Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
05-12-2007
Legende over St. Nicolaas
De arme edelman en zijn dochters
Een edelman is zo verarmd dat hij zijn drie dochters geen bruidsschat kan geven. De dochters kunnen daarom niet trouwen. De man wordt zo wanhopig dat hij op de gedachte komt zijn dochters als prostituées hun bruidsschat te laten verdienen. Sint Nicolaas komt dit te weten en gooit tijdens drie achtereenvolgende nachten telkens één zak met goudstukken door het open raam naar binnen, zodat de dochters voor de schande behoed worden. De laatste nacht ziet de edelman Sitn Nicolaas en hij bedankt hem.
Marc Chagall werd in 1887 in Rusland geboren als Mojsje Zacharowitsj Sjagal in een chassidisch joods gezin. Hij stierf in Saint-Paul de Vence in Frankrijk in 1984 op 97- jarige leeftijd. Hij volgde een schildersstudie in St. Petersburg en verhuisde in 1914 naar Parijs. daar kwam hij in contact met het kubisme. Hij werd een van de bekendste schilders van de 20e eeuw.
U hebt mijn handen gevuld
Ik ben uw zoon op aarde, die nog nauwelijks loopt. U hebt mijn handen gevuld met kleuren, met penselen. Ik weet niet hoe ik U moet schilderen.
Moet ik de aarde beschilderen, de hemel, mijn hart? Brandende steden, vluchtende mensen, met ogen vol tranen?
Waar moet ik heen vluchten, tot wie omhoog vliegen? Hij die daarginds het leven schenkt, Hij die de dood uitzendt, misschien kan die maken dat mijn schilderij een feest van licht wordt.
Een boerenmeisje liep eens door een wei waar een moslim aan het bidden was. Nu was het voorschrift dat men niet langs de plaats hoorde te lopen waar iemand aan het bidden was. Na enige tijd kwam het meisje weer langs het zelfde pad terug en de man zei tegen haar: "Je hebt iets verschrikkelijks gedaan". "Wat heb ik dan gedaan?", vroeg ze onthutst. Hij zei: "Ik was hier aan het bidden en dacht aan God, en jij bent hier langs gelopen". "O, ja?, zei het meisje, "dacht u aan god? Ik was op weg naar mijn vriend. Ik heb u niet gezien, hoe kon u mij zien terwijl u aan God dacht?"
Uit: De mens, meester van zijn lot van Inayat Khan (zie ook:14-12-'06 en 18-8-'07)
Als het goed is, zegt de schrijver, begint men als men denkt aan God zichzelf te verliezen, zoals een minnaar de gedachte aan zichzelf verliest in de gedachte aan de geliefde.
Een zekere vriend herkent men bij onzekere zaken! Cicero --------------------- Houd ze niet achter, de liefdevolle woorden, tot de dood je je vrienden ontneemt, schrijf ze niet op hun grafsteen, zeg ze liever nu direct en heel beslist! Anna Cummins ----------------------
Men verwerft geen vrienden, men ontdekt ze! Wilhelm Busch ---------------------- Andere mensen goed doen is geen plicht, het is een vreugde, want daarmee groeit onze eigen gezondheid en gelukzaligheid! Zarathustra ---------------------- In iedereen is iets kostbaars dat niet in een ander is. Martin Buber
---------------------- Vertel het mij en ik zal het vergeten, toon het mij en ik zal het mij misschien herinneren, betrek mij erin en ik zal het begrijpen. Indiaans spreekwoord ---------------------- Men heeft slechts dan een hart wanneer men het heeft voor anderen! Friedrich Hebbel ---------------------- De mensen hebben geen tijd meer iets te leren kennen, ze kopen alles kant en klaar in de winkels, maar daar er geen zaken voor vrienden zijn, hebben de mensen geen vrienden meer. Antoine de Saint-Exupery
Op de buitendag van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB, die gehouden werd op 9 september in Rijssen, waren drie sprekers, een christen, een moslim en een jood (zie ook 11-10 en 28-10).
Hier volgt verkort het relaas van de laatste spreker.
Mijn geloof, zoals het is in het jodendom, heeft heel veel te bieden in de vorm zoals die nu nogsteeds bestaat.
Waar ben ik trots op?:
Allereerst op een serie boeken, die verzameld zijn onder de naam Oude Testament of Tenach, waar de Thora een gedeelte van is, met daarin een geschiedenis die ik deel, een wetgeving, verhalen over menselijk gedrag in verhouding tot elkaar en God.
