Inhoud blog
  • Noorwegenreis 2008
  • Winter
  • ANTWERPEN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • maak er een mooi weekend van
  • Eindeweekse groeten.
  • Kom je even.
  • Iemands Blog.
  • Op wandel.

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Poëzie

    24-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noorwegenreis 2008

    Doorheen  Trollenland

     

     

     

     

     

     

     

     


    Logboek

    Noorwegen

    19 – 28 augustus 2008

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     


     

     

    Dinsdag 19 augustus

    Burcht – Kiel (Duitsland)

     

    Om halfvijf gaat de wekker af. Vlug de badkamer in, dan volgt Brigitte. Ons Noorwegenavontuur kan beginnen. Nog vlug een kop koffie, en een boterham. Iets voor zes wek ik Bart – het rijk is nu voor 10 dagen voor hem alleen. Onze huisdieren Loeka (lieve Golden Retriever), Ramses (ros roofdierachtige kater) en Shaffy (witzwarte kater) vragen zich geluidloos af wat de baasjes bezielt – het is hun normale uur niet. Kristel komt ons ophalen met de auto.  We sleuren 2 koffers mee – waarom eigenlijk? Om 6u15 staan we zoals afgesproken aan de afrit Burcht/Zwijndrecht van de E17. De autocar van Simatours komt ons daar oppikken. Om 6u30 is het zover. Chauffeur Romain en gids Herman vinden nog een plaatsje voor de bagage. Als we onze zitplaatsen gevonden hebben rijden we de Kennedytunnel al door. Op dit uur van de dag zijn er gelukkig nog geen files. Aan Berchemstation stapt de laatste lichting op.  Herman zet de reis in met een gebed  voor een veilige reis. We zijn tenslotte onderweg met OKRA – Kristelijke senioren! Tegen mijn verwachting in, is dit geen dagelijks ritueel. Ik heb tijd om wat na te denken en wat weg te doezelen. De twijfel om met een bus senioren 10 dagen op stap te gaan was kleiner dan het reisdoel: Noorwegen. Na de midweek Oslo van vorig jaar was de roep naar het Land van de Trollen dermate groot dat ik op zoek was gegaan naar een middel om dat te realiseren. Met de eigen wagen leek uitgesloten: lange afstanden achter het stuur zijn niets voor mij en je ziet zelf zo weinig van de omgeving. Het reisschema van de voorgestelde tour met Okra gekoppeld aan een redelijke prijs (hafpension), leken ons ideaal. Uiteraard had ik zelf mijn ‘huiswerk’ gemaakt en zat de reis en de te verwachten bedstemmingen in mijn achterhoofd gebeiteld. Ik was naar de voorbereidende vergadering geweest in Aeropolis Schaarbeek, wat een eigenaardig weerzien was met het gebouw waar ik zovele syndicale vergaderingen had bijgewoond. Ik had er een aantal medereizigers gezien samen met Herman en nog wat praktische afspraken gemaakt. Het was echter raden naar de geest waarin de groep zou evolueren. Sowieso zouden wij wel bij de jongsten horen en er waren veel West-Vlamingen bij , vooral uit de regio Lichtervelde. We zouden wel zien.

    In Venlo dicht bij de grensovergang Nederland/Duitsland, houden we onze eerste sanitaire stop. De eerste vrijblijvende kontakten worden gelegd. Dan gaat het richting Duitsland – Ruhrgebied  met daarna rond 13u15 een stop voor het middagmaal in een wegrestaurant. De zon komt er door: een gunstig voorteken? Een uurtje later vervolgt de bus haar weg doorheen Noord Duitsland: Münster, Bremen, waar we opnieuw even stoppen, en daarna Hamburg. Langsheen de Kennedybrücke, een hangbrug a la ‘Lange Wapper’ die in Antwerpen zou moeten komen, de Elbetunnel in. Nu komt onze eindbestemming voor vandaag stilaan in zicht: Kiel, waar we voor19u30 verwacht worden, want dan vaart het schip van de Stenaline af om ons naar Göteborg /Zweden te brengen. Reeds iets na 17u staan we aan de aanlegsteiger. Daar onze bagage in de bus blijft, trekken we met onze handbagage de terminal in en na een lange wandeling stapt onze groep aan boord van het schip. Meteen wordt ons een welkomstdrankje aangeboden om i,n de stemming te komen. Daarna zoeken we even onze kajuit op: cosy en klein, maar voor één nachtje zal het ons wel lukken. Veel uitpakken is er niet bij (dat zou het 10 dagen lang trouwens niet zijn ) en we trekken naar de dek, om een blik te werpen op Kiel en om te zien of we enkele medereizigers kunnen vinden. We vinden het zonnedek en nog één hoger, waar we voor de eerste keer het thuisfront opbellen. Leve de GSM! Herman is er ook en wijst ons een paar dolfijntjes die in het havenwater rondzwemmen. Helaas zijn ze ons te vlug af om ze op de gevoelige plaat vast te leggen. Het weer valt nog steeds mee: een avondzonnetje dat zijn best doet en een briesje dat het niet te koud aanvoelt.

