Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
28-10-2007
Buitendag Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB (2)
Na de getuigenis van de christen op de buitendag van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB, waarover ik schreef op 11 oktober, kwam de moslim aan de beurt. Ook dat zal ik hier verkort weergeven.
In naam van God, de meest Barmhartige en Genadevolle.
Wat heeft mijn geloof mij te bieden als moslim zijnde?
Waarom ben ik een trouwe aanhanger van mijn geloof? Mijn geloof is mijn houvast in dit leven, want zonder mijn geloof, zonder Islam zou ik niet weten wat ik zou moeten, dan zou ik eigenlijk als een verloren mens op aarde rondzwerven. Ik geloof in Allah. Ik gebruik het woord Allah, ik zou ook God kunnen zeggen, maar van God kun je het meervoud gebruiken of je kunt er de mannelijke en vrouwelijke kant van kiezen, maar in het Arabisch heeft Allah één betekenis, je kunt er geen andere aanvullingen aan geven. Daarom gebruik ik de naam Allah, maar ik zal tussendoor ook het woord God gebruiken.
Ik geloof dat Allah de schepper is van alles wat op aarde leeft: van mens tot dier, tot insect of de zon die op ons schijnt, dat haal ik uit de Koran, uit hoofdstuk 2 nr. 21. De Koran is voor mij het boek, de bekendmaking van God, door Allah aan de profeet Mohammed, vrede zij met hem. Het is de leidraad voor de mens en de mensheid.
Trouw blijven aan mijn geloof, dat is voor mij van heel groot belang. Als ik niet trouw kan blijven aan mijn geloof, dan is het voor mij in principe afgelopen. Dan kan ik net zo goed mijn geloof loslaten, dan ben ik voor mijzelf een hypocriet. Het is natuurlijk een bewuste keuze die ik gemaakt heb. Ik ben niet met een baard geboren, maar die heb ik laten staan op een latere leeftijd. Uiteindelijk heb ik zelf bewust de keus gemaakt voor de islam te kiezen. Ik had ook voor het christendom of voor het jodendom kunnen kiezen of atheïst kunnen worden, maar voor mezelf heb ik bewust en met volle overtuiging voor de Islam gekozen.
Waar ben ik niet trots op of eigenlijk, waar ben ik wel trots op:
Ik ben trots op mijn hele geloof, de gehele Islam. Mijn geloof, en dat zeg ik met volle overtuiging brengt de cohesie tussen de mensheid. Het schept saamhorigheid of het hoort saamhorigheid te scheppen, laat ik het zo zeggen, en het hoort de mensen samen te brengen.Het is ook van heel groot belang voor je levenswijze als mens. Je hoort goed te zijn voor je medemens. Voor elk mens, of het nou moslim is of geen moslim dat doet er niet toe, daar zit geen verschil in. Op één ding ben ik zeker niet trots, dat is het gedrag van sommige moslims tegenwoordig. Als ik het alleen beperk tot Nederland dan denk ik aan de grote steden en het gedrag van sommige moslimjongeren daar. Het zijn, plat gezegd, de raddraaiers, de relschoppers, noem het zoals u wilt. Ik ben daar absoluut niet trots op, want je hoort vaak in de media: het zijn moslims die het gedaan hebben. Het klopt, de jongeren zijn moslims, maar hun gedrag is absoluut niet islamitisch. Die jongeren hebben naar mijn idee weinig kaas gegeten van de Islam. Ik ben van mening dat ze hard aangepakt moeten worden om dit gedrag tegen te werken en weg te nemen bij die jongeren.
Vraag 3: Wat betekent Jezus voor mij of wat betekent de Messias voor mij.
Jezus is voor mij een profeet, niets meer en niets minder. Als moslim geloof ik niet dat Jezus de zoon van God is of dat hijzelf een god is, of in de drie-eenheid. Ik geloof dat hij een mens is die uit een mens is voortgekomen, op een wonderbaarlijke manier, zonder vader.
Dat was de schepping van God. En God geeft in de Koran de vergelijking tussen de schepping van Jezus en de schepping van Adam. Allebei zijn ze uit het niets voortgekomen. Allah zegt in de koran: En wij deden Jezus, zoon van Maria, in hun (de eerdere profeten) voetsporen treden,vervullende hetgeen over hem in de Thora was geopenbaard. Islam zonder de leiding van eerdere boodschappen en daarmee ook van de eerdere profeten, is geen volledige Islam en voor mij dus geen Islam. Als moslim geloof ik in alle profeten die er geweest zijn op deze aarde dus ook in Jezus Christus, vrede zij met hem. Het waren allen profeten en boodschappers van Allah.
Zij brachten de mensheid leiding omdat mensen de neiging hebben om te dwalen. In de Koran staan heel veel verzen over Jezus en dat zijn zelfs prachtige verzen, als moslim ben ik daar trots op.