Een God die vaderlijk en barmhartig is en zelfs openstaat, en dat vind ik zo fantastisch, voor onderhandeling zoals met Mozes, maar ook zo nu en dan meedogenloos kan zijn. Verder ben ik trots op de fantastische mondelinge en schriftelijke verklaringen die de geest scherpen enwaarvan sommige zelfs in het Arabisch zijn geschreven door Maimonides in Spanje.
En op de Kabbala tot slot, een wetenschap en handleiding voor ingewijden om de hoogste abstractie te onderzoeken, te delen en te beleven. Dan heb ik het nog niet gehad over de rijke poëzie, zoals die te vinden is in de Psalmen, de inspirerende synagogediensten die ik wekelijks bezoek en de prachtige muziektraditie (ik ben zelf muzikant van huis uit), die door de versobering na de verwoesting van de tweede tempel een unieke vorm heeft aangenomen. Dan heb ik het ook nog niet gehad over al die symboliek en traditie waardoor feest- en treurdagen een gigantische diepgang hebben gekregen en bijdragen tot duurzaam gezinsleven en een unieke sociale cohesie en daarmee ook bijdragen tot overleven. En dankzij de handhaving van het Bijbelse Hebreeuws, kan ik overal ter wereld meedoen aan de godsdienstoefeningen. Ook als ik de landstaal niet spreek, kan ik gewoon de synagogedienst bezoeken. En dat voor een volk dat zo klein is, dat het kleiner is dan een denkbeeldige statistische tolerantie in een onderzoek onder Chinezen. Maar wel een volk dat meer Nobelprijswinnaars heeft voortgebracht dan die miljard Chinezen. Een volk dat gigantisch heeft bijgedragen aan ethiek, filosofie en wetenschap. Enkele tientallen miljoenen mensen waarover meer is geschreven, dan over welk volk dan ook. Leest u maar dagelijks de krant. Een volk dat niet zijn mensen telt maar zijn daden en die waardevolle rollen toedeelt aan de andere monotheïstische godsdiensten. Een volk dat overtuigd is, dat als zij volgens de Thora leeft, er een weldaad op aarde komt. Een volk dat een huwelijk heeft met de aarde zelf, wat zich heeft gematerialiseerd met het land Israël. Ik ben mij er bewust van dat ik als persoon een unieke schakel ben tussen een67- en binnenkort 68- honderdjarig verleden en een hoopvolle toekomst. Ik ben drager van kennis en traditie die zelfs in mijn DNA zit, want je bent joods via moeders lijn. Niet alleen maar een godsdienst, maar het is een levenswijze waar ik trots op ben.
Waar schaam ik mij eigenlijk voor binnen het jodendom?
Dat vind ik een heel moeilijke vraag. Schaamte kan zijn dat ik liever niet in het openbaar tekenen draag van mijn godsdienst. Aan de hoofdbedekking zou je kunnen denken. Schaamte kan zijn dat ik me niet houd aan de vorm van het orthodoxe jodendom. Ik ben in mijn levenswijze vrij liberaal, al ben ik aangesloten bij de orthodoxe gemeenschap. Ik schaam mij voor joden die vinden dat zij binnenhet jodendom de ware vorm van jodendom belijden. Dat kan van Messiaans belijdende joden zijn tot rechts orthodoxe joden, die mij maar een goj vinden. Ik schaam mij voor joden die uit Israël naar Nederland komen en hier een synagoge bezoeken, zonder dat zij een hoofdbedekking hebben meegenomen en eigenlijk nergens meer van weten; ik heb het pas geleden nog meegemaakt. Maar goed, niets menselijks is mij vreemd, want ik vind dat hij of zij joods is, waar via de doorgaande moederlijn het jodendom is doorgegeven.
Dus het is heel moeilijk voor een ander om onderdeel te worden van de joodse gemeenschap. Hoewel het delicaat is wil ik tot slot nog wel benoemen dat het samengaan van authentiek en godsdienst een heel moeilijke relatie is. Ik schaam mij dan ook wel voor de extreme vormen die belangen van anderen schaadt en waarbij de legitimatie wordt gevonden in het Oude Testament.
En tot slot de derde vraag: Wat betekent Christus voor mij, of wat betekent de Messias voor mij in brede zin, nu en in de toekomst?
De Messiaanse verwachting, het is toch fantastisch dat wij die gedachte of u nou christen, moslim of jood bent deelt, want we zijn Messiaanse godsdiensten. We verwachten een betere toekomst.
