De dagelijkse dingen volgens Roger (78jr) uit Beveren Waas Elke week een nieuw verhaal...
Reacties zijn steeds welkom!
>> NU OOK BESCHIKBAAR VIA WWW.ROCOR.SHORT.BE
17-03-2007
Toen men nog schoofzakken maakte
We waren thuis met
4 kinderen en die gingen uit werken samen met onze vader. Ons moeder maakte dus
om 5 uur s morgens 5 knapzakken met de nodige koffie erbij. In die tijd was er
nog geen gesneden brood, dus ons moeder drukte die 5 broden tegen haar borsten,
tikte met het broodmes er een kruisteken op, en sneed die broden precies
allemaal op dezelfde sneedikte. Soms eens met een uitschieter met als gevolg
dat die boterham veel dikker was. Ik vond dat brood snijden een hachelijke
onderneming. Zo dicht met dat scherpe mes bij ons moeder haar borsten, was niet
zonder risico. Het is nooit tot een ongeval gekomen want iedere morgen 5 broden
snijden is niet niets. Misschien heeft dat kruisteken daarvoor gezorgd
De keuze van het
beleg was kaas of hesp en een boterham met confituur of in betere tijden een
reep chocolade, een appel was er altijd bij. Het was feest als ze spek met
eieren bakte om mee te nemen, het huis geurde dan naar dat vers gebakken spek.Het ei maakte dan uw brood vochtig en rond de
middag was het juist van trok: koud en doorweekt. Ondertussen kookte de
moor op de Leuvense stoof en er werden 3 scheppen koffie in de zak gedaan,
zeg maar bus. Dan werd het overgoten met kokend water. Er stonden 5 aluminium
koffiebussen klaar met een gazet er rond om warm te blijven. Er werd toen nog
aan de teut gedronken dat was toen nog niet onbeleefd ! Moeder aan de haard was
een lieve vrouw die vroeg opstond en haar kinderen een schoofzak klaarmaakte en
ze uitwuifde. Ze zei dat we voorzichtig moesten zijn en ze riep: tot vanavond
Ondertussen 50 jaar
later, bij den bakker (ik ga iedere dag om 7 uur s morgens naar de warme
bakker, bij ons is het een bakkerin en ik zie daar niets heet aan). stond ik in
de rij met 7 MAN vóór mij. Een ongewassen bouwvakker vroeg hem 2 smosjes, 1 met
kaas en heps en nog een martino. Een broodje werd opengesneden er werd gul
préparé tussen gesmeerd, men legde er komkommers op, peper en zout en ajuin Men
spoot er ketchup tussen en het dreef er aan de zijkant uit. Hij vroeg zich nog
een worstenbrood, 2 koffiekoeken en 2 colablikjes, moest rond de 350 frank
betalen en was weg. Afgezien van het feit dat het 8,50 kostte vraag ik mij af
waar is die moeder of zijn vrouw of da lief ? Hij was zeker niet uitgewuifd,
zijn broek was gescheurd, en een vieze stoppelbaard (maar hij was misschien
wel een goede werker?!) Maar toch, moet dat nu zo? Als ik goed begrijp worden
er dus geen schoofzakken meer gemaakt, mij niet gelaten maar waar blijft dan de
gezelligheid van het ontbijt? Nu valt men uit zijn bed en loopt men naar de
bakker Als ik uit werken ga botert men mijn brood met beleg, er zit een appel
bij, ik heb een thermoskan bij, af en toe een toetje, een kommetje met rijstpap
en een beetje bruine suiker!
Goed hé? Ga eens
na hoe het bij jouw kinderen gebeurt ???
