.
allerlei
18-09-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ver verstandige mensen








Free Photo hosting by PhotoLava.com

                   Intelligentie

Tijdens een bezoek aan een psychiatrische instelling vraagt de gewezen Congolese dictator, Mobutu aan de directeur, "Hoe stelt men vast dat een patiënt terug gezond en genezen is"Zegt de directeur: "Wel mijnheer de president-fondateur, wij vullen een bad met water, geven aan de patiënt een theelepeltje en een koffietas, en we vragen hem het bad te ledigen"."Ja, Ja" zegt Mobutu, "ik begrijp... , een normaal persoon neemt de tas,die is groter dan het lepeltje"."Neen mijnheer de president-fondateur ", antwoordt de directeur, "een normaal persoon trekt de stop uit!"










Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ver thuis in de stad1
Free Photo hosting by PhotoLava.com

Met dit (ware) verhaal,werd ik laureaat van  de wedstrijd
                “mijn mooiste plekje in mijn stad” 
                   De opnames voor TV Oost, hadden plaats 
                            in ons stadspark op 13/08/07

Ik ben Roger Schellinck. Geboren (1933) en getogen in Aalst. Ik was nogal avontuurlijk aangelegd en ging dan ook al op jeugdige leeftijd op verkenning uit in mij stad. Straatjes, steegjes en achterkoertjes ging ik opzoeken Dit alles liet een blijvende herinnering na over het Aalst van de jaren veertig. Het bombardement van 10 mei 1940 de voorbij trekkende legers. De stukgeschoten bruggen over de Dender. De doden die vielen onder de burgers door deze bombardementen. Het drinkwater tekort door de vernieling van de aanvoerleiding. Al deze nare beelden staan mij nog steeds voor de geest. Maar mijn mooiste plekje in mijn stad? Aalst telt ontelbare mooie plekjes. Ze opsommen zou quasi onbegonnen werk zijn. Maar de plek waar ik het meeste herinneringen aan bewaar, zowel vrolijke als trieste, dat is wel ons stadspark. Het was lente 1944. Als jonge dartele tieners, was het stadspark ons speelterrein. Het plons vijvertje op het speelplein, De bomen in de “bosjes” de vijvers, als onze plek om stiekem te gaan vissen. Een “wijm” uit het osbroek, en een eindje van moeders garen. Een haakje, geplooid van een speld, dat was ons vistuig. Verdoken tussen het afhangende gebladerte van de grote treurwilg, haakten we een pier aan het haakje, en gooiden we onze vislijn in de ballonvijver. Steeds moest er iemand de paden in het oog houden, om stil alarm te slaan als parkwachter Clement kwam aan gereden. Dan doken we in het al flink opgeschoten gras, tot het onheil voorbij was, en we konden verder vissen. Natuurlijk kregen we geen enkele vis aan de haak. Wel was menig keer de pier tot tegen het haakje op gegeten, maar een vis verschalken zat er dus niet in. Een van deze mooie lentedagen, gingen we met de vrienden naar ’t park. Gewoonlijk kwamen we langs het “klein poortjen” maar vandaag namen we “de groten entréé”. In het lommer van de grote bomen, die als zuilen het gebladerte torsten, stonden zitbanken. Op een ervan zaten enkele jonge mannen. Ze maakten grapjes en floten de jonge meisjes achterna. Een van hen, Lucien onze buurman, zwaaide naar mij en riep iets. Maar we waren spelenderwijs al te ver om het nog te verstaan. Intussen was er bij hem thuis een drama aan de gang. Ik heb dat maar ’s avonds vernomen als ik thuis kwam. De” Gestapo” was bij hen binnen gevallen. Zijn oudere broer, die juist op het koertje was, is nog over het muurtje kunnen springen, maar de tweede broer werd opgepakt en weggevoerd Een paar van deze “gestapo’s” zijn er blijven wachten tot Lucien thuis kwam, en hebben ook hem meegenomen. Geen van beiden is terug gekeerd.Nu nog wanneer ik het park in wandel moet ik terug denken aan deze verschrikkelijke gebeurtenis. Maar ik heb ook plezante herinneringen aan ons stadspark.. Het najaar 1944. De geallieerde legers bevrijden ons land en onze stad. Ze sloegen hun kamp op in het park en genoten er van een relatieve, en voor hen tijdelijke rust. Wij waren natuurlijk niet weg te slaan bij deze, overwegend Britse, soldaten. “Sigarettes for Papa and Chocklat for Mama” hoorde men ten alle kanten. Ook nog “Tommy kom home with me” weerklonk het bij valavond.De eersten, want één soldaat ging nooit mee met een burger, waren ene Frank en Len, gingen met mij mee naar ons thuis. Uiteraard hadden ze sigaretten en wat chocolade mee, en, ik herinner het me nog alsof het gisteren was, een groot blik met thé. Zo iets wat we nu” instant thé” zouden noemen. Ze toonden aan mijn moeder hoe ze deze thé moest zetten. En bij hun “cup of thé”, en met de enkele woorden Engels die ik al had geleerd bij de soldaten. Moeder en vader met wat Frans en enkele Engels klinkende woorden, slaagden we er in het gesprek levendig te houden. Maar de legers gingen verder en er kwamen andere aan. En in een van deze Britse regimenten leerde ik ene Jack Davies kennen .Een Welsh man in hart en nieren, en zoals bijna alle ingezetenen van Wales, een formidabele zanger. Maar ook na enkele dagen moest zijn groep weer verder. Maanden later, is hij nog eens langs geweest, om dag te zeggen. Maar intussen was mijn vader overleden. Dat maakte op hem zo’n indruk dat als hij de volgende dag verder moest, hij tranen huilde, en vol weemoed afscheid nam. En dat was het begin van een vriendschap, Maar deze vriendschap zou echter maar een vervolg krijgen twintig jaar later .Ze zou duren tot zijn overlijden nu 5 jaar geleden, maar nog steeds voort duurt tussen zijn echtgenote en kinderen, en onze familie. Maar mijn plekje, blijft ons stadspark waar een groot deel van mijn jeugdig leven zich afspeelde, en waarvan de herinneringen in mijn geheugen gegrift blijven.