En toch, het begrip Messiaanse tijden is in het jodendom zo abstract, dat het buiten onze menselijke vermogens ligt om daar een concrete voorstelling van te maken. Net zo goed als een heelal dat uitdijt met de snelheid bijna gelijk aan het licht, maar waarin, waarheen dan? (Ik las vanochtend nog dat een Joodse wetenschapper hier weer een prijs mee heeft gewonnen). Of plekken in het heelal die zoveel aantrekkingskracht hebben, dat zelfs licht er niet aan kan ontsnappen. Dat kun je je niet voorstellen, wat is dat nou. Het enige wat we kunnen waarnemen zijn de verschijnselen die zon fenomeen teweeg brengt. Die verschijnselen worden dan geïnterpreteerd. Zo is het ook eigenlijk met godsdienst. We kunnen het als mens niet doorgronden. Alleen de verschijnselen kunnen we waarnemen en er betekenis aan toekennen. Daarbij is de waarneming persoonlijk. Het is zo abstract, dat het door iedereen verschillend wordt beleefd. Zo heeft het verschijnsel Messias in het jodendom een lange geschiedenis achter de rug. We denken steeds weer tekenen waar te nemen, die de Messias aankondigen, om daarna de teleurstelling te moeten verwerken dat we nog niet het niveau hebben bereikt om aan het begrip Messiaanse tijd ook daadwerkelijk invulling te kunnen geven. Laat staan dat die tijd in afzienbare tijd aanbreekt. Tot slot een wijsheid. In de witte gebieden van de Thora, de ruimte tussen de letters en de regels, daar staat de waarheid. Het is onze taak om de verschijnselen, letters, woorden, regels, wat we waarnemen om ons heen, nauwkeurig en met gepaste eerbied te bestuderen om daarmee dichter bij de waarheid te komen en ons als mens te evolueren naar het hogere plan. Want dat voelen we, er is een hoger plan. Het is een zware en verantwoordelijke taak, want het doet een beroep op ons gehele intellectuele en creatieve vermogen. Niet iedereen kan daar zomaar deel van uit maken. Niet iedereen. Want als de Kennis, met een hoofdletter, in verkeerde handen valt, leidt het tot een nietsontziende destructie. En dat kunt u ook dagelijks in de krant lezen. De gevolgen zien we om ons heen. Maar als de Kennis wordt gekoesterd, of gedeeld, zal het tot zegen zijn van de hele mensheid. Daarin hebben wij als Joods volk een specifieke taak.
Wij wachten bij de bushalte. Het is al laat, we willen naar huis. Eindelijk komt de bus, maar hij stopt niet, de chauffeur rijdt door. De bus is vol. Zonder te stoppen rijdt hij door.
Wij denken na. Hoe vaak gaan wij zonder te stoppen aan anderen voorbij. Aan anderen die verlangend op ons wachten, wachten op een gesprek, wachten op iemand die naar hen luistert, wachten op een gebaar, wachten op een lach, een vriendelijke blik, maar wij gaan door. Waarom Heer, gaan wij door?
Wij zijn net als de bus, tot de nok toe vol, vol van onszelf, vol van onze ergernissen, onze vreugde, onze haat, onze liefde, onze angst, onze moed, onze nederlagen, onze overwinningen, ons gebrek, ons bezit.
Wij zijn van onszelf vervuld, wij zijn vol van onszelf en gaan aan anderen voorbij. (een gedicht uit India)
Na de getuigenis van de christen op de buitendag van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB, waarover ik schreef op 11 oktober, kwam de moslim aan de beurt. Ook dat zal ik hier verkort weergeven.
In naam van God, de meest Barmhartige en Genadevolle.
Wat heeft mijn geloof mij te bieden als moslim zijnde?
Waarom ben ik een trouwe aanhanger van mijn geloof? Mijn geloof is mijn houvast in dit leven, want zonder mijn geloof, zonder Islam zou ik niet weten wat ik zou moeten, dan zou ik eigenlijk als een verloren mens op aarde rondzwerven. Ik geloof in Allah. Ik gebruik het woord Allah, ik zou ook God kunnen zeggen, maar van God kun je het meervoud gebruiken of je kunt er de mannelijke en vrouwelijke kant van kiezen, maar in het Arabisch heeft Allah één betekenis, je kunt er geen andere aanvullingen aan geven. Daarom gebruik ik de naam Allah, maar ik zal tussendoor ook het woord God gebruiken.
Ik geloof dat Allah de schepper is van alles wat op aarde leeft: van mens tot dier, tot insect of de zon die op ons schijnt, dat haal ik uit de Koran, uit hoofdstuk 2 nr. 21. De Koran is voor mij het boek, de bekendmaking van God, door Allah aan de profeet Mohammed, vrede zij met hem. Het is de leidraad voor de mens en de mensheid.
