Guus Kuijer, geboren op 1 augustus 1942 te Amsterdam, begon in 1973 boeken te schrijven voor volwassenen, maar werd vooral bekend door zijn kinderboeken, waarvoor hij vaak is bekroond. In veel van zijn boeken en ook in Het boek van alle dingen, waaruit dit fragment komt, gaat het over niet meer bang zijn en hoe doe je dat .
"Wacht zei mevrouw Van Amersfoort". Ze stond op. "Misschien heb ik iets voor je". Ze draaide zich om naar een van de boekenkasten. "Wat wil je later worden eigenlijk?", vroeg ze. "Gelukkig", zei Thomas. "Ik word later gelukkig". Mevrouw Van Amersfoort wilde al een boek uit de kast trekken, maar ze draaide zich verrast om. Ze keek Thomas lachend aan en zei: "dat is een verdomd goed idee. en weet je waar gelukkig mee begint? Met niet meer bang zijn". Guus Kuijer
De dichter Paul Verbruggen werd geboren op10 september 1891 in Boom en overleed op 17 juni 1966 in Deurne. Hij hield veel van de natuur, die hij zag als het symbool van Gods schepping.
Autodidact wat talen betrof, kende hij Frans, Duits, Engels, Spaans, enkele Scandinavische talen, Grieks en Latijn. Een van zijn vrienden was dichter Paul van Ostaijen.
Ik heb de hele winter niet geweten
dat er van U, diep in dit dode woud ergens wat goud bedolven lag. Met lege hand en hart en tot geen offerande klaar trad ik in t bos en vond Uw eerste krokus in de zon. Hij stond zo schitterend op het donkergroene mos, zo enig licht tussen het koude naakte hout, en iets wat ik de ganse winter was vergeten, ging weer aan t smeulen met een teedre gloed. Zo stond ik lang, gelukkig en verenigd met die kleine krokus in de zon, en wist opeens hoe diep de kleinste dingen leven en zei heel simpel: God, hoe mooi!
Verslagvan een lezing die dhr. Roelof Tichelaar uit Hoogeveen hield voor de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap Aan de Regge op 24 januari j.l. Hij sprak over: Ik wil alleen maar aardig zijn.
Dhr. Tichelaar heeft een praktijk voor psychische, pastorale en spirituele hulpverlening en naast zijn lezingen schrijft hij boeken diedaarmee te maken hebben. Deze avond is zijn onderwerp Ik wil alleen maar aardig zijn, daar kwamen velen op af want, zegt dhr. Tichelaar, dit onderwerp raakt iedereen.
Het stellen van grenzen heeft alles te maken met het jezelf kunnen zijn en dat is een van de geestelijke opdrachten hier op aarde. We zeggen allemaal wel eens ja als we nee bedoelen, maar liefdevolle grenzen zijn altijd beter dan grenzenloze liefde. Bij een burnout worden we tot stilstand gebracht. We zijn onze grenzen voorbij gegaan en die moeten we opnieuw gaan stellen. Het is geen vrijblijvende zaak, maar een heilige opdracht. We hebben er vaak behoefte aan om bevestigd te worden, dit heeft alles te maken met hoe je tegen jezelf aankijkt. Dikwijls zit er een diepe pijn achter verborgen. Als je jezelf niet de moeite waard vindt, kun je ook geen respect verwachten.
De geest, ons eigenlijke ik, mag je niet ontkennen en met voeten laten treden. Dit mogen we met recht zonde noemen.
De naaste is niet belangrijker dan wij zelf. We moeten de weg van het evenwicht kiezen, de balans. Schuldgevoel en angst kunnen erg in de weg staan. Het geweten kan ons er toe bewegen een offer te brengen.
Dat geweten wordt gevormd door de goddelijke vonk die in ons is, maar ook door wat ons geleerd is. Er is een menselijk en een goddelijk geweten. Er is meer nodig dan het aangeleerde geweten. We moeten ons openstellen voor de weg van de Geest . In de geest vinden we de verbinding met God weer terug. Hij straalt liefde en wijsheid uit. Elke keer moeten we weer een beroep doen op eigen innerlijke weg.
We mogen onze eigen weg gaan, maar dat gaat gepaard met tegenkrachten die ons op een dwaalspoor kunnen brengen.
