Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
28-07-2008
De preek
De dichter Cornelis Jan (Kees) Stip werd op 25 augustus 1913 geboren te Veenendaal en stierf op 27 juni 2001 te Winschoten. Hij studeerde klassieke talen aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. In veel van zijn gedichten heeft hij dieren als onderwerp. Hij bediende zich van veel pseudoniemen, maar
de bekendste was wel Trijntje Fop ontleend aan het boek Woutertje Pieterse van Multatuli.
Want menig mensenhart vergeet,
vervuld van eigen mijmerijen,
de nood van zelfs de meest nabijen
en alle tranen die wij schreien
zijn tranen om ons eigen leed.
---------------------------
De preek
Zaterdagavond in de pastorie.
De leeslamp bijt een kegel uit de nacht. Hier wordt weer eens het resultaat verwacht van sterke koffie en theologie.
Had ik, zo heeft hij menigmaal gedacht, maar wiskunde gekozen of chemie.
Daarbij is 1 + 2 tenminste 3.
Bij de drie-eenheid is dat niet van kracht.
Met schrijven, schrappen, schrijven, schrappen, schrijven moet er tenslotte toch iets overblijven waarmee hij, als hij in zijn kerkje staat, als daar vannacht de bliksem niet inslaat, met luider stemme, of het stond gedrukt, uitleggen mag wat God niet is gelukt.
Herman Hesse, een Duitstalig Zwitserse schrijver en dichter, werd op 2 juli 1877 geboren in Calw, Württemberg en stierf op 9 augustus 1962 in Mongagnola, Zwitserland. Zijn werk is veelal autobiografisch en gaat vaak over persoonlijke ontwikkeling en groei. Hij bestudeerde het Boeddhisme. Sidharta, een Indische vertelling, is wel zijn bekendste boek. In 1946 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur.
Het geloof dat ik bedoel, is niet makkelijk onder woorden te brengen. Men zou het ongeveer zó kunnen uitdrukken: Ik geloof dat, ondanks de klaarblijkelijke onzin, het leven toch een zin heeft; ik leg mij erbij neer deze hoogste zin met het verstand niet te kunnen vatten; ik ben echter bereid hem te dienen, ook al zou ik mijzelf daarbij moeten opofferen.De stem van deze zin hoor ik in mijzelf, in de ogenblikken waarin ik werkelijk en helemaal levend en wakker ben. Wat het leven in deze ogenblikken van mij verlangt, wil ik trachten te verwerkelijken, ook als het tegen de gangbare mores en wetten in gaat. Dit geloof kan men op geen enkele wijze bevelen of zichzelf ertoe dwingen.
Als ik voor jou mag zijn een mens die luisteren kan naar alles wat je drukt, naar alles wat je draagt... Als ik voor jou mag zijn een mens die zoekt met jou naar alles wat mogelijk is, naar alles wat nog overblijft... als ik voor jou mag zijn een mens die zwijgen kan wanneer alleen de stilte zegt wat niet te zeggen is, dan dank ik jou om het vertrouwen dat je in mij stelt.
Dhr.Stephan de Jong hield voor onze vrijzinnige geloofsgemeenschap Aan de Regge een lezing over Christelijke spiritualiteit
Dhr. de Jong is predikant, auteur en verhalenverteller en ziet de
christelijke spiritualiteit als het gaan van een weg, waarbij innerlijke omgang met God gepaard gaat aan een aantal praktische wijsheidsthemas. Hij leerde ons vanavond de christelijke spiritualiteit kennen door ons veel wijsheidsverhalen te vertellen.
Het eerste verhaal was De Kaarsvlam van Selma Lagerlöff uit het boek Christus legenden. Hierin wordt een bruut, een gewelddadig man, een totaal ander mens na een kruistocht naar Jeruzalem. Hij slaagt er in zijn belofte, een kaars vanuit de heilige stad Jeruzalem brandend over te brengen naar de kerk in zijn woonstad Florence.
Voor hij daar echter in slaagt dreigt de kaars vele keren, door verschillende omstandigheden, onderweg uit te doven, maar steeds blijft die als door een wonder branden. Dit verhaal zegt ons wat spiritualiteit is. Ieder mens zegt Stephan de Jong heeft een kaarsvlam in zijn leven meegekregen en draagt die bij zich. Die moeten we levend houden. Soms wordt die vlam weer op wonderlijke wijze aangewakkerd.
