was een dag van plezier met jonge broers jan en koen op bezoek in Brugge. Ma en pa zouden hen komen ophalen, me nog wat rust gunnend met de zwangerschap. Bart en ik scrabbelden nog wat, en toen ging hij "om sigaretten", synoniem voor "nog iets gaan drinken". En ik wist dat, maar zei niks. Waarom ook? Nog nooit was iets mislopen, en al vond ik het eigenlijk maar niks, concrete tegenargumenten had ik niet.
En hij vertrok, om anderhalve maand later opnieuw thuis te komen bij een hoogzwangere, heel dikke vrouw, die al een dag later in het ziekenhuis lag.
Bart had iemand op zijn brommerke aangereden, iemand die notabene meer had gedronken dan hijzelf, maar toch als zwakkere weggebruiker zou worden beschermd. Iemand die net was geopereerd aan miniscus, en al lange tijd op de ziekenbond leefde. En de kans schoon zag, hij en/of zijn advocaat. Ze zouden een lid van de Brugse advocatenorde es leren... De bal ging rollen van de bergtop, traag maar almaar rapper, naar beneden, downstairs, dieppunt, rechtenloos, kansloos, uitgeperst, verpest en zonder enig verweer met sociale-DDT bespoten. Een frauduleuze Brugse procureur speelde daar ook een rol in, en ik heb onze pierlewaai Minister Declercq onlangs hierover verslag doorgestuurd. Als hij reageert, scoort hij een punt maar weinig ophalend tegenover zijn minus zoveel van dit moment. Waar maken ze dit soort schepsels? Dit soort creaturen? En waar halen ze recht van hun bestaan? Frauduleuze zaken in het rechtswezen, de larven werden al jaren geleden gelegd, en toen werd nooit niks gedaan behalve in het opportunisme van zij die wisten en meespeelden (op zich bewijs genoeg van fout systeem). Toen stond Johan Anthierens klaar en bereid om mee te werken, maar ook met opmerking dat tegen dit systeem ingaan, een sisifus-labour was. Het verheugt me nog steeds dat dit soort ervaringen me later hield met de groepering voor alleenstaanden in rumbeke. Als ik niks van mijn leven heb gebakken, op mijn twee kinderen na, dan heb ik toch gewerkt met die alleenstaande "vrienden", in een gemeenschappelijk soort leven. Een ouder gezin of gewoon alleenstaand. Maar allemaal met een nood en een hoop: op een goed samenleven. Ooit. Ergens. Eens. Ik ga even wat schilderen...