    Met een paar korte geluidssignalen maakt het schip zijn vertrek kenbaar en aan het trillen voelen we dat de machines zich klaarmaken om het schip de nodige kracht te geven om de haven te verlaten – geen sinecure, want deze mastodont moet zich eerst keren om koers te zetten naar het Skagerak. We besluiten de voorsteven op te zoeken en daar vinden we een paar van onze West-Vlaamse reisgenoten: Diane en Madeleine (beiden van het’ zeitje’ – Knokke/Zeebrugge) hebben wat problemen met hun fototoestel en Tina en Gerard (Lichterveldenaren) proberen hen te helpen.  Dat is het begin  van een 10 dagen durende band die alsmaar hechter zou worden: we zouden samen onze Noorwegenervaringen delen.  Terwijl het schip steeds meer het zeegat kiest begin ik met Gerard een eerste verkennend gesprek over onze roots – vooral beroepsbezigheden. We zijn bijna van ’t zelfde jaar: Gerard van 49 ik van 48 – hij werkt nog terwijl ik al bijna 5 jaar met brugpensioen ben.  Later zullen nog wel meer verwantschappen opduiken – hij als sociaal inspecteur  en ik als oud-syndicalist bij de CM. De dames houden ondertussen hun  eigen kransje zodat ook hun puzzelstukjes wat verder bij elkaar vallen. De avond valt nu snel en ik slaag er in, samen met Gerard, enkele mooie fotos van de zonsondergang op zee te maken. Maar de honger laat zich voelen. Rond 20u30 schuiven we aan voor een eerste ‘Scandinavisch buffet’. Ik bemerk vooral veel vis, in alle smaken en vormen – en kan me hierin wel vinden. Ons groepje zoekt eenzelfde tafel op en de gesprekken gaan verder. De Stenaline biedt ook wijn a volonté aan, wat voor de volgende dagen niet zo vanzelfsprekend zou zijn. Alcoholhoudende dranken zijn immers heel duur in Noorwegen, zodat we bij ons warm eten bijna altijd gewoon kraantjeswater drinken. Weliswaar heel gezond en zuiver, maar na 10 dagen zouden we wel eens wat anders willen…

    Na het buffet duiken wij onze kajuit in, voor ons eerste nachtje op zee. Ik denk daarbij aan mijn beide grootvaders  en enkele overgrootvaders die ooit de zeven zeeën bevoeren en aan de omstandigheden waarin zij zich toen bevonden. Ik val in slaap, maar word die nacht toch enkele keren wakker toen het schip zowel vaart maakt en de machines in een hogere versnelling gaan, maar ook van de deining, want het is die nacht blijkbaar toch niet zo windstil als we gedacht hadden.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Woensdag 20 augustus

    Göteborg (Zweden) – Oslo (Noorwegen)

     

    Om 6u30 ga ik een frisse neus halen aan dek. Er staat een stevige bries. Wij zijn nu Zweedse kust genaderd en ik fotorafeer een klein eilandje. Daarna schuiven we aan aan het ontbijtbuffet: heel erg uitgebreid met veel brood, jam in allerlei soorten. Ook liefhebbers van een engels ontbijt komen hier ruimschoots aan hun trekken. Ons pril gevormd ‘groepje’ had geen ontbijtafspraak gemaakt – daarom eten we in gespreide slagorde. Zo heel veel tijd is er trouwens niet om te kletsen: rond 8u30 legt het schip aan in Göteborg. Vlug dus onze handbagage gepakt en terug aan dek voor een eerste kennismaking met het Zweedse vasteland dat nu voorbijschuift. De  lucht zit vol wolken en af en toe valt er een spatje regen. In de verte nadert Göteborg en het schip kan ‘juist’ onder de grote hangbrug door. Dan begint het manoevreren en de aanlegprocedure. In de vertrekruimte van het schip is er een drukte van belang: de handbagage vormt hier en daar een obstakel – maar niemand  valt . De grote deuren gaan open en de meute rolt langzaam via een extra brede en overdekte ‘loopbrug’ naar de uitgangshal.  In tegenstelling tot de luchthavens zie ik hier geen teken van extra beveiliging. Blijkbaar zijn ze in Zweden nogal gerust over onze bedoelingen.

     

    Net buiten ontwaren we reeds onze bus. We zoeken onze plaatsen. Elke dag veranderen we van plaats, zodat iedereen de kans krijgt om vooraan of achteraan plaats te nemen. We zitten wel altijd in de omgeving van de andere leden van ons groepje: Gerard en Tina meestal rechts van ons, Madeleine en Diane (‘de meisjes’) voor- of achter ons. Dat geeft de gelegenheid tot verdere kennismaking.

    De bus is in geen tijd Göteborg uit. Van sight-seeing is geen sprake. Al vlug ontwaren we boerderijen, vee en een glimp van de kust terwijl we stilaan noordwaarts rijden, op weg naar de Zweeds/Noorse grens. Op voorstel van chauffeur Romain maken we een ommetje om de zogenaamde ‘scherenkust’ van Zweden te bewonderen: inhammen, eilandjes en sterk stijgende en dalende wegen wisselen elkaar af. Vanuit de bus maak ik wat fotos: we zullen wel zien of ze zullen lukken. Het weer speelt wat met ons voeten: zon en plensbuien wisselen elkaar af. Toen ik stiekem vorige week naar de weersvooruitzichten keek op internet voorspelden ze vandaag inderdaad serieuze regen. Misschien zal het wel zo’n vaart niet lopen?

     

    Zo zijn we toe aan onze eerste stop, maar wij zijn er nog niet aan toe, dus maken we maar een ommetje in de omgeving om wat Zweedse frisse lucht te happen. We  zien een winkeltje met kunstambachtartikelen, maar ’t is niet open. Tina en Gerard hadden hetzelfde gedacht als wij en samen keren we naar de bus terug.

