Van harte welkom op mijn reliblog. Ik zal mij even voorstellen. Mijn naam is Wil. Ik ben 61 jaar oud. Ik ben getrouwd met Tom. Ik ben moeder van een dochter en een schoonzoon en oma van Joost en Tijmen.
voor mijn ouders mijn vader overleed op 1 april 2008 mijn moeder is gestorven op 24 oktober 2012
De ontvankelijkheid van Maria is geen berusting. Zij is niet een doetje die met zich laat sollen. Nee, nee. Integendeel. Haar ontvankelijkheid is een teken van moed en van hoop. Wek in mij, God, uw kracht. In die ontvankelijkheid wordt de dochter van Sion de moeder van de Messias. In die ontvankelijkheid is zij ook maagd. Dat maagd-zijn is een teken. Lange tijd gold en geldt ook nu nog onder veel christenen dat het teken alleen maar waardevol is als het ook een biologisch teken is. Jezus is de Zoon van God want niet Jozef maar God is zijn vader. En als reactie daarop halen vele andere kerkmensen hun schouders op, of haken zelfs af: Hoe kun je dat nu nog geloven? Het is jammer als de gesprekken zo gaan. Voor de maagdelijkheid van Maria moeten we niet te rade gaan bij biologen maar bij de profeten en bij heel het eerste testament. Zij hebben altijd al geweten dat een man wel een kind kan verwekken en een vrouw een kind kan baren maar de eerstgeborene onder de zusters en broeders verwekken en baren, dat kunnen ze niet. Dat is al zo bij Abraham en Sara, bij Isaäc en Rebekka, bij Jakob en Lea en Rachal, bij de vader en moeder van Simson, bij Elkana en Hanna, bij Zacharias en Elisabeth. Dat is temeer nog zo bij Jozef en Maria. Mensen kunnen wel kinderen verwekken en baren. Maar de Messias wordt ze door God geschonken. Zelf denk ik dat Jezus naar zijn menselijkheid verwekt en geboren is als wij allen. Maar als de Messias, als Zoon van God is Hij niet uit de wil van een man en niet uit de vruchtbaarheid van een vrouw maar uit God geboren. En wat van Jezus geldt, geldt door Hem voor ons allen, zegt de evangelist Johannes in het veertiende vers van zijn beroemde eerste hoofdstuk. Als gelovigen, als zusters en broeders van Jezus de eerstgeborene zijn wij niet uit de wil van een man maar uit God geboren. Maria is onze zuster die als geen ander mensenkind ons voorgaat en ons leert om voor God open te staan en de Messias te verwachten in het eigen bestaan.
Fragment uit de preek van ds. Jan. C.Bos. Uitgesproken in de Ontmoetingskerk in Haarlem op 6 december 2009.
de ontmoetingskerk. onze kerk staat aan de frankrijklaan in haarlem (schalkwijk) onze kerk hoort bij de pkn.
klik op de foto voor de website van onze kerk
en zo ziet het er uit van binnen
1) Zomaar een dak boven wat hoofden deur die naar stilte open staat. Muren van huid, ramen als ogen speurend naar hoop en dageraad. Huis dat een levend lichaam wordt als wij er binnen gaan om recht voor God te staan.
2) Woorden van ver, vallende sterren vonken verleden hier gezaaid. Namen voor Hem, dromen, signalen diep uit de wereld aangewaaid. Monden van aarde horen en zien, onthouden, spreken voort Gods vrij en lichtend woord.
3) Tafel van Een, brood om te weten dat wij elkaar gegeven zijn. Wonder van God, mensen in vrede, oud en vergeten nieuw geheim. Breken en delen, zijn wat niet kan doen wat ondenkbaar is, dood en verrijzenis.
