Dat is winter
Winter dat is sneeuw op alle daken.
Winter dat is zeven graden vorst.
Winter dat is fijn een sneeuwpop maken
en erwtensoep met grote stukken worst.
Winter dat is sneeuwballen gaan gooien.
Winter dat is ijs op elke sloot.
Winter dat is gladde wegen strooien
en vogels voeren met wat stukjes brood.
Winter dat is samen sleetje rijden.
Winter dat is lekker warm in bad.
Winter dat is buiten baantje glijden
en af en toe ook vallen op je gat.
|