De normen en waarden van onze maatschappij hebben veel invloed op ons en kunnen ons in de weg staan. De tijdgeest creëert verwachtingspatronen. Het kan zijn dat je dan offers moet brengen, maar een zuiver offer is er een in een sfeer van vrijheid en liefde.
We moeten niet de schijn ophouden, maar open zijn en ons kwetsbaar durven opstellen. Diep één zijn; eenvoud is een deugd. We mogen leren echt te zijn, niet terughoudend. Als je verstopt zit achter een masker, loop je het risico niet de mensen te ontmoeten die je in dit leven nodig hebt. Aanvaard ook de donkere kant van jezelf en bestrijd jezelf niet. Er mogen emoties zijn, maar ook hier moeten we onze grenzen stellen. Wat staan we toe? We moeten leren ze te beheersen.
Er zijn verschillende valkuilen zoals het niet gekwetst willen worden. Dan bepaalt de angst je leven. Durf te voorschijn te komen. Agressie is per definitie verkeerd, maar we kunnen ook te snel met vergeving klaar staan. Zolang het mes van de vijand nog in je rug steekt, kun je niet vergeven. Agressie is een stuwende kracht, bedoeld om het heilige in ons te beschermen. Soms moeten we onze innerlijke tempel met deze vuurkracht reinigen, maar vooral spirituele mensen hebben moeite met deze kracht. Irritatie kunnen we ook zien als een waardevol signaal dat ons wat te vertellen heeft. We zullen ons moeten verzoenen met die krachten in ons zelf en grenzen stellen aan ons eigen ego.
Bij de opvoeding van kinderen hoort, naast liefde, ook discipline en het stellen van grenzen.Kinderen hebben grenzen nodig en hebben recht op correctie. Ze moeten leren omgaan met nee, maar het is wijs te laten zien waarom iets niet mag. Ouders moeten in hun autoriteit staan zonder autoritair te wezen. Ook moeten kinderen grenzen stellen naar de ouders toe. Volwassen kinderen proberen vaak, door het eren van hun ouders, een inhaalslag te maken voor de liefde die ze als kind hebben moeten missen. Soms is het beter vader en moeder te eren door maar weg te blijven en grenzen te stellen.
In de partnerrelatie moeten de mannelijke en vrouwelijke kracht in onszelf in evenwicht zijn. Communicatie is hier erg belangrijk. Spreek je uit, anders gaat iets woekeren. Politieke correctheid kan heel ondermijnend zijn met als gevolg een te ver doorgevoerde tolerantie.
Ook een cliënt bij de therapeut moet zijn grenzen stellen en nooit blindelings adviezen opvolgen. De therapeut moet genoeg beroep doen op de verantwoordelijkheid van de cliënt.
Heb oog en oor voor jezelf en blijf trouw aan jezelf. Wees echt.
De geest in ons heeft liefdevolle aandacht in ons nodig om te kunnen groeien.
Je kunt wel gaan...je hoeft niet meer te komen! Je praat altijd van zwijgende berusten. Dat kan geen mens...dat doen alleen de bomen, die naakt en weerloos in de stormwind staan.
Jij hebt een vrouw...jij kunt wel in je lot berusten. Mijn bed is leeg...ik ben ziek en alleen. Je zegt dat ik gehoorzaam heb te volgen, maar ging je zelf die kant gewillig heen?
Je moet niet zo over Gods daden praten. Denk wat het is, ze stil te ondergaan; en voel je eens je hart van God verlaten, kom dan nog even bij mij aan.
Misschien dat we elkaar dan beter kunnen vinden, dat je mijn schreien beter kunt verstaan. Misschien...gaan we dan samen zachtjes zingen: Wat God doet is toch welgedaan!
Jaap Kroonenburg
Er is weinig bekend over de dichter Jaap Kroonenburg (1901-1938) . Hij was een boerenknecht en autodidact uit Noord-Holland. Hij stierf aan een ernstige ziekte die hij al vanaf zijn jeugd had.