    We kiezen richting Tanum, waar we zullen stoppen bij een site waar ze enkele jaren geleden bij toeval op een aantal afbeeldingen stuitten uit de Bronstijd (1700-500  v.Chr).. Als je ’t  niet weet ben je er zo voorbij: de weg slingert zich door de bossen. ’t Is er rustig en ware het niet dat een groepje Japanners ons voor was we zouden moeite hebben om het te vinden. Er is een bord met uitleg, maar voor een gids is er geen tijd: men had maar amper 20 minuten uitgetrokken voor dit stukje Werelderfgoed, maar gelukkig hebben we ons fototoestel. We proberen  dan maar zoveel mogelijk foto’s te maken van de meest bereikbare gedeelten. Wat in het bos ligt – o.a. ook enkele grafheuvels – zullen we wel nooit met eigen ogen aanschouwen!. Toch is het adembenemend in zijn eenvoud. Naar ’t schijnt is de ontdekking gedaan door enkele grazende koeien! Ondertussen loopt het regenwater vrij over de beschilderde en ingekerfde rotsen. Hoe lang nog? Ik loop gauw om een paar foldertjes van het ganse complex. Daaruit blijkt dat er ook nog een Bronstijd-hoeve werd opgezet. Met heel veel spijt stap noodgedwongen veel te vroeg in de bus.

     

    Over de de nieuwe Iddefjordbrug steken we de Noorse grens over. Een ‘Noorwegengevoel’ maakt zich nu al van ons meester. Enkele kilometer later stoppen we aan een wegrestaurant om de inwendige mens te versterken.

    Maar … nu gaan de hemelsluizen open en hoe dichter we bij Oslo komen, hoe harder het regent.  Het Noorwegengevoel krijgt een twijfelachtig ondertoontje: dit is toch niet het weer voor de komende week zeker? We rijden Drobak voorbij en denken weer aan verleden jaar en onze ontmoeting met AnneLise. Het pretpark Tusenfried  schiet voorbij en dan gaat het in dalende lijn naar de Oslofjord en plots zitten we midden in de stad. Na enkele halsbrekende manoevers  loodst onze chauffeur zijn bus doorheen de avondspits naar het Radhus. Daar hebben we een afspraak met Greta Martens, die op de Belgische ambassade werkt, en ons doorheen Oslo zal gidsen. Ze leidt ons doorheen het Radhus . Vorig jaar konden we hier niet binnen omdat er verkiezingen waren. Nu kunnen we wel een blik werpen op de mooi versierde zaal waar jaarlijkjs de Nobelprijs voor de vrede wordt uitgereikt. Voor alle zekerheid koop ik een gids – zo heb zeker enkele foto’s.

     

    Met de bus gaat het dan via het stadsdeel Kvadraturen, waar na een brand de nieuwe stad Christiania werd gesticht – naar de havenbuurt waar de nieuwe opera verrijst. Hij is pas af en moet op een ijsberg lijken met heel veel witte marmer aan de buitenkant. Vanbinnen is er een  enorme trap volledig in hout. Onze gids doet haar best, maar ze kan haar 25jarig verblijf in Oslo niet wegsteken: ze spreekt Nederlands met een stevig West-Vlaams accent verpakt in een Noorse melodie. Toch charmant. Tussen de bedrijven door vernemen we dat ze van opleiding verpleegster is  en tijdens haar studies in Gent een Noorse medische student leerde kennen. Hij werd chirurg in Oslo en zij zijn getrouwd en hebben tienerzonen. Dat opent perspectieven: zou er geen plaats zijn voor een Belgische stagiair-anesthesist? We hopen haar dat straks te kunnen vragen. Ondertussen rijden we verder naar Bygdoy, anders dan vorig jaar toen we het met een bootje deden.  Het huidige weer zou zich er niet toe lenen. Op Bygdoy klaart het uit. De groep gaat in het Vikingskiphuset naar de snekken kijken. Voor ons is het maar een jaartje geleden. Wij wandelen daarom met ons tweetjes tot aan het Folkemuseum. Als we tijd moesten hebben … maar op een halfuurtje zie je niets en bovendien is het bijna sluitingstijd.  Daarna gaat het met de bus terug richting stad langsheen de boerderij van de Noorse koninklijke familie.

     

     

     

    Wanneer we aan Frognerparken zijn gaan de hemelsluizen weer open.

    Vigelandpark in de regen! Die beelden, zeker de bronzen, geven in de regen zo’n  deprimerend gevoel. We beginnen achteraan en ik merk dat het ‘wiel’, vorig jaar nog in de steigers, nu uitgepakt is. Maar… desillusie: het pronkstuk – de monoliet – staat nu ingepakt. Toch weet Greta de toehoorders nog te boeien met haar visie op de beelden rond de monoliet en de kletsnatte fontein.

    Ook de bloemenperken zijn verregend. Ik had mij die tweede kennismaking toch anders voorgesteld. We zijn bijna blij dat we in de bus zitten – droog, maar ik blijf wat op mijn honger zitten en vertel dan maar honderduit aan Gerard hoe Vigeland er in de zon uitziet. Terug op weg naar het centrum stapt Greta uit in de omgeving van de Belgische ambassade. Het is al bijna donker. Verdorie, nu hebben we haar niets kunnen vragen over die medische stage…

     

    De bus laadt zijn lading uit  aan het Ricca Hotel Victoria aan de Rosenkranzgate, dicht tegen het parlement en de Karl Johannsgate. Een chique bedoening. De kamers zitten gegroepeerd rond een overdekte hal waar ook gegeten wordt. Daar schuiven we wat later aan voor een Scandinavisch buffet met warme en koude gerechten. Ons groepje klit weer samen. De nadruk ligt op ‘vis’ – een probleem voor Diane,  die absoluut geen vis lust!

    Ik vraag aan Romain en Herman of zij soms een emailadres hebben van Greta: we leggen ons probleempje uit en Romain geeft ons prompt haar gsmnr. Een half uurtje later is alles in kannen en kruiken: Greta zal eens informeren en ons na haar verlof thuis emailen. We zijn benieuwd.