Trouw blijven aan mijn geloof, dat is voor mij van heel groot belang. Als ik niet trouw kan blijven aan mijn geloof, dan is het voor mij in principe afgelopen. Dan kan ik net zo goed mijn geloof loslaten, dan ben ik voor mijzelf een hypocriet. Het is natuurlijk een bewuste keuze die ik gemaakt heb. Ik ben niet met een baard geboren, maar die heb ik laten staan op een latere leeftijd. Uiteindelijk heb ik zelf bewust de keus gemaakt voor de islam te kiezen. Ik had ook voor het christendom of voor het jodendom kunnen kiezen of atheïst kunnen worden, maar voor mezelf heb ik bewust en met volle overtuiging voor de Islam gekozen.
Waar ben ik niet trots op of eigenlijk, waar ben ik wel trots op:
Ik ben trots op mijn hele geloof, de gehele Islam. Mijn geloof, en dat zeg ik met volle overtuiging brengt de cohesie tussen de mensheid. Het schept saamhorigheid of het hoort saamhorigheid te scheppen, laat ik het zo zeggen, en het hoort de mensen samen te brengen.Het is ook van heel groot belang voor je levenswijze als mens. Je hoort goed te zijn voor je medemens. Voor elk mens, of het nou moslim is of geen moslim dat doet er niet toe, daar zit geen verschil in. Op één ding ben ik zeker niet trots, dat is het gedrag van sommige moslims tegenwoordig. Als ik het alleen beperk tot Nederland dan denk ik aan de grote steden en het gedrag van sommige moslimjongeren daar. Het zijn, plat gezegd, de raddraaiers, de relschoppers, noem het zoals u wilt. Ik ben daar absoluut niet trots op, want je hoort vaak in de media: het zijn moslims die het gedaan hebben. Het klopt, de jongeren zijn moslims, maar hun gedrag is absoluut niet islamitisch. Die jongeren hebben naar mijn idee weinig kaas gegeten van de Islam. Ik ben van mening dat ze hard aangepakt moeten worden om dit gedrag tegen te werken en weg te nemen bij die jongeren.
Vraag 3: Wat betekent Jezus voor mij of wat betekent de Messias voor mij.
Jezus is voor mij een profeet, niets meer en niets minder. Als moslim geloof ik niet dat Jezus de zoon van God is of dat hijzelf een god is, of in de drie-eenheid. Ik geloof dat hij een mens is die uit een mens is voortgekomen, op een wonderbaarlijke manier, zonder vader.
Dat was de schepping van God. En God geeft in de Koran de vergelijking tussen de schepping van Jezus en de schepping van Adam. Allebei zijn ze uit het niets voortgekomen. Allah zegt in de koran: En wij deden Jezus, zoon van Maria, in hun (de eerdere profeten) voetsporen treden,vervullende hetgeen over hem in de Thora was geopenbaard. Islam zonder de leiding van eerdere boodschappen en daarmee ook van de eerdere profeten, is geen volledige Islam en voor mij dus geen Islam. Als moslim geloof ik in alle profeten die er geweest zijn op deze aarde dus ook in Jezus Christus, vrede zij met hem. Het waren allen profeten en boodschappers van Allah.
Zij brachten de mensheid leiding omdat mensen de neiging hebben om te dwalen. In de Koran staan heel veel verzen over Jezus en dat zijn zelfs prachtige verzen, als moslim ben ik daar trots op.
Ook geloof ik dat Jezus niet dood is gegaan. Als moslim geloof ik dat Jezus verheven is naar de hemel door zijn schepper. Uiteindelijk zal hij terug komen op aarde, bevestigende hetgeen de profeet Mohammed heeft geopenbaard. De terugkomst van Jezus zal een van de grote tekenen zijn van de dag des oordeels. Als Jezus uiteindelijk op aarde is, zal de antichrist ook op aarde zijn. Hij zal de antichrist bevechten en doden en de mensheid uiteindelijk redden. Dat is Jezus voor mij binnen de islam.
Rabindranath Tagore, brahmaan, werd geboren in India (Calcutta) op 7 mei1861 en overleed op 7 augustus 1941 nabij Bolpur.
Hij was dichter, roman- en toneelschrijver, wijsgeer en mysticus en de eerste Indiër die de Nobelprijs ontving. Hij leerde een vreugde- en liefdevol opgaan in God in het gewone dagelijkse leven en werd vooral bekend door zijn gedichten.