Weet u nog toen men
u ooit eens uitnodigde om naar de trouwfeest te komen? Dat was toch iets om
naar uit te kijken. Naar de kapper en uw kostuum naar de kuiserij, want
"de keren dat ge dat maar draagt", zei men toen. Een nieuwe das, nog
tot daar toe, en de vrouw om een nieuw kleed, want ze had niets meer om aan te
doen, begrijpen wie kan
Dat gedoe is over
en out. Er wordt niet meer getrouwd, ouderwets, en voor dat tijdje dat ze toch
maar samenblijven, veel te duur! Men gaat samenwonen en in zonde leven; zeker
ook leuk maar toch anders. Er is geen vastigheid meer. Er is niets aan de hand
zolang er geen kinderen zijn, misschien een voorbij gestreefde gedachte Als
werfleider moest ik onlangs een afspraak maken op de werf. De dame aan de lijn
zei : mijn vriend is op de werf. Hoe zou dat later gaanals je aan hun kinderen iets vraagt, gaan die
dan antwoorden : Wacht mijnheer, ik zal mama hare vriend eens roepen" of
andersom: "Ik zal ons papa zijn vriendin eens roepen"! Misschien wel
modern maar ik moet er toch aan wennen hoor
Toen ik onlangs aan
de kerk stond in een zeer landelijke gemeente, en van achter de bomen de open
koets met de bruid, haar vader en de bruidskinderen zag komen met blinkende
paarden, geleid door een koetsier in volle ornaat, gaf mij dat een enorm goed
gevoel. De bruid was heel mooi en straalde van geluk. Dit was hun dag om nooit
te vergeten! Ze had een prachtig lang kleed, het decor met de paarden, de bomen
en de mensen eromheen was heel romantisch en de zon deed de rest. Toen volgde
de koets met de bruidegom en de familie. Hij zag er goed uit in zijn nieuw
kostuum, wel wat last van zenuwen. Ik zag hem enkele keren heel verliefd kijken
naar zijn aanstaande in de andere koets. Toen werd de bruid naar het altaar
gebracht door de fiere vader. Hij moest zijn mooie dochter afgeven, maar ja, ze
had gekozen met hem door het leven te gaan.
Een kleine
anekdote: toen de pastoor klaarstond om de huwelijks plechtigheid te beginnen
zei plots het 5-jarige kind van de vrouwelijke getuige hardop: mama ik moet
plassen, en als het moet dan moet het. De pastoor kon er mee lachen en
iedereen wachtte tot de klus geklaard was. Het toekomstig echtpaar keek al eens
schuw achterom waar ze bleef, en toen de moeder en het kind verscheen kregen ze
een applaus!
Met mooie muziek
werd het koppel in het echt verbonden in gezelschap van familie en vrienden.
Het was heel ontroerend, speciaal en mooi. Nadien waren we genodigd op het
feest. Er waren meer dan 100 mensen genietend van het feestmaal, in een
aangename sfeer. Iedereen was in opperste stemming pratend over de zin van het
leven. Dan was het tijd om te dansen. De man achter de discobar speelde zowel
een wals en een tango om de ouderen van hun stoel te lokken als de moderne
versie waarbij ge elkaar niet meer moet vasthouden. Als u het mij vraagt kies
ik voor ne plakker. Het werd een mooie dag. Het zal veel geld hebben gekost.
Men zegt dan: Met dat geld kan je iets anders kopen. Dat zal wel, maar zo een
dag is onvergetelijk en niet te vergelijken met samenhokken. Uiteraard heeft
dat ook voordelen en zeker heel plezant, maar als u het mij vraagt de
ouderwetse manier is toch spannender
Wat mij altijd
verwonderd is dat mensen naar Lourdes gaan om Onze Lieve Vrouw wonderen te
laten verrichten, niet dat ik daar iets tegen heb, ieder zijn job! Maar hare
HEILIGHEID woont wel in FRANKRIJK, te bereiken met de trein of met het
vliegtuig. Meestal blijft men er enkele dagen, want er zijn duizenden mensen en
O.L.Vrouw is alleen. Doe het maar hé, want mensen durven wat vragen! Zo van;
MOEDER VAN GOD; kan U onze Kurt erdoor halen met zijn examen? Kunt U er voor
zorgen dat ik win met de lotto, niet direct het grote lot, maar als het voor U
hetzelfde is ben ik al tevreden met 100.000 frank dat is 2500 euro want het is
nu euro. (ik zeg het maar moest ge er geen erg in hebben) O.L.Vrouw, voor U is
het een kleine moeite, maar ons Betty zou zo graag een kindje hebben en
daarvoor zou ik durven vragen..., en dat gaat zo maar door.
Ik ken er ook die
van gans het jaar niet naar de H. Maria omkijken maar als ze in de put zitten
dan zijn ze daar! Ik hoor er ook bij Maar wat mij het meeste stoort, wij
hebben op loopafstand een Lieve Vrouw die voor niemand moet onderdoen, O.L.V.
van GAVERLAND. Ze heeft haar degelijkheid al bewezen want onlangs vroeg ik haar
of ze iemand kon bijstaan, een vriendin die een operatie moest ondergaan. Dat
is perfect verlopen. Ik moet nog naar Haar om te bedanken. Zodra de zieke uit
de voeten kan, gaan we samen naar Gaverland. Ik vroeg aan onze Lieve Vrouw:
Waarom gaan zoveel mensen naar LOURDES en komen er minder naar GAVERLAND?