Die vragen krijg ik nog wel eens te horen. Dan antwoord ik: Ik ben hervormd geboren. Maar ja, wat geef ik daarmee eigenlijk aan? En dus vul k aan: rechtzinnig daarenboven dat is een vrijzinnige manier van geloven. Maar toen ik nog jong was, is mij al geleerd: Een goed woord voor hervormd is gereformeerd. dus behoor k ook tot de gereformeerde kerk. en doe gereformeerd gemeentewerk. En de kerk is al oud! Dat is zonder meer, dus ben ik eigenlijk ook oud-gereformeerd. Ik ben christelijk zo is me geleerd, dus ben ik ook christelijk gereformeerd. Ik kan ook zeggen, dat kan er ook mee door, dat ik tot een christengemeente behoor. Christus bevrijdde mij, tot liefde en hoop, dus vast en zeker, vrijgemaakt ben ik ook. Omdat men in mijn kerk ook aan dopen doet, past baptistengemeente me ook wel goed. In mijn kerk komt ook jaarlijks t pinksterfeest voor, dus is het dat ik ook tot de pinkstergemeente behoor. En omdat het steeds om het evangelie gaat, kan evangelische gemeente ook geen kwaad. Ik vaar op t bijbels apostolisch gezag, dat is de reden dat ik me ook apostolisch noemen mag. Tenslotte is het gewoon een klein publiek: de kerk is algemeen, dus k ben ook katholiek. Je weet nu tot welke kerk/gemeente ik hoor. Of komt mijn antwoord je wat verwarrend voor? Je hebt gelijk! Die namen! Wat een gedoe! Daarom wens ik je van ganser harte toe, dat op de vraag: waar hoor je bij? Van wie ben jij (bent u)? Je antwoord zij: Van Christus ben ik! Straks en...Nu
Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden die elkaar vroeger schenen te vermijden, worden weer buren. Een minuut of tien dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken, mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd - laat mij daar midden uit de oneindigheid een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren. Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren. O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer. Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
Jij, Gods kind, mag nu leven daar in dat mooie licht ons dit als troost gegeven in Gods aangezicht
Vol liefde werd jouw hand omvat op weg naar de eeuwigheid jij die zo tot de Schepper bad Heer, ik kom er aan, ik ben voorbereid
Heel zachtjes en liefdevol werd jij opgehaald en naar Gods huis gebracht voor ons te vroeg, maar er werd bepaald dat jij daar op die tijd werd verwacht
Jij hebt ons in dit aardse leven laten zien wie in jou woont het was veel wat jij mocht geven nu word jij, met Gods heerlijkheid bekroond
Dit is de Zuid-Oosterkerk in Haarlem Oost. In dit kerkje zijn wij getrouwd. De kerk stond op de nominatie om gesloopt te worden, maar gelukkig blijft de kerk behouden en krijgt onze kerk een maatschappelijke bestemming.
Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan koud, een voor een, en ongeborgen, licht overdek mij, vuur mij aan. Dat ik niet uitval, dat wij allen zo zwaar en droevig als wij zijn niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.
Licht, van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint. Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind. Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.
Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt. Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft. Veelstemmig licht, om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft. Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft
Een kleine foto impressie van zondag 23 november 2008. De dag dat o.a. de naam van mijn vader genoemd werd. Hij was één van onze zeventien gemeenteleden die ons dit jaar ontvielen.
Vrede zij met U zó kwam Hij binnen een diepe betekenis een simpele taal Vrede zij met U dat zijn van die zinnen die klinken heel anders dan: dag allemaal
Kind, wij dragen je op handen naar het water van de bron want jouw leven mag niet stranden niet vergaan in het waarom Door het water vroeg of later kom je dicht bij het geheim in de hoge hemel staat er dat je kind van 't Licht mag zijn Als jouw naam wordt uitgesproken over duister water heen is jouw eenzaamheid doorbroken ben je hier niet meer alleen Water, water, laat het stromen teken en herinnering van een eeuwig heimwee dromen van een altijd nieuw begin Opgenomen en verbonden met de Naam die vrede is gaat jouw leven niet ten onder en het wordt niet uitgewist