Er lopen twee domme blondjes over straat. Zegt het ene blondje tegen het andere: "als je kan raden hoeveel snoepjes ik in mijn zak heb, dan krijg je ze alle 5" Antwoordt het andere blondje: "7"
Twee jagers zijn op pad in het bos, als een van beiden voor dood neervalt. Zijn adem stokt, zijn ogen worden glazig. De andere telefoneert met zijn gsm de dokter op en roept: ,,Mijn vriend is dood. Wat kan ik doen?'' Antwoord: ,,Kalmeer u toch. We moeten eerst zeker zijn dat hij werkelijk dood is''. Dan volgt er een stilte, die verbroken wordt door een schot. Dan de vraag: ,,Goed, en wat nu?''.