Want als ik goed begrijp gaat het toch over dezelfde MOEDER van GOD? JA, zegt
ze: Mijn zuster in Frankrijk is een betere zakenvrouw dan ik.
Onlangs zei ik het
nog tegen onze Jezus, en weet ge wat die zei? Moeder zaag niet, gij zijt
altijd al jaloers geweest! Awel hé, dan hebt ge met hem op uwe rug door de
woestijn gevlucht voor den Dutroux, lees Herodes, en dan krijgt ge zo een
antwoord! Want onze Jozef zei nog: Moeder zwijgt, want als het over tante
Lourdes gaat luistert hij toch niet! Sorry, zei ze tegen mij, ik moet mijn
hart eens luchten. Ik ben een beetje ontgoocheld in de mensen van hier, maar ze
komen wel terug als de tijden wat slechter gaan, dat is altijd zo geweest. En
gij!, en ze keek naar mij, moet zo hoog niet van de toren blazen, want jij
bent geen haar beter! Maar gij vraagt meestal om hulp voor een ander en dan
help ik ook meestal. Ik ben dan maar stillekes weggegaan maar wel wreed
dankbaar. WEES GEGROET MARIA!
Ons vader
was heel ziek. Men gaf ons eigenlijk geen hoop meer. We waren in paniek, zo een
goede vader, mijn God, laat het niet gebeuren! Plots besliste men in het
ziekenhuis, waar hij toen verbleef, om hem bloed te geven. Er was nog een
kleine kans, zei men ons. Onze pa kreeg 10 liter bloed, hij
verbeterde lichtjes, maar helaas uiteindelijk haalde hij het niet, wat miste ik
hem! Na een tijdje ben ik beginnen na te denken. Waar komt eigenlijk dat bloed
vandaan? Wie zijn die donoren? Zolang je niets overkomt vindt men dat normaal.
Bij een ongeval bijvoorbeeld, geeft men liters bloed. Het zal je kind maar
wezen dat gered wordt. Ik besloot toen die 10 liter bloed eens rap
terug te geven.
Rap bedoelt
u toch, op een jaar geeft men ongeveer 1 tot 1,5 liter bloed. Wat
betekent, als ik dat bloed dat onze pa gekregen had, terug wou geven, was ik
bijna 10 jaar bezig, een mens staat daar niet bij stil, maar toch is het zo. Maar
het goed gevoel dat ik al die jaren heb ondervonden bij het bloed geven is
onbeschrijflijk; de vriendelijkheid bij die dokters en verpleegkundigen! Wat
daar aan te pas komt aan voorbereiding en opslaan van het bloed is ongelooflijk!
Men kan zich geen enkele fout permitteren. En U krijgt de zekerheid dat uw
bloed bij elke gift wordt onderzocht op kwaliteit. Ik denk ook aan die gevers.
U komt thuis van uw werk, douche nemen, andere klederen aan, dan op weg met de
auto naar het zaaltje, inschrijven, prikje krijgen, op de brancard naast de
beenhouwer en de bouwvakker, borreltje drinken, een doosje kleurpotloden voor
je kleinkinderen en hetzaliggevoel van je goede daad voor je medemens,
en terug op weg naar huis. Het is niet mijn bedoeling om mensen te overtuigen
bloed te geven maar als het van het buitenland moet komen heb ik toch mijn
bedenkingen.
Ik ben
gestopt op 65 jaar met bloed geven, langer kan en mag niet. Ik deed een 80-tal
giften. Men heeft me hartelijk bedankt en omdat ik niet op de huldiging kon
zijn bracht iemand bloemen! Ongelooflijk toch, want eigenlijk deed ik maar mijn
plicht. Want wie waren die mensen die onze PA nog een kans gaven?? Wat me wel
is opgevallen nooit zag ik een politicus, een architect, een notaris, een
bekende Vlaming. Zouden die zo gezond zijn dat zij en hun familie nooit bloed
nodig hebben? Verschoning, ik ben verkeerd, onlangs stond er een tent op de
Grote Markt om een bloedinzameling te doen. Toen waren ze er wel !!