Met spiritualitas werd in de middeleeuwen het christelijke leven aangeduid, het geestelijke leven. Groei, verandering. Heilzame inzichten in de levensweg. We lezen het in de wijsheidsboeken zoals Spreuken en Prediker. Ook Jezus wordt gezien als een wijsheidsmeester. Zijn praktische aanwijzingen zijn de wijsheden uit het O.T., prikkelende aforismen, verhaaltjes en gelijkenissen.
Hij vertegenwoordigde een revolutionaire wijsheid, hij ging in tegen de prestatiedwang, wat we ook zien bij de andere wijzen.
We zien twee lijnen in de spiritualiteit: de praktische lijn en de filosofische. Spiritualiteit moet ook praktisch zijn.
Luther zei eens: Theologie die niet praktisch is, behoort tot de duivel.
Wat is nu christelijke spiritualiteit? Daar zijn enorm veel soorten in.
Je hebt protestanten en katholieken met daarin nog vele variaties.
De bekende schrijver Anselm Grün vatte de christelijke spiritualiteit als volgt samen: waaruit leef ik, hoe leef ik en waartoe leef ik.
Waaruit leef ik: Ieders bronnen zijn vervuild. Motieven zijn niet vaak zuiver. Je overwint dit niet door het te ontkennen, maar door het te accepteren. Ga ermee in gesprek. Accepteer wie je bent.
Hoe leef je?:Leef aandachtig, wees niet gewelddadig en ga zorgvuldig met mensen om, zodat ze kunnen worden wie ze zijn.
We onderscheiden twee sporen, een vreugdespoor en een verdriet- spoor. Het is even helend naar vreugde te kijken als naar verdriet. Grün nodigt ons uit een persoonlijke lofzang te schrijven:
Wat heb ik geschonken gekregen? Je zult merken dat je groeit. Rituelen kunnen daarbij helpen, zoals een kaarsje aansteken en bijbellezen. Zo herplant je weer de religiositeit in jezelf.
Door het zorgvuldig te doen, wordt je ook aandachtiger.
Waartoe leef ik ?:Spiritualiteit wordt vaak verbonden met levensvlucht, maar spiritualiteit hoort bij het gewone leven.
Het heeft alles te maken met je roeping, je plaats in het leven.
Maar hoe weet je wat je roeping is? Daarvoor kun je de volgende vraag stellen: Welke weg geeft je vrede energie(vuur) vrijheid?
Ieder mens heeft dingen in zijn leven meegemaaktdie niemand anders heeft meegemaakt. Besef dat je iets te bieden hebt wat een ander niet te bieden heeft. De opdracht is het woord te vinden en dat te laten klinken in je leven. Je kunt je ook voorstellen, zegt Grün dat het de laatste dag van je leven is. Wat wil je dan gedaan hebben? Ga dat dan doen. Smeed je wonden om tot parels. Je kunt hierdoor sterk worden (Hildegard von Bingen). Als dat lukt kan het heel vruchtbaar zijn, ook voor anderen.Je kunt ook de fascinatie van je kinderjaren zoeken. Daardoor kun je tot verrassende inzichten komen die je kunnen wijzen waar je roeping ligt. Voor Stephan de Jong zijn er zeven elementen die het belangrijkst zijn in de christelijke spiritualiteit.1. Zelfkennis
2. Weten waardevol te zijn. 3. Gul leven. 4. Wandelen met God. 5. Zinvol leven; zoek je roeping . 6. Vertrouwen en overgave en 7. Weerbaar zijn tegenover lijden en dood.
Houd het gezicht naar de zon gericht, dan valt de schaduw achter je.
Alle mooie en humoristische verhalen van deze avond en vele andere, kunt u lezen in zijn boek met wijsheidsverhalen:
Alfred C. Bronswijk, predikant, dichter, theoloog, schrijver en verteller, was predikant van de PKN (Protestantse Kerken Nederland) in Zwolle en werkt sinds 2004 als vrij schrijver en publicist
Als ik vandaag zou bidden
Als ik vandaag zou biden, dan bad ik om een flinke scheut humor, om een vrolijke blik, om een lach als een warme zomerzon, om een gezicht als een zonnebloem, om ogen vol tevredenheid, om oren die het goede willen verstaan, om een stem vol zang en dans, om de klop van een begrijpend hart, om meer dan voldoende geduld, om daadwerkelijke handen. om bereidwillige voeten, om met open geest mijn weg te gaan, om vooral een intens mens te zijn, die van het woord liefde vandaag een ècht werkwoord maakt.