Vivekananda werd op 12 januari 1863 in Calcutta geboren en stierf op 4 juli 1902. Geboren als Narendranath Dutta, werd hij wereldberoemd onder de naam Swami Vivekananda. Hij was als kind al erg met het lot van armen en bedelaars begaan. Later leerde hij zijn volgelingen om zieken en armen te helpen en tolerant te zijn voor andere religies, waarin hij zelf het voorbeeld gaf.
Zijn grote leermeester was Sri Ramakrishna (zie ook: 6 aug. 2005).
Een generalisering die met een persoonlijke God eindigt, kan nooit universeel zijn, want om de opvatting van een persoonlijke God te hebben, moeten wij vóór alles zeggen dat hij (of zij) dan volkomen barmhartig, volkomen goed is. Maar deze wereld geeft een vermenging te zien van goed en kwaad. Zo zult u altijd zien dat het idee van een persoonlijke God gepaard moet gaan met een persoonlijke duivel. Goed en kwaad behoren tot de wereld der betrekkelijkheid; wat voor de een goed is, kan voor de ander kwaad zijn. En omdat God boven alle betrekkelijkheid moet staan, is het idee van een persoonlijke God geen juiste generalisering.
Václav Havel, werd geboren op 5 oktober 1935 in Praag
Hij is een Tsjechisch schrijver en politicus en erelid van de Club van Rome. Hij werd vooral bekend als een vooraanstaande figuur in de strijd tegen het communistische regime en als de laatste president van Tsjechoslowaije.
Hoop die in ons is
Diep in onszelf dragen we hoop: als dat niet het geval is, is er geen hoop. Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt. Hoop is niet voorspellen of vooruitzien. Het is een gerichtheid van de geest, een gerichtheid van het hart, voorbij de horizon verankerd. Hoop In deze diepe en krachtige betekenis is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft. Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet alleen omdat het kans van slagen heeft. Hoop is niet hetzelfde als optimisme evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen, wel de zekerheid dat iets zinvol is ondanks de afloop, het resultaat. Václav Havel
Mahatma Gandhi, de geestelijke vader van India, werd op 2 oktober 1869, als Mohandas Karamchand Gandhi, geboren in Porbander in de provincie Gujarat .Op 30 januari 1948 werd hij in New Delhi door een extremistische hindoe vermoord.. Hij werd bekend door zijn geweldloze acties, waarin hij streefde naar verzoening tussen hindoes en moslims in India. Mahatma is een eretitel en betekent grote ziel.
Hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van het moderne India.
Leven
Ik heb gezien dat het leven temidden van dood en vernietiging blijft bestaan en dat er dus een hogere wet moet zijn dan die van dood en vernietiging.
Soms een gedachte om vast te houden je schrijft zolang de woorden op het strand van je geheugen dan komt de zee van alledag en is de gedachte er nooit geweest.
Confucius, een Chinese wijsgeer die leefde van 551 v.Chr. tot 479 v.Chr., was beroemd om zijn citaten. De leer van het Confucianisme, die de nadruk legt op een humaan bestuur boven een gezagshandhaving door geweld, werd door zijn discipelen te boek gesteld. Confucius heeft grote invloed gehad op de Chinese beschaving. De viering van zijn geboortedag vindt ieder jaar plaats op de 28e van de achtste maand van de Chinese kalender.
Enkele uitspraken:
'Te weten wat men weet en te weten wat men niet weet, dàt is weten'. --------- 'Wie weet en weet dat hij weet is wijs: volg hem; Wie weet en niet weet dat hij weet, die slaapt: wek hem; Wie niet weet en weet dat hij niet weet is onwetend: leer hem; Wie niet weet en niet weet dat hij niet weet is dom: mijd hem'. Confucius
Maar hoe vind je iemand die weet dat hij weet en daarom waard is nagevolgd te worden? Het zou kunnen dat die mens ten onrechte denkt te weten dat hij weet en niet weet dat hij niet weet).
Toon Hermans werd als Antoine Gerard Theodore Hermans in Sittard geboren op 17 dec. 1916. Hij overleed in Nieuwegein op 22 april 2000. Hij was een bekende Nederlandse cabaretier, zanger en dichter. Daarnaast was hij ook kunstschilder.