Ook geloof ik dat Jezus niet dood is gegaan. Als moslim geloof ik dat Jezus verheven is naar de hemel door zijn schepper. Uiteindelijk zal hij terug komen op aarde, bevestigende hetgeen de profeet Mohammed heeft geopenbaard. De terugkomst van Jezus zal een van de grote tekenen zijn van de dag des oordeels. Als Jezus uiteindelijk op aarde is, zal de antichrist ook op aarde zijn. Hij zal de antichrist bevechten en doden en de mensheid uiteindelijk redden. Dat is Jezus voor mij binnen de islam.
Rabindranath Tagore, brahmaan, werd geboren in India (Calcutta) op 7 mei1861 en overleed op 7 augustus 1941 nabij Bolpur.
Hij was dichter, roman- en toneelschrijver, wijsgeer en mysticus en de eerste Indiër die de Nobelprijs ontving. Hij leerde een vreugde- en liefdevol opgaan in God in het gewone dagelijkse leven en werd vooral bekend door zijn gedichten.
Waar de geest zonder vrees is en het hoofd in fierheid wordt gedragen; Waar kennis vrij geuit kan worden;
Waar de wereld niet verbrokkeld is door muren van bekrompenheid; Waar woorden worden gesproken die uit diepe oprechtheid naar boven wellen; Waar onvermoeid streven zonder aflaten de armen uitstrekt naar de volmaaktheid; Waar de heldere stroom van de rede zijn weg nog niet verloren heeft in de dorre woestijn van de doodse sleur; Waar de geest door U wordt begeleid naar voortdurende verruiming van gedachte en daad In dat paradijs van vrijheid, o Vader, laat daar mijn land ontwaken!
Op 9 september jl. verzorgde onze geloofsgemeenschap
Aan de Regge de jaarlijkse zo genaamde Buitendag, waaraan leden van verschillende afdelingen van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB uit de regio Achterhoek-Twente deelnamen.
s Morgens waren er drie sprekers: een christen, een islamiet, en een jood, die ieder hun eigen geloof toelichtten aan de hand van enkele vooraf gegeven vragen. Het werden drie persoonlijke getuigenissen. Ik geef hier een samenvatting van wat de eerste spreker, christen en lid van de Doopsgezinde Broederschap, zei.
Ik ben lid van een zeer kleine geloofsgemeenschap.
Wij tellen in Nederland zon 10.000 leden; op mondiaal niveau behoren wij tot de circa anderhalf miljoen mensen die zich tot de zo genoemde Anabaptist Churches rekenen.
1evraag: Wat heeft het geloof mij te bieden?
Het geloof geeft mij de mogelijkheid het hoofd te kunnen bieden aan moeilijke situaties die in mijn leven plaatsvinden en om dankbaar te zijn voor de vele goede zaken die op mijn weg komen.
Er zijn in mijn leven genoeg dingen gebeurd, waarin ik al dan niet achterafeen hogere hand meen te kunnen of te mogen zien.
2evraag:Waar ben ik trots op?
Misschien ben ik er trots op dat er bepaalde plekken op de wereld conflicten zijn geweest, waar de daar aanwezigen Mennonieten, zoals wij mondiaal genoemd worden, een duidelijk vrede brengende invloed hebben gehad.En dan denk ik o.a. aan San Salvador en aan Canada. En waar ben ik niet trots op. Bij het ontstaan van de Doperse Beweging was er ook een groep Münstersen olv. van een Hollander Jan van Leiden die, naar mijn mening, de opgang komende beweging naar een geloofsbeleving in eigen verantwoordelijkheid absoluut geen goed gedaan heeft, om het zachtjes te zeggen. Waar ik het ook moeilijk mee heb, is het zegenen van wapens, zoals nog steeds op vele plaatsen op deze aardbodem gepraktiseerd wordt.
En ik heb grote moeite met de regelmatig weerkerende uitspraken van kerkelijke leiders, dat andere geloofsovertuigingen dwaalleren zijn. Daar kan ik absoluut niet tegen. En het is naar mijn idee ook volstrekt in strijd met het evangelie.
3evraag: Waar schaam ik me eigenlijk een beetje voor?
Ik schaam me een beetje voor alle onenigheid binnen de christelijke wereld zelf. Waar schaam ik mij ook voor, en dat is een beetje een hobby van mij, dat het kennelijk toch niet mogelijk is gebleken dat binnen het Nederlandse taalgebied tot een gemeenschappelijke nieuwe bijbelvertaling te komen. En dan als laatste voorbeeld, ik schaam mij eigenlijk een beetje voor het feit dat christelijke kerken, geloofsgemeenschappen zo u wilt, geen kans zien een plek te bieden aan de alom geconstateerde behoefte van de moderne mens aan spiritualiteit.
4evraag: Wat betekent Jezus voor mij?
Persoonlijk maak ik geen onderscheid in wat betekent de Messias voor mij of wat betekent Jezus voor mij. Jezus en Jezus Messias is voor mij één en hetzelfde. Vooral in de bergrede, het stuk evangelie naar Mattheus, 5, 6 en 7, komt Jezus met zijn bedoelingen naar voren. Omzien naar elkaar, een medemens zijn voor je medemens. Weet je een schepsel naar Gods gelijkenis en gedraag je dienovereenkomstig.