Een man zat bij de kapper om zijn baard te laten trimmen en zich te laten knippen. De kapper begon met zijn werk en er ontstond een goed gesprek over diverse onderwerpen en actualiteiten. Uiteindelijk kwam het gesprek op het onderwerp God, en de kapper zei:" Ik geloof niet dat God bestaat". "Waarom zeg je dat?",vroeg de klant. "Wel", zei de kapper, "Je hoeft alleen de straat maar op te gaan, om je te realiseren dat God niet bestaat. Zeg mij, als God bestaat, zouden er dan zoveel zieke mensen zijn? Zoveel zwerfkinderen? Als God bestond, zou er niet zoveel lijden en zoveel pijn zijn. Ik kan mij niet voorstellen dat een God zulke dingen zou toelaten". De klant dacht een ogenblik na, maar gaf geen antwoord, omdat hij geen discussie wilde beginnen. De kapper was klaar met knippen en scheren en de klant verliet de zaak. Buiten zag hij een haveloze man met lang vies haar en een onverzorgde baard. Hij zag er ongewassen en onverzorgd uit. De klant ging terug naar de kapperszaak en zei tegen de kapper: "Weet je wat? Kappers bestaan niet!""Hoe kun je dat nou zeggen", zei de kapper verbaasd. "Ik ben hier toch kapper. Ik heb je zojuist geknipt en geschoren!""Nee", riep de klant, "kappers bestaan niet, want als ze wel zouden bestaan, dan liepen er geen mensen rond met vies lang haar en onverzorgde baarden, zoals die man daar buiten". Oh, maar kappers bestaan echt, maar die mensen komen gewoon niet bij me"."Precies", bevestigde de klant. "Dat is nou precies wat ik bedoel! God bestaat ook. Kijk het zit net zo. Omdat de mensen niet naar Hem toe gaan en Hem niet zoeken, daarom is er zoveel ellende op de wereld....". uit:Purmerkerkblad, 3 juni '08
Marinus van den Berg werd in 1947 in Wijhe(Overijssel) geboren. Hij is nu pastor in het verpleeghuis Antonius IJsselmonde te Rotterdam en een veelgevraagd spreker op lezingen en symposiums.
Handen
Gelukkig is de mens die tot het einde toe
handen mag voelen die goed doen.
De hand die met aandacht wast.
De hand die met zorg aankleedt.
De hand die met liefde kamt.
De hand die met tact aanraakt.
De hand die met het hart troost.
Geen mens kan leven zonder die hand,
die teder is,
die behoedt
die beschermt en die bemoediging uitstraalt.
Tot het einde toe
verlangt de mens naar die hand, totdat er die andere Hand is, die alle wonden geneest, die alle pijn heelt, die alle tranen wist.
Tot die tijd kunnen onze handen een voorproef zijn van die handen en handen en voeten geven aan de liefde die onmisbaar is.
Upanishad uit de Vedas, de heilige schriften van de Hindoes
Bewegende is het en onbeweeglijk. Ver is het en toch nabij. Het is binnen in alles en het is buiten dit alles. Maar wie alle wezens hier ziet als in het Zelf,en het Zelf weer in alle wezens, en voor wie alle wezens geworden zijn tot het eigen Zelf, welke waan, welk leed nog bevangt hem, die zo de eenheid aanschouwt? Het Zelf is overal, lichtend, zonder lichaam, heel smetteloos, zuiver, boven alles verheven, wijs, verstandig, alomvattend; alle dingen geeft het een plaats door de eeuwige tijdsruimten heen.
Wij kunnen ons niet verontschuldigen voor negatief gedrag door te zeggen: 'Ik ben slechts als doorn geboren en niet als roos', want anders dan bij de plant is ons de gave verleend van de vrije wil om ons eerder als roos te ontwikkelen dan als doorn te blijven bestaan. Iedere onenigheid en alle misverstanden vallen weg op het moment dat onze geest nobel is geworden. Welk nut hebben religie, filosogie en mystiek wanneer deze niet die goddelijke geest doen ontwaken?
Inayat Khan Zie ook:Vrije wil en noodlot, 14-12-'06
De stratenmaker floot een vrolijk wijsje, hij werkte met plezier, op zijn gemak, want arbeidersvreugde kan er zijn, al heb je misschien geen één diploma op zak.