Roger. Aalst 04/05/07


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ver Politiek, nonsens of ernst
Free Photo hosting by PhotoLava.com 

Politiek, nonsens of ernst?

Lo Ze noemt hem altijd bij zijn troetelnaampje, als er haar iets positiefs op de lever ligt.Lo, vraagt Lisa, bij de ochtend koffie.”Ik ben gisteren naar de bank geweest, en heb de rekening uittreksels mee gebracht. Nu zie ik dat er weer een bedrag op de rekening is gestort. Vierhonderd euro. Heb jij enig idee van waar deze mogen komen?” Lo, parlementslid in de Vlaamse regering, denkt even na.”Nee, ik kan mij niet voor de geest halen waar deze zou vandaan komen. Dat zal wel om een of andere vergoeding gaan. Maar allé beter hebben dan goedvinden zei mijn moeder altijd. Dus we maken ons geen zorgen waar dit bedrag vandaan komt. En daarbij als ze ons dit op de rekening storten, dan zal het ons wel toekomen.Daarmee was de kous af. Het gebeurde wel meer dat er geldbedragen op de rekening terecht kwamen, waarvan de oorsprong moeilijk te achterhalen viel. En zeg nu zelf. Wat zou jij doen als een gulhartige staat u af en toe wat zakgeld toestopt. De eerste maal zou je gaan denken dat dit een vergissing moet zijn. Maar als je dan verneemt dat ook andere collega’s dit cadeautje kregen, dan ben je zeker al gerust gesteld, dat men het u niet terug zal afnemen, en zwijg je als vermoord. “Lo heb je er ook al bij de collega’s horen over spreken, dat het logo, de Vlaamse leeuw, zou vervangen worden, door een wat minder Belgische en moderner getekend exemplaar?” was haar volgende vraag.”Ja Lisa,’t is daarom dat ik vandaag eens naar ginds moet. Het is al een tijdje geleden dat ik er nog was, maar vandaag gaan ze belangrijk debatteren over het wijzigen van het Vlaamse logo, en dus is het alle hens aan dek” Die namiddag, voor een bijna vol huis, bestijgt een, lid van de meerderheid, ja hoe noem je zo een pleitbezorger? Een anti Belgicist, een overtuigde Vlaming of nog een zogezegde Democraat die het bindmiddel van België onderuit probeert te halen. U kiest maar zelf hoe U hem wenst te herinneren.Dus die iemand bestijgt het spreekgestoelte.” Beste Collega’s. Na rijp beraad, binnen mijn fractie, vinden we dat onze Vlaamse gemeenschap aan een ‘facelift’ toe is. Het logo, de Vlaams-Belgische leeuw, met zijn gele lichaam, zwarte manen en rode klauwen, lijkt ons verouderd en niet meer van deze tijd. We hebben op eigen initiatief een studie bureau aangesteld (natuurlijk betaald door de gemeenschap), om uit te zoeken welke afbeelding het beste past bij het imago van onze gemeenschap. Na grondige studie en dito onderzoek is het bureau tot de vaststelling gekomen dat volgend logo het beste past bij onze doelstellingen. Op het grote projectiescherm wordt de afbeelding getoond die uit het brein van een denker, van het marketting en design bureau, is ontsproten. Spreker vestigt de aandacht op de kleurschakering. “Meer geel en het zwart getemperd tot grijs. Het rood is verdwenen. Als een volleerde advocaat, heeft hij zijn lesje uit het hoofd heeft geleerd. “Zoals je ziet, Dames en heren, is dit leeuwenlogo gevuld met geel. Geel dat de zon symboliseert die vanaf nu steeds over Vlaanderen zal schijnen. De grijstinten verwijzen naar de oudere wijze Vlamingen, door wiens inzet Vlaanderen geworden is wat het is. En tenslotte het rood dat verwijderd werd, omdat rood, de kleur van bloed is. Bloed dat nooit meer mag vergoten worden in oorlogen of conflicten.” Het was het muisstil. De vergadering was sprakeloos. Je moest al van goeden huize zijn om tegen zoveel logica in te gaan. En volledig opgaand in zijn pleidooi, vervolgt de geëerde spreker. “Uit de studie blijkt ook, dat met deze afbeelding Vlaanderen heel wat meer aanzien in de Wereld zal verwerven. Wat op termijn zal leiden tot meer buitenlandse investeringen, en de daaraan gekoppelde werkgelegenheid in onze regio. Tevens kan deze moderne aanpak, de jongeren, onze toekomstige kiezers, er van overtuigen, dat we hier niet enkel bezorgd zijn in wat goed is