     

    Die avond vraagt Herman mij of ik geen zin heb om de helft van onze groep te gidsen door Oslo-by-night. En of ik zin heb: we gaan via de Rosenkranzgate  naar de Karl Johannsgate, zo terug naar het verlichte Radhus en binnendoor  naar de hippe en ook s’avonds levendige nieuwe wijk Aker Brygge. Ook tegen vorig jaar is er een en ander bijgebouwd en afgewerkt. Langs de haven wandelen we terug naar het hotel. Uit de reacties verneem ik dat de groep er iets aan gehad heeft. Spijtig dat Gerard en Tina dit gemist hebben.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Donderdag 21 augustus

    Oslo – Elveseter

     

    Vandaag hebben we 400km voor de wielen. We hebben echter een gedisciplineerde groep, dus na het uitgebreide ontbijt vertrekken we al om 9u uit Oslo. We kiezen richting Lillehammer en rijden o.a. voorbij de luchthaven van Gardermoen. We zien onderweg zelfs de flytoget waarmee we vorig jaar naar en van de luchthaven naar Oslo reden. Al vrij vlug bereiken we oevers van het Mjosameer (het grootste, want lang uitgerekte) meer van Noorwegen. Aan het einde ervan ligt Lillehammer. Het weer verbetert zienderogen. De zon duwt de wolken weg en het blauw overheerst. Onderweg probeer ik vanuit de rijdende autocar enkele beelden van het meer te nemen. In Hammar is er een tussenstop. Toen er in 1994 de Olympische winterspelen gehouden werden, profiteerde de hele regio mee. In Hamar werd een Olympisch overdekt winterstadion gebouwd – vanbuiten lijkt het op een omgekeerd Vikingschip. Er omheen staan enkele bronzen beelden van sportfiguren, maar het geheel sprak mij niet zo erg aan.  Er was wel veel info te rapen over enkele toeristische plaatsen. Toen de bus terug op weg was, heerste er grote consternatie: Diane miste haar fotoapparaat, dat ze tot overmaat van ramp geleend had van haar zoon. Ettelijke kilometers verder leek het in een moment van onoplettendheid meer dan waarschijnlijk gestolen. Een telefoontje naar de sporthal bracht geen uitsluitsel. Een domper dus op haar vakantie!

     

    Het meer werd nu van langsom smalle, tot je zou denken dat het een stroom is en plots ligt daar Lillehammer. Je ziet de Olympische springschans al van ver liggen en eens het stadje, dat maar een voorschoot groot is, binnen, klom de bus resoluut tot aan de voet van de schans. Ook in de zomer wordt daar gesprongen (grasmat). Daar was een fotoshoot, maar het klimmen was nog niet gedaan: we klommen tot aan het hoogtepunt van de schans en genoten van een kort wandelingetje in de omgeving. Van daaruit vertrekken blijkbaar veel wandelingen doorheen het gebergte. Er is daar ook een soort ‘Folkemuseum’ : Maihaugen, gesticht door een apotheker.

    Het middagmaal gebruikten we in het centrum van Lillehammer, met ons groepje gezellig op een zonnig terras - helaas vergeven van de wespen! We kwamen voorbij  het standbeeld van Sigrid Undset, die daar lang woonde en o.m. Kristin Lavransdochter schreef. Ook Solzjenitsin woonde hier een tijdje nadat hij uitgewezen was uit de Sovjetunie. 

     

     

     

     

     

     

     

    Vanaf Lillehammer naar het noorden toe strekt zich het Gudbransdal uit. Het dal spreekt tot de verbeelding door zijn schilderachtigheid, maar ook door de Noren zelf wordt dit beschouwd als hun culturele bakermat. Veel romans spelen zich hier af: Kristin Lavransdochter en vele andere boeken van Sigrid Undset, maar ook het Geslacht Björndal van Gulbrandsen en Peer Gynt  van Ibsen / Grieg zou hier geleefd hebben.  Vooral deze laatste is hier duidelijk aanwezig. Van Tretten naar Vinstra loopt de Peer Gyntvegen (PeerGyntweg) die magnifiek is omdat hij dwars over de hoogvlakte loopt met uitzicht op de grote bergketens van Jotunheimen en Rondane in de verte. Het is echter een verharde weg de bij regenweer slecht  berijdbaar is, maar de weertrollen waren ons goed gezind: de zon scheen en de bus bracht ons een eindweegs, dan stapten we uit en liepen een paar kilometer over de weg in dit unieke landschap, voor de bus ons onderweg weer oppikte.

    De ervaring van de wandeling in die allesomvattende natuur is onbeschrijflijk en ook de foto’s kunnen maar een fractie weergeven van de gevoelens die je daar overspoelen. Het is overweldigend in zijn eenvoud. Hier en der staan vakantie’hytte’ in de natuur geplant, haast onzichtbaar, maar erg uitnodigend. Daar te zitten voor enkele dagen moet erg ontstressend en heel inspirerend werken. De wandeling die vooraf bij mij ‘met stip’ genoteerd stond was één van de allerhoogste hoogtepunten van deze reis.

     

    Eens terug gemotoriseerd kregen we ook een beter zicht op de toppen van het Rondane natuurpark en Jottunheimen (woonplaats van de reuzen) in de verte.

    Wij lieten Rondane rechts liggen en volgden na Otta richting Jotunheimen. Hoe dichter we naderden hoe meer de besneeuwde toppen ons imponeerden. Men noemt dit gebied niet voor niets ‘het dak van Noorwegen’. Elke draai van de weg leverde mooie post-kaartbeelden op – de eerste watervallen  oogsten bijval, maar ik wist dat er die avond nog een sprookje te gebeuren stond. We merkten het meteen na onze aankomst in ons hotel voor die dag - Elveseter.

     

     

    Het Elveseterhotel is in oorsprong een grote boerderij met aanhorigheden, dat al 5 generaties lang door de familie Elveseter gerund wordt als typisch Noors hotel.