Ik
zat in de keuken toen mijn vrouw riep :Wat wilt gij eten deze middag en
vanavond? Nou dat vind ik een hele eer, ik ben één van de bevoorrechten waar
men aan vraagt WAT WIL MIJNHEER ETEN? Bij de jonge mannen van vandaag roept
men: gaat ge om frieten of brengt ge pizza mee, breng ook 2 flessen cola mee, want
ik zit zonder. Ik riep terug : Doe voor mij deze middag maar spek met eieren
en grof brood, en voor vanavond patatten, met ajuinsaus en ne pekelharing. Dat
zijn 2 hoofdgerechten uit moederstijd. Men noemde het wel eens arme mensen
eten. Ik hoorde mijn vrouw mompelen : Hij wordt oud, hij begint op zijn vader
te lijken,wie wil er nu pekelharing met ajuinsaus eten? Een mens moet wel
oppassen wat ge zegt als ge met uw vrouw over je eigen moeder spreekt en hoe
goed die kon koken. Toen heb ik een flater gemaakt, ik draag er nu nog de
gevolgen van ! Ik liet me ooit ontvallen aan mijn vrouw dat haar rijstpap wel
goed was maar die van mijn moeder lekkerder, zeg maar beter, met kaneel, volle
melk, en bruine suiker.
Als
ik jullie een raad mag geven: doe dat nooit ! Het is verkeerd ! Het was toen
eventjes stil en weet u wat mijn vrouw zei ? Als het zo goed was bij je moeder
waarom zit ge dan hier? Ze zei ook nog: als ge nog eens rijstpap wilt eten
gaat ge maar naar u moeder; Het mensje was er allang niet meer. Dus lezers, ge
weet het, als ge nog eens rijstpap maakt denkt aan mij, maar zoals ons moeder
hé!
Als
men tegenwoordig in een restaurant gaat eten weet ge niet wat ge voorgeschoteld
krijgt,ge moet een woordenboek bij
hebben. Onlangs stond er: onze gerechten worden geserveerd met een zalfje van
bintjes. Ik vind dat niet lekker, vroeger noemde men dat aardappelpuree. Wat
is er mis met een koninginnehapje, tomatensoep, groentekrans met rosbief en
kroketten,een crèmeglacé met een gebakje en koffie na, overgoten met enkele
glazen bier?
Nu
serveert men alles op een bedje van lente frisse sla overgoten met
tongstrelende saus die de chef speciaal voor u heeft klaargemaakt, geloof het
maar! Nu krijgt ge van alles een kwakske waarvan ge begot niet weet wat het is.
Tussen de soep en de patatten krijgt ge een ijsje. Sorbet heet dat! Het was
lang geleden, de pekelharing smaakte uitstekend. Het is lang geen arme mensen
eten. Het kost meer dan vlees, zegt mijn vrouw. Als ge uit eten gaat moet ge
een VAN DAELE bijhebben. Zo van : traditioneel drieluik van seizoenshapjes !
Wat krijgt ge dan? Ik zou het niet weten! Nog zoiets: verrassingpakje van
schartong . Ik hou niet van verrassingen, ik wil op voorhand weten wat ik eet.
Pekelharing met ajuinsaus, das duidelijk.
Onlangs
nog: rollade van mechelse koekoek gevuld met duxelle van Parijse champignons.
Wat is dat ?! Als Gaia dat leest komt ge in de gazet en staat ge binnen de
kortste keren in de gerechtszaal voor dierenmishandeling! Ach ja, er was ook
een blanke saus bij, mijn moeder zaliger zou gezegd hebben : wat kan daar nu
inzitten in blanke saus ?
Ne
marmer van 3 chocolades. Waarom moet dat zo ingewikkeld ? Bij ons noemt dat :
3 bollen crèmeglacé met warme chocolade overgoten. Ik moet wel iets bekennen:
het had me gesmaakt en vooral die mechelse koekoek die was juist: à point ! En
toch vond ik die rijstpap van ons moe hele goeien, maar niets zeggen tegen mijn
vrouw! Beloofd ?
Ik zat in een park op
een bank mijn boterhammen op te eten. Achter mij kwamen twee oude
mensen zitten, ze konden mij niet zien want er stond een struik tussen.
Toen ze aankwamen haalde hij zijn zakdoek uit en legde die op de plaats
waar zij moest zitten. Ze waren blijkbaar hardhorig zodat ik hun
gesprek heel goed kon volgen, ze praatten dus tamelijk luid. Achteraf
bleek
dat ze respectievelijk 85 en 83 jaar waren.