Waar de geest zonder vrees is en het hoofd in fierheid wordt gedragen; Waar kennis vrij geuit kan worden;
Waar de wereld niet verbrokkeld is door muren van bekrompenheid; Waar woorden worden gesproken die uit diepe oprechtheid naar boven wellen; Waar onvermoeid streven zonder aflaten de armen uitstrekt naar de volmaaktheid; Waar de heldere stroom van de rede zijn weg nog niet verloren heeft in de dorre woestijn van de doodse sleur; Waar de geest door U wordt begeleid naar voortdurende verruiming van gedachte en daad In dat paradijs van vrijheid, o Vader, laat daar mijn land ontwaken!
Op 9 september jl. verzorgde onze geloofsgemeenschap
Aan de Regge de jaarlijkse zo genaamde Buitendag, waaraan leden van verschillende afdelingen van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB uit de regio Achterhoek-Twente deelnamen.
s Morgens waren er drie sprekers: een christen, een islamiet, en een jood, die ieder hun eigen geloof toelichtten aan de hand van enkele vooraf gegeven vragen. Het werden drie persoonlijke getuigenissen. Ik geef hier een samenvatting van wat de eerste spreker, christen en lid van de Doopsgezinde Broederschap, zei.
Ik ben lid van een zeer kleine geloofsgemeenschap.
Wij tellen in Nederland zon 10.000 leden; op mondiaal niveau behoren wij tot de circa anderhalf miljoen mensen die zich tot de zo genoemde Anabaptist Churches rekenen.
1evraag: Wat heeft het geloof mij te bieden?
Het geloof geeft mij de mogelijkheid het hoofd te kunnen bieden aan moeilijke situaties die in mijn leven plaatsvinden en om dankbaar te zijn voor de vele goede zaken die op mijn weg komen.
Er zijn in mijn leven genoeg dingen gebeurd, waarin ik al dan niet achterafeen hogere hand meen te kunnen of te mogen zien.
2evraag:Waar ben ik trots op?
Misschien ben ik er trots op dat er bepaalde plekken op de wereld conflicten zijn geweest, waar de daar aanwezigen Mennonieten, zoals wij mondiaal genoemd worden, een duidelijk vrede brengende invloed hebben gehad.En dan denk ik o.a. aan San Salvador en aan Canada. En waar ben ik niet trots op. Bij het ontstaan van de Doperse Beweging was er ook een groep Münstersen olv. van een Hollander Jan van Leiden die, naar mijn mening, de opgang komende beweging naar een geloofsbeleving in eigen verantwoordelijkheid absoluut geen goed gedaan heeft, om het zachtjes te zeggen. Waar ik het ook moeilijk mee heb, is het zegenen van wapens, zoals nog steeds op vele plaatsen op deze aardbodem gepraktiseerd wordt.
En ik heb grote moeite met de regelmatig weerkerende uitspraken van kerkelijke leiders, dat andere geloofsovertuigingen dwaalleren zijn. Daar kan ik absoluut niet tegen. En het is naar mijn idee ook volstrekt in strijd met het evangelie.
3evraag: Waar schaam ik me eigenlijk een beetje voor?
Ik schaam me een beetje voor alle onenigheid binnen de christelijke wereld zelf. Waar schaam ik mij ook voor, en dat is een beetje een hobby van mij, dat het kennelijk toch niet mogelijk is gebleken dat binnen het Nederlandse taalgebied tot een gemeenschappelijke nieuwe bijbelvertaling te komen. En dan als laatste voorbeeld, ik schaam mij eigenlijk een beetje voor het feit dat christelijke kerken, geloofsgemeenschappen zo u wilt, geen kans zien een plek te bieden aan de alom geconstateerde behoefte van de moderne mens aan spiritualiteit.
4evraag: Wat betekent Jezus voor mij?
Persoonlijk maak ik geen onderscheid in wat betekent de Messias voor mij of wat betekent Jezus voor mij. Jezus en Jezus Messias is voor mij één en hetzelfde. Vooral in de bergrede, het stuk evangelie naar Mattheus, 5, 6 en 7, komt Jezus met zijn bedoelingen naar voren. Omzien naar elkaar, een medemens zijn voor je medemens. Weet je een schepsel naar Gods gelijkenis en gedraag je dienovereenkomstig.
Als ik het beeld van Jezus mag gebruiken, Ik ben het licht der wereld, zoals het in Johannes 8 vers 12 staat, dan zou ik willen zeggen: het licht loopt voor mij uit en het achtervolgt mij. Het verlicht mijn pad, soms is het volstrekt onzichtbaar of wil ik het helemaal niet zien. Het kan mij verblinden en het kan over mij heen schijnen zodat ik mijn omgeving goed kan waarnemen. Dat is nu zo en in de toekomst. Voor mij in ieder geval verandert dat niet hoop ik.