Als ik het beeld van Jezus mag gebruiken, Ik ben het licht der wereld, zoals het in Johannes 8 vers 12 staat, dan zou ik willen zeggen: het licht loopt voor mij uit en het achtervolgt mij. Het verlicht mijn pad, soms is het volstrekt onzichtbaar of wil ik het helemaal niet zien. Het kan mij verblinden en het kan over mij heen schijnen zodat ik mijn omgeving goed kan waarnemen. Dat is nu zo en in de toekomst. Voor mij in ieder geval verandert dat niet hoop ik.
Twee hagedissen met puntige staarten, zaten op zekere dag in het gras. Eén heette Maurits, de andere Maarten. Allebei hadden ze puntige staarten, maar het bijzondere was, kijk: Maurits was groen, dat was minder apart, maar: Maarten was helemaal zwart, ja, Maarten was helemaal zwart!
Twee hagedissen, een groene, een zwarte, hadden een boeiend gesprek. Maarten zei: wát is nu toch het aparte, is dat het groene of is dat het zwarte? Maurits zei: doe niet zo gek. Kijk: zwart is aparter, want groen is normaal. Dus: dat is het hele verhaal, heus , dat is het hele verhaal.
Twee hagedissen, een zwarte, een groene, zeiden op plechtige toon: Laten we ons met de feiten verzoenen. Ik ben een zwarte en jij bent een groene en allebei zijn we gewoon. Kijk: kleur is de buitenkant, kleur is de schil. Van binnen bestaat geen verschil, nee, van binnen bestaat geen verschil!
Er was eens een koning in het Midden Oosten...........
Rumi, één van de belangrijkste Perzische dichters en soefi-mysticus
Soefi-verhaal
Er was eens een koning in het Midden Oosten.
Soms was hij heel gelukkig, maar dan gebeurde er altijd weer iets waar hij erg treurig van werd. Op een dag zat hij heel erg in de put en raadpleegde een oude wijze man.
Ik wil alles betalen wat u maar wilt om net zo sereen en wijs te worden als u, sprak de koning.
De wijze man antwoordde: Ik denk dat ik u kan helpen, maar de prijs is zo hoog, dat zelfs uw hele koninkrijk als prijs niet voldoende zal zijn.
Enkele weken later verscheen de oude wijze man weer en gaf de koning een eenvoudige gouden ring met de inscriptie: Ook dit gaat voorbij.
De koning begreep er niets van. De oude man zei echter: Draag deze ring altijd bij u. Wat er ook gebeurt, goed of slecht, raak de ring aan en lees de inscriptie. Op die manier heeft u altijd vrede.
Moraal van dit verhaal:
Wees je altijd bewust van de vluchtigheid van elke situatie.
Roelof Martinus Frederik Houwink, literator, psycholoog en dichter, met het pseudoniem H. van Elro, werd op 17 januari 1899 geboren in Breda en stierf in Zeist op 3 juni 1987. Hij nam afstand van het orthodoxe christendom en verdiepte zich in de oosterse godsdiensten.
Hij vertaalde in 1976 de Tao-Teh-King van Lao-Tse. Op latere leeftijd begon hij met het schrijven van tankas (Japanse dichtvorm bestaande uit een vers van 5 regels met 5 7 5 -7 7 lettergrepen) en haikus (idem,met 3 regels en 5 7 -5lettergrepen).
Sathya Sai Baba is een controversiële Indiase goeroe, die waarschijnlijk op 23 november 1926 in Puttaparthi is geboren. Hij zegt zelf dat hij 95 jaar wordt. Volgens zijn volgenlingen verricht hij wonderen door materialisatie van kleine voorwerpen en het creëren van zo geheten 'vibhuti', heilige as. Hij heeft diverse scholen, een museum, een uitgeverij en een vliegveld gesticht. Verder een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in openhartoperaties en waar de behandelingen kosteloos worden uitgevoerd.
Wees je er altijd van bewust, dat je niets anders bent dan een schaduw van God, zijn beeltenis. Dan zal geen kwaad je in de weg staan. God wandelt over de koninklijke weg van de waarheid. De schaduw die hem op de voet volgt, gaat door diepten en over hoogten, door vuur en water, door vuil en stof. Maar als je de voeten volgt, zoals de schaduw doet, zul je niet van je stuk worden gebracht door de bergen en dalen van je leven.
Bhagawan Sri Sathya Sai Baba
There is only one religion, the religion of Love;
There is only one language, the language of the Heart;
There is only one caste, the caste of Humanity; There is only one law, the law of Karma;
Ik hoor het zacht gefluister van de regen die tranen stil doet glijden langs mijn raam. De wind is mij vandaag zozeer genegen, hij zingt hoor ik het goed zingt hij mijn naam?
Ik ga naar buiten, want ik wil hem horen. Wat maakt het uit, al word ik nog zo nat. Ik voel mij of ik gisteren werd geboren, alsof ik alles wat geweest is weer vergat.
