O dierbaar België O heilig land der Vaad'ren Onze ziel en ons hart zijn u gewijd. Aanvaard ons kracht en het bloed van onze ad'ren, Wees ons doel in arbeid en in strijd. Bloei, o land, in eendracht niet te breken; Wees immer u zelf en ongeknecht, Het woord getrouw, dat g' onbevreesd moogt spreken: Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Het woord getrouw, dat g' onbevreesd moogt spreken: Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
O Vaderland, o edel land der Belgen, Zo machtig steeds door moed en werkzaamheid, De wereld ziet verwonderd uwe telgen, Aan 't hoofd van kunst, van handel, nijverheid. De vrijheidszon giet licht op uwe wegen, En onbevreesd staart gij de toekomst aan. Gij mint uw Vorst, zijn liefde stroomt u tegen, Zijn hand geleidt u op de gloriebaan. Gij mint uw Vorst, zijn liefde stroomt u tegen, Zijn hand geleidt u op de gloriebaan. Zijn hand geleidt u op de gloriebaan. Zijn hand geleidt u op de gloriebaan.
Juicht Belgen, juicht in brede vol' akkoorden Van Haspengouw tot aan het Vlaamse strand, Van Noord tot Zuid, langs Maas- en Scheldeboorden, Juicht, Belgen juicht, door gans het Vaderland. Een man'lijk volk moet man'lijk kunnen zingen, Terwijl het hart naar eed'le fierheid streeft. Nooit zal men ons van onze haard verdringen Zolang een Belg, 't zij Waal of Vlaming leeft. Nooit zal men ons van onze haard verdringen Zolang een Belg, 't zij Waal of Vlaming leeft. Zolang een Belg, 't zij Waal of Vlaming leeft. Zolang een Belg, 't zij Waal of Vlaming leeft.
Andere versie (van de hand van Victor Ceulemans): Juicht! Belgen, juicht! in vreugdevolle akkoorden Van Haspengouw tot aan het Vlaamsche strand Van Noord tot Zuid, langs Maas en Scheldeboorden, Juicht, Belgen, juicht, door gansch het Vaderland! Een manlijk volk moet manlijk durven zingen Terwijl het hart van eedle fierheid beeft; Nooit zal men ons een morzel gronds ontwringen, Zoolang één Belg, 't zij Waal of Vlaming leeft.(bis) Geen morzel gronds, geen enkel van de rechten Waarvoor het bloed der vadren heeft gevloeid, Zoolang een man, een vrouw, een kind kan vechten, Zoolang een hart in Belgisch harte gloeit. Geen slavenboei wordt ooit ons aangevijzeld, Geen schandig juk van vreemde dwinglandij, Of 't wordt op 't hoofd des dwingelangs verbrijzeld Ons Belgenland blijft eeuwig, eeuwig vrij. (bis) Zingt hooger nog en laat Europa 't hooren, Hier heeft de Vorst, de Grondwet in de hand, Voor God en volk den heil'gen eed gezworen Dat hij slechts leeft voor 't dierbaar Vaderland. Naast d'eersten Belg staan moedvol al de Belgen, Vol eendrachtszin ten heldendood gereed, Die m'één voor één en allen moet verdelgen Eér iemand ooit ons Land het zijne ziet. (bis)
VOLKSLIED - FRANS O Belgique, ô mère chérie, A toi nos coeurs, à toi nos bras, A toi notre sang, ô Patrie ! Nous le jurons tous, tu vivras ! Tu vivras toujours grande et belle Et ton invincible unité Aura pour devise immortelle : le Roi, la Loi, la Liberté ! Aura pour devise immortelle : le Roi, la Loi, la Liberté ! le Roi, la Loi, la Liberté ! le Roi, la Loi, la Liberté !
Après des siècles, des siècles d'esclavage, Le belge sortant du tombeau A reconquis par son courage Son nom ses droits et son drapeau. Et ta main souveraine et fière, Peuple désormais indompté, Grava sur ta vieille banière : "Le Roi, la Loi, la Liberté" "Le Roi, la Loi, la Liberté" "Le Roi, la Loi, la Liberté"
Marche de ton pas énergique, Marche de progrès en progrès! Dieu qui protège la Belgique Souris à tes mâles succès. Travaillons! Notre labeur donne A nos champs la fécondité Et la splendeur des arts couronne Le Roi, la Loi, la Liberté Le Roi, la Loi, la Liberté Le Roi, la Loi, la Liberté
Ô Belgique! Ô Mère chérie! A toi nos coeurs, à toi nos bras. A toi notre sang, ô Patrie Nous le jurons tous, tu vivras. Tu vivras toujours fière et belle, Plus grande en ta forte unité Gardant, pour devise éternelle Le Roi, la Loi, la Liberté Le Roi, la Loi, la Liberté Le Roi, la Loi, la Liberté
VOLKSLIED - DUITS Nach fremder Knechtschaft dumpfen Zeiten Entstieg der Belgier dem Grab Durch seinen Mut sich zu erstreiten Was Banner, Recht, ihm gab. Und deine Hand, die stolze, hehre, O Volk, das einst an Ketten zog, Grub in den Schild der alten Ehre: „Gesetz und König und die Freiheit hoch!”. Grub in den Schild der alten Ehre: „Gesetz und König und die Freiheit hoch!”. „Gesetz und König und die Freiheit hoch!” (bis)
Nun schreite dein festen Bahnen, Von Glück zu Glück, von Nacht zu Nacht, Gott, der beschützet Belgiens Mannen, Auf deine Wohlfahrt hat bedacht. Zur Arbeit Auf! Uns winkt zum Lohne In Feldern reiche Ernte noch; Im Glanz der Künste strahlt die Krone - Gesetz und König und die Freiheit hoch! Im Glanz der Künste strahlt die Krone - Gesetz und König und die Freiheit hoch! Gesetz und König und die Freiheit hoch! (bis)
O liebes Land, o Belgiens Erde, Dir unser Herz, Dir unsere Hand, Dir unser Blut, dem Heimatherde, Wir schwören's Dir, o Vaterland! So blühe froh in voller Schöne, Zu der die Freiheit Dich erzog, Und fortan singen Deine Söhne; Gesetz und König und die Freiheit hoch! Und fortan singen Deine Söhne; Gesetz und König und die Freiheit hoch! Gesetz und König und die Freiheit hoch! (bis)