Twee hagedissen met puntige staarten, zaten op zekere dag in het gras. Eén heette Maurits, de andere Maarten. Allebei hadden ze puntige staarten, maar het bijzondere was, kijk: Maurits was groen, dat was minder apart, maar: Maarten was helemaal zwart, ja, Maarten was helemaal zwart!
Twee hagedissen, een groene, een zwarte, hadden een boeiend gesprek. Maarten zei: wát is nu toch het aparte, is dat het groene of is dat het zwarte? Maurits zei: doe niet zo gek. Kijk: zwart is aparter, want groen is normaal. Dus: dat is het hele verhaal, heus , dat is het hele verhaal.
Twee hagedissen, een zwarte, een groene, zeiden op plechtige toon: Laten we ons met de feiten verzoenen. Ik ben een zwarte en jij bent een groene en allebei zijn we gewoon. Kijk: kleur is de buitenkant, kleur is de schil. Van binnen bestaat geen verschil, nee, van binnen bestaat geen verschil!
Er was eens een koning in het Midden Oosten...........
Rumi, één van de belangrijkste Perzische dichters en soefi-mysticus
Soefi-verhaal
Er was eens een koning in het Midden Oosten.
Soms was hij heel gelukkig, maar dan gebeurde er altijd weer iets waar hij erg treurig van werd. Op een dag zat hij heel erg in de put en raadpleegde een oude wijze man.
Ik wil alles betalen wat u maar wilt om net zo sereen en wijs te worden als u, sprak de koning.
De wijze man antwoordde: Ik denk dat ik u kan helpen, maar de prijs is zo hoog, dat zelfs uw hele koninkrijk als prijs niet voldoende zal zijn.
Enkele weken later verscheen de oude wijze man weer en gaf de koning een eenvoudige gouden ring met de inscriptie: Ook dit gaat voorbij.
De koning begreep er niets van. De oude man zei echter: Draag deze ring altijd bij u. Wat er ook gebeurt, goed of slecht, raak de ring aan en lees de inscriptie. Op die manier heeft u altijd vrede.
Moraal van dit verhaal:
Wees je altijd bewust van de vluchtigheid van elke situatie.
Roelof Martinus Frederik Houwink, literator, psycholoog en dichter, met het pseudoniem H. van Elro, werd op 17 januari 1899 geboren in Breda en stierf in Zeist op 3 juni 1987. Hij nam afstand van het orthodoxe christendom en verdiepte zich in de oosterse godsdiensten.
Hij vertaalde in 1976 de Tao-Teh-King van Lao-Tse. Op latere leeftijd begon hij met het schrijven van tankas (Japanse dichtvorm bestaande uit een vers van 5 regels met 5 7 5 -7 7 lettergrepen) en haikus (idem,met 3 regels en 5 7 -5lettergrepen).
Sathya Sai Baba is een controversiële Indiase goeroe, die waarschijnlijk op 23 november 1926 in Puttaparthi is geboren. Hij zegt zelf dat hij 95 jaar wordt. Volgens zijn volgenlingen verricht hij wonderen door materialisatie van kleine voorwerpen en het creëren van zo geheten 'vibhuti', heilige as. Hij heeft diverse scholen, een museum, een uitgeverij en een vliegveld gesticht. Verder een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in openhartoperaties en waar de behandelingen kosteloos worden uitgevoerd.
Wees je er altijd van bewust, dat je niets anders bent dan een schaduw van God, zijn beeltenis. Dan zal geen kwaad je in de weg staan. God wandelt over de koninklijke weg van de waarheid. De schaduw die hem op de voet volgt, gaat door diepten en over hoogten, door vuur en water, door vuil en stof. Maar als je de voeten volgt, zoals de schaduw doet, zul je niet van je stuk worden gebracht door de bergen en dalen van je leven.
Bhagawan Sri Sathya Sai Baba
There is only one religion, the religion of Love;
There is only one language, the language of the Heart;
There is only one caste, the caste of Humanity; There is only one law, the law of Karma;
Ik hoor het zacht gefluister van de regen die tranen stil doet glijden langs mijn raam. De wind is mij vandaag zozeer genegen, hij zingt hoor ik het goed zingt hij mijn naam?
Ik ga naar buiten, want ik wil hem horen. Wat maakt het uit, al word ik nog zo nat. Ik voel mij of ik gisteren werd geboren, alsof ik alles wat geweest is weer vergat.
