De dagelijkse dingen volgens Roger (78jr) uit Beveren Waas Elke week een nieuw verhaal...
Reacties zijn steeds welkom!
>> NU OOK BESCHIKBAAR VIA WWW.ROCOR.SHORT.BE
09-06-2007
Groot huisvuil in de gemeente is altijd een bron van verbeelding
En hebt gij meubels en hebt gij huisgerief , dan kunt ge trouwen met U lief, was vroeger een volkse meezinger. Toen het deze week in de gemeente groot huisvuil was dacht ik bij mezelf: wat een ongelooflijke bron van verbeelding, wat mensen op de straat zetten, is niet te geloven. Ik zag een complete eetkamer, een salon, een tuinset, 4 stoelen en een tafel met zonnescherm. Weliswaar beschadigd, maar toch, een fiets klaar om te berijden, kinderspeelgoed met bedje en popje erin, een complete keuken met aanrecht, een kruiwagen met platte band, want wie pompt er nu nog banden op, dat smijt men toch gewoon weg zeker. Alles tweedehands maar toch, wat een ongelooflijke weelde overspoelt ons, en we beseffen het niet.
Ik heb er nu nog plezier in, een winkel had een naakte vrouwelijke etalagepop buiten gezet op een stoel, een vrouwmens met alles erop en eraan. Ik heb gewacht in de auto om te zien hoe de milieu deskundige, lees vuilnisman, dat zou oplossen om dat mens vast te nemen en in zijn wagen te gooien. Hij had problemen toen hij haar opmerkte, hij keek rond of niemand hem zag. Hij lachte, nam het mens heel zedig vast, opende de deur van de vuilniswagen en plaatste het blote model heel voorzichtig naast zijn vriend, de chauffeur, die op zijn beurt het meisje groette met een tik tegen zijn voorhoofd, van hoffelijkheid gesproken. Zoiets kon je zien op TV bij Gaston en Leo, toch maar mooi meegemaakt.
Op die dag zeg ik tegen mijn vrouw om te plagen: Houdt U binnen vandaag want het is groot huisvuil. Dat gezegde wordt niet in dank afgenomen want ze antwoordde: Houd gij U maar binnen, want men schuimt op voorhand de straten af op zoek naar antiek: 1-1 dus. Van uw familie moet ge het hebben hé
Onlangs keek ik door het raam naar buiten, ik had zelf wat rommel buiten gezet. Stopt er een dame, doet haar koffer open, en deponeert een grote doos boven op mijn huisvuil. Ik wreed nieuwsgierig, gaan zien wat er nu in zat. U gelooft het niet, in die doos zaten 100 stukken zeep, mooi per stuk ingepakt, er stond op: FERRIER MARSEILLE 72% huile,garantie Pur. Het was zeep van de jaren 50.
Ik was er mij iedere dag mee ik heb geen enkel rimpeltje ruikt lekker en is puur, puur. Als U een stuk wil: www.rimpeloosdoorhetleven.be. Mijn gedacht, al wat ge nu ziet buitenstaan was vroeger een fortuin waard, nu waardeloos. Het geeft soms een zielig aanblik, het is maar hoe ge het bekijkt, wat voor de ene rommel is, is voor een ander een gerief.
Iedere mens zou moeten beseffen dat er niets belangrijker is in je bestaan dan je familie en je familiegeluk. Alles in een mens zijn leven draait voor het grootste gedeelte rond je verwanten in welke graad dan ook. Moest men bijhouden in uren hoeveel tijd men doorbrengt met rond de tafel te zitten terwijl men eet, drinkt en praat, men zou opkijken. Wat is leuker om te ontbijten terwijl men in de hof kijkt of naar de mooie dingen in je huis of appartement, nadien de krant lezen en het voornaamste nieuws bespreken. Zeker mensen met kinderen en kleinkinderen, daar is altijd wat over te zeggen. Het zijn geen wereldzaken, dat niet, maar iemand met een goed rapport, een kleinkind dat langskomt voor achterstallige pree, soms een zieke, soms een nieuw lief, een ander met liefdesverdriet, ge hebt altijd praat. Zon mooie dingen kan men allemaal verliezen met een stomme ruzie.
Soms gebeurt het toch en is men behoorlijk boos op zijn naasten, over een misverstand en wrevel, over een uitspraak die verkeerd begrepen is en die hard aankwam, meningsverschillen die niet worden bijgelegd, zich vastbijten in die wrevels en koppig wachten tot de ander de eerste stap zet en daardoor de vriendschap en de familieverhouding op het spel zetten. We denken dat onze trots soms belangrijker is dan het familiegeluk. Maar wat is de moeite om ruzie te maken, niets eigenlijk, toch niet met je familie. Moest ik het voor het zeggen hebben zou gelijk welke ruzie op 2 uur moeten gedaan zijn. Er zijn ruzies in families die maanden duren, waar heel harde verwijten worden gebruikt, dan zou men toch eerst moeten nadenken vooraleer zoiets te doen. Na een tijd is de ruzie over, maar de harde woorden die men gebruikt heeft, blijven hangen. Het vertrouwen in elkaar heeft een deuk gekregen en voelt niet goed aan. Het ergste is daarbij: het spontane is weg.
De minder sympathieke kanten en de onvolmaaktheden die iedereen heeft, moet men aanvaarden, hoe moeilijk soms ook, zo zit liefde toch in elkaar, dacht ik. Men kan het oneens zijn, maar ik vind dat ge uw woordkeuze moet beperken tot het aanvaarbare, het kan toch niet de bedoeling zijn die persoon verwijten toe te sturen die blijven hangen voor het leven en die meestal niets te maken hebben met de discussie die men op dat ogenblik voert. Zeg uw gedacht, want ieder staat achter zijn eigen idee, maar ruzie maken, kom nou, discuteren, een heftige woordenwisseling. Akkoord, zelfs eens kwaad maken, maar kwetsende en verdacht makende uitspraken waar men achteraf veel spijt van heeft, die kan men niet meer ongedaan maken. Met verschoning te zeggen, het blijft hangen, dus laat het.
Er zijn geen cursussen over ruzie maken, maar de kwetsuren die men aanbrengt zijn niet te wissen. Weet ge wat? Geef eens toe, ook als ge weet dat u gelijk heeft, dan beseft u pas dat het allemaal de moeite niet was. Het geeft een vredig gevoel, en we moeten toch met elkaar verder in goede en slechte tijden. Tot gauw.
Mijn kleinkinderen zijn digi-kids, dat kent alles over gsm, gps, cd, computer, als het digitaal is, moet ge bij hen terecht. Ik denk dat ze zich afvragen of hun grootouders nog wel meekunnen, nu alles zo rap gaat. Het mooiste van al, ge hebt ze altijd nodig als ge U iets aanschaft dat met elektronica te maken heeft. Meestal zit er een gebruiksaanwijzing bij van 3 bladzijden in alle talen, na de derde regel verstaat ge er al niets meer van en zit ge klem. Als ge een knop induwt gaat het onmiddellijk mis, ge duwt een tweede keer en ge kunt het vergeten.