De dominee bleef even met hem praten,
hij had die dag zijn zieken weer bezocht, het leek hem zwaar, dat werken op de straten, en vroeg hem of dat werk bevallen mocht.
De stratenmaker zei: je moet eens luisteren,
hij zei geen u, alleen gewoon maar jij,
toch lag er heel veel wijsheid in verborgen in wat hij tot die dominee daar zei.
We werken allebei precies hetzelfde, jij met je mensen, en ik op de straat, steeds op je knieën en zelf achteruit gaan, zo krijgen we het beste resultaat.
De dominee had veel om na te denken, eerst op mijn knieën, elke dag maar weer, zelf achteruitgaan, dan pas komt er ruimte voor Jezus, die mijn Koning is en Heer.
Nog mediterend ging hij weer naar huis toe, keek nog eens om, voor hij zijn deur ontsloot, de stratenmaker werkte rustig verder, terwijl hij weer opnieuw een wijsje floot.
'Wat is een zoeker? Hij (m/v) die niet over een arsenaal van geloofszekerheden beschikt, maar met vallen en opstaan tracht iets van het naar zijn veronderstelling achter leven, dood en kosmos verscholen mysterie gewaar te worden. Hij zoekt het niet in kerk en bijbel alleen of hoofdzakelijk, maar snuffelt hier en daar, vermoedende dat het mysterie zich altijd en overal openbaart, al is het dan als 'godsdienst' door de kerken ingekapseld. De zoeker zal gewaar worden, dat de waarheid of wat daarvoor moet doorgaan, niet toebehoort aan een of andere groep, al wil men dat wel eens zo doen voorkomen. Zo'n zoeker zal zich niet op zijn gemak voelen in min of meer dogmatische groeperingen, omdat hij een geloofsbelijdenis, mocht hij deze al willen of kunnen onderschrijven, toch weer zal relativeren, m.a.w. in relatie brengen tot zijn opvattingen. De zoeker is altijd een individualist, ook al kan hij zich in een bepaald collectief goed thuis voelen; daardoor zal hij ook binnen een kring van gelijkgezinden kritisch ingesteld zijn en wat hij daar te horen krijgt 'vertalen'naar wat hem acceptabel voorkomt.
A.de Leeuw (gedeelte uit:Het leven een zoektocht) (uit Mens en Tijd nr.17, Religieus Humanistische Verkenningen)
Deze hymne is geschreven door een schrijver uit de 11e eeuw. Vóór de lezing van de Thora wordt het in de synagoge gezongen op het Wekenfeest, Sjavoeot en Pinksteren
Al vulden we met inkt de zeeën en werden pennen de halmen gras, al was de wereld perkament alom en ieder schrijver van zijn vak: om Gods liefde op te schrijven had de oceaan geen inkt zoveel, en zou het perkament niet reiken al spande het de hemelen rond.
het meisje met don-arisch zwarte haren, met oogen, die verstrakken in een staren of vader gauw de tunnel door zal zijn.
Forensen schuiflen langs de binnendeur en schieten van de trap in daaglijksch jachten, het donkre kind kan enkel staan en wachten vlakbij het hokje van den conducteur.
Dan zwaait een mannenarm een verren groet, op t klein gezicht bloeit plotseling herkennen, ze moet op slag hard naar haar vader rennen, hij bukt zich laag en zoent haar smallen toet.
Nu gaan zij samen door den laten dag, de man gebogen en van zorg gebeten, het ratelstemmetje wil graag weten waarom ze nog niet naar het zwembad mag
O Heer, ik heb vandaag een bede maar: Elk Joodsch gezin wordt haast vaneengereten, Laat de Gestapo deze twee vergeten, Laat die in Jezus naam toch bij elkaar.
Eens was er een rabbijn die wonderen deed. Een kinderloze vrouw ging naar hem toe om hem te vragen dat zij vruchtbaar zou worden. Zij trof hem niet thuis, hij was elders. Maar toen zij daar aan kwam, was hij alweer in een volgende stad. De vrouw was arm en moest te voet gaan. En telkens als ze ergens aan kwam, was hij juist daar vertrokken. Maar eindelijk, na weken zwerven, vond zij hem. De rabbijn was getroffen door haar grote geloof. Hij zegende haar en een jaar later was zij moeder.
