Hier volgt een verslag van een lezing, die de heer Wim Verschoor hield op 22 april 2007 jl., in de Henricuskapel van de Parkstede in Rijssen voor de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap Aan de Regge.
Wim Verschoor, wonende in Boekelo, is o.a. docent kunst- en cultuurgeschiedenis, verhalenverteller en schrijver. Hij wil niet beweren dat wat hij zegt de waarheid is, maar hij geeft zijn zienswijze weer zoals hijzelf de wereld op dit moment beleeft.
Wetenschap en mythologie
De natuurwetenschappen zijn in staat geweest om ons leven zeer te veraangenamen. De wereld is in korte tijd erg veranderd. Er zijn ontelbaar veel technische veranderingen die wij hebben meegemaakt, denk alleen maar aan het gemak van de auto en de trein. We halen alles uit de wereld om te kunnen genieten en consumeren. Zonder natuurwetenschappelijke toepassingen zouden we eenvoudig niet meer kunnen leven, we zouden omkomen van de honger en gewoon ophouden te bestaan. Toch zijn er veel mensen die bezwaren hebben tegen de natuurwetenschap en haar toepassingen. Wat is nu de grondoorzaak van de protesten tegen wat wel wordt genoemd de technische vooruitgang? Zou het misschien zo kunnen zijn dat wetenschap agressief maakt ? Het is wel heel opmerkelijk dat juist op universiteiten de meeste revoluties zijn begonnen. Waar de onvrede het grootst was, betrof het de natuurwetenschappelijke faculteit. Na het schietincident, het bloedbad dat werd aangericht op de technische universiteit in Virginia op17 april j.l. werd er gezocht naar de motieven van de schutter. Zijn handelwijze had zeker te maken met onvrede. Tegendraads gedrag zoals bij jongeren leeft ook onderhuids bij de ouderen. Het komt voort uit een gevoel dat er iets wordt gemist. De heer Verschoor onderbouwt deze stelling met enige voorbeelden. Het onderwijs is bijvoorbeeld veel zakelijker geworden. En wat doet zakelijkheid? Als we zakelijk met elkaar omgaan, scheppen we afstand. Tussen de een en de ander, maar ook tussen het àndere. Met het andere bedoelt hij dàt aspect in de mens dat zoekt naar zingeving, betrokkenheid en zo je wilt, liefde. Deze andere kant wil gevoed worden, wordt dit ontkent, dan worden wij depressief en misschien wel agressief. Die andere kant in ons zelf voelt intuïtief aan dat theorieën, dogmas, en systemen, ontwikkeld vanuit het zuiver lineaire denken, tekort schieten om onze werkelijkheid te verklaren en te veraangenamen. De rechte lijn is de kortste afstand tussen twee punten. In praktijk kun je wel heel snel van dorp A naar dorp B rijden langs een rechte lijn, maar dan blijkt dat daar ook de meeste ongelukken gebeuren. Zon weg is dodelijk saai, het doodt elke fantasie. We fietsen en wandelen veel liever langs kronkelwegen, dat geeft iedere keer een ander perspectief en dat houdt de mens vitaal. In zijn boek Jij bent het antwoord, schrijft Michael Tamura: Als we verzuimen de geest te helen, zullen we isolement ervaren, want alleen het hart maakt vrienden. Ook verliezen we het gevoel een doel te hebben en waardevol te zijn en er bekruipt je een gevoel van machteloosheid en psychische pijn. Tamura ontdekte dat hoe meer ruimte hij elke dag maakte voor wat hij noemde de geest, hoe meer hij opgewassen was tegen de uitdagingen van die dag. Juist in die wereld van de geest kan de mens antwoorden vinden op de existentiële vragen: Waar komen we vandaan , wie zijn wij en waar gaan we heen? Als we de wereld van de geest binnen gaan, belanden we in een niet-zintuiglijke werkelijkheid die niet gebonden is aan wetten van tijd en ruimte en logica. Het is een wereld waarin wij leven aan de overzijde. We leven in fysieke zin hier, maar we zijn ook elders. We zijn ook daar, en daar beleven we wat zich onttrekt aan onze wetenschappelijke waarneming. We ontmoeten in die wereld onze personas, onze toneelmaskers. We spelen