Wat ge ook probeert, dat ding is ontregeld, daar staat ge dan, wat nu? Uw vrouw zegt dan dat ge er beter met je handen af zou blijven, want gij kent er toch niets van. U bent dan boos, maar in je binnenste moet ge toegeven dat ze gelijk heeft. En voegt ze er fijntjes aan toe: Als van de week één van de technokids komt, zal ik het eens vragen.
Dus dat wil zeggen: zolang de suikere siesen (dat is dialect voor verwend zijn) niet komen, staat dat ding daar, wachtend op de grootmeesters. Het is ver gekomen, als de kinderen van Uw kinderen U moeten helpen met Uw gsm om een berichtje te verzenden. Ofwel ben ik een kluns, maar kunt U eigenlijk een thermostaat instellen, of alles opnemen op je TV? Alles wat je gsm aangaat, kent U er alles van? Een digitale camera, laat staan een computer, of een cruise control (voor in de auto)?
Als ze dan komen moeten ze eerst eens drinken, krijgen een snoepje, dan word er gevraagd of ze de goedheid willen hebben eens naar het te regelen ding te kijken. En dan gebeurt het, ze zien eens naar de gebruiksaanwijzing, beginnen overal op te tikken en binnen de kortste tijd is alles in orde. Ze kijken dan eens bedenkelijk naar mij zo van: Ik heb U dat allemaal toch al eens uitgelegd. Ze krijgen dan pré natuurlijk, want als ge een ander laat komen kost dat ook geld, en de kinderen kunnen het gebruiken, zegt de oma. Gelijk heeft ze.
Maar U moet weten, in de tijd van mijn grootvader, op de boerderij, liep er een hond met gareel aan. Hij liep in een molen en dat beest moest rondjes lopen om het vat te laten draaien, om boter te maken, het beest moest 2 uur lopen. Zo kon het niet blijven, dat weet ik wel, maar alles is toch wreed rap gegaan vind ik. Een hond die een botervat laat draaien, of een mobiel telefoontje in uw hand waar ge de hele wereld mee kunt bereiken, tis haast niet te geloven
Herkend U de uitspraak? Ik denk het wel. Het is voorspelbaar, een man voelt dat aankomen, het gaat zo: er is reden tot feesten in de familie en U bent genodigd. U komt s avonds van uw werk en er ligt een uitnodiging, allee zeg, de pietgeeft een feest is die al zo lang getrouwd met dezelfde. Dat is een prestatie, want zeg nu zelf de Marie das geen gemakkelijke poppetiet. Maar ja, ne mens past zich aan, en ik moet bekennen, marieke is geen mis jonk van tiet gesproken. Dan begint de stategie, wat denkt ge, gaan we er naartoe vraagt uw vrouw? U hebt geen schijn van kans want het is al geregeld op voorhand. We gaan!!
Maar ze moet niet denken dat ik haar een nieuw kleed ga kopen, wat denkt die wel, want weet ge nog toen Marie de laatste keer bij ons was, had ze een jeans aan, met een topje en ze had geen bh aan. Ik zelf dacht er toevallig ook net aan, er was niets mis mee, integendeel, ze had niet veel aan, maar er was veel te zien. Maar dat argument om geen nieuw kleed te kopen, zwakt langzaam af, want het is toch lang geleden dat ik me iets nieuw heb aangeschaft en nu komt het: IK HEB NIETS MEER OM AAN TE DOEN
Beste lotgenoten, er zijn verschillende mogelijkheden, ofwel zijt ge akkoord en haalt ge uw geldbeugel boven, en betaalt ge U blauw, ofwel spartelt ge tegen en zegt ge dat haar kasten vol hangen. Dat is fout, dat is helemaal fout, ge verliest al uw goede punten want ge wordt een onmogelijke vent die niet met zijn tijd mee kan. En, zegt ze erbij, gij moest eens een vrouw hebben die alle weken iets nieuw nodig heeft, dan pas zou ge weten hoe sommige vrouwen bezig zijn en voor die keer dat ik mij eens iets mooi aanschaf ziet meneer op zijn geld, ge moest beschaamd zijn!
In het ergste geval moet ge mee naar de kleren kast gaan kijken en moet ge vaststellen dat de kast niet goed meer dichtkan. Maar dat komt omdat ze alles bijhoud en niets wil wegsmijten. Ondertussen is dat allemaal uit de mode zegt ze. Een goede verstaander heeft maar een woord nodig, het vrouwtje heeft een nieuw ensemble nodig, dat is duidelijk. Ze heeft niets meer om aan te doen. Die oude schoenen daar durf ik niet mee op straat komen en een nieuwe handtas hoort erbij, een halsketting is nu in, en dat kost geen geld, want goud is uit de mode al bij al valt dat nog goed mee, zegt ze. Ik maak ineens een afspraak bij den Tonny voor mijn haar, ik ga er eens mishen in laten zetten das modern. Al bij al valt dat nog goed mee, uw pensioen is er aan. Maar ja, ne mens mag er eens van profiteren, herhaalt ze. Achteraf bekeken vraag ik me af, zou dat bij marie poppetiet ook zoveel hebben gekost, die te kleine spulletjes en geen bh, ze had veel bekijks, jaloerse blikken en mannelijke interesse.
Ik was het bijna vergeten: MIJN hemd paste uitstekend. Tot gauw in betere tijden.
Sinds kort word ik verstoten, ik besta niet meer. Het is de periode van de grote kuis. Anders uitgedrukt: gans mijn huis staat in de steigers. Alle kasten worden uitgeladen en dagen tentoongesteld, het zijn allemaal spulletjes die zelden gebruikt worden, alleen bij feestelijkheden en als de Koning komt, dus nooit. En toch wordt alles bijgehouden, men gooit niets weg en zet alles terug op de oude plaats, wat heeft dat voor zin. Ik dacht eerst dat het was om de inventaris te maken, maar dat was het niet, alles moet in warm water met een speciaal product afgewassen worden en naar het licht gehouden worden, om te zien of er geen vingerafdrukken op stonden denk ik? ZE ZIJN MET TWEE, IK NOEM DAT VEEGTEVEN!!!
Ook ben ik dan onbestaande, ik word dan onheus behandeld. Zelf moet ik dan met kasten sleuren, plafonds afwassen, en het is nooit goed gedaan. Ik ken niets van kuisen, want zegt men erbij: Moest gij alleen geraken, het zou nogal ne vuilen boel worden. Een kleine anekdote: ik moest de muurklok afnemen nadat ik de slinger in de koffer met messen en vorken had gelegd en hij is maar terug gevonden een maand nadien. Had het dus gans verkorven, de veegteven wilden met mij niets meer te maken hebben, want een muurklok die dan nog van ons vader zaliger was, loopt niet zonder slinger. Wie legt er nu zoiets in de koffer van het bestek, dat men alleen gebruikt bij hoog bezoek vandaar dat laattijdig terugvinden, natuurlijk.