Dit hoorde een andere vrouw, die in dezelfde omstandigheden verkeerde. Haar moeilijkheden om de heilige man te vinden waren even groot, maar toen ze hem tenslotte vond, gaf hij haar de zegen niet en zij bleef onvruchtbaar.
Zijn leerlingen vroegen hem wat daarvan de reden was. De rabbijn antwoordde toen: De tweede kende het verhaal. De eerste niet.
Emmanuel Levinas, Joods-Frans filosoof, werd op 12 januari 1906 te Kovno in Litouwen geboren. Hij overleed op 25 december 1995 in Parijs. In de tweede wereldoorlog bracht hij 4 jaar in een krijgsgevangenkamp door. Zijn ouders en broers overleefden deze oorlog niet.
In de gedachtegang van Levinas word je een heilige door je te laten aanspreken door het appèl van de andere mens in al diens weerloosheid.
De Ander, zegt Levinas, kan en mag door mij niet gebruikt worden voor eigen doeleinden en is nooit ongewild te integreren voor mijn eigen doeleinden.
Zoekende
'Tegen mensen die God zoeken, zeg ik: ja, je zult hem vinden, maar bevrijdt eerst de slaven, kleedt de naakten, voedt de hongerigen. Laat de daklozen binnenkomen in je huis. Dat de mensen elkaar onderling niet helpen, dat is de doodzonde! De mens die vraagt: God, waar bent U? weet dat het antwoord van God er niet in bestaat mij te antwoorden, maar mij terug te sturen naar de Ander, ook al is hij een stoorzender en bij uitstek ongewenst, de dakloze, die je tapijt bevuilt.'
Jakob Lorber werd geboren op 22 juli 1800 in het dorp Kaniza in het tegenwoordige Sovenië. Hij was een mysticus die, naar eigen zeggen, door goddelijke inspiratie gedreven, een groot aantal boeken schreef over Jezus en zijn leer en over de kinderjaren van Jezus. Hij stierf op 24 augustus 1864 in Graz.
Het grote wereldoordeel van onze tijd (Profetieën van Jezus voor onze tijd)
Juist het niet begrijpen van profetische geschriften is voor de mens een stimulans voor zijn geest en toont hem wat hem aan ware levensvoltooiing nog ontbreekt. Wat zouden jullie nu zeggen wanneer ik jullie zou vertellen dat over ongeveer 2000 jaar van nu af gerekend, de mensen in die tijd grote kunstmatige ogen zullen uitvinden en fabriceren, waarmee ze in de grote diepten van de sterrenhemel zullen kijken en een totaal andere berekening zullen maken dan de oude Egyptenaren?! Ja, de mensen zullen ijzeren wegen aanleggen en met vuur en stoom in ijzeren wagens voort rijden, bijna zo snel als een afgeschoten pijl door de lucht vliegt. Zij zullen elkaar met ijzeren vuurwapens bestrijden en zullen hun brieven door de bliksem over de hele wereld zenden; en hun schepen zullen zich zonder zeilen en roeispanen, door de kracht van het vuur, voortbewegen en de grote wereldzee zo vlug en gemakkelijk bevaren als een adelaar door de lucht vliegt. En ze zullen duizend en nog eens duizend dingen bewerkstelligen, waar jullie je nu geen voorstelling van kunnen maken. En zie, dat alles kan door jullie nu nog niet worden begrepen
James A. Long werd geboren op 27 augustus 1898 in York, Pennsylvania. Hij stierf op 18 juli 1971. In 1935 werd hij lid van het Theosofisch Genootschap, waarvan hij in 1951 voorzitter werd. Als brug tussen de theosofie en het publiek, richtte hij het tijdschrift Sunrise op.
Of wij Christus, Boeddha of Allah, Brahma, Vishnu of Siva, Tao, Elohim of Jehova aanbidden, instinctief erkennen wij dat de godheid onze bron en oorsprong is en, naar wij hopen, onze uiteindelijke bestemming. ----------- Wanneer wij eenmaal inzien dat het godsbegrip bij ons allen verschilt, maar dat het wezen van de godheid hetzelfde is en dat de goddelijke essentie woont in het hart van al wat leeft, dan hebben wij de basis gelegd waarop een brug van broederschap kan worden gebouwd, die de mens uit de duisternis van vroegere eeuwen kan voeren naar het licht van de toekomst. James A. Long