Ik zie de druppels glinsteren in de heggen. De wind zingt nu de lucht is opgeklaard:
Ik kwam maar even langs om je te zeggen dat God nog zoveel goeds voor je bewaart.
E.IJskes-Kooger
(uit: Op stille wegen)
Enny IJskes-Kooger schrijft eenvoudige gedichten waarin veel mensen troost en bemoediging vinden
Onhoorbaar ging de grote zware deur achter in de kerk een eindje open. De Stilte glipte naar binnen. Hij keek zoekend rond. Zijn blik gleed over de mensen in de kerk.
Zij vierden de dienst. Toen kreeg de Stilte de opvallende gestalte op de achterste rij in het oog. Telkens weer raakte hij onder de indruk van Hem. Snel liep de Stilte door het middenpad op Hem toe en schoof naast Hem.
"Goede morgen, Eeuwige", begroette de Stilte Hem en voor de ander zijn groet kon beantwoorden, ging hij verder: "Ja, Eeuwige, toen ik gisteren met U deze afspraak maakte, dacht ik: laten we maar in de kerk afspreken". Hij maakte een wijzend handgebaar naar de groep mensen om hem heen. Ik wil U namelijk spreken over hèn en dan kunt U gelijk zien wat ik bedoel". "Dat was een goed idee", antwoordde de Eeuwige rustig. Ik moest hier toch zijn". Na een korte pauze nam de Stilte opnieuw het woord: Eeuwige, we moeten eens praten over dat idee dat U een paar weken geleden de voorganger van uw mensenkinderen gaf. Ik bedoel om perioden van stilte in de liturgie op te nemen." De Eeuwige knikte, keek de Stilte vragend aan en zei: "Wat is er met dat idee?" "Eeuwige, het werkt niet! Hebt U gezien hoe de mensenkinderen reageren zodra ik - na de voorbeden - de kerk vul? Hebt U het gezien? De één doet helemaal niets en wacht gewoon af tot de voorganger 'amen' zegt. De ander dwaalt af en maakt zich zorgen over het werk dat wacht. En een derde ontmoet in de stilte zijn eigen onrust, raakt volledig in paniek en tegen de tijd dat het 'amen' klinkt, staat het zweet hem op het voorhoofd. Nee, Eeuwige, mijn aandeel in de diensten kunnen we beter vergeten!" Na zijn fel en geluidloos betoog, keek de Stilte de Eeuwige ietwat uitdagend aan. Maar deze schudde het hoofd. "Stilte, ik wil je graag mijn idee nog een uitleggen", zei de Eeuwige. "De afgelopen weken ben je telkens - na de voorbeden - op mijn menskinderen toegestormd en je hebt je als een loodzware last op hen gelegd. En ieder heeft op zijn eigen manier geprobeerd aan je te ontkomen. De één door lijdzaam te wachten op het 'amen'. De ander door te vluchten in wat morgen wacht. En voor de derde was er eenvoudig geen ontkomen aan. Maar, dat was mijn plan niet! Mijn plan was, dat je je eerst door Mij zou laten vullen. Dán word je namelijk ruimte. Ruimte waarin ik mijn mensenkinderen kan ontmoeten, met hen kan spreken, hen kan troosten en met hen kan samen zijn. Stilte, alleen ben je voor hen een knellende greep. Gevuld door Mij ben je ontmoetingsruimte! Een tijd lang zaten de Eeuwige en de Stilte zwijgend naast elkaar. de Stilte voelde dat hij tot rust kwam. Na de voorbeden schuifelde de Stilte de rij uit naar het middenpad. Daar draaide hij zich om, wenkte de Eeuwige en zei: "Kom Eeuwige, het is uw beurt!" De Eeuwige stond op, vulde de Stilte, keek naar zijn mensenkinderen en fluisterde. "Nee, onze beurt!"
J.M.Baaij, (uit 'ûnderweis', kerkblad van Bergum) Foto: Cenakelkerk, Heilig Land Stichting
Laat mij vandaag even Uw glimlach zien in n bloem, in n mens, in n woord of in n wens,
n gebaar, n brief, n groet misschien ja, laat mij vandaag even Uw glimlach zien.
Laat mij vandaag even Uw glimlach zien waar wolken boven t leven hangen waar duistere krachten samenspannen om onrecht en haat, geweld te biên . ja, laat mij vandaag even uw glimlach zien.
Laat mij vandaag even Uw glimlach zien en daar, waar t leed geen grenzen kent, laat weten dat U daar ook bent in hoop, troost en toekomst bovendien ja, laat mij vandaag even Uw glimlach zien.
