Van harte welkom op mijn reliblog. Ik zal mij even voorstellen. Mijn naam is Wil. Ik ben 61 jaar oud. Ik ben getrouwd met Tom. Ik ben moeder van een dochter en een schoonzoon en oma van Joost en Tijmen.
voor mijn ouders mijn vader overleed op 1 april 2008 mijn moeder is gestorven op 24 oktober 2012
Vanmorgen zongen we voor de eerste keer meerdere liederen uit het nieuwe liedboek.
Bij het verspreiden van het licht zongen wij:
.
1 Dit is een morgen als ooit de eerste,
zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen,
beide ontspringen nieuw aan het woord.
2
Dauw op de aarde, zonlicht van boven,
vochtige gaarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen,
al wie hier wandelt, ziet: het is goed.
3
Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen,
licht dat ooit speelde waar Eden lag.
Dank elke morgen Gods nieuwe schepping,
dank opgetogen Gods nieuwe dag.
tekst: Morning has broken, Eleanor Farjeon
melodie: Bunessan, oude Gaelic melodie
vertaling Andries Govaart
het paasfeest door de ogen van een balische schilder
Volgende week is het weer Pasen. Het feest van de opstanding van Jezus. Het leven van Jezus wordt op dit schilderij uitgebeeld door een Balische schilder die kennis heeft gemaakt met de Bijbel.
De Baliers zijn van oorsprong hindoeistisch. Het kruis neemt op dit schilderij een prominente plaats in.
de viering met als thema David en Batseba uit 2 Samuel
David enBatseba .... Marc Chagall
Klik op de afbeelding voor de woorden ter overweging over dit thema van onze predikant Rob Basten
Dood kind
Als een blad van een boom valt Kijkt niemand op of
om Een boom een blad ach wat Een speelbal van de wind Maar nu valt geen
blad Geen boom zelfs Nee nu valt een kind
Als een bom op een dorp
valt Veert iedereen boos op Om uitgebreid te melden Wat hij er van
vindt Nu valt een stilte Geen bom valt Nee nu valt een kind
Ach
God hou me staande Ach God anders val ik om Zeg me God waar ik je
vind Ach God hij was drie maanden Ach God hij huilde soms Ach God ben
jij dat kind
Sprakeloze mensen kijken Zwijgend naar een kistje Van
spaanplaat met fineer Dat schommelend wegzakt In de betraande aarde Een
kind niet meer
Geen schuld treft hen Maar ze zijn gedoemd De moeder
wankelt De vader houdt zich groot Hij denkt had ik Mijn kind maar God
genoemd Dan had ik kunnen zeggen God is dood
Freek de
Jonge
Uit: Kinderen - meer dan honderd gedichten over hun
wondere wereld
De oude man zei: 'Ik zal het niet lang meer maken. De olie in mijn lamp is bijna op, ik voel het.' Wij bidden dat iemand zijn hand pakt en hem helpt met de oversteek naar de grazige weiden.
De vluchteling zei: 'Ik kan niet wennen aan jullie land.'t Is er koud en nat en de mensen gaan zo haastig.' Wij bidden dat we aandacht voor elkaar hebben, écht aandacht.
Het meisje op school zei: 'Ze pesten me. Ze zien mijn tranen niet omdat ik van binnen huil.' Wij bidden om opmerkzaamheid, dat we tranen zien.
De verliefde jongen op de fiets in het park zei: 'Nog vijf minuten. Hij omhelste zijn vriendinnetje en begon haar hartstochtelijk te zoenen. Ze glom. Wij bidden om liefde, om warmte en geluk.
De merel zong al vroeg vanmorgen. Zijn melodie zong van hoop, van geloof en inspiratie. Wij bidden: goede God, geef uw vreugde in onze harten en vervul ons met uw Geest, dat we leven, dat we leven ...