voor de burger, op materieel vlak, maar dat ook het moderniseren van de Vlaamse gemeenschap, in het algemeen, ons nauw aan het hart ligt. Dus beste collega’s vraag ik U, om straks eenparig dit voorstel van logo wijziging, goed te keuren. Met dank voor Uw aandacht en voor de wijze beslissing die U straks zult nemen.” Terwijl bij de meerderheid het applaus losbarst, stijgt op de oppositie banken het afwijzende gemompel op. De oppositie vraagt het woord. Een van de “stemmen kanonnen” neemt plaats achter de microfoon. “Collega’s Wat het geachte parlementslid hier net komt te verkondigen, is je reinste larie en apekool. Vooreerst wil ik met kracht protesteren, tegen wat zijn partij heeft gedaan. En ik verklaar mij nader. Dat er zo maar een studie bureau wordt aangesteld om dit onderzoek te voeren. Dat kunnen wij niet tolereren. Temeer, dat het studiebureau nauwe banden onderhoudt met de echtgenote van de voorzitter van de partij waar spreker toe behoort. Onwettelijk en belangenvermenging! Dergelijke prakrijken kunnen niet door de beugel, en worden door onze fractie niet getolereerd. Vooreerst dient er over deze materie een debat ten gronde gevoerd. Tijdens dit debat zal er bepaald worden, wat de maatregelen zijn, die dienaangaande moeten worden genomen. Er blijven enkele cruciale vragen, die eerst beantwoord moeten worden alvorens er over dit onderwerp kan worden gestemd. Het gemor haalt steeds een hoger geluidsniveau. Er worden zelfs hier en daar al scheldwoorden gebruikt aan het adres van de spreker en zijn partij. En als op het ogenblijk, dat de oppositievoerende spreker goed op dreef komt, laat de microfoon het afweten. De chaos is compleet. Woorden als “sabotage” en “de Democratie de nek omwringen” en nog meer van dat fraais vliegen door de glazen ruimte. De voorzitter doet alle moeite om de gemoederen te bedaren. Verwoed klopt hij met de hamer, maar er is geen lievemoederen aan. De verwijten blijven met luide stemmen weerklinken. En er moet gezegd, de oppositie laat zich ook niet onbetuigd. Ze bijten vinnig van zich af. Hier en daar wordt een oude koe uit de greppel gehaald, wat enkel olie op het vuur blijkt te zijn. Als eindelijk het tumult wat lijkt te verminderen, doet de elektronica, (notabene een installatie die destijds, voor het invoeren van de euro, meer dan vijf miljoen franken heeft gekost), het plots weer. De spreker die zijn stem met een hoog gehalte aan decibels, via de microfoon terug kan laten weerklinken, buldert: “Dames en heren wilt u asjeblief rustig gaan zitten zo dat ik mijn tussenkomst kan afronden”. En waar de voorzitter, driftig kloppend met de hamer niet in slaagde, lukt het nu wel. De gemoederen bedaren mondjesmaat en iedereen gaat terug zitten. Sporadisch weerklinkt nog een snedige opmerking aan het adres van een vroegere, maar nu overgelopen collega, die zich ook niet onbetuigd liet tegenover zijn vorige medestanders “Dus ik had het over vragen, die in verband met dit debat moeten worden gesteld. Ik vraag dan ook aan de voorzitter om een parlementair debat, dienaangaande te organiseren. En gezien het dringende karakter, liefst zo vlug mogelijk.”En fijntjes voegde hij er aan toe “als de voorzitter er tenminste in slaagt de meerderheid te overtuigen”. Met dank voor jullie welwillende aandacht”. En daarmee was voorlopig de kous af. De zitting die juist geteld 1 uur en 20 minuten had geduurd, wordt omstreeks 15 uur 20 gesloten. De voorzitter klopte als slot drie maal met de hamer, alsof de toneelvoorstelling moest beginnen, maar het kondigde het einde aan van de zoveelste klucht die hier was opgevoerd. Zij die enkele minuten geleden, elkaars bloed konden drinken, nemen met een stevige handdruk, en brede glimlach afscheid. Tot de volgende vetbetaalde opvoering. Ze wensen elkaar een behouden thuiskomst, en gaan naar hun blinkende limousines, waar de chauffeurs hen opwachten. De loodzware dagtaak zit er op.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ver Om bij stil te staan
Free Photo hosting by PhotoLava.com