    Er decennialang heel wat bijgebouwd en gerenoveerd, maar altijd rekening houdend met de Noorse eigenheid. De eigenaars gingen ook op zoek naar gebruiksvoorwerpen, meubels, schilderijen die die sfeer nog versterken. Het resultaat is alsof je wordt teruggeworpen in de tijd.

    Situaties beschreven in boeken als ‘Het geslacht Björnd    al’ of ‘Sigrid Lavransdochter’ komen er moeiteloos tot leven. Je zou er ook Knut Hamsun, Ibsen of  - waarom niet -Peer Gynt tegen het lijf kunnen lopen.

    De gastenkamers, verspreid over een aantal vroegere stallingen werden van modern comfort voorzien, zij het niet overdadig. De kamerdeuren zijn beschilderd met elementen uit de Noorse mythologie. Het oudste huis, Midgard, waar wij sliepen, dateert nog van 1640! In een van  stallingen  is er zelfs een zwembad. 

    De magie komt vooral vanuit het hoofdgebouw: het begint al bij de ingang waar de luifel binnenin beschilderd werd met scènes uit de Edda. Binnenin doen kamer na kamer je wegdromen naar het Boorwegen van weleer. Er is zelfs een dansruimte voorzien, maar ook de toiletten, in de kelderverdieping ontsnapten niet aan de algemene touch. Ik neem uitgebreid foto’s, maar aan de eetzaal kom ik niet toe. Toch ook zeer de moeite! ’s Avonds krijgen we daar een verzorgd Noors warm avondmaal dat best te eten was – al is het gebruik van zout hier en daar wel merkbaar. ’s Morgens volgt dan een uitgebreid Scandinavisch ontbijt. Na het avondmaal drinken we koffie beneden in een prachtig decor, in een antieke zetel naast een kast en slee die ik, indien mogelijk, wel had willen meesmokkelen. 

    Voor ons avondmaal doen we met ons beidjes nog even een uitstapje doorheen het domein: we bekijken de herdenkingssteen met de generaties Elveseter, waarbij men ook een soort ‘kapel’ heeft ingericht met een fraaie muurschildering over de geschiedenis van het hotel. Deze is gesloten, maar doorheen de ruitjes in deur slaag ik er toch in een foto te maken. Daar komen we Herman tegen die ook aan een avondwandelingetje doet. Samen ontdekken we enkele gebouwen die blijkbaar ook aan groepen verhuurd worden en via een ommetje  krijgen we ook een fraai beeld van de zogenaamde Sagasoyle (sagazuil), 33 meter hoog, bekroond met het ruiterstandbeeld van koning Harald Schoonhaar, met fraaie gravures over de oudste geschiedenis van Noorwegen. Ook dit gaat schuil achter de bossen en de toppen van Jotunheimen die hier bijna voor het grijpen liggen.

    We slapen die nacht als een roos – en ook hier doen we node afstand van. Opnieuw een hoogtepunt van de reis die nog maar een paar dagen begonnen  is!

     

     

     

    Vrijdag 22 augustus

    Elveseter – Geiranger

     

    Bij  het vertrek zitten we vandaag ‘op de eerste rij’: Brigitte en ik achter de chauffeur – Gerard en Tina achter Herman. ‘De meisjes’ zitten vandaag achteraan in wat een memorabele rit ging worden. Gezien de bestemming heb ik me al voorbereid op een spectaculaire rit, over ‘het dak van Noorwegen’, maar de realiteit overstijgt mijn  stoutste dromen. Brigitte en Tina, beiden niet happig op vele haarspeldbochten, verkeren nog in zalige onwetend-heid. Dat verandert snel, want na enkele kilometer maakt Romain bekend dat hij – gezien het gunstige weer – zin heeft in een ritje naar de eeuwige sneeuw en slaat meteen een steile zijweg in richting Gjuvashytta (1841m). Een aantal haarspeldbochten verder ziet mijn arm blauw van de greep van Brigitte die met de minuut harder wordt – langs de andere zijde ervaart Gerard hetzelfde. De groene vegetatie wordt van langsom schraler, we passeren een tolhuisje (een van de vele in Noorwegen), en de rotsachtige bodem wordt nu getemperd door heide en mos. De Galdhopiggen met zijn 2469m hoogte,  komt steeds dichterbij. Tensotte komen we aan een meer, gevoed door de uitlopers van een grote vlakte met eeuwige sneeuw die zich vanaf de flanken naar omlaag vleit. Er staan een aantal auto’s (ook één Belg) en skiërs glijden naar beneden. Mooi zo in augustus. Boven is het een gesloten wolkendek en er waait een frisse wind. Toch kan er een half uurtje pauze af om te genieten. Daarna bergaf met even zoveel haarspeldbochten. Bij het begin van de reis had Herman er op gewezen dat een ontmoeting met rendieren wel mogelijk was, maar onmogelijk in te schatten. We zaten dus op de uitkijk tot de bus abrupt stopt. Links van ons, op enkele honderden meter staat een kudde rendieren rustig te grazen. Zo rustig mogelijk verlaten we met enkelen de bus en kunnen zo enkele mooie plaatjes schieten. Weer een toemaatje. Schapen  en geiten, loslopend op de hellingen , zouden de komende dagen nog wel enkele keren onze bus tot stilstand nopen, maar een kudde rendieren  zouden  we niet meer terugzien.

    Het ging nu richting Lom, waar de mooie stavkirke op het programma staat. Van de ruim 750 staafkerken die in de periode 1150-1250 gebouwd werden, zijn  er nog 32 over. Die van Lom dateert zelfs van het jaar 1000. De kruisvorm kreeg hij in 1600. We krijgen een deskundige uitleg van een erg bijdehandte Noorse studente (1e jaar psychologie) die met veel enthoesiasme over de historie van deze kerk vertelt. Ik koop een Nederlandstalig gidsje.

