De Toren van Babel van de Vlaamse kunstschilder Pieter Brueghel de Oude (circa 1525-1569)
Toen "de Heere zag dat de boosheid des menschen" groot was, besloot hij alle leven op aarde te verdelgen door een zondvloed: "mens en vee, kruipend gedierte en het gevogelte des hemels. "Alleen Noach en de zijnen zouden behouden blijven. Hij gebood daarom Noach een ark te maken en zich daarop vervolgens met zijn gezin en met mannetjes en wijfjes van elke diersoort in te schepen. Als Noach deze opdracht volbracht heeft "zijn alle fonteinen des grooten afgronds opengebroken en de sluizen des hemels geopend. "Wanneer na 150 dagen de watervloed weer zakt, laat Noach een duif uit de ark vliegen, die tegen de avond met een vers olijfblad in de snavel terugkeert, ten teken dat de aarde weer droog is komen te liggen.
In het verhaal over de stad Babel heet het dat de mensen in een tijd, dat zij nog allen dezelfde taal spraken, het plan opvatten een stad te bouwen met "een toren welks opperste in den hemel zij." "Toen kwam de Heere neder" en bracht hun taal in verwarring, zodat zij elkaar niet langer verstonden. "Alzoo verstrooide ze de Heere van daar over de gansche aarde."
|