Stille Nacht
Vannacht gaat Jan ter kerke en naar de heilige mis, dat doet hij één keer in het jaar omdat het Kestmis is. En Petrus op een hoge ster zegt: "Kijk es, Lieve Heer, daar heb je Jan, hij komt van ver, maar hij is er toch maar weer". Toon Hermans
Geen ster te zien, slechts neonlichten van reclame zetten de wijzen van het westen aan vanwege t Kerstkind extra in te slaan en zich een welvoorziene tafel niet te schamen.
Geen ster te zien, maar wijs of niet, zij die zich schamen tasten de weg terug naar Kind en stal. Stal staat voor wereld en is overal, ontdekken zij, en daar is Hij, mens met ons samen.
Inge Lievaart (uit:Anno Domini)
Inge Lievaart, 90 jaar, is bekend door haar christelijke gedichten, maar ook door haar haikus. Onder de naam Anna Terweel dichtte zij al in de Tweede Wereldoorlog in een illegaal blad. In augustus jl. kwam een bundel van 200 haikus van haar uit bij uitgeverij Kok, getiteld: De binnenkant van het zien.
Een groot gebeuren dit jaar was de door onze geloofsgemeenschap georganiseerde lezing van Prof. dr. Herman Pleij over Erasmus, op 11 november jl. in de Biologische Boerderij Het Exoo van de familie Busger op Vollenbroek in Enter. Hier volgt een verslag van die bijeenkomst.
Herman Pleij wilde het vooral hebben over de dominante invloed van Erasmus op de Nederlandse cultuur. Maar eerst gaf hij nog een verhandeling over het, in verschillende opzichten, bijzondere van 11 november. In veel landen is het een herdenkingsdag i.v.m. de wapenstilstand in de 1e Wereldoorlog, maar het is ook het begin van de zg. schoonwasfeesten. Deze dienen voor het reinigen van de samenleving. Het zijn z.g. ventielfeesten. Sint Maarten is het eerste van deze reeks die wel tot Pasen toe loopt en waarbij je orde op zaken gaatstellen. Tot deze feesten behoren o.a. ookhet carnaval, Sinterklaas, 1 Januari, Drie Koningen enz. Er gebeurden tijdens die feesten in de middeleeuwen vaak veel zaken die de kerk niet kon waarderen. Over het een en ander wordt door dhr. Pleij smakelijk en humoristisch uitgeweid.
Wat heeft Erasmus hiermee te maken? De Lof der Zotheid is het bekendste en belangrijkste werk van Erasmus. Het was al in zijn tijd een bekend werk, maar er waren ook mensen die er schande van spraken. Het boek heeft veel te maken wat er aanzotheid in die 15e en 16e eeuw aan de gang was en hiermeeis dus de band met 11 november gelegd. Erasmus reisde door heel Europa en tijdens een van zijn reizen naar Engeland, naar zijn vriend Thomas More, schreef hij dit prachtige werk dat nog steeds behoort tot de wereldliteratuur. Er zijn op het ogenblik 3 afzonderlijke moderne vertalingen in het Nederlands verkrijgbaar. In De Lof der Zotheid wordt alles betrekkelijk gemaakt, je wordt steeds op het verkeerde been gezet. Erasmus wil de absolute zekerheid wegnemen. Het gaat er om, dat je ontregeld wordt, niet in vaste patronen denkt, maar gaat relativeren.
Wijsgeren hebben grote baarden, zegt Erasmus,om te imponeren, maar denk dan onmiddellijk dat een geit ook een sik heeft.
Erasmus is eigenlijk de grondlegger van de moderne westerse wereld. Hij is degene die de volksgewoonten en zotheidcultuur omhoog tilt en een soort wetenschappelijk fundament geeft. Hij heeft specifieke ideeën die naar zijn mening de mensheid zouden moeten redden en vooruit helpen en die weet hij wetenschappelijk te funderen door te verwijzen naar de klassieke cultuur die een grote rol speelde in zijn leven en door te verwijzen naar middeleeuwse filosofen en vooral door te redeneren en met teksten bezig te zijn. Vóór alles was hij filoloog, een tekstwetenschapper. Hij was altijd uit op het vaststellen van de juiste teksten. Hij vond zelf het vaststellen van de juiste tekst van het Nieuwe Testament zijn belangrijkste werk. Hij was bezig die zuivere teksten te herstellen. Maar hij maakte ook colloquia, leerdialogen, samenspraken over hoe de mensen met elkaar om moeten gaanen allerlei commentaren en traktaten over alles en nog wat. In toneelspelletjes werden alle problemen van die tijd ter discussie gesteld. Ze zijn vertaald in het Nederlands en in Nederland te koop. De problemen, die ons ook nu nog aan gaan, doen heel modern aan.