Ik zie de druppels glinsteren in de heggen. De wind zingt nu de lucht is opgeklaard:
Ik kwam maar even langs om je te zeggen dat God nog zoveel goeds voor je bewaart.
E.IJskes-Kooger
(uit: Op stille wegen)
Enny IJskes-Kooger schrijft eenvoudige gedichten waarin veel mensen troost en bemoediging vinden
Onhoorbaar ging de grote zware deur achter in de kerk een eindje open. De Stilte glipte naar binnen. Hij keek zoekend rond. Zijn blik gleed over de mensen in de kerk.
Zij vierden de dienst. Toen kreeg de Stilte de opvallende gestalte op de achterste rij in het oog. Telkens weer raakte hij onder de indruk van Hem. Snel liep de Stilte door het middenpad op Hem toe en schoof naast Hem.
"Goede morgen, Eeuwige", begroette de Stilte Hem en voor de ander zijn groet kon beantwoorden, ging hij verder: "Ja, Eeuwige, toen ik gisteren met U deze afspraak maakte, dacht ik: laten we maar in de kerk afspreken". Hij maakte een wijzend handgebaar naar de groep mensen om hem heen. Ik wil U namelijk spreken over hèn en dan kunt U gelijk zien wat ik bedoel". "Dat was een goed idee", antwoordde de Eeuwige rustig. Ik moest hier toch zijn". Na een korte pauze nam de Stilte opnieuw het woord: Eeuwige, we moeten eens praten over dat idee dat U een paar weken geleden de voorganger van uw mensenkinderen gaf. Ik bedoel om perioden van stilte in de liturgie op te nemen." De Eeuwige knikte, keek de Stilte vragend aan en zei: "Wat is er met dat idee?" "Eeuwige, het werkt niet! Hebt U gezien hoe de mensenkinderen reageren zodra ik - na de voorbeden - de kerk vul? Hebt U het gezien? De één doet helemaal niets en wacht gewoon af tot de voorganger 'amen' zegt. De ander dwaalt af en maakt zich zorgen over het werk dat wacht. En een derde ontmoet in de stilte zijn eigen onrust, raakt volledig in paniek en tegen de tijd dat het 'amen' klinkt, staat het zweet hem op het voorhoofd. Nee, Eeuwige, mijn aandeel in de diensten kunnen we beter vergeten!" Na zijn fel en geluidloos betoog, keek de Stilte de Eeuwige ietwat uitdagend aan. Maar deze schudde het hoofd. "Stilte, ik wil je graag mijn idee nog een uitleggen", zei de Eeuwige. "De afgelopen weken ben je telkens - na de voorbeden - op mijn menskinderen toegestormd en je hebt je als een loodzware last op hen gelegd. En ieder heeft op zijn eigen manier geprobeerd aan je te ontkomen. De één door lijdzaam te wachten op het 'amen'. De ander door te vluchten in wat morgen wacht. En voor de derde was er eenvoudig geen ontkomen aan. Maar, dat was mijn plan niet! Mijn plan was, dat je je eerst door Mij zou laten vullen. Dán word je namelijk ruimte. Ruimte waarin ik mijn mensenkinderen kan ontmoeten, met hen kan spreken, hen kan troosten en met hen kan samen zijn. Stilte, alleen ben je voor hen een knellende greep. Gevuld door Mij ben je ontmoetingsruimte! Een tijd lang zaten de Eeuwige en de Stilte zwijgend naast elkaar. de Stilte voelde dat hij tot rust kwam. Na de voorbeden schuifelde de Stilte de rij uit naar het middenpad. Daar draaide hij zich om, wenkte de Eeuwige en zei: "Kom Eeuwige, het is uw beurt!" De Eeuwige stond op, vulde de Stilte, keek naar zijn mensenkinderen en fluisterde. "Nee, onze beurt!"
J.M.Baaij, (uit 'ûnderweis', kerkblad van Bergum) Foto: Cenakelkerk, Heilig Land Stichting
Laat mij vandaag even Uw glimlach zien in n bloem, in n mens, in n woord of in n wens,
n gebaar, n brief, n groet misschien ja, laat mij vandaag even Uw glimlach zien.
Laat mij vandaag even Uw glimlach zien waar wolken boven t leven hangen waar duistere krachten samenspannen om onrecht en haat, geweld te biên . ja, laat mij vandaag even uw glimlach zien.
Laat mij vandaag even Uw glimlach zien en daar, waar t leed geen grenzen kent, laat weten dat U daar ook bent in hoop, troost en toekomst bovendien ja, laat mij vandaag even Uw glimlach zien.
Uit: De mens, meester van zijn lot van Inayat Khan
Mozes liep eens langs de oever van een rivier, waar hij een jonge schaapherder zag die in zichzelf aan het praten was.
Nieuwsgierig stond Mozes stil om te luisteren wat de jongen zei. Hij hoorde hem zeggen: O, God, ik heb zoveel van U gehoord. U bent zo mooi en goed, U bent zo vriendelijk. Als U ooit bij mij zou komen zou ik U mijn mantel geven om U te kleden en dag en nacht zou ik over U de wacht houden; ik zou U beschermen tegen de wilde dieren, U baden in de rivier en u heerlijke melk, room en brood brengen, want ik heb U zo lief. Ik zou wel alles willen geven als ik U maar één keer zou kunnen zien. Ik houd zo ontzettend veel van U.
Toen zei Mozes boos: Jongen, wat zeg je daar! De jongen schrok en vroeg: Heb ik iets verkeerds gezegd? Mozes antwoordde: Denk je dat jij God kunt beschermen? God, die de beschermer is van alle wezens, en wil je Hem brood geven? Hij geeft brood aan het ganse heelal. En wil jij Hem baden in de rivier, Hij die de reinste is van al wat rein is? En jij wilt de wacht houden over Hem die alle dingen bewaakt?
De jongen werd bang en dacht: Ik heb iets verschrikkelijks gedaan, en hij voelde zich ellendig en verloren.
Maar toen Mozes verder liep hoorde hij ineens een stem die zei: Mozes, wat heb je gedaan! Ik heb je gestuurd om mijn vrienden tot mij te brengen en nu heb je er een van mij verwijderd. Het komt er niet op aan hoe hij over mij dacht, maar hij dacht aan mij. Je had je er niet mee moeten bemoeien, je had hem moeten laten denken zoals hij over mij dacht.
Iedereen, zegt Inayat Khan, heeft zijn eigen beeld van God. Het is het beste dat ieder zijn eigen beeld houdt. Niemand kan God kennen.
De God die wij kennen, of kunnen kennen, is alleen onze eigen opvatting, een beeld dat wij onszelf van God gemaakt hebben. Het is een grote fout om de voorstelling van God van een ander aan te tasten of te vinden dat hij dezelfde opvatting moet hebben als wij.
In werkelijkheid heeft ieder mens zijn eigen God.
Al de verschillende opvattingen zijn slechts sluiers over één God. (zie ook mijn blog: 14-12-'06)
Zowel de verhalen over de mythologische helden en de Olympische spelen in de antieke oudheid, als de verhalen over de joodse rabbi Jezus van Nazareth zijn ons overgeleverd in dezelfde taal: het Grieks.
In beide reeks verhalen komt het Griekse woord hamartia herhaaldelijk voor. Dit woord is door de christelijke vertalers van de evangelieverhalen en de brieven uit het Nieuwe Testament steeds vertaald door het woord zonde. Maar in de Griekse mythologische heldenverhalen en de verhalen over de Griekse Olympische spelen is dat woord hamartia oorspronkelijk een sportterm, bijvoorbeeld bij het boogschieten en speerwerpen en betekent het daar: het doel missen, niet in de roos treffen.
Als iemand zondigt, betekent dat, dat die persoon zijn of haar wezenlijke doel of bestemming mist, niet bereikt heeft. We kunnen dan zeggen: zonde! Hij of zij heeft gefaald. Omdat vrijwel geen mens zijn totale leven vervult zoals God, zijn Schepper, heeft bedoeld hoe hij zou leven, kunnen we zeggen dat ieder mens zondig is (erfzonde). In de christelijke godsdienst en geschriften (Nieuwe Testament) wordt gesteld dat van alle mensen alleen Jezus van Nazareth die Zoon van Godgenoemd kan worden, geheel zonder zonde is. Hij was vrij van hamartia; hij heeft totaal vervuld wat God hem ten doel had gesteld!
Zo komen de dingen en gaan we verzinnen ze niet, ze gebeuren en al weten we niet waar vandaan ze maken ons blij of we treuren alles is nemen en geven lief kind zo waait de wind.
De wolken ze varen ze varen voorbij de sneeuw van december de bloei van de mei alles wat ik zing wordt herinnering lief kind zo waait de wind 't is 'n hand op je schouder 'n voetstap op 't grind zo waait de wind.
Zo komt de liefde opeens ontmoet je haar ze komt jouw kant op en niemand weet van waar als je de moed al hebt verloren komt onverwacht 'n vrind zo waait de wind. Toon Hermans (zie ook: 9 sept. 2005)
De fout bij onze problemen en jammerklachten is vermoedelijk, dat wij graag van buitenaf iets als geschenk willen krijgen wat wij enkel door eigen overgave in onszelf kunnen ontvangen. Wij verlangen dat het leven een zin zal hebben, maar het heeft alleen precies zoveel zin als wijzelf in staat zijn er aan te geven. Omdat de enkeling daartoe slechts onvolkomen bij machte is, heeft men in allerlei religie en filosofie getracht door een antwoord op de vraag troost te geven. Deze antwoorden lopen alle uit op hetzelfde: het leven krijgt uitsluitend zin door de liefde. Dit wil zeggen: hoe meer wij tot liefde en toewijding in staat zijn, des te zinrijker wordt ons leven. Hermann Hesse (1956)
Waak over je gedachten, straks worden ze je woorden. Waak over je woorden, straks worden ze je daden. Waak over je daden, straks worden ze je gewoonten. Waak over je gewoonten, straks worden ze je karakter. Waak over je karakter, straks wordt het je bestemming.