Plots zei hij: Marieken, zo noemde hij
haar: Gij hebt altijd nog mooie benen zoals toen we 20 jaar waren en
hij legde zijn hand op haar knieën, zag ik door de struiken.
Vindt gij dat Jef?, zei ze en ze keek
verliefd naar hem en legde haar hand boven op het zijne. Weet ge wat
ik vind"? en ze keek even rond: "dat gij nog altijd een strak kontje hebt
zoals 60 jaar terug, ze giechelde als een puber.
Ik voelde me een beetje gegeneerd, maar ik genoot ervan hoe ze met elkaar praatten.
Ziede gij mij nog geiren, vroeg ze?
Ja, nog meer dan vroeger antwoordde hij want een tijd terug lachtte gij
heel vriendelijk naar de Frans en ik was jaloers, ik ben er kwaad op.
Ze lachte luid en zei: Ik was ook
jaloers een tijdje terug toen ik u naar de decolté van de Bertha zag
kijken, die vuile verleidster.
Ik voelde mij een gluurder, maar ik ben toch blijven zitten.
Jef, zei ze, wat een geluk hebben wij
toch gehad met onze kinderen en kleinkinderen, dat maakt ons leven zo
aangenaam. Zeker en vast nog wat geluk met ons gezondheid, dan hebben we
een goed leven gehad beaamde hij.
Marieken, gaan we een koffie drinken op
den hoek ik heb er goesting in, gij ook"? "Neen Jef, voor dat geld
kunnen we beter 2 gebakjes halen en maak ik thuis koffie.
Ik hoorde hem zeggen voor mij een met rozijnen.
Hij hielp haar rechtstaan van de bank en
gaf haar nog een kusje en keek in haar ogen. Ze zei: Jef, uw zakdoek
niet vergeten, en weg waren ze, hand in hand. Ik dacht het leven kan
toch simpel zijn. Achteraf bekeken noemde ze Maria en Jozef misschien
toeval?
Onlangs moest ik
stoppen aan het zebrapad om een heleboel jonge studenten over te laten gaan. Ik
heb genoten van het uitzicht, ze waren tussen 12 en 16 jaar schatte ik zo.
Meisjes en jongens vrolijk pratend, zonder zorgen kris kras door elkaar. Ze
hadden bijna allemaal een rugzak om, toen heette die boekentas. De rugzak hing
bij de meeste ter hoogte van hun knieën, klotsend bij iedere stap die ze deden.
Ik had de tijd om
ze te bekijken het was een grote groep, ze hadden geen haast wat kon hun dat
schelen. Ze waren geschoeid met basket sloffen de sportievelingen, sommigen
hadden nog geen tijd gehad om hun veters te knopen, want die sleepten achteraan
op de grond. De meeste moeders, dacht ik zo, hadden hun broeken op de groei
gekocht zoals in onze tijd dan kon de broer, die achter u kwam die broek
afdragen zo zei men dat toen.
Ze was drie maten
te groot en zoals ik achteraf heb vernomen is dat de mode en keitof, het is
zelfs zo als de broekspijpen uitgerafeld zijn van over de grond te slepen,
krijgt ge alle waardering van de ganse bende. Bij de meisjes was het andersom,
zeker bij hun truitjes, dat hadden die mamas verkeerd gewassen en zodanig
gekrompen dat die arme schapen met hun buikje bloot liepen en dan met zon
weer, onverantwoord noem ik dat. De haardos van onze toekomst jongeren was echt
de moeite, het varieerde, soms kon je niet zien of het een jongen of een meisje
was. Een meisje had een haarkleur tussen ros, purper en oranje want ik zei nog
tegen mezelf als dat mijn kleindochter moest zijn....... dan zou ik niets
zeggen?
Een hanenkam noemt
dat, stok stijve haartjes omhoog gekamd mooi in de rij, ja das juist mijn
kleinzoon die heeft dat ook. Een verliefd koppeltje was er ook bij, ontroerend,
ze waren schat ik samen 26 jaar, tongzoenen had voor beiden geen geheimen meer,
dat demonstreerden ze juist naast het zebrapad ze misten hun mama dat zag je
duidelijk.
Wat kan het leven
toch mooi zijn, eigelijk genoot ik van die hele bende jonge snaken, zouden wij
anders geweest zijn? Op een andere manier maar juist hetzelfde wat meer op onze
vingers gekeken. Toen was de baan vrij, ik had binnenpretjes en een goed
gevoel. OUD WORDEN hé