeen, tegenover je eigenbeeld, ziet dat het vervormd is door onbekende spiegels, wanneer de dingen voor je schaduw wijken, wanneer je woord dat van een ander lijkt en je hartslag uit je lichaam vlucht, wanneer je handen ver van je zijn en je de afdruk van je voeten niet herkent, wanneer je niets meer waarneemt dan dode buitenkanten,
ga dan als de zalm tegen de stroom in met alle razernij van je woede, wanhoop niet, het water zal de stenen breken.
Jalal ad-Din Rumi, soefi-mysticus en één van de belangrijkste Perzische dichters, werd dit jaar 800 jaar geleden, dus in 1207, geboren in Balkh in het tegenwoordige Afghanistan. Hij stierf in1273 in Konya in Turkije. Hij was een groot spiritueel leraar en leidend figuur in de soefibeweging en stichtte o.a. de orde van de dansende derwisjen. Zijn meesterwerk de zes boeken tellende Masnavî behoort tot de hoogtepunten van de religieuze wereldliteratuur. Er zijn hierin overeenkomsten met het boeddhisme te vinden.
De weg van sterven en verrijzen
Ik stierf als mineraal en werd een plant, ik stierf als plant en verrees als dier, ik stierf als dier en ik was een mens. Waarvoor zou ik vrezen ? Wanneer werd ik minder door te sterven ? Toch zal ik nog een keer sterven als mens om op te stijgen met de gezegende engelen. Maar zelfs de staat van de engelen moet ik loslaten : Alles behalve God moet vergaan Wanneer ik mijn engelenziel heb geofferd, zal ik worden wat geen verstand ooit vatte. O, laat mij Niet-bestaan, want Niet-Bestaan roept uit in orgelklanken: Naar Hem keren wij terug
---------
De mensen die zijn heengegaan bestaan niet niet, ze zijn opgegaan in de eigenschappen van God, zoals de ster verdwijnt wanneer de zon verschijnt.
Elisabeth Eybers werd op 16 februari 1915 in Klerksdorp, Zuid-Afrika geboren. In 1961 kwam zij naar Nederland. Zij bleef hier haar gedichten in het Afrikaans schrijven. Deze zijn meestal persoonlijk van aard en spelen zich dicht bij huis af. Vaak staat de vrouw centraal en kenmerken zij zich door rake slotzinnen. In 1991 ontving zij de P.C. Hooft prijs.
Bewustsynstroom
Met verloop van tijd gaan alles verby wat verdrietig maak en tewens ook bly is daar dan in godsnaam niks wat bly tensy jy dit op papier kan kry wat selde luk dus raai ek jou aan laat die fatale tyd maar begaan tot jy een dag al is dit ondenkbaar nou - alles laat vaar en die res behou.
Ds. A.M.J.Meijer, voorganger van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB afdeling Varsseveld, schreef in het maandblad Eendracht (februari 2007) van deze afdeling, onder de titel Uit de school geklapt het volgende:
Het is alweer een aantal jaren geleden, dat ik het navolgende voorval optekende naar aanleiding van een godsdienstles op één van de scholen. De week daarvoor had ik het verhaal verteld van Adam en Eva in de Hof van Eden en hun verdrijving daaruit. Nog voordat ik die dag met het vervolg daarop kon beginnen riep een 6-jarig meisje: Dominee, dat verhaal van Adam en Eva dat u vorige week verteld hebt, is heel anders. Verbaasd vroeg ik haar: Vertel mij dan maar hoe het wèl moet zijn? En ze begon: Eva liep in het paradijs en zag daar een grote boom met heerlijke appels. Maar ze had van God gehoord dat ze die appels niet mocht plukken en eten. Toen kwam er een boze koningin, die plukte een appel en zei tegen haar dat ze wèl van die appels mocht eten, want dan zou ze erg knap worden. De appel zag er zó mooi uit dat ze er toch een hap van nam. Maar de appel was vergiftigd en ze viel in een heel diepe slaap. Ze werd in een glazen kistje gelegd en een paar jaar kwam er een prins die haar een kusje gaf en toen werd ze weer wakker.
Dr. Felice Leonardo Buscaglia, was hoogleraaraan de Universiteit van Zuid Californië.
Hij werd geboren in Italië op 31 maart 1924 en stierf 11 juni 1998 op 74 jarige leeftijd aan een hartaanval in Glenbrook, Nevada .
Luisteren
als ik je vraag naar mij te luisteren en jij begint mij adviezen te geven, dan doe je niet wat ik je vraag.
Als ik je vraag naar mij te luisteren en je begint mij te vertellen waarom ik iets niet zo moet voelen zoals ik het voel, dan neem jij mijn gevoelens niet serieus.
Als ik je vraag naar mij te luisteren en jij denkt dat jij dan mijn probleem op moet lossen, dan laat je mij in de steek, hoe vreemd het ook mag lijken.
Dus alsjeblieft, luister alleen maar naar me en probeer me te begrijpen.
En als je wilt praten, wacht dan even en ik beloof je dat ik op mijn beurt naar jou zal luisteren.