Ik ga een campagne opstarten met als slogan:WEG MET DE GROTE KUIS.
Dat ouderwets gedoe is pure pesterij: iedere week wordt er een volle dag gekuist, hoe kan dat vuil zijn? En toch moet ieder jaar de boel onderste boven en moet gans het huis in detail een beurt krijgen.
Gans die periode bent U als man waardeloos U bent dan nog juist goed om dingen te versleuren en kunt ge uw hormonen opbergen. Je harde schijf is van geen tel meer, daar is het nu de moment niet voor. Maar ik moet bekennen, als alles weer op zijn plaats staat en het huis geurt naar boenwas en zeep geeft dat een speciaal gevoel, en ik denk dat de dames heel moe zijn, wat een beulenwerk.
Tot gauw.
PS: je wordt er gek van, ge hoort niets anders dan sorry, sorry. Ik kan het niet meer horen: pardon, nog zo iets. Wij hebben het mooiste woord ervoor: verschoning. Laat het ons gebruiken aub. Onlangs stelde ik het voor aan enkele jonge mensen, ze hadden verschoning nog nooit gehoord, spijtig hé
Wellicht zult U zich afvragen : hoe komt ge daar nu? Het was 1957. Ik vervulde mijn legerdienst bij de paracommandos. We waren toen enkele dagen in Congo. Ik was chauffeur van de commandant en hij moest naar de dokter. Die mannen moesten vervoerd worden. Ik zat daar op de baas te wachten in een kamertje van 3 op 3 meter. Het was die dag 45 graden warm, snikheet dus. Recht tegenover mij zat een zwart meisje van ongeveer 18 jaar. Ze was zeer mooi en had haar kind op de schoot. Het moedertje was kleurrijk gekleed. Het babytje was zo te zien enkele dagen oud. Het was een jongetje. Het kleintje dacht dat het stilaan tijd werd om te eten en begon te zeuren.
Maar wat je eerst moet weten : ik was voorgelicht van ons moeder toen ik 9 jaar oud was. Ze zei tegen mij dat de kindjes uit de buik van hun moeder kwamen. Dat was het, de rest moest ik zelf maar te weten komen. Dat is natuurlijk 60 jaar geleden! Wat er toen gebeurde zal ik nooit vergeten. De jonge moeder schoof haar kleurrijk kleed opzij, haalde haar borsten boven en duwde de gulzige mond over haar tepel. U moet weten ik had nog nooit blote borsten gezien! Ik was opgeleid in een elitegroep, had de rode muts behaald, had 30 parachutesprongen gedaan, was commando, had leren vechten, had op rotsen en over rivieren met koorden gekropen, had leren boksen, uit rijdende autos gesprongen, kortom wij waren getraind en van niets bang.
Wat bleek nu? Tegen zo een situatie was ik niet opgewassen. Ik voelde warm en koud. Wat moest ik doen? Naar het kind kijken? naar die mooie borsten? Kon dat zo maar? Ik ben toch maar mooi blijven kijken en het stoorde de moeder blijkbaar niet. Ik moet bekennen ik genoot ervan. Het was zo puur. Bij ons in België zou toen zoiets onmogelijk gekund hebben. Men had er schande over gesproken. Wel moest ik vaststellen dat de kleine geen tafelmanieren hadEr liep een straaltje moedermelk over zijn buik. Het was een kleine gulzigaard en achteraf boerde hij luid! Over zijn gezicht lag een gelukzalige glimlach. Ik dacht: die gelukzak! De zwarte mama wreef met haar hand over de gemorste melk die nog een beetje uit haar borst vloeide en likte die op. Van een teder moment gesproken!
Toen kwam de dokter zeggen dat het haar beurt was. Mijn commandant vroeg of alles in orde was met mij. Hij vond dat ik zo raar keek. t Is niet moeilijk! Ik vond de Congo een mooi land!
Tegen wie zegt ge
het, de meeste mensen liegen over hun gewicht. Ik zal eerlijk zijn, in mijn
blootje week ik 106,5 kilogram, veel te veel dus. Graag zou ik 95 kilo wegen en
heb al veel dieet gedaan, maar als ik dan gedurende 6 maanden alleen konijnen
nadoe, en enkel gras eet val ik 10 kilo af. Ik ben dan zeer ongelukkig, ik eet
graag.
Een trappist
drinken met een stukje brokkelkaas zou ik nu graag doen, maar dat mag niet, ben
weer eens op het afslankingspad. Niets kan er dan, alles wat ge ook maar graag
eet, is verboden. Wat heb ik misdaan, waar heb ik dit aan verdient? Neem nu een
pakje friet goed gebakken met een klodder mayonaise, dat zou ik graag eens
hebben en een pintje bier erbij; neen, neen, neen. Ik stel me dan gerust dat ik
zo gezond ben als een vis, kan goed slapen, heb nooit een kwaaltje, heb een
maag van beton. Wat hebt ge het liefst, nen dikke plezante, of ne magere
ambetanten?
Er zijn mensen die
alles mogen eten, daar zou ik eigenlijk jaloers op kunnen zijn. Maar die
zogezegde magere mannen, die hebben zenuwen, dat zaagt gans de dag over alles
en nog wat. Ik denk dan, laat me maar wat dikker zijn en blij door het leven
gaan. Ik ben er terug aan bezig en weeg nog slechts 91 kg, dus ik ben 15 kilo
afgevallen, flink hé? Ik zie terug mijn gereedschap hangen, men zegt toch dat
schoon gerief onder een afdak moet hangen of is het staan? Maar er zijn
grenzen, ik drink water als een koe, wat er dus toe leidt dat ik dan ook bijna
gans de dag met mijn gereedschap in mijn handen sta. Een lintworm binnen nemen
met wat yoghurt is misschien een oplossing en die het werk laten doen. Heb het
een paar jaar geleden voorgesteld in het radioprogramma Jongens en
wetenschappen op radio 1. Het is dan onderzocht, maar bleek niet verantwoord.
Beste medemens, het is een harde strijd, ik weet nu al wie gaat winnen,
langzaam maar zeker komt in mijn geest het beeld van 1 kilo gekookte mosselen
met friet, met een kwak zelfgemaakte mayonaise overgoten met een fles
Pinot-blanc. De frietjes goed gebakken.
Als het voor U
eender is, graag nadien nog een koffie met een Amaretto. Met de groeten van
magermans (nu toch nog).
