Het etsen stamt uit de werkplaats van de wapensmid. Harnassen en wapentuig werden uit ijzer gesmeed en lieten zich niet met een burijn bewerken. De smeden decoreerden hun werkstukken door er met zuur figuren in uit te bijten. Eerst werd de tekening gekrast in een vernislaag waarmee het smeedwerk was afgedekt en daarna liet men er een mengsel van salmiak, azijn en zwavelzuur op inwerken. Waarschijnlijk is men er ca. 1500 in navolging van de kopergraveurs, toe overgegaan van geëtste figuren afdrukken te maken.