Erasmus had buitengewoon veel kritiek op de praktijken binnen de kerk. Hij leert dingen die in onze tijd in hoge mate evident geworden zijn. Het was heel revolutionair en gevaarlijk om die standpunten in te nemen in zijntijd. Hij drijft de spot met met priesters en met monniken. Hij was de man van het relativeren, maar het was een tijd van absolutisme, de kerk had de waarheid in pacht.
Men verwachtte dat hij uit de kerk zou stappen en een protestantse volgeling van Luther zou worden, maar nee. In een open brief aan Rome schrijft hij, dat hij in de kerk blijft, maar laat er meteen op volgen, totdat er een betere kerk is . Hij relativeert hier weer door te laten zien dat de kerk ook mensenwerk is. Dat was wel ketterij rond 1500! Erasmus jaagt voortdurend iedereen in het harnas. Hij drijft de spot met alles. In zijn colloquia, bestemd voor 15-16 jarigen, leert hij dat je in discussies moet luisteren naar anderen, dat je respect moet ontwikkelen voor een afwijkend standpunt. De waarheid is relatief.
Het geboortejaar van Erasmus is niet helemaal duidelijk, maar hij is geboren in Rotterdam en opgegroeid in Gouda. In 1536 is hij in Basel overleden. Hij keerde zich nogal eens tegen de Lage Landen, m.n. het graafschap Holland waar hij geboren is. Dat is erg verbonden met problemen rond zijn geboorte. Hij was een bastaard, maar de juiste feiten zijn hier niet met zekerheid over bekend. Zijn leven lang blijft hij te keer gaan tegen het monnikdom dat hem als kind werd opgedrongen en dat niet bij hem paste. Hij voelde zich opgesloten in het klooster, want hij mocht daar eigenlijk niet weg, en in zijn ontwikkeling tegengewerkt. Toch blijft hij zich wel altijd erg identificeren met de Hollander. Als men hem een botte Hollander uit Rotterdam noemt, die te direct en te grof de waarheid zegt, is hij het er wel mee eens. Hij blijft ook altijd Roterodamus achter zijn naam zetten. Op zijn sterfbed, dat jaren duurde, waren zijn laatste woorden in het Nederlands: Ach lieve God, terwijl zijn dagelijkse taal in zijn kringen toch Latijn was.
Erasmus was zeer geïnteresseerd in onderwijs en het opvoeden van kinderen. Hij zei altijd je moet van kinderen houden, anders kun je ze niets leren. Hij had daar ook weer zijn argumenten voor.Hij was van mening, dat de borsten van vrouwenzo hoog zitten omdat ze dan de kinderen meteen kunnen knuffelen, bij dieren zitten ze op een andere plaats. Hij ontwikkelde allerlei systemen hoe je kinderen kunt leren lezen. Bijvoorbeeld door ze te laten koekhappen naar letters.
Het concept van Erasmus is gewetensvrijheid. Het werd bepalend voor Willem van Oranje, er kwam scheiding van kerk en staat. Dit was buitengewoon belangrijk De Roomse kerk was zeer hiërarchisch en daaraan moest men gehoorzaam zijn. Je mocht niet denken wat je wilde. Dit leidde in die tijd tot martelingen en heksenvervolgingen.
Erasmus wijst op de persoonlijke verantwoordelijkheid voor God. Andere godsdiensten dan de protestantse, werden niet verboden, maar er kwam een gedoogcultuur. Uit veel Europese landen kwamen dan ook geloofsvervolgden naar Nederland.
Erasmus was veel in Vlaanderen en Brabant zijn lievelingsstreek.
In Anderlecht bij Brussel is het Erasmushuis met een prachtige tuin er omheen. Dit 16e eeuwse huis, waar hij in 1519 ongeveer een jaar heeft doorgebracht, is heel goed bewaard gebleven. Je kunt er zijn werkkamer bekijken met het bureau, zijn werken en kunstvoorwerpen. Alles wat indertijd in dat huis stond, staat er nog. Herman Pley spoort ons aan om daar eens een bezoekje te aan brengen.