Gedeelte uit een interview gehouden in een uitzending van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap Aan de Regge, voor de lokale radio-omroep Rijssen/Holten, Radio 350.
Dr. D. A. Fokker, astronoom,is een bekend figuur in de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB (Nederlandse Protestanten Bond).
Hij zat o.m. in het landelijke bestuur van deze vereniging.
Maar het meest bevredigende was het conrectoraat van de opleiding van vrijzinnige voorgangers inzijn woonplaats Bilthoven.
In de loop van de jaren publiceerde hij een aantal lezingen met vragen bedoeld om in een gesprekskring te gebruiken.
Enkele titels zijn: Kosmisch besef , Ons levensgevoel en Is er vooruitgang, al of niet.
Als astronoom heeftdr. Fokker kunnen bijdragen aan dat wat we te weten zijn gekomen over de verste diepten van het heelal .Op opnamen die met de Hubble Space Telescoop gemaakt zijn, zien we allerlei kleine vlekjes en ieder vlekje is een compleet melkwegstelsel en daar zitten iets van 100 miljard sterren in met gigantisch grote afstanden en als je je dan indenkt wat daar allemaal wellicht aan de hand is, denk je al gauw aan de aanwezigheid van bewoonde werelden, waar leven ontstaan is, en aan die enorme hoeveelheden van stelsels, en dan duizelt het je. Zo is het ook in de biologie en de microkosmos, als je er een beetje voor open staat kun je je aan een stuk door over de dingen blijven verwonderen. En dat is ook een van de belangrijkste elementen van religiositeit, in het bijzonder van de vrijzinnige religiositeit. Het is ongelofelijk en je verstand staat er haast bij stil. Bovendien is het bijzonder bewonderenswaardig, dat we dat überhaupt te weten zijn gekomen. Een paar honderd jaar geleden hadden onze voorouders nog geen flauw idee hoe het heelal in elkaar zat en wij krijgen dat zo maar als een collectief cultuur element op mooie plaatjes te zien. Dan hoort daar toch een fundamenteel besef van verwondering bij.
Je kunt hier een religieus besef aan ontlenen. Je kunt zeggen zie maar er is toch een godheid die dat allemaal gemaakt heeft. Dr. Fokker noemt zich liever een agnost. Het woord God gebruikt hij überhaupt haast niet. Als hij het woord gebruikt bij het schrijven, staat het altijd tussen aanhalingstekens, als bijwijze van spreken. Het is natuurlijk niet allemaal door ons bedacht, zegt hij. Ons eigen lichaam hebben we ook niet bedacht. Dat is zo gegroeid. Er zijn dan natuurlijk godsdienstige mensen die zeggen, dat heeft God zo gefabriceerd . Dat is niet de manier waarop dr. Fokker er tegenaan kijkt, maar hij vindt het wel heel wonderbaarlijk. Het lijkt er wel op dat een instantie het heeft laten gebeuren en er moet wel een reden voor zijn, eventueel Reden met een hoofdletter. Maar hij gaat niet God erbij halen, want hij weet er gewoon niets van. Ook een echte godgelovige zal moeten toegeven dat hij van God niets steekhoudends kan zeggen. Ik kan het misschien ervaren in mijzelf, in mijn geweten, in andere mensen, maar ik kan het niet objectiveren. Het is ooit begonnen met die zg. oerknal, maar daar zat al, naar zijn gevoel, van het begin af aan de mogelijkheid ingebakken voor zulke heel bijzondere dingen als waarvan de aarde een voorbeeld is. Er is een directe link tussen ons eigen bestaan en die oerknal. Dat zijn fascinerende gedachtes. De aarde is een product van toevallige omstandigheden die stuk voor stuk anders hadden kunnen zijn en die er alleen maar is omdat een aantal nodige omstandigheden nou net zo uitkwamen dat die aarde op de goed afstand van de zon kwam, met een dampkring en het goede gewicht en noem maar op. Alle mogelijke voorwaarden waren uiteindelijk aanwezig opdat er op aarde leven kon ontstaan. Dan zeg ik liever niet het is een soort van toeval, maar het is een niet-noodzakelijk gebeuren . Het is wel gebeurd, maar het had niet hoeven gebeuren. Het had ook in ons zonnestelsel niet hoeven gebeuren, maar misschien wel in allerlei andere zonnestelsels, maar dat weten we doodeenvoudig niet.
Het zou wel vreemd zijn als nergens in het heelal iets dergelijks zou zijn gebeurd. Maar dan wel heel sporadisch.
Dr.Fokker vermoedt, dat er uiteindelijk, wel analoge aardachtige planetenzullen zijn.
Ik neem je mee, kind. Uit de wereld van de geesten neem ik je mee. Word niet ziek, vind je eigen plaats, vind hopelijk goed werk. Hier zijn een kleed en een slaapmat: neem ze aan om uit de wereld van de geesten te komen, en je eigen plaats te vinden.