Om bij stil te staan.
Een boer had enkele jonge hondjes die hij nog moest verkopen.Hij schilderde een advertentie op een bord met: 4 puppies te koop en plaatste dit aan het begin van zijn erf. Net toen hij de laatste spijker in het bord sloeg werd hij aan zijn overal getrokken. Hij keek naar beneden in de ogen van een kleine jongen. "Meneer" zei de jongen, "Ik wil een van uw puppies kopen". "Wel", zei de boer, terwijl hij met zijn hand achter in zijn nek wreef, "deze puppies hebben heel goede ouders en kosten aardig wat geld". De jongen liet voor een moment zijn hoofd hangen. Toen reikte hij diep in zijn broekzak en haalde een handvol kleingeld voor de dag en liet het aan de boer zien. "Ik heb 39 cent. Is dat genoeg om te kijken?" Zeker", zei de boer en hij floot een deuntje.Dolly", riep hij.Uit het hondenhok en over het erf rende Dolly naar de boer toe gevolgd door 4 kleine bolletjes wol.De kleine jongen drukte zijn gezicht tegen het hek.Zijn ogen straalde van verrukking. Terwijl de honden naar het hek toekwamen rennen,zag de jongen nog iets bewegen in het hondenhok. Langzaam verscheen er nog een bolletje wol, maar deze was zichtbaar kleiner dan de andere hondjes.Op zijn achterpootjes gleed het bolletje het hok uit en op een wat onhandige wijze begon het hondje vooruit naar het hek te hobbelen terwijl het zijn best deed de andere hondjes bij te houden. "Ik wil die hebben", zei het kleine jongetje, terwijl hij naar de waggelende hond wees.De boer knielde naast het jongetje neer en zei: "jongen, je wil dat hondje echt niet. Het is nooit in staat om te rennen of te spelen zoals de andere hondjes kunnen". Toen deed de jongen een stap naar achteren, reikte naar beneden en begon een broekspijp op te rollen. Terwijl hij dit deed werd een stalen beugel zichtbaar aan beide zijden van het beentje van de jongen die vastgemaakt zaten aan zijn speciaal gemaakte schoentje. De boer aankijkend zei hij: "weet u meneer, ik kan zelf ook niet zo goed rennen en hij heeft iemand nodig die hem begrijpt".Met tranen in zijn ogen reikte de boer naar beneden en pakte de kleine puppy op.Hij hield het heel voorzichtig vast toen hij de puppy aan de kleine jongen gaf. "Hoeveel kost het?" vroeg de kleine jongen. "Niets, het is gratis", zei de boer. "Er is geen prijs voor liefde".De wereld is vol van mensen die iemand nodig hebben die ze begrijpt.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ver Een mens is maar een mens
Free Photo hosting by PhotoLava.com