Een dame had haar bestellingen gedaan en wat
me opviel wanneer ze vroeg om 150 gram gehakt, kreeg ze 190 gram. Vroeg ze een
steak, dan zei de beenhouwer, Mag het wat meer zijn?, en bij alles wat ze
bestelde was het steeds ook méér. In deze tijd mag en kan dit allemaal, het is
een rijke tijd, het was ooit anders. Maar tijden veranderen, maar goed ook, er
was een periode dat men er op sprak dat de beenhouder steeds het inpakpapier
meewoog, dat was minder vlees, ver gezocht vind ik dat.
De dame in kwestie nam haar mooi verpakte
vlees in ontvangst, was bezig te betalen toen er al rinkelend 10 cent op de
grond viel. Niemand bewoog, niet zinnens zich te bukken voor die armzalige 10
cent, vroeger 4 frank. Wat zullen de omstaanders niet denken, ik ga me niet
belachelijk maken. Ik heb me gebukt en het muntje van tussen de mensen hun
voeten genomen, men grinnikte hoorde ik. Heb het geld aan de dame willen geven,
die het weigerde en zei: Dat is bezem geld voor de eerlijke vinder, gelach
van iedereen.
Ik heb het in mijn zak gestoken en enkele
uren later met wat extra van mij erbij, aan een accordeon speler op de dijk
weggegeven. Ik vroeg of hij: Ik hou van U van Stijn Meuris wilde spelen, er
is nooit zo mooi neen tegen mij gezegd; hij begreep me niet. Maar daar gaat het
nu niet om, weelde veranderd de mensen, mijn ouders hadden me voorgehouden
nooit met eten of geld te morsen ook niet met kleine beetjes, en ik kan het nog
niet hebben, niet van mijn kinderen of kleinkinderen, beter reserve dan tekort,
vind ik. Maar wie ben ik om jullie te zeggen hoe het moet, ieder leeft zoals
hij wil, en volgens zijn geldbeugel, maar trop is teveel, en teveel is trop.
Ps: kan er iemand het ironie teken op mijn
coputer krijgen? Het is nieuw, het is een bliksem met een punt eronder...
Een mens heeft ironie nodig, vooral als je 69 jaar bent. Tot heel gauw.
Als hier een kindje
geboren wordt en zijn vleeshuisje moet verlaten, legt men het eventjes bij de
moeder wat ik altijd zeer teder vind, en wordt het in een bedje gestopt. Als het
door omstandigheden niet mee naar huis mag komt het terecht in een couveuse met
plastiek kapje erover. In het andere geval komt het thuis terecht in zijn of
haar schommelwiegje, met zo een doorkijkdoek erover waar iedereen gaat
overhangen. Na enkele tijd als het gevaar bestaat om uit het wiegjete vallen word de voiture in de kamer gezet
en kan het daar zijn tijd doorbrengen met naar die bengelende speeltjes te
kijken die men erboven hangt.
s Nachts slaapt
het in de kamer van de ouders in een bedje en mag af en toe in het grote bed
bij pa en ma, naar wat ik ervaren heb als de prachtigste momenten in het
vaderschap. Als het kind mee mag om boodschappen te doen zet men het in een
Maxi-Cosi of hoe noemt dat ding, wreed handig en wendbaar, neemt alle hindernissen
zonder moeite en ge moet het kind niet dragen. In de auto zelf hangt het in een
zitje wat erg veilig is maar u moet ervoor zorgen dat het kind met zijn rug
naar de rijrichting zit, hangt anders word ge vervolgd. Hét voordeel, het kind
moet niet op de schoot.
Die maxi-cosy is
een wreed handig ding met veel mogelijkheden u kunt het demonteren en men kan
het op de vloer in huis zetten en het schommelt een beetje. Zeker voor de baby
niet plezant, zo laag bij de grond, maar ja, ze kunnen u toch niet altijd
dragen hé. Aan tafel heeft men een hoge kinderstoel voorzien, wel handig, ge
hebt als baby een mooi overzicht en ge kunt met alles smijten, want je mag toch
niet op de schoot. Soms steekt men je in een ren zoals de kippen, is plezant
voor één uur maar als ge dan wat huilt, haalt men U eruit en kunt u
rondkruipen, altijd avontuurlijk.
Wat ik niet snap is
waar het woord draagmoeder vandaan komt, verschoning, ik heb het gezien toen ik
in de Kongo was als militair, daar werden kinderen gedragen maar dan ook echt
gedragen. Het is een andere cultuur akkoord, maar bij die moeders was het kind
altijd, dicht bij haar. Het werd over de schouders gelegd zonder vast te
houden, het werd in een doek op de rug gebonden, het verbleef vooraan tussen
haar vloeibaar voedsel. Ik zag een vrouw die een grote kom water op haar hoofd
had staan, het kind hing op haar buik, alles mooi in evenwicht door de
draaiende bewegingen van haar achterste, volkomen handsfree. Ongelooflijk toch,
de mooiste kinderzit vond ik als de moeder links of rechts ging overhellen en
het kind op haar heup plaatste en ermee uren rondliep. Dat vind ik
draagmoeders. Na 8 maanden zet men U op de grond en ge loopt rond. Jonge
moeders ik plaag jullie, maar, wat een verschil tussen culturen hé en de kinderen
weten niet beter maar wij hebben toch verwende boelekes geloof me vrij. Tot
gauw.
De gastronomie is de seksualiteit van de derde leeftijd
Het is waar, ge kunt geen restaurant binnengaan of ge ziet mensen die boven de 60 zijn, zelfs ouder, die een aperitief, een hoofdschotel, en een koffie nemen. Als ge dan vraagt of ze dat graag doen en waarom ze dat nu doen is hun antwoord: Het is het enige wat we nog hebben, mijnheer, de rest staat op een laag pitje, het staat zelfs niet meer, als ge begrijpt wat ze bedoelen.
Beste leeftijdsgenoten, ik ben ten zeerste ontgoocheld in jullie, kan eten en drinken onze oude gedachten vervangen van vroeger, het was langs daar dat we naar de hemel gingen gaan. Waar is onze vurigheid en ons verlangen gebleven? Mannen denken alle 7 seconden aan seks, alé, ik toch, de mannelijke lezers toch ook, mag ik hopen, of eet u liever? Natuurlijk er is een groot verschil tussen aan denken en doen, een torenhoog verschil, een uit de kluiten gewassen boerentoren wordt het nooit meer, bij wijze van spreken.
We zaten onlangs met vrienden in een eethuis een verwenmenu tot ons te nemen. Het was dik in orde, we waren meer dan voldaan, van het goede te veel. Er wordt dan veel over vroeger gepraat, hoe goed we alles deden, gewoon opschepperij. Over de prestatie in de ledikant werd angstvallig gezwegen. Want ik zei nog: Een wip in de morgen is een dag zonder zorgen, een wip kort na de noen is ook nog te doen. De dames in het gezelschap konden er om lachen, de heren daarentegen keken de andere kant uit. Ze beweerden dat wie er veel over praat en over opschept er niets van terecht brengt. Waarop ik zei: Er wordt veel over gepraat, maar ook nog veel gedaan zenne!! De vrouwen zeiden allemaal in koor: Beloven ja!: Toen ik over die blauwe pil begon was het hek volledig van de dam, het mannelijk gezelschap zei: Puur of niet! De vrouwen lieten het in t midden, dat het toch wel het proberen waard was, en dat die penispauze zeker lang genoeg had geduurd!