Uit: De mens, meester van zijn lot van Inayat Khan
Mozes liep eens langs de oever van een rivier, waar hij een jonge schaapherder zag die in zichzelf aan het praten was.
Nieuwsgierig stond Mozes stil om te luisteren wat de jongen zei. Hij hoorde hem zeggen: O, God, ik heb zoveel van U gehoord. U bent zo mooi en goed, U bent zo vriendelijk. Als U ooit bij mij zou komen zou ik U mijn mantel geven om U te kleden en dag en nacht zou ik over U de wacht houden; ik zou U beschermen tegen de wilde dieren, U baden in de rivier en u heerlijke melk, room en brood brengen, want ik heb U zo lief. Ik zou wel alles willen geven als ik U maar één keer zou kunnen zien. Ik houd zo ontzettend veel van U.
Toen zei Mozes boos: Jongen, wat zeg je daar! De jongen schrok en vroeg: Heb ik iets verkeerds gezegd? Mozes antwoordde: Denk je dat jij God kunt beschermen? God, die de beschermer is van alle wezens, en wil je Hem brood geven? Hij geeft brood aan het ganse heelal. En wil jij Hem baden in de rivier, Hij die de reinste is van al wat rein is? En jij wilt de wacht houden over Hem die alle dingen bewaakt?
De jongen werd bang en dacht: Ik heb iets verschrikkelijks gedaan, en hij voelde zich ellendig en verloren.
Maar toen Mozes verder liep hoorde hij ineens een stem die zei: Mozes, wat heb je gedaan! Ik heb je gestuurd om mijn vrienden tot mij te brengen en nu heb je er een van mij verwijderd. Het komt er niet op aan hoe hij over mij dacht, maar hij dacht aan mij. Je had je er niet mee moeten bemoeien, je had hem moeten laten denken zoals hij over mij dacht.
Iedereen, zegt Inayat Khan, heeft zijn eigen beeld van God. Het is het beste dat ieder zijn eigen beeld houdt. Niemand kan God kennen.
De God die wij kennen, of kunnen kennen, is alleen onze eigen opvatting, een beeld dat wij onszelf van God gemaakt hebben. Het is een grote fout om de voorstelling van God van een ander aan te tasten of te vinden dat hij dezelfde opvatting moet hebben als wij.
In werkelijkheid heeft ieder mens zijn eigen God.
Al de verschillende opvattingen zijn slechts sluiers over één God. (zie ook mijn blog: 14-12-'06)
Zowel de verhalen over de mythologische helden en de Olympische spelen in de antieke oudheid, als de verhalen over de joodse rabbi Jezus van Nazareth zijn ons overgeleverd in dezelfde taal: het Grieks.
In beide reeks verhalen komt het Griekse woord hamartia herhaaldelijk voor. Dit woord is door de christelijke vertalers van de evangelieverhalen en de brieven uit het Nieuwe Testament steeds vertaald door het woord zonde. Maar in de Griekse mythologische heldenverhalen en de verhalen over de Griekse Olympische spelen is dat woord hamartia oorspronkelijk een sportterm, bijvoorbeeld bij het boogschieten en speerwerpen en betekent het daar: het doel missen, niet in de roos treffen.
Als iemand zondigt, betekent dat, dat die persoon zijn of haar wezenlijke doel of bestemming mist, niet bereikt heeft. We kunnen dan zeggen: zonde! Hij of zij heeft gefaald. Omdat vrijwel geen mens zijn totale leven vervult zoals God, zijn Schepper, heeft bedoeld hoe hij zou leven, kunnen we zeggen dat ieder mens zondig is (erfzonde). In de christelijke godsdienst en geschriften (Nieuwe Testament) wordt gesteld dat van alle mensen alleen Jezus van Nazareth die Zoon van Godgenoemd kan worden, geheel zonder zonde is. Hij was vrij van hamartia; hij heeft totaal vervuld wat God hem ten doel had gesteld!
Zo komen de dingen en gaan we verzinnen ze niet, ze gebeuren en al weten we niet waar vandaan ze maken ons blij of we treuren alles is nemen en geven lief kind zo waait de wind.
De wolken ze varen ze varen voorbij de sneeuw van december de bloei van de mei alles wat ik zing wordt herinnering lief kind zo waait de wind 't is 'n hand op je schouder 'n voetstap op 't grind zo waait de wind.
Zo komt de liefde opeens ontmoet je haar ze komt jouw kant op en niemand weet van waar als je de moed al hebt verloren komt onverwacht 'n vrind zo waait de wind. Toon Hermans (zie ook: 9 sept. 2005)