Een mens is maar een mens.

Neem nu,een scheidsrechter in het voetbal. Vandaag fluit hij een belangrijke wedstrijd.
Niet dat er belangrijke of onbelangrijke wedstrijden zijn, maar toch. Voor de ploeg die naar de titel speelt, zijn eigenlijk alle wedstrijden belangrijk. Kortom, elke wedstrijd moet gewonnen worden. Want het verlies aan punten kan op het einde van de rit, de titel kosten. Deze wedstrijd, thuiswedstrijd notabene van de topploeg, lijkt het niet goed te vlotten. De tegenstander haalt het onderste uit de kan. Middelmatige spelers bereiken een nooit gezien niveau. Met hand en tand, zonder daarom brutaal te spelen, houden ze de nul op het bord. Twee kostbare punten lijken voor de toekomstige kampioen, verloren te gaan.In de tribunes worden de thuis supporters alsmaar rumoeriger. Als de scheids een fout fluit, in het nadeel van hun ploeg, steken de eerste fluitconcerten de kop op. En onder die, ongeveer vijftienduizend kijkers, zitten twee zeer belangrijke personen. De scheidsrechter kent deze mensen. De voorzitter van de voetbalbond, en niemand minder dan de eerste Minister van het land. Beiden verwoed supporter van de kampioenen ploeg. Het gaat van kwaad naar erger. De tegenstrever, in een subliem moment, scoort. De Dertigduizend ogen van de thuissupporters, hebben buitenspel gezien incluis deze van de grote bazen van de bond en van het land. Maar hij heeft naar het midden gewezen, en zijn lijnrechter houdt de vlag omlaag. Geldig doelpunt dus.Door het hoofd van de ref, spoken allerlei gedachten. Kan hij nu, mits een beetje meeval, de kampioen nog aan een gelijkspel, of zelfs de overwinning helpen.? De hooggeplaatste mensen in de tribune, kunnen misschien bij de verdere uitbouw van zijn carrière of zelfs na zijn actieve loopbaan als scheidsrechter, ook misschien nog een duit in het denkbeeldige zakje doen. Dan plots. Een voorspeler van de in het verlies staande thuisploeg. Struikelt.Twee verdedigers lopen zich het hart uit het lijf, maar raken in de verste verte de aanvaller niet. Zonder dat hij het zelf beseft, fluit de man in ’t zwart, en wijst naar de strafschopstip. De spelers van de tegenpartij gaan uit de bol. Enkelen gaan verhaal halen bij de grensrechter. Deze staat als een standbeeld stokstijf, en geeft geen krimp. Andere, waaronder de twee verdedigers, die absoluut de speler niet raakten, zijn in alle staten en een van hen raakt bij het gesticuleren even da arm van de referee aan. Voor deze laatste een enige gelegenheid, om heel theatraal de rode kaart in de hoogte te steken. En zo de tegenstrevers, van zijn, nou ja, favoriete ploeg, want dat is de top club intussen geworden, tot tien man te herleiden.De strafschop wordt omgezet, en de ploegen staan gelijk. Met nog twintig minuten te spelen, en na een heroïsche strijd worden de helden moe. De thuisploeg, wordt door duizenden, plus twee voorname, supporters luidkeels aangemoedigd. Ze schreeuwen als het ware hun spelers naar het doel van de tegenstrever.En dan.Twee minuten voor het einde van de wedstrijd.De thuisploeg scoort de winning goal.De duizenden plus twee supporters juichen.De drie punten zijn binnen.Verslagen liggen de tegenstrevers op de natte grasmat.Verslagen door de scheidsrechter.Verslagen door het noodlot,die twee belangrijke personen op de tribune zette. En de scheidsrechter zul je vragen.Slecht is het hem waarschijnlijk niet bekomen.Want welke waarnemer zou nu een slecht rapport durven te maken over een scheidsrechter die in eer en geweten zich van zijn taak heeft gekweten. En zeker in de ogen van twee zeer belangrijke supporters.Ten slotte, is hij ook maar een mens.