Al bij al geen stichtende praat voor al dat oud ijzer, maar we hebben zeer goed gegeten. We waren uitermate bevredigd, moe maar voldaan en hebben nog lang nagenoten. Tot gauw.
Het voelt niet
lekker als grootvader als ge moet opletten hoe ge umoet gedragen in het bijzijn van kinderen.
Sinds het geval met die kinderverkrachter voelt dat anders aan, het spontane is
weg. Ik vind dat jammer. Onlangs hadden we ingeschreven met onze kinderen en
kleinkinderen om te gaan eten ten voordele van een goed werk het was bedoeld
als steun voor de weesjes. We werden bediend en zaten aan lange tafels. De
kinderen hadden een tekening gekregen bij het binnenkomen, die ze moesten
kleuren en afgeven. Naast mij zat een kind dat aan het kleuren was en zich
naarstig inspande om er iets mooi van te maken.
Ik keek geïnteresseerd
mee en zei dat het zeer mooi was en ze niet moest vergeten haar naam eronder te
zetten. De vader zag dat en zei dat het kind naast hem moest komen zitten want
hij had gezegd dat ze niet met vreemden mocht praten. De man bedoelde dat goed,
men kan nooit voorzichtig genoeg zijn, maar voor mijkwam dat heel hard aan. Ik heb zelf 4
kleinkinderen, als zo een viezerd die aan zou raken, dan neem ik gegarandeerd
de wet in eigen handen. Ze zouden er geen 8 jaar moeten over doen. Ik ben alle
dagen met de auto onderweg, heel Vlaanderen rond, van de ene werf naar de
andere. Als ge in een woonwijk moet zijn, met bijvoorbeeld allemaal
bloemetjesnamen, dan durf ik dat niet meer te vragen aan kinderen die op straat
spelen, laat staan aan tieners.
De enige mens aan
wie ik de weg nog durf vragen is de postbode en die blijft ook meestal op een
veilige afstand van de auto. Ik heb het daar moeilijk mee, leuk is anders, ik
ben een kindervriend en houdt van mensen. Ik denk dat op den duur iedereen
enkel zijn eigen familie nog vertrouwd. Het vertrouwen en de verdraagzaamheid
is ver zoek. Maar laten we met zijn allen de vriendschap niet verloren gaan,
het kan toch zo deugd doen. Een schouderklopje en vooral een knuffel van je
kleinkinderen is met niets te vergelijken, ik ben misschien sentimenteel nu,
maar het is zo.
Ge hoort niets
anders en iedereen ontkent er iets mee te maken te hebben. Tegenwoordig komen
er dierenartsen aan te pas. Als ge uw prestaties wilt verbeteren, moet ge
terecht bij die mannen die met hun botten vol stront over een boerenerf lopen.
Die kunnen er ook voor zorgen dat kleine magere dieren, dikbillen worden. Als
ge die in de wei ziet staan zie ik die niet direct op een koersfiets zitten,
maar ge weet maar nooit. In mijn jeugd was er een plaatselijke wielrenner die
talent had. Het bracht hem tot kampioen van België, ondanks de aanwezigheid van
de groten bij de beroepsrenners. Een topprestatie! Weet ge wat die kreeg als
versterking? U gelooft het niet, hij moest jonge duiven eten! Er was een
supporter die duiven kweekte speciaal voor de renner. Af en toe moest hij een
trappist drinken van Westmalle waar men een rauw ei in geklutst had, en dat was
het zowat, de doping van die tijd.
Hij werd toch maar
mooi kampioen van België onze dorpeling. Nu spuit men die jongens vol producten
en al het natuurlijke is weg. Als nu iemand een topprestatie neerzet denkt men
direct aan die dikbillen in de wei. Een mopje: Weet u waarom koeien en paarden
meelopen in de wei als er een wielerwedstrijd voorbij komt? Omdat ze elkaar
kennen van bij de veearts, flauw, maar het kan wel eens kloppen
Nu ga ik iets
vertellen en dat is top secret. Een renner vroeg aan de arts wat hij moest doen
om in de top 100 te komen. Weet ge wat die arts zei: Krab aan uw ... en hang
ze nadien in een pot zout, dan worden ze vuurrood, ga naar een dermatoloog en
laat U 6 maanden disprosole voorschrijven. Wrijf uw edele delen met die zalf
in. Weet U wat het gevolg was? Hij kon gedurende 6 maanden disprostène
ingespoten worden, zonder positief te zijn bij de dopingcontrole! Straf hé,
zelf gelezen. Hij won op die 6 maanden verschillende grote koersen. Het kostte
13.000 euro bij de arts, maar zijn prijzengeld van die gewonnen koersen
oversteeg die kosten ruimschoots. Hij vond het de moeite waard. Kunt ge dat nu
geloven?.
Als ge dat leest
als ge 69 jaar bent en terugdenkt aan die jonge duiven en die trappist met een
ei erin geklutst, was dat toch een topprestatie, vind u niet? Een gouden raad
voor mijn leeftijdsgenoten als het niet meer zo goed lukt, u weet wel geen
viagra nemen maar jonge duiven eten! En zeker niet over een pot zout gaan
hangen maar wel veel trappisten drinken! Tot gauw!
We waren thuis met
4 kinderen en die gingen uit werken samen met onze vader. Ons moeder maakte dus
om 5 uur s morgens 5 knapzakken met de nodige koffie erbij. In die tijd was er
nog geen gesneden brood, dus ons moeder drukte die 5 broden tegen haar borsten,
tikte met het broodmes er een kruisteken op, en sneed die broden precies
allemaal op dezelfde sneedikte. Soms eens met een uitschieter met als gevolg
dat die boterham veel dikker was. Ik vond dat brood snijden een hachelijke
onderneming. Zo dicht met dat scherpe mes bij ons moeder haar borsten, was niet
zonder risico. Het is nooit tot een ongeval gekomen want iedere morgen 5 broden
snijden is niet niets. Misschien heeft dat kruisteken daarvoor gezorgd
De keuze van het
beleg was kaas of hesp en een boterham met confituur of in betere tijden een
reep chocolade, een appel was er altijd bij. Het was feest als ze spek met
eieren bakte om mee te nemen, het huis geurde dan naar dat vers gebakken spek.Het ei maakte dan uw brood vochtig en rond de
middag was het juist van trok: koud en doorweekt. Ondertussen kookte de
moor op de Leuvense stoof en er werden 3 scheppen koffie in de zak gedaan,
zeg maar bus. Dan werd het overgoten met kokend water. Er stonden 5 aluminium
koffiebussen klaar met een gazet er rond om warm te blijven. Er werd toen nog
aan de teut gedronken dat was toen nog niet onbeleefd ! Moeder aan de haard was
een lieve vrouw die vroeg opstond en haar kinderen een schoofzak klaarmaakte en
ze uitwuifde. Ze zei dat we voorzichtig moesten zijn en ze riep: tot vanavond
Ondertussen 50 jaar
later, bij den bakker (ik ga iedere dag om 7 uur s morgens naar de warme
bakker, bij ons is het een bakkerin en ik zie daar niets heet aan). stond ik in
de rij met 7 MAN vóór mij. Een ongewassen bouwvakker vroeg hem 2 smosjes, 1 met
kaas en heps en nog een martino. Een broodje werd opengesneden er werd gul
préparé tussen gesmeerd, men legde er komkommers op, peper en zout en ajuin Men
spoot er ketchup tussen en het dreef er aan de zijkant uit. Hij vroeg zich nog
een worstenbrood, 2 koffiekoeken en 2 colablikjes, moest rond de 350 frank
betalen en was weg. Afgezien van het feit dat het 8,50 kostte vraag ik mij af
waar is die moeder of zijn vrouw of da lief ? Hij was zeker niet uitgewuifd,
zijn broek was gescheurd, en een vieze stoppelbaard (maar hij was misschien
wel een goede werker?!) Maar toch, moet dat nu zo? Als ik goed begrijp worden
er dus geen schoofzakken meer gemaakt, mij niet gelaten maar waar blijft dan de
gezelligheid van het ontbijt? Nu valt men uit zijn bed en loopt men naar de
bakker Als ik uit werken ga botert men mijn brood met beleg, er zit een appel
bij, ik heb een thermoskan bij, af en toe een toetje, een kommetje met rijstpap
en een beetje bruine suiker!
Goed hé? Ga eens
na hoe het bij jouw kinderen gebeurt ???
Weet u nog toen men
u ooit eens uitnodigde om naar de trouwfeest te komen? Dat was toch iets om
naar uit te kijken. Naar de kapper en uw kostuum naar de kuiserij, want
"de keren dat ge dat maar draagt", zei men toen. Een nieuwe das, nog
tot daar toe, en de vrouw om een nieuw kleed, want ze had niets meer om aan te
doen, begrijpen wie kan
Dat gedoe is over
en out. Er wordt niet meer getrouwd, ouderwets, en voor dat tijdje dat ze toch
maar samenblijven, veel te duur! Men gaat samenwonen en in zonde leven; zeker
ook leuk maar toch anders. Er is geen vastigheid meer. Er is niets aan de hand
zolang er geen kinderen zijn, misschien een voorbij gestreefde gedachte Als
werfleider moest ik onlangs een afspraak maken op de werf. De dame aan de lijn
zei : mijn vriend is op de werf. Hoe zou dat later gaanals je aan hun kinderen iets vraagt, gaan die
dan antwoorden : Wacht mijnheer, ik zal mama hare vriend eens roepen" of
andersom: "Ik zal ons papa zijn vriendin eens roepen"! Misschien wel
modern maar ik moet er toch aan wennen hoor
Toen ik onlangs aan
de kerk stond in een zeer landelijke gemeente, en van achter de bomen de open
koets met de bruid, haar vader en de bruidskinderen zag komen met blinkende
paarden, geleid door een koetsier in volle ornaat, gaf mij dat een enorm goed
gevoel. De bruid was heel mooi en straalde van geluk. Dit was hun dag om nooit
te vergeten! Ze had een prachtig lang kleed, het decor met de paarden, de bomen
en de mensen eromheen was heel romantisch en de zon deed de rest. Toen volgde
de koets met de bruidegom en de familie. Hij zag er goed uit in zijn nieuw
kostuum, wel wat last van zenuwen. Ik zag hem enkele keren heel verliefd kijken
naar zijn aanstaande in de andere koets. Toen werd de bruid naar het altaar
gebracht door de fiere vader. Hij moest zijn mooie dochter afgeven, maar ja, ze
had gekozen met hem door het leven te gaan.
Een kleine
anekdote: toen de pastoor klaarstond om de huwelijks plechtigheid te beginnen
zei plots het 5-jarige kind van de vrouwelijke getuige hardop: mama ik moet
plassen, en als het moet dan moet het. De pastoor kon er mee lachen en
iedereen wachtte tot de klus geklaard was. Het toekomstig echtpaar keek al eens
schuw achterom waar ze bleef, en toen de moeder en het kind verscheen kregen ze
een applaus!
Met mooie muziek
werd het koppel in het echt verbonden in gezelschap van familie en vrienden.
Het was heel ontroerend, speciaal en mooi. Nadien waren we genodigd op het
feest. Er waren meer dan 100 mensen genietend van het feestmaal, in een
aangename sfeer. Iedereen was in opperste stemming pratend over de zin van het
leven. Dan was het tijd om te dansen. De man achter de discobar speelde zowel
een wals en een tango om de ouderen van hun stoel te lokken als de moderne
versie waarbij ge elkaar niet meer moet vasthouden. Als u het mij vraagt kies
ik voor ne plakker. Het werd een mooie dag. Het zal veel geld hebben gekost.
Men zegt dan: Met dat geld kan je iets anders kopen. Dat zal wel, maar zo een
dag is onvergetelijk en niet te vergelijken met samenhokken. Uiteraard heeft
dat ook voordelen en zeker heel plezant, maar als u het mij vraagt de
ouderwetse manier is toch spannender
Wat mij altijd
verwonderd is dat mensen naar Lourdes gaan om Onze Lieve Vrouw wonderen te
laten verrichten, niet dat ik daar iets tegen heb, ieder zijn job! Maar hare
HEILIGHEID woont wel in FRANKRIJK, te bereiken met de trein of met het
vliegtuig. Meestal blijft men er enkele dagen, want er zijn duizenden mensen en
O.L.Vrouw is alleen. Doe het maar hé, want mensen durven wat vragen! Zo van;
MOEDER VAN GOD; kan U onze Kurt erdoor halen met zijn examen? Kunt U er voor
zorgen dat ik win met de lotto, niet direct het grote lot, maar als het voor U
hetzelfde is ben ik al tevreden met 100.000 frank dat is 2500 euro want het is
nu euro. (ik zeg het maar moest ge er geen erg in hebben) O.L.Vrouw, voor U is
het een kleine moeite, maar ons Betty zou zo graag een kindje hebben en
daarvoor zou ik durven vragen..., en dat gaat zo maar door.