Ga dan op weg en laat hoop en verwachting je leiden, ook al zijn pijn en verdriet door geen mens te vermijden. Wees niet bevreesd, ga en vertrouw op de geest die je van angst zal bevrijden.
Ga dan op weg en ontmoet op de reis medemensen. Geef aan een ieder al wat jij jezelf toe zou wensen. Dan, onder het gaan, zul je de ander zien staan en overschrijd je je grenzen.
Ga dan op weg en schud af al je twijfels en zorgen. Ga en ontdek, wat vandaag nog voor jou is verborgen Houd op het licht altijd je ogen gericht. Dat zal je kracht zijn voor morgen.
Jacqueline Roelofs-van der Linden uit: Scheppende Kracht (ISBN: 90-810505-2-4)
Het gebeurde eens dat twee jongetjes tegelijk
ontvangen werden in het verborgene van een baarmoeder. Weken gingen voorbij en
de tweelingen ontwikkelden zich. Naarmate hun bewustzijn groeide, lachten ze van
pure vreugde: "Is het niet geweldig dat wij ontvangen zijn? Is het niet geweldig
om te leven?"
Samen onderzochten ze de wereld waarin ze
leefden. Toen ze de navelstreng van hun moeder ontdekten, die hun leven gaf,
zongen ze in blijdschap: "Hoe groot is de liefde van onze moeder, dat ze haar
leven met ons deelt."
Naarmate de weken in maanden vergleden, merkten de
tweelingen hoeveel ze allebei veranderden. "Wat betekent dat?" , vroeg de ene.
"Het betekent dat er straks een eind komt aan ons verblijf in deze wereld, " zei
de ander. "Maar ik wil hier helemaal niet vandaan, " zei de eerste, "ik wil hier
altijd blijven." "We hebben geen keus,"zei de ander. "Maar hoe kan daar leven
zijn?", antwoordde de eerste. "We moeten immers de levensstreng loslaten, en hoe
is leven mogelijk zonder die streng? Bovendien hebben we wel bewijs dat hier
anderen voor ons waren, maar geen van hen is ooit teruggekomen om ons te
vertellen dat er leven na de geboorte is. Nee, dit is het einde."
En zo
werd de eerste door en door wanhopig. "Als ontvangenis eindigt in geboorte, wat
is dan het doel van leven in de baarmoeder? Het is zinloos. Misschien is er wel
helemaal geen moeder." "Maar er moet toch wel een moeder zijn, " wierp de andere
tegen. Hoe zijn wij hier anders gekomen? Hoe blijven we anders in leven?" "Heb
jij onze moeder ooit gezien?" , vroeg de eerste. "Misschien bestaat ze alleen
maar in onze verbeelding. Misschien hebben wij haar bedacht, omdat die gedachte
ons een plezierig gevoel geeft."
En zo waren de laatste dagen in de
baarmoeder vervuld van diepe aanvechting en vrees. Eindelijk kwam het moment van
de geboorte. Toen de tweelingen hun wereldje hadden verlaten, openden ze hun
ogen. En ze huilden van pure vreugde. Want wat ze zagen overtrof hun stoutste
verwachtingen.
"Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft
gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bereid voor hen
die Hem liefhebben"(1 Cor. 2 :
9)
Die chaos schiep tot mensenland, die mensen riep tot zinsverband, Hij
schreef ons tot bescherming, zijn handvest van ontferming, Hij schreef ons
vrij, met eigen hand.
Schrift die mensenoorsprong schrijft. Woord dat
trouw blijft.
Dat boek waarin getekend staan, gezichten, zielen, naam voor
naam, hun overslaande liefde, hun overgaande liefde, hun weeën, die
niet overgaan.
Schrift die mensendagen schrijft. Licht dat
aanblijft.
Zijn onvergankelijk testament: dat Hij ons in de dood nog kent
- de dagen van ons leven ten dode opgeschreven, ten eeuwig leven
omgewend.
Schrift die mensentoekomst schrijft. Naam die trouw
blijft.