Roger. 23/12/2005


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ver brief aan belgacom







Free Photo hosting by PhotoLava.com  

Kopie van een brief, ontvangen door Belgacom.

Beste mijnheer van Belgacom, Ik heb het genoegen u de ontvangst te melden van uw brief van 12 april jl. waarin u voor de derde keer betaling vraagt voor het geld dat ik u schuldig ben.Gelieve te noteren dat ik het bedrag dat u eist absoluut niet betwist en dat ik de oprechte intentie heb u zo snel mogelijk te betalen. Aan de andere kant echter heb ik nog veel meer schuldeisers die ik ook wens te betalen.Het is daarom dat ik elke maand de namen van al mijn schuldeisers op briefjes schrijf en in een hoed steek, en daaruit de onschuldige hand van mijn dochtertje van drie een naam laat trekken, die dan zo snel mogelijk zijn factuur betaalt krijgt. Ik durf hopen dat uw naam binnenkort getrokken wordt. Gelieve inmiddels mijn oprechte gevoelens van hoogachting te willen aanvaarden.
Handtekening

P.S.: Gezien de onbeleefde en scherpe toon van uw laatste brief, deel ik u mede dat u niet zal mogen deelnemen aan de twee volgende trekkingen.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ver de hond en de papegaai







Free Photo hosting by PhotoLava.com 

De hond en de papegaai
De vaatwasmachine van mevrouw Davidson is stuk en zij belt een hersteller.Vermits ze 's anderendaags echter uit werken moet, zegt ze hem: "Ik zal sleutel onder de mat leggen. Repareer de vaatwasmachine, leg je rekening op het aanrecht en ik stuur je een cheque. Oh, ik moet je wel vertellen dat je geen schrik moet hebben van mijn buldog. Hij zal je helemaal niets doen. Maar, wat je ook doet, wat er ook gebeurt, zeg onder geen enkel beding, om geen enkele reden ook maar een woord tegen mijn papegaai!" Wanneer de hersteller de volgende dag aankomt in het appartement van mevrouw Davidson, treft hij daar de grootste en gevaarlijkst ogende buldog die hij ooit gezien heeft. Maar precies als de vrouw des huizes vertelde, blijft de hond rustig op zijn tapijtje liggen. Hij kijkt vol interesse naar de bezige hersteller. De papegaai echter maakt de ganse tijd een hels, zenuwslopend kabaal. Hij krijst en roept voortdurend. Uiteindelijk krijgt de hersteller het zo op zijn heupen dat hij zich niet meer in bedwang kan houden en woedend uitroept: "Zal 't gaan, ja? Hou verdorie je vuile smoel!" "Onnozel, lelijk stuk vogel!" Waarop de papegaai zachtjes: "Pak hem, Spike!"




17-09-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ver thuis in de stad2
Free Photo hosting by PhotoLava.com

Dit (waar gebeurd) kort verhaaltje schreef ik als deelname aan “Thuis in de stad”.
Dit was wel het tweede dat ik schreef,
maar……ik was te laat om dit in te sturen.