Ik ken er ook die
van gans het jaar niet naar de H. Maria omkijken maar als ze in de put zitten
dan zijn ze daar! Ik hoor er ook bij Maar wat mij het meeste stoort, wij
hebben op loopafstand een Lieve Vrouw die voor niemand moet onderdoen, O.L.V.
van GAVERLAND. Ze heeft haar degelijkheid al bewezen want onlangs vroeg ik haar
of ze iemand kon bijstaan, een vriendin die een operatie moest ondergaan. Dat
is perfect verlopen. Ik moet nog naar Haar om te bedanken. Zodra de zieke uit
de voeten kan, gaan we samen naar Gaverland. Ik vroeg aan onze Lieve Vrouw:
Waarom gaan zoveel mensen naar LOURDES en komen er minder naar GAVERLAND?
Want als ik goed begrijp gaat het toch over dezelfde MOEDER van GOD? JA, zegt
ze: Mijn zuster in Frankrijk is een betere zakenvrouw dan ik.
Onlangs zei ik het
nog tegen onze Jezus, en weet ge wat die zei? Moeder zaag niet, gij zijt
altijd al jaloers geweest! Awel hé, dan hebt ge met hem op uwe rug door de
woestijn gevlucht voor den Dutroux, lees Herodes, en dan krijgt ge zo een
antwoord! Want onze Jozef zei nog: Moeder zwijgt, want als het over tante
Lourdes gaat luistert hij toch niet! Sorry, zei ze tegen mij, ik moet mijn
hart eens luchten. Ik ben een beetje ontgoocheld in de mensen van hier, maar ze
komen wel terug als de tijden wat slechter gaan, dat is altijd zo geweest. En
gij!, en ze keek naar mij, moet zo hoog niet van de toren blazen, want jij
bent geen haar beter! Maar gij vraagt meestal om hulp voor een ander en dan
help ik ook meestal. Ik ben dan maar stillekes weggegaan maar wel wreed
dankbaar. WEES GEGROET MARIA!
Ons vader
was heel ziek. Men gaf ons eigenlijk geen hoop meer. We waren in paniek, zo een
goede vader, mijn God, laat het niet gebeuren! Plots besliste men in het
ziekenhuis, waar hij toen verbleef, om hem bloed te geven. Er was nog een
kleine kans, zei men ons. Onze pa kreeg 10 liter bloed, hij
verbeterde lichtjes, maar helaas uiteindelijk haalde hij het niet, wat miste ik
hem! Na een tijdje ben ik beginnen na te denken. Waar komt eigenlijk dat bloed
vandaan? Wie zijn die donoren? Zolang je niets overkomt vindt men dat normaal.
Bij een ongeval bijvoorbeeld, geeft men liters bloed. Het zal je kind maar
wezen dat gered wordt. Ik besloot toen die 10 liter bloed eens rap
terug te geven.
Rap bedoelt
u toch, op een jaar geeft men ongeveer 1 tot 1,5 liter bloed. Wat
betekent, als ik dat bloed dat onze pa gekregen had, terug wou geven, was ik
bijna 10 jaar bezig, een mens staat daar niet bij stil, maar toch is het zo. Maar
het goed gevoel dat ik al die jaren heb ondervonden bij het bloed geven is
onbeschrijflijk; de vriendelijkheid bij die dokters en verpleegkundigen! Wat
daar aan te pas komt aan voorbereiding en opslaan van het bloed is ongelooflijk!
Men kan zich geen enkele fout permitteren. En U krijgt de zekerheid dat uw
bloed bij elke gift wordt onderzocht op kwaliteit. Ik denk ook aan die gevers.
U komt thuis van uw werk, douche nemen, andere klederen aan, dan op weg met de
auto naar het zaaltje, inschrijven, prikje krijgen, op de brancard naast de
beenhouwer en de bouwvakker, borreltje drinken, een doosje kleurpotloden voor
je kleinkinderen en hetzaliggevoel van je goede daad voor je medemens,
en terug op weg naar huis. Het is niet mijn bedoeling om mensen te overtuigen
bloed te geven maar als het van het buitenland moet komen heb ik toch mijn
bedenkingen.
Ik ben
gestopt op 65 jaar met bloed geven, langer kan en mag niet. Ik deed een 80-tal
giften. Men heeft me hartelijk bedankt en omdat ik niet op de huldiging kon
zijn bracht iemand bloemen! Ongelooflijk toch, want eigenlijk deed ik maar mijn
plicht. Want wie waren die mensen die onze PA nog een kans gaven?? Wat me wel
is opgevallen nooit zag ik een politicus, een architect, een notaris, een
bekende Vlaming. Zouden die zo gezond zijn dat zij en hun familie nooit bloed
nodig hebben? Verschoning, ik ben verkeerd, onlangs stond er een tent op de
Grote Markt om een bloedinzameling te doen. Toen waren ze er wel !!
Ik
zat in de keuken toen mijn vrouw riep :Wat wilt gij eten deze middag en
vanavond? Nou dat vind ik een hele eer, ik ben één van de bevoorrechten waar
men aan vraagt WAT WIL MIJNHEER ETEN? Bij de jonge mannen van vandaag roept
men: gaat ge om frieten of brengt ge pizza mee, breng ook 2 flessen cola mee, want
ik zit zonder. Ik riep terug : Doe voor mij deze middag maar spek met eieren
en grof brood, en voor vanavond patatten, met ajuinsaus en ne pekelharing. Dat
zijn 2 hoofdgerechten uit moederstijd. Men noemde het wel eens arme mensen
eten. Ik hoorde mijn vrouw mompelen : Hij wordt oud, hij begint op zijn vader
te lijken,wie wil er nu pekelharing met ajuinsaus eten? Een mens moet wel
oppassen wat ge zegt als ge met uw vrouw over je eigen moeder spreekt en hoe
goed die kon koken. Toen heb ik een flater gemaakt, ik draag er nu nog de
gevolgen van ! Ik liet me ooit ontvallen aan mijn vrouw dat haar rijstpap wel
goed was maar die van mijn moeder lekkerder, zeg maar beter, met kaneel, volle
melk, en bruine suiker.
Als
ik jullie een raad mag geven: doe dat nooit ! Het is verkeerd ! Het was toen
eventjes stil en weet u wat mijn vrouw zei ? Als het zo goed was bij je moeder
waarom zit ge dan hier? Ze zei ook nog: als ge nog eens rijstpap wilt eten
gaat ge maar naar u moeder; Het mensje was er allang niet meer. Dus lezers, ge
weet het, als ge nog eens rijstpap maakt denkt aan mij, maar zoals ons moeder
hé!
Als
men tegenwoordig in een restaurant gaat eten weet ge niet wat ge voorgeschoteld
krijgt,ge moet een woordenboek bij
hebben. Onlangs stond er: onze gerechten worden geserveerd met een zalfje van
bintjes. Ik vind dat niet lekker, vroeger noemde men dat aardappelpuree. Wat
is er mis met een koninginnehapje, tomatensoep, groentekrans met rosbief en
kroketten,een crèmeglacé met een gebakje en koffie na, overgoten met enkele
glazen bier?
Nu
serveert men alles op een bedje van lente frisse sla overgoten met
tongstrelende saus die de chef speciaal voor u heeft klaargemaakt, geloof het
maar! Nu krijgt ge van alles een kwakske waarvan ge begot niet weet wat het is.
Tussen de soep en de patatten krijgt ge een ijsje. Sorbet heet dat! Het was
lang geleden, de pekelharing smaakte uitstekend. Het is lang geen arme mensen
eten. Het kost meer dan vlees, zegt mijn vrouw. Als ge uit eten gaat moet ge
een VAN DAELE bijhebben. Zo van : traditioneel drieluik van seizoenshapjes !
Wat krijgt ge dan? Ik zou het niet weten! Nog zoiets: verrassingpakje van
schartong . Ik hou niet van verrassingen, ik wil op voorhand weten wat ik eet.
Pekelharing met ajuinsaus, das duidelijk.
Onlangs
nog: rollade van mechelse koekoek gevuld met duxelle van Parijse champignons.
Wat is dat ?! Als Gaia dat leest komt ge in de gazet en staat ge binnen de
kortste keren in de gerechtszaal voor dierenmishandeling! Ach ja, er was ook
een blanke saus bij, mijn moeder zaliger zou gezegd hebben : wat kan daar nu
inzitten in blanke saus ?
Ne
marmer van 3 chocolades. Waarom moet dat zo ingewikkeld ? Bij ons noemt dat :
3 bollen crèmeglacé met warme chocolade overgoten. Ik moet wel iets bekennen:
het had me gesmaakt en vooral die mechelse koekoek die was juist: à point ! En
toch vond ik die rijstpap van ons moe hele goeien, maar niets zeggen tegen mijn
vrouw! Beloofd ?
Ik zat in een park op
een bank mijn boterhammen op te eten. Achter mij kwamen twee oude
mensen zitten, ze konden mij niet zien want er stond een struik tussen.
Toen ze aankwamen haalde hij zijn zakdoek uit en legde die op de plaats
waar zij moest zitten. Ze waren blijkbaar hardhorig zodat ik hun
gesprek heel goed kon volgen, ze praatten dus tamelijk luid. Achteraf
bleek
dat ze respectievelijk 85 en 83 jaar waren.
Plots zei hij: Marieken, zo noemde hij
haar: Gij hebt altijd nog mooie benen zoals toen we 20 jaar waren en
hij legde zijn hand op haar knieën, zag ik door de struiken.
Vindt gij dat Jef?, zei ze en ze keek
verliefd naar hem en legde haar hand boven op het zijne. Weet ge wat
ik vind"? en ze keek even rond: "dat gij nog altijd een strak kontje hebt
zoals 60 jaar terug, ze giechelde als een puber.
Ik voelde me een beetje gegeneerd, maar ik genoot ervan hoe ze met elkaar praatten.
Ziede gij mij nog geiren, vroeg ze?
Ja, nog meer dan vroeger antwoordde hij want een tijd terug lachtte gij
heel vriendelijk naar de Frans en ik was jaloers, ik ben er kwaad op.
Ze lachte luid en zei: Ik was ook
jaloers een tijdje terug toen ik u naar de decolté van de Bertha zag
kijken, die vuile verleidster.
Ik voelde mij een gluurder, maar ik ben toch blijven zitten.
Jef, zei ze, wat een geluk hebben wij
toch gehad met onze kinderen en kleinkinderen, dat maakt ons leven zo
aangenaam. Zeker en vast nog wat geluk met ons gezondheid, dan hebben we
een goed leven gehad beaamde hij.
Marieken, gaan we een koffie drinken op
den hoek ik heb er goesting in, gij ook"? "Neen Jef, voor dat geld
kunnen we beter 2 gebakjes halen en maak ik thuis koffie.
Ik hoorde hem zeggen voor mij een met rozijnen.
Hij hielp haar rechtstaan van de bank en
gaf haar nog een kusje en keek in haar ogen. Ze zei: Jef, uw zakdoek
niet vergeten, en weg waren ze, hand in hand. Ik dacht het leven kan
toch simpel zijn. Achteraf bekeken noemde ze Maria en Jozef misschien
toeval?
Onlangs moest ik
stoppen aan het zebrapad om een heleboel jonge studenten over te laten gaan. Ik
heb genoten van het uitzicht, ze waren tussen 12 en 16 jaar schatte ik zo.
Meisjes en jongens vrolijk pratend, zonder zorgen kris kras door elkaar. Ze
hadden bijna allemaal een rugzak om, toen heette die boekentas. De rugzak hing
bij de meeste ter hoogte van hun knieën, klotsend bij iedere stap die ze deden.
Ik had de tijd om
ze te bekijken het was een grote groep, ze hadden geen haast wat kon hun dat
schelen. Ze waren geschoeid met basket sloffen de sportievelingen, sommigen
hadden nog geen tijd gehad om hun veters te knopen, want die sleepten achteraan
op de grond. De meeste moeders, dacht ik zo, hadden hun broeken op de groei
gekocht zoals in onze tijd dan kon de broer, die achter u kwam die broek
afdragen zo zei men dat toen.
Ze was drie maten
te groot en zoals ik achteraf heb vernomen is dat de mode en keitof, het is
zelfs zo als de broekspijpen uitgerafeld zijn van over de grond te slepen,
krijgt ge alle waardering van de ganse bende. Bij de meisjes was het andersom,
zeker bij hun truitjes, dat hadden die mamas verkeerd gewassen en zodanig
gekrompen dat die arme schapen met hun buikje bloot liepen en dan met zon
weer, onverantwoord noem ik dat. De haardos van onze toekomst jongeren was echt
de moeite, het varieerde, soms kon je niet zien of het een jongen of een meisje
was. Een meisje had een haarkleur tussen ros, purper en oranje want ik zei nog
tegen mezelf als dat mijn kleindochter moest zijn....... dan zou ik niets
zeggen?
Een hanenkam noemt
dat, stok stijve haartjes omhoog gekamd mooi in de rij, ja das juist mijn
kleinzoon die heeft dat ook. Een verliefd koppeltje was er ook bij, ontroerend,
ze waren schat ik samen 26 jaar, tongzoenen had voor beiden geen geheimen meer,
dat demonstreerden ze juist naast het zebrapad ze misten hun mama dat zag je
duidelijk.
Wat kan het leven
toch mooi zijn, eigelijk genoot ik van die hele bende jonge snaken, zouden wij
anders geweest zijn? Op een andere manier maar juist hetzelfde wat meer op onze
vingers gekeken. Toen was de baan vrij, ik had binnenpretjes en een goed
gevoel. OUD WORDEN hé