Herman Pleij schreef de volgende boeken over Erasmus: 'Erasmus en het poldermodel' en 'Het gevleugelde woord'
Een edelman is zo verarmd dat hij zijn drie dochters geen bruidsschat kan geven. De dochters kunnen daarom niet trouwen. De man wordt zo wanhopig dat hij op de gedachte komt zijn dochters als prostituées hun bruidsschat te laten verdienen. Sint Nicolaas komt dit te weten en gooit tijdens drie achtereenvolgende nachten telkens één zak met goudstukken door het open raam naar binnen, zodat de dochters voor de schande behoed worden. De laatste nacht ziet de edelman Sitn Nicolaas en hij bedankt hem.
Marc Chagall werd in 1887 in Rusland geboren als Mojsje Zacharowitsj Sjagal in een chassidisch joods gezin. Hij stierf in Saint-Paul de Vence in Frankrijk in 1984 op 97- jarige leeftijd. Hij volgde een schildersstudie in St. Petersburg en verhuisde in 1914 naar Parijs. daar kwam hij in contact met het kubisme. Hij werd een van de bekendste schilders van de 20e eeuw.
U hebt mijn handen gevuld
Ik ben uw zoon op aarde, die nog nauwelijks loopt. U hebt mijn handen gevuld met kleuren, met penselen. Ik weet niet hoe ik U moet schilderen.
Moet ik de aarde beschilderen, de hemel, mijn hart? Brandende steden, vluchtende mensen, met ogen vol tranen?
Waar moet ik heen vluchten, tot wie omhoog vliegen? Hij die daarginds het leven schenkt, Hij die de dood uitzendt, misschien kan die maken dat mijn schilderij een feest van licht wordt.
Een boerenmeisje liep eens door een wei waar een moslim aan het bidden was. Nu was het voorschrift dat men niet langs de plaats hoorde te lopen waar iemand aan het bidden was. Na enige tijd kwam het meisje weer langs het zelfde pad terug en de man zei tegen haar: "Je hebt iets verschrikkelijks gedaan". "Wat heb ik dan gedaan?", vroeg ze onthutst. Hij zei: "Ik was hier aan het bidden en dacht aan God, en jij bent hier langs gelopen". "O, ja?, zei het meisje, "dacht u aan god? Ik was op weg naar mijn vriend. Ik heb u niet gezien, hoe kon u mij zien terwijl u aan God dacht?"
Uit: De mens, meester van zijn lot van Inayat Khan (zie ook:14-12-'06 en 18-8-'07)
Als het goed is, zegt de schrijver, begint men als men denkt aan God zichzelf te verliezen, zoals een minnaar de gedachte aan zichzelf verliest in de gedachte aan de geliefde.
Een zekere vriend herkent men bij onzekere zaken! Cicero --------------------- Houd ze niet achter, de liefdevolle woorden, tot de dood je je vrienden ontneemt, schrijf ze niet op hun grafsteen, zeg ze liever nu direct en heel beslist! Anna Cummins ----------------------
Men verwerft geen vrienden, men ontdekt ze! Wilhelm Busch ---------------------- Andere mensen goed doen is geen plicht, het is een vreugde, want daarmee groeit onze eigen gezondheid en gelukzaligheid! Zarathustra ---------------------- In iedereen is iets kostbaars dat niet in een ander is. Martin Buber
---------------------- Vertel het mij en ik zal het vergeten, toon het mij en ik zal het mij misschien herinneren, betrek mij erin en ik zal het begrijpen. Indiaans spreekwoord ---------------------- Men heeft slechts dan een hart wanneer men het heeft voor anderen! Friedrich Hebbel ---------------------- De mensen hebben geen tijd meer iets te leren kennen, ze kopen alles kant en klaar in de winkels, maar daar er geen zaken voor vrienden zijn, hebben de mensen geen vrienden meer. Antoine de Saint-Exupery
Op de buitendag van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB, die gehouden werd op 9 september in Rijssen, waren drie sprekers, een christen, een moslim en een jood (zie ook 11-10 en 28-10).