Mijn mooiste plekje in mijn stad? Als ik daar aan denk, gaan Mijn herinneringen altijd terug naar mijn jeugd. Ons geliefkoosd speelterrein waren het stadspark en het osbroek. En een van deze herinneringen gaat terug naar 1944. Aan de rand van het bos, bewerkte mijn vader een lapje sompige grond. Wat groenten en aardappelen kweken weet je. Ik ging regelmatig met hem mee, en trok dan het drassige woud in. Op zoek naar ….ja naar wat? Op een zonnige namiddag in september, was ik weer een heel eind tussen struiken en bomen gelopen. Plots stond ik voor een brede beek. Aan de overkant lagen honderden, in mijn ogen, stukken papier. En ja. De beek te breed om over te springen. Maar de nieuwsgierigheid om te zien wat daar was neer gekomen, haalde de bovenhand. Een verre aanloop en hop! Buiklanding op de rand van de beek. Grabbelen naar struiken en netels, maar ik schoof naar beneden. Tot de knieën in het water en de kikkerdril, klom ik omhoog. De stukken papier bleken krantjes te zijn gedropt door geallieerde vliegtuigen. Ik raapte er zoveel als ik kon bijeen. Met de stapel in beide handen, ging ik op zoek naar een plaats waar de beek wat smaller was. En wat denk je nu, een eind verder hield de beek op en kwam ik zonder probleem bij mijn vader. Vliegensvlug verstopte hij deze, in die tijd, levensgevaarlijke berichten uit de vrije wereld,zoals dat toen noemde. Later heeft hij ze dan aan mensen van het verzet bezorgd.
Het leuke aan dit verhaal is, dat ik nog steeds één van deze krantjes bezit. Een herinnering aan mijn lang vervlogen jeugd.

Roger. 14/06/07


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.thuis in de stad1

Met dit (waar gebeurd) verhaal,werd ik laureaat van de wedstrijd “mijn mooiste plekje in mijn stad” De TV opnames voor TV Oost, hadden plaats in ons stadspark op 13/08/07
(Uitzending op 24/25 oktober 2007)

Ik ben Roger Schellinck. Geboren (1933) en getogen in Aalst. Ik was nogal avontuurlijk aangelegd en ging dan ook al op jeugdige leeftijd op verkenning uit in mij stad. Straatjes, steegjes en achterkoertjes ging ik opzoeken Dit alles liet een blijvende herinnering na over het Aalst van de jaren veertig. Het bombardement van 10 mei 1940 de voorbij trekkende legers. De stukgeschoten bruggen over de Dender. De doden die vielen onder de burgers door deze bombardementen. Het drinkwater tekort door de vernieling van de aanvoerleiding. Al deze nare beelden staan mij nog steeds voor de geest.Maar mijn mooiste plekje in mijn stad? Aalst telt ontelbare mooie plekjes. Ze opsommen zou quasi onbegonnen werk zijn. Maar de plek waar ik het meeste herinneringen aan bewaar, zowel vrolijke als trieste, dat is wel ons stadspark. Het was lente 1944. Als jonge dartele tieners, was het stadspark ons speelterrein. Het plons vijvertje op het speelplein, De bomen in de “bosjes” de vijvers, als onze plek om stiekem te gaan vissen. Een “wijm” uit het osbroek, en een eindje van moeders garen. Een haakje, geplooid van een speld, dat was ons vistuig. Verdoken tussen het afhangende gebladerte van de grote treurwilg, haakten we een pier aan het haakje, en gooiden we onze vislijn in de ballonvijver. Steeds moest er iemand de paden in het oog houden, om stil alarm te slaan als parkwachter Clement kwam aan gereden. Dan doken we in het al flink opgeschoten gras, tot het onheil voorbij was, en we konden verder vissen. Natuurlijk kregen we geen enkele vis aan de haak. Wel was menig keer de pier tot tegen het haakje op gegeten, maar een vis verschalken zat er dus niet in.Een van deze mooie lentedagen, gingen we met de vrienden naar ’t park. Gewoonlijk kwamen we langs het “klein poortjen” maar vandaag namen we “de groten entréé”. In het lommer van de grote bomen, die als zuilen het gebladerte torsten, stonden zitbanken. Op een ervan zaten enkele jonge mannen. Ze maakten grapjes en floten de jonge meisjes achterna. Een van hen, Lucien onze buurