zittend voor het raam
staar ik blind naar buiten
regendruppels sijpelen
schijnbaar doelloos naar bene
in de zachte aarde
opgenomen door de grond
even snel verdwenen
een vogel vliegt voorbij
bekje vol met eten
prooi verslonden
als een dode pier
delend met haar kinderen
die schreeuwen
om het hardst
bladeren in alle kleuren
bloemen in de knop
rijzen dan als paddenstoel
lekkernij van brood
peuzelt het eekhoorntje op
eikels hangen niet allemaal
netjes aan een boom
in de kringloop van
het bestaan
heeft alles zijn eigen
waarde
dhelyÓ