    Verder gaat het via Ottadalen naar Grotli. Tijdens het middagmaal kan ik nog een kwartiertje de omgeving verkennen met het Skidulaupbreengebergte op de achtergrond.

    De zon blijft van de partij en we naderen Langevatn en vatten de bestijging van de Dalsnibba (1476m), die boven de Geirangerfjord uittorent, aan.De rit erheen is spectaculair met machtige vergezichten. Helaas hebben we deze keer op de top geen geluk: er hangt een dik wolkendek en heel af en toe schuiven die een klein beetje uiteen, maar een schitterend zicht op de fjord is ons niet gegund! Toch maak ik foto’s en op enkele ervan is, mits wat filterwerk, de Geiranger te zien. Een 10tal autocars wachten samen met ons tevergeefs op een grote opklaring.

    Tijdens de afdaling duiken we onder de wolken en krijgt het landschap weer meer kleur. Onderweg stappen we uit om een blik te werpen op het adembenemende landschap van de Geirangerfjord en met wat geluk kunnen we ook reeds het hotel zien liggen waar we verwacht worden. Hier verneem ik op mijn GSM dat onze meisjes in Peking de aflossingswedstrijd met zilver hadden bekroond. Tevredenheid alom. En zo zakken we verder tot op de zeespiegel, aan de oever van de Fjord. Iets buiten Geiranger ligt ons Fjordhotel. En dit  vrij nieuwe (5j oude) hotel is zeker een aantal sterren waard – ook al vanwege zijn ligging aan de oevers van de fjord. Vanop het terras aan de kamer stappen we zo het Fjordlandschap binnen. De cruiseschepen varen aan ons raam voorbij. Bovendien kom je binnen via de bovenste verdieping en zo ga je verder naar beneden. Enig!

    En het avondmaal (buffet) is navenant: met uitzicht op de Geirangerfjord heb je keuze te over en menigeen gaat meermaals terug. Een avondwandeling met ons groepje is meer dan welgekomen. De fruitbomen hangen vol appels, pruimen, perziken en meer van dat heerlijks. Kampeerders hebben zich op de oevers genesteld, gaan varen en vissen op het water dat zo helder is dat je de keien aan de rand kan zien liggen. Het is een zachte avond en de dag gaat hier haast geruisloos over in de nacht. We blijven nog even in de bar napraten. Het dienstertje blijkt een Zweedse studente.Men moet ons ook deze avond niet wiegen – We waren aangekomen in het rijk van de fjorden!

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Zaterdag 23 augustus

    Geiranger – Sognedal

     

    Vandaag staat onze eerste Fjordrondvaart op het programma. Na een blitzbezoekje (want maar een halfuurtje tijd) aan het stadje Geiranger, dat eigenlijk zelf niets meer te bieden heeft dan de aanblik van de Fjord, schepen we in en installeren ons aan dek om straks niets te moeten missen van wat (alweer) Werelderfgoed is: de Geirangerfjord. De slimsten onder ons hebben zich gewapend met een extra trui, want al is het stralend weer: de schaduw van de steile wanden naast de fjord zijn nooit ver weg en een licht briesje tempert de warmte van de late augustuszon. Reeds vlug varen we voorbij ons luxe hotel waaraan we goede herinneringen bewaren! De verdere tocht beschrijven is zinloos: daar zijn voor een stuk de vele foto’s voor. Adembenemende doorkijkjes, inhammen en watervallen wisselen elkaar af. Bekende watervallen als de bruidssluier en de zeven zusters ontvouwen zich haast geruisloos . Het is 2 uur genieten in technicolor, en widescreen en verwonderd zijn over zoveel schoonheid. Af en toe is een duik in het restaurantje wel noodzakelijk, want een warme kop koffie is welkom. We ontschepen  in Hellesylt (what’s in a name?) met zijn mooie waterval die zich in de fjord verliest.Verder gaat het in het gebied van de Nordfjord naar Fjaerland. Dit landschap is specifiek: je rijdt door zeer oude bergketens die uitgesleten zijn in de vorm van een ‘ton’. Zoals haast alle dagen doen we vele tunnels aan –lange en korte – waardoor bergpassen en steile klimmen kunnen vermeden worden en (zeker in de winter) het reizen vergemakkelijkt. Dat er af en toe tol moet betaald worden is niet te verwonderen. Telkens weer verbazen we ons over het vakmanschap van de Noren. Naar we vernemen hebben ze nu ergens een tunnel onder een fjord gelegd, maar omdat die zo diep was hebben ze die tunnel aan kabels in het water opgehangen! Na de zoveelste tunnel belanden we aan een gletsjer. Door de opwarming van de aarde is de gletsjertong in de loop van de laatste decennia aanzienlijk ingekrompen: je kan er nu zonder ervaren gids en dito uitmonstering niet meer op. We werpen dan maar een blik van op afstand op de Jostedalsdbreen. Tijd ook voor een groepsfoto. Weer een GSMberichtje: Tia Hellebaut behaalde goud op de olympische spelen. Gejuich alom. Even later stappen we af bij een heus gletsjermuseum: het Norsk Breemuseet. Slechts enkele jaren oud belicht het een aantal facetten van een gletsjer, maar ook de gevolgen van de opwarming van de aarde. Zo heel erg kan dit museum mij niet bekoren (want nogal technisch), wel echter een filmpje over ötzi, de gletsjermummie die men in Oostrenrijk enkele jaren geleden ontdekte. Dit was wel interessant. Eens terug de bus in gaat het richting Sogndal. Daar is het de ganse dag erg warm geweest – de kamers zijn echte ovens. Dit keer geen buffet maar we krijgen een menu. We blijven niet plakken, maar duiken op tijd onder het donsdeken(!).

     

     

     

    Zondag 24 augustus

    Sogndal – Voss

     

    Na het ontbijtbuffet rijden we in een mum van tijd naar Kaupanger voor (opnieuw!) een lange vaart over de Sogne- en Naerofjorden naar Gudvangen.

    Opnieuw zeer spectaculair, omdat deze fjord (en zeker de laatste) zeer nauw zijn. Op de overgang tussen beiden bemerken we zelfs dolfijntjes’! Langs de oevers zien we ook aanplantingen van fruitbomen (wat we een paar dagen later in de Hardangerdfjord nog meer gaan zien). Ook nu wordt een lange tijd op het bovendek afgewisseld met een kop warme koffie benedendeks – maar: het weer blijft stralend!

    In Gudvangen is men bezig om een dorp van de Noormannen te reconstrueren. Enkele hutten en een replica van een kleine snek liggen al klaar. Verder wat winkeltjes voor de toeristen en een groot restaurant om de inwendige mens te versterken. Er is voldoende ti

    24-01-2009 om 12:38 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-11-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Hoe koester ik

    de donk’re dagen van december

    als kleine kooltjes vuur

    vanbinnen warm

    en buiten koud en guur.

     

    Ze zijn mij dierbaar,

    die lange winteravonden-

    zwanger van verlangen:

    Sint is reeds vertrokken –

    Kerst komt in ’t vizier.

     

    Nog even en de kerstboom,

    mag weer in de kamer staan,

    met bollen en met engelenhaar

    versierd en opgetuigd

    als voor de eerste keer.

     

    Nooit gaat het mij vervelen,

    steeds voel ik mij weer kind,

    gedragen door het zachte licht,

    weerspiegeld en verhaald

    in Kerst die op de wereld daalt.

     

    Rob

    23-11-2005 om 13:49 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Wintermijmering

     

    Wat is het dat mij mijm’ren doet

    en wat weemoedig maakt?

     

    Is ’t om een blad dat loslaat

    voor één enkel zuchtje wind

    om tussen ’t goud-bruin herfsttapijt

    zijn ultieme rust te vinden?

     

    Is ’t het stormgeweld

    met zware regens, bliksemflitsen

    en haast tomeloze kracht

    in loodgrijs wolkendek gevat?

     

    Is’t het verlangen

    naar voorbije lentes, fris en groen,

    of naar zonnewarme zomers

    zo ver – slechts een herinnering?

     

    Toch hoop ik dat de winter,

    hoe donker ook en guur en koud

    mij niet weerhouden zal te dromen

    van steeds weer een nieuwe lente,

    weer een nieuwe zomer enzovoort…

     

    rob

    23-11-2005 om 13:48 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winter

    Nog even en ‘t wordt winter

    kou draalt nog even aan de deur,

    verblind door gouden licht

    dat door de kale takken spoelt.

     

    Nog even en ‘t is Kerstmis

    Ik zet de kerstboom in gedachten,

    tooi hem met wat sfeer en stil gefluister,

    gedachten over vroeger

    en mensen die er niet meer zijn.

     

    Dan wordt het warm

    en heel mooi vanbinnen

    En ik hoop dat ook ik

    ooit iemands Kerstboom tooien mag.

     

             Rob

    23-11-2005 om 13:44 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-10-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANTWERPEN

    Antwerpen

     

    Uit de nevel van de stroom,

    doorheen het rietveld van de oever

    rijst stug en krachtig de fiere metropool.

     

    De schepen aan de kade dromen van een verre reis

    terwijl de meeuwen aan  een steile vlucht beginnen

    langsheen de flanken van de kanten kathedraal.

     

    De beiaard strooit zijn frele klokkenklanken

    over torens en kantelen alsof de tijd kan keren,

    de mensen terug kan brengen naar de gouden eeuw.

     

    Toen waren ambachtslui nog heren,

    ruimdenkend, sinjeuren vol fatsoen,

    elkeen mocht het zijne denken, gastvrij zonder schroom.

     

    Helaas de tijden zijn veranderd -

    de geesten van de mensen vastgeroest,

    bang voor wie anders lijkt dan zij.

     

    De stroom langsheen het oude steen,

    weerspiegelt nog de grauwe Vlaamse luchten,

    bezwaard als ’t denken van ’t sinjorenvolk.

     

    En zie: de zon breekt stralend door de wolken,

    zet de stad in brand, een teken van hierboven?

    Ik zie twee mensen hand in hand langsheen de Schelde lopen.

     

    Alles lijkt nog niet verloren…

     

    rob

    30-10-2005 om 12:57 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-10-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weggaan

    Weggaan uit dit leven

     opnieuw geboren worden,

     voor weer een nieuwe reis.

     Niemand  loopt verloren,

     of wordt vergeten

    door wie ooit een eindweegs

      samen ging.

       Dagen van herinnering,

      door warmte van  samenzijn gekruid

      doen ons dromen en beseffen

    dat wat ooit begon

    nooit eindigen zal,

     maar slechts een kleine stap

    die d’ eeuwigheid beroert. 

     

    rob

    28-10-2005 om 14:16 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laatste reis
    Laatste reis

    De namen doen hem denken

    aan de dagen van weleer

    toen alles nieuw was, avontuur:

    water droeg hem

    en de wal - een interval

    tussen schip en later.

     

    Hij gaat nu met een stok

    maar in zijn hoofd

    reist hij nog steeds,

    gedragen door gedachten

    die wijlen tussen hier en toen.

     

    Hij aarzelt soms om met gepaste schroom

    te denken aan de grote reis

    die nog beginnen moet,

    de steven wendend naar die ster

    gedragen door vertrouwen

    tussen hier en later.

     

     

    Rob

    28-10-2005 om 14:13 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Memento

    Memento

     

    Nu de dagen korten,

    wind en kou regeren over ’t land,

    denk ik weer aan vroeger,

    toen de dagen lichter waren om te dragen.

     

    Ik herinner mij de mensen die er waren,

    met wie ik praten kon van vroeger,

    maar die er niet meer zijn –

    voor hen geen later?

     

    Ik denk vaak hoe het mij vergaan zal,

    als ook mij het afscheid overkomt.

    Zal ik dan weten, voelen, zien,

    weten wat mij nu nog vrezen doet?

     

    Zal j’er zijn dan, daar, mijn vriend,

    van wie ik nu nog stil de naam noem,

    in gedachten bij de dagen toen ik je aan kon raken,

    we samen spraken over and’ren die voor ons waren?

     

    Daarom ontsteek ik nu een kleine kaars 

    voor jou, mijn vriend – zo ver en zo dichtbij

    en ‘k hoop dat men dat ook doen zal

    als ik  nog slechts een naam ben als een vlam

    die opgloeit in het duister.

     

    Rob

    28-10-2005 om 14:10 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-10-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Visioen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

    Soms zie je in een bliksemflits

    jouw and’re helft op je pad verschijnen.

    ’t Gevoel van eenheid is zo groot

    dat ‘t niemand onberoerd kan laten.

    Je neemt het mee als een visioen

    en kan het haast met niemand delen.

     

    Even plots is het weer weg, opgelost en weggezogen

    uit je leven dat veel leger lijkt dan vroeger.

    Dan blijft nog slechts de hunkering, de hoop

    ooit weer een glimp te vangen van ’t gevoel

    waarvan d’ herinnering gekoesterd wordt

    als deel van ’t grote Plan dat leven heet.

     

    Zo heb je weer een stukje van het mooi geheel

    aan d’ and’re toegevoegd, ’t valt op zijn plaats.

    Het werpt weer wat meer licht op hoe het zijn zal

    als alle ballast is verdwenen, opgelost en weggevaagd –

    als jij en ik en zij en hij verdampen in het wij

    teruggekeerd in ’t eeuwig zijn.

     

    Rob.

    25-10-2005 om 11:18 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weer en wind

    Ik zie weer massa’s bloemen

    omweven door grijze nevelslierten

    tussen de graven staan

    van wie ooit zelf een groet bracht

    aan wie eerder ging dan zij.

     

    Zo denk ik even aan mijn vader

    wiens graf reeds is verdwenen:

    wat rest is gras, zo groen en nat

    met korte sprieten die de herfst

    doen dromen van de lente.

     

    Elke druppel, elke windstoot

    die me huiv’ren doen

    herinnert mij aan hem.

    En ‘k plant een droom

    heel diep in mij en ‘k bid

    dat wie later aan mij denken zal

    als ik er niet meer ben

    mij voelen en mij vinden zal

    in ’t fluist’ren van mijn naam

    door weer en wind.

     

     

    rob

    25-10-2005 om 11:13 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Allerzielen

    Bloemen dekken d’aarde toe

    waarin de mensen rusten,

    van wie we hielden

    zacht fluisterend hun naam.
    Maar als de bloemen zijn vergaan,

    verstrooid door wind en regen,

    de zerken, verweerd en oud

    uiteindelijk zijn neergehaald,

    weet ik, dat wie doorheen de dood

    het lichtend pad ontdekt,

    gelouterd en opnieuw geboren werd,

    leven zal in eeuwigheid.

     

    Rob

    25-10-2005 om 11:04 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naam

    Ik vorm de letters van je naamin de doom die aan de vensters kleef
    Het glas voelt koud en hard

            Ik voel mijn vingers beven

           
    Het is alsof ‘k je stappen hoor:
           
    ze klinken tijd’loos door mijn hoofd
            dat leeg is – wezenloos
           
    maar weten wil: waarom?

           
            Die vraag waarop geen antwoord komt
            
    steekt als een angel in mijn geest
            
    Is er dan niemand die mij helpen kan
           
    en rust brengt in mijn hart?

     
           
    Ik meen je stem te horen  
            maar ‘k versta je woorden niet
           
    en in gedachten vorm ik je naam
           
    zodat je nooit meer weg kan gaan.

     

            Rob

    25-10-2005 om 10:59 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Haloween
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Terwijl ik in gedachten

    naar de vlammen staar

    hoor ik hoe de wind daarbuiten

    gierend aan de daken sleurt,

    en bomen kraken doet

     

    De nacht omspant de wereld

    in een cocon van zwart satijn

    met daarboven wolkenflarden waarin af en toe

    een vale maan de mensen vrezen doet voor ’t ongewisse.

     

    Verhalen over vreemde wezens,

    heksen, trollen, menigvoud gebroed,

    razen door ’t gemoed van menig goede ziel

    die, niet geremd door opgelegde grenzen,

    zich verliest in ’t collectief geheugen van de tijd.

     

    De ijle grens tussen toen en nu blijkt broos,

    net als de korte dagen met het frele licht,

    geprangd tussen lange donk’re nachten.
    Zo begint opnieuw het lange wachten

    vanuit het duister naar een  nieuwe dag.

     

    rob

    25-10-2005 om 10:53 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Oktober draalt wat langer

    tussen herfst en winter,

    oogt wat frisser dan september,

    de wind rukt harder aan de bomen.

     

    Al kijkt de zon  zo af en toe

    Wat waterachtig naar de kille straten:

    er komen gaten in het bladerdak

    dat goudgeel om de bomen glanst.

     

    Onder een bedrukte hemel

    haasten mensen zich naar huis,

    Waar beslijkte schoenen

    onder natte paraplus te drogen staan.

     

    ’s Nachts hoor je regenvlagen

    tegen de ruiten slaan -

    een vage donderslag

    verstoort de warme dromen van de zomer.

     

    rob

    25-10-2005 om 10:49 geschreven door rob

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 19/01-25/01 2009
  • 21/11-27/11 2005
  • 24/10-30/10 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!