afwisselend de rol van heilige maar ook van demon of held, lafaard, tovenaar, heks, boze stiefmoeder. Soms dragen we ook het masker van een fabeldier: het leugenbeest, de sloddervos, de gifkikker, het zwarte schaap de werkezel , de geldwolf of misschien het serpent. Kaïn en Abel zijn in ons aanwezig. Vele aspecten dragen we met ons mee. Helaas heeft onze dogmatiek en theologie ons dat ook duidelijk gemaakt. De theologie heeft alle personen uit de bijbel en andere wijsheidsboeken gehistoriseerd. Er is niet begrepen dat het allemaal aspecten zijn van krachten die in ons leven. Kaïn dood wat lief gehad wordt door God. En wat lief gehad wordt door God, is ons-zelf, de goddelijke vonk die in ons leeft. Alle constellaties van de horoscoop zijn in een persoon vertegenwoordigd volgens de astrologie. Als we begrijpen dat alle aspecten in ieder mens aanwezig zijn, kunnen we de ander ook zien als: jij bent ik en ik ben jij. We zullen de aspecten van een ander ook in ons zelf waarnemen. Als we de verborgen krachten die in ons werken verdringen, gaan ze rebelleren en keren ze zich tegen ons, bijvoorbeeld in de vorm van een bepaalde ziekte. Het zijn de zg. archetypen of oerbeelden waar Carl Jung van spreekt. Hoe gaan we hiermee om als we ons er niet bewust van zijn ? We komen ze vanzelf wel tegen, zegt de heer Verschoor, in onze mythen, sagen, sprookjes en legenden. Soms ook in onze dromen. Wij creëren ze zelf. Maar ook de oude sprookjes verdwijnen niet. Ze hebben het eeuwige leven, we kunnen ze daarom serieus nemen. Ze zijn nog springlevend en vormen in de psychologie een belangrijke bron om de menselijke psyche te doorgronden. In sprookjes spelen reuzen een belangrijke rol, maar het zijn vaak grote slok-ops. Ze eten hun eigen kinderen op en met hun toverlaarzen vertrappen ze alles wat kleinschalig is en wat nog de menselijke maat heeft. Dhr. Verschoor verduidelijkt het een en ander met een paar voorbeelden. Een van de kenmerken van een mythologisch verhaal is, dat de hoofdrolspelers een relatie met elkaar hebben, maar altijd als tegenspelers worden neergezet. We komen in veel verhalen de onderdrukker en de bevrijder tegen. Representanten hiervan zijn bijvoorbeeld David en Goliath uit de joodse en christelijke overlevering. Het ware koningsschap, en dat is een opdracht voor elk mens, zoekt geen triomf voor zichzelf , maar zet zijn wijsheid en macht in om anderen te dienen. Dit is tevens het onderscheid tussen een held en een beroemdheid. Misschien voelen kinderen sprookjes wel zo goed aan om dat hun denken nog niet gedomineerd wordt door de wetten van de logica. Ze voelen intuïtief aan dat engelen, heksen en demonen in hun binnenwereld werkelijk aanwezig zijn. In sprookjes worden goed en kwaad duidelijk tegenover elkaar gezet. In de werkelijkheid is dat meestal anders. Deze sprookjes en verhalen vormen onmisbaar materiaal bij de morele en ethische vorming van jonge kinderen. Duidelijk is dat onze wereld verbonden moet worden met onze innerlijke wereld om de uiterlijkheden te doorgronden en te kennen. We moeten de wereld van het sprookje, de sage, de mythe, de oude overlevering zoals die in de wijsheidsliteratuur der mensheid, in de bijbel bijvoorbeeld, wordt beschreven natuurlijk niet in een historische context plaatsen. Dan krijg je de discussie, wie heeft er nu gelijk, de wetenschap of de bijbel. Voor Wim Verschoor heeft de bijbel gelijk, maar niet zoals de theologie hem heeft uitgelegd. Omdat die antwoorden hem niet bevredigden is hij de zoektocht begonnen: Waar kom ik vandaan, wie ben ik, waar ga ik heen? Het is de weg die boeiend is, niet het gevonden hebben. Dat punt zullen we nooit bereiken, maar de weg daarheen is schitterend. Wim Verschoor vertelde nog veel meer, maar om het verslag niet tè lang te maken, zal ik het hierbij laten.
11-06-2007, 07:54 geschreven door Postduif
|