Sterven
Sterven is terugkeren naar huis, teruggaan naar je geboortegrond waaruit je voortgekomen bent. De doden zijn niet dood. Is niet in alles wat ons omringt de stem van de voorouders te horen? Luister dus naar die stem.
De voorouders (Birago Diop, Gambia)
De doden zijn niet dood. De gestorvenen zijn nimmer heengegaan. Zij zijn in de schaduw die zich verheldert en in de schaduw die dieper in het donker valt. Zij zijn in de boom die steunt. Zij zijn in het water, dat uitstort, evenals in het water dat slapend de ogen sluit. Zij zijn in de hut, zij zijn in de boot: de doden zijn niet dood.
Als je weet wat je wilt en je staat tegelijkertijd onbevangen open voor alles wat er op je weg komt, werkt heel het universum samen aan de realisatie ervan. (uit: De alchemist Paulo Coel God grijpt niet in de feiten in, maar geeft inzicht en moed om ons door de feiten heen te leven. (ergens gelezen)
De mens heeft twee ogen en twee oren maar slechts één tong gekregen, opdat hij meer zou zien en horen dan spreken. (joodse spreuk)
Wie beseft dat tolerantie eigenlijk betekent in staat zijn om een last te dragen, beseft dat je niet tolerant kunt zijn zonder dat er een last is. Tolerantie is dan: kunnen verdragen wat je tegelijkertijd bestrijdt. (Paul van Tongeren)
De verscheidenheid onder de mensen zou de oorzaak van liefde en harmonie moeten zijn, gelijk in de muziek, waar vele verschillende noten samensmelten tot een volmaakt akkoord. (baháí geloof)
Hier volgt een verslag van een lezing, die de heer Wim Verschoor hield op 22 april 2007 jl., in de Henricuskapel van de Parkstede in Rijssen voor de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap Aan de Regge.
Wim Verschoor, wonende in Boekelo, is o.a. docent kunst- en cultuurgeschiedenis, verhalenverteller en schrijver. Hij wil niet beweren dat wat hij zegt de waarheid is, maar hij geeft zijn zienswijze weer zoals hijzelf de wereld op dit moment beleeft.
Wetenschapen mythologie
De natuurwetenschappen zijn in staat geweest om ons leven zeer te veraangenamen. De wereld is in korte tijd erg veranderd. Er zijn ontelbaar veel technische veranderingen die wij hebben meegemaakt, denk alleen maar aan het gemak van de auto en de trein. We halen alles uit de wereld om te kunnen genieten en consumeren. Zonder natuurwetenschappelijke toepassingen zouden we eenvoudig niet meer kunnen leven, we zouden omkomen van de honger en gewoon ophouden te bestaan. Toch zijn er veel mensen die bezwaren hebben tegen de natuurwetenschap en haar toepassingen. Wat is nu de grondoorzaak van de protesten tegen wat wel wordt genoemd de technische vooruitgang? Zou het misschien zo kunnen zijn dat wetenschap agressief maakt ? Het is wel heel opmerkelijk dat juist op universiteiten de meeste revoluties zijn begonnen. Waar de onvrede het grootst was, betrof het de natuurwetenschappelijke faculteit. Na het schietincident, het bloedbad dat werd aangericht op de technische universiteit in Virginia op17 april j.l. werd er gezocht naar de motieven van de schutter. Zijn handelwijze had zeker te maken met onvrede. Tegendraads gedrag zoals bij jongeren leeft ook onderhuids bij de ouderen. Het komt voort uit een gevoel dat er iets wordt gemist. De heer Verschoor onderbouwt deze stelling met enige voorbeelden. Het onderwijs is bijvoorbeeld veel zakelijker geworden. En wat doet zakelijkheid? Als we zakelijk met elkaar omgaan, scheppen we afstand. Tussen de een en de ander, maar ook tussen het àndere. Met het andere bedoelt hij dàt aspect in de mens dat zoekt naar zingeving, betrokkenheid en zo je wilt, liefde. Deze andere kant wil gevoed worden, wordt dit ontkent, dan worden wij depressief en misschien wel agressief. Die andere kant in ons zelf voelt intuïtief aan dat theorieën, dogmas, en systemen, ontwikkeld vanuit het zuiver lineaire denken, tekort schieten om onze werkelijkheid te verklaren en te veraangenamen. De rechte lijn is de kortste afstand tussen twee punten. In praktijk kun je wel heel snel van dorp A naar dorp B rijden langs een rechte lijn, maar dan blijkt dat daar ook de meeste ongelukken gebeuren. Zon weg is dodelijk saai, het doodt elke fantasie. We fietsen en wandelen veel liever langs kronkelwegen, dat geeft iedere keer een ander perspectief en dat houdt de mens vitaal. In zijn boek Jij bent het antwoord, schrijft Michael Tamura: Als we verzuimen de geest te helen, zullen we isolement ervaren, want alleen het hart maakt vrienden. Ook verliezen we het gevoel een doel te hebben en waardevol te zijn en er bekruipt je een gevoel van machteloosheid en