Hier volgt verkort het relaas van de laatste spreker.
Mijn geloof, zoals het is in het jodendom, heeft heel veel te bieden in de vorm zoals die nu nogsteeds bestaat.
Waar ben ik trots op?:
Allereerst op een serie boeken, die verzameld zijn onder de naam Oude Testament of Tenach, waar de Thora een gedeelte van is, met daarin een geschiedenis die ik deel, een wetgeving, verhalen over menselijk gedrag in verhouding tot elkaar en God.
Een God die vaderlijk en barmhartig is en zelfs openstaat, en dat vind ik zo fantastisch, voor onderhandeling zoals met Mozes, maar ook zo nu en dan meedogenloos kan zijn. Verder ben ik trots op de fantastische mondelinge en schriftelijke verklaringen die de geest scherpen enwaarvan sommige zelfs in het Arabisch zijn geschreven door Maimonides in Spanje.
En op de Kabbala tot slot, een wetenschap en handleiding voor ingewijden om de hoogste abstractie te onderzoeken, te delen en te beleven. Dan heb ik het nog niet gehad over de rijke poëzie, zoals die te vinden is in de Psalmen, de inspirerende synagogediensten die ik wekelijks bezoek en de prachtige muziektraditie (ik ben zelf muzikant van huis uit), die door de versobering na de verwoesting van de tweede tempel een unieke vorm heeft aangenomen. Dan heb ik het ook nog niet gehad over al die symboliek en traditie waardoor feest- en treurdagen een gigantische diepgang hebben gekregen en bijdragen tot duurzaam gezinsleven en een unieke sociale cohesie en daarmee ook bijdragen tot overleven. En dankzij de handhaving van het Bijbelse Hebreeuws, kan ik overal ter wereld meedoen aan de godsdienstoefeningen. Ook als ik de landstaal niet spreek, kan ik gewoon de synagogedienst bezoeken. En dat voor een volk dat zo klein is, dat het kleiner is dan een denkbeeldige statistische tolerantie in een onderzoek onder Chinezen. Maar wel een volk dat meer Nobelprijswinnaars heeft voortgebracht dan die miljard Chinezen. Een volk dat gigantisch heeft bijgedragen aan ethiek, filosofie en wetenschap. Enkele tientallen miljoenen mensen waarover meer is geschreven, dan over welk volk dan ook. Leest u maar dagelijks de krant. Een volk dat niet zijn mensen telt maar zijn daden en die waardevolle rollen toedeelt aan de andere monotheïstische godsdiensten. Een volk dat overtuigd is, dat als zij volgens de Thora leeft, er een weldaad op aarde komt. Een volk dat een huwelijk heeft met de aarde zelf, wat zich heeft gematerialiseerd met het land Israël. Ik ben mij er bewust van dat ik als persoon een unieke schakel ben tussen een67- en binnenkort 68- honderdjarig verleden en een hoopvolle toekomst. Ik ben drager van kennis en traditie die zelfs in mijn DNA zit, want je bent joods via moeders lijn. Niet alleen maar een godsdienst, maar het is een levenswijze waar ik trots op ben.
Waar schaam ik mij eigenlijk voor binnen het jodendom?
Dat vind ik een heel moeilijke vraag. Schaamte kan zijn dat ik liever niet in het openbaar tekenen draag van mijn godsdienst. Aan de hoofdbedekking zou je kunnen denken. Schaamte kan zijn dat ik me niet houd aan de vorm van het orthodoxe jodendom. Ik ben in mijn levenswijze vrij liberaal, al ben ik aangesloten bij de orthodoxe gemeenschap. Ik schaam mij voor joden die vinden dat zij binnenhet jodendom de ware vorm van jodendom belijden. Dat kan van Messiaans belijdende joden zijn tot rechts orthodoxe joden, die mij maar een goj vinden. Ik schaam mij voor joden die uit Israël naar Nederland komen en hier een synagoge bezoeken, zonder dat zij een hoofdbedekking hebben meegenomen en eigenlijk nergens meer van weten; ik heb het pas geleden nog meegemaakt. Maar goed, niets menselijks is mij vreemd, want ik vind dat hij of zij joods is, waar via de doorgaande moederlijn het jodendom is doorgegeven.
Dus het is heel moeilijk voor een ander om onderdeel te worden van de joodse gemeenschap. Hoewel het delicaat is wil ik tot slot nog wel benoemen dat het samengaan van authentiek en godsdienst een heel moeilijke relatie is. Ik schaam mij dan ook wel voor de extreme vormen die belangen van anderen schaadt en waarbij de legitimatie wordt gevonden in het Oude Testament.
En tot slot de derde vraag: Wat betekent Christus voor mij, of wat betekent de Messias voor mij in brede zin, nu en in de toekomst?
De Messiaanse verwachting, het is toch fantastisch dat wij die gedachte of u nou christen, moslim of jood bent deelt, want we zijn Messiaanse godsdiensten. We verwachten een betere toekomst.
En toch, het begrip Messiaanse tijden is in het jodendom zo abstract, dat het buiten onze menselijke vermogens ligt om daar een concrete voorstelling van te maken. Net zo goed als een heelal dat uitdijt met de snelheid bijna gelijk aan het licht, maar waarin, waarheen dan? (Ik las vanochtend nog dat een Joodse wetenschapper hier weer een prijs mee heeft gewonnen). Of plekken in het heelal die zoveel aantrekkingskracht hebben, dat zelfs licht er niet aan kan ontsnappen. Dat kun je je niet voorstellen, wat is dat nou. Het enige wat we kunnen waarnemen zijn de verschijnselen die zon fenomeen teweeg brengt. Die verschijnselen worden dan geïnterpreteerd. Zo is het ook eigenlijk met godsdienst. We kunnen het als mens niet doorgronden. Alleen de verschijnselen kunnen we waarnemen en er betekenis aan toekennen. Daarbij is de waarneming persoonlijk. Het is zo abstract, dat het door iedereen verschillend wordt beleefd. Zo heeft het verschijnsel Messias in het jodendom een lange geschiedenis achter de rug. We denken steeds weer tekenen waar te nemen, die de Messias aankondigen, om daarna de teleurstelling te moeten verwerken dat we nog niet het niveau hebben bereikt om aan het begrip Messiaanse tijd ook daadwerkelijk invulling te kunnen geven. Laat staan dat die tijd in afzienbare tijd aanbreekt. Tot slot een wijsheid. In de witte gebieden van de Thora, de ruimte tussen de letters en de regels, daar staat de waarheid. Het is onze taak om de verschijnselen, letters, woorden, regels, wat we waarnemen om ons heen, nauwkeurig en met gepaste eerbied te bestuderen om daarmee dichter bij de waarheid te komen en ons als mens te evolueren naar het hogere plan. Want dat voelen we, er is een hoger plan. Het is een zware en verantwoordelijke taak, want het doet een beroep op ons gehele intellectuele en creatieve vermogen. Niet iedereen kan daar zomaar deel van uit maken. Niet iedereen. Want als de Kennis, met een hoofdletter, in verkeerde handen valt, leidt het tot een nietsontziende destructie. En dat kunt u ook dagelijks in de krant lezen. De gevolgen zien we om ons heen. Maar als de Kennis wordt gekoesterd, of gedeeld, zal het tot zegen zijn van de hele mensheid. Daarin hebben wij als Joods volk een specifieke taak.
Wij wachten bij de bushalte. Het is al laat, we willen naar huis. Eindelijk komt de bus, maar hij stopt niet, de chauffeur rijdt door. De bus is vol. Zonder te stoppen rijdt hij door.
Wij denken na. Hoe vaak gaan wij zonder te stoppen aan anderen voorbij. Aan anderen die verlangend op ons wachten, wachten op een gesprek, wachten op iemand die naar hen luistert, wachten op een gebaar, wachten op een lach, een vriendelijke blik, maar wij gaan door. Waarom Heer, gaan wij door?
Wij zijn net als de bus, tot de nok toe vol, vol van onszelf, vol van onze ergernissen, onze vreugde, onze haat, onze liefde, onze angst, onze moed, onze nederlagen, onze overwinningen, ons gebrek, ons bezit.
Wij zijn van onszelf vervuld, wij zijn vol van onszelf en gaan aan anderen voorbij. (een gedicht uit India)