'De charme van rood- Een Antwerps drama'.
----------
Seigneur De Wever was in zijn nopjes. De dobbelstenen konden niet beter rollen. Ineens was hij de architect-machinist van de Vlaamse en federale regering. En hij had de simpele jonkies van VL.B. buiten spel gezet.
Maar er woelde ook onrust in zijn gigantisch brein en er was pijn in zijn hart. Na zijn zoveelste bezoek aan de soeverein, dwaalde hij graag door de pronkerige salons van het Schoon Verdiep. Waterlanders vulden zijn sombere ogen .'Wat zal hier gebeuren, als ik weg ben', zuchtte hij.
Dat was ook de vraag die de sinjoren zich onzeker, wat angstig, maar ook vol verwachting stelden. Zou de fiere Leeuw nog klauwen? Zou hij nog lang tanden hebben? Of galmde weldra de Internationale 24/7 over het marktplein, hing het stadhuis vol rode banieren?
Want het rode gevaar was reëel. Een afgetrainde communist hijgde in de nekken van de welgedane nationalisten op het Schoon Verdiep. Het vertrek van hun patron naar Brussel, zou hen ontredderd achterlaten in het besef dat iedereen hun schamele naaktheid doorheen hun keizerlijke kleren zou zien.
Seigneur De Wever besefte het allemaal heel intens. Het versterkte nog zijn misantropisch mensbeeld en zijn Untergang-des-Abendlandesgevoel.
Maar de Plicht was heilig. Hij moest Antwerpen verlaten om het Vaderland, het Dierbaar Land der Belgen, te redden.
11-06-2024 om 08:18
geschreven door Gust Adriaensen
|