psychische pijn. Tamura ontdekte dat hoe meer ruimte hij elke dag maakte voor wat hij noemde de geest, hoe meer hij opgewassen was tegen de uitdagingen van die dag. Juist in die wereld van de geest kan de mens antwoorden vinden op de existentiële vragen: Waar komen we vandaan , wie zijn wij en waar gaan we heen? Als we de wereld van de geest binnen gaan, belanden we in een niet-zintuiglijke werkelijkheid die niet gebonden is aan wetten van tijd en ruimte en logica. Het is een wereld waarin wij leven aan de overzijde. We leven in fysieke zin hier, maar we zijn ook elders. We zijn ook daar, en daar beleven we wat zich onttrekt aan onze wetenschappelijke waarneming. We ontmoeten in die wereld onze personas, onze toneelmaskers. We spelen afwisselend de rol van heilige maar ook van demon of held, lafaard, tovenaar, heks, boze stiefmoeder. Soms dragen we ook het masker van een fabeldier: het leugenbeest, de sloddervos, de gifkikker, het zwarte schaap de werkezel , de geldwolf of misschien het serpent. Kaïn en Abel zijn in ons aanwezig. Vele aspecten dragen we met ons mee. Helaas heeft onze dogmatiek en theologie ons dat ook duidelijk gemaakt. De theologie heeft alle personen uit de bijbel en andere wijsheidsboeken gehistoriseerd. Er is niet begrepen dat het allemaal aspecten zijn van krachten die in ons leven. Kaïn dood wat lief gehad wordt door God. En wat lief gehad wordt door God, is ons-zelf, de goddelijke vonk die in ons leeft. Alle constellaties van de horoscoop zijn in een persoon vertegenwoordigd volgens de astrologie. Als we begrijpen dat alle aspecten in ieder mens aanwezig zijn, kunnen we de ander ook zien als: jij bent ik en ik ben jij. We zullen de aspecten van een ander ook in ons zelf waarnemen. Als we de verborgen krachten die in ons werken verdringen, gaan ze rebelleren en keren ze zich tegen ons, bijvoorbeeld in de vorm van een bepaalde ziekte. Het zijn de zg. archetypen of oerbeelden waar Carl Jung van spreekt. Hoe gaan we hiermee om als we ons er niet bewust van zijn ? We komen ze vanzelf wel tegen, zegt de heer Verschoor, in onze mythen, sagen, sprookjes en legenden. Soms ook in onze dromen. Wij creëren ze zelf. Maar ook de oude sprookjes verdwijnen niet. Ze hebben het eeuwige leven, we kunnen ze daarom serieus nemen. Ze zijn nog springlevend en vormen in de psychologie een belangrijke bron om de menselijke psyche te doorgronden. In sprookjes spelen reuzen een belangrijke rol, maar het zijn vaak grote slok-ops. Ze eten hun eigen kinderen op en met hun toverlaarzen vertrappen ze alles wat kleinschalig is en wat nog de menselijke maat heeft. Dhr. Verschoor verduidelijkt het een en ander met een paar voorbeelden. Een van de kenmerken van een mythologisch verhaal is, dat de hoofdrolspelers een relatie met elkaar hebben, maar altijd als tegenspelers worden neergezet. We komen in veel verhalen de onderdrukker en de bevrijder tegen. Representanten hiervan zijn bijvoorbeeld David en Goliath uit de joodse en christelijke overlevering. Het ware koningsschap, en dat is een opdracht voor elk mens, zoekt geen triomf voor zichzelf , maar zet zijn wijsheid en macht in om anderen te dienen. Dit is tevens het onderscheid tussen een held en een beroemdheid. Misschien voelen kinderen sprookjes wel zo goed aan om dat hun denken nog niet gedomineerd wordt door de wetten van de logica. Ze voelen intuïtief aan dat engelen, heksen en demonen in hun binnenwereld werkelijk aanwezig zijn. In sprookjes worden goed en kwaad duidelijk tegenover elkaar gezet. In de werkelijkheid is dat meestal anders. Deze sprookjes en verhalen vormen onmisbaar materiaal bij de morele en ethische vorming van jonge kinderen. Duidelijk is dat onze wereld verbonden moet worden met onze innerlijke wereld om de uiterlijkheden te doorgronden en te kennen. We moeten de wereld van het sprookje, de sage, de mythe, de oude overlevering zoals die in de wijsheidsliteratuur der mensheid, in de bijbel bijvoorbeeld, wordt beschreven natuurlijk niet in een historische context plaatsen. Dan krijg je de discussie, wie heeft er nu gelijk, de wetenschap of de bijbel. Voor Wim Verschoor heeft de bijbel gelijk, maar niet zoals de theologie hem heeft uitgelegd. Omdat die antwoorden hem niet bevredigden is hij de zoektocht begonnen: Waar kom ik vandaan, wie ben ik, waar ga ik heen? Het is de weg die boeiend is, niet het gevonden hebben. Dat punt zullen we nooit bereiken, maar de weg daarheen is schitterend. Wim Verschoor vertelde nog veel meer, maar om het verslag niet tè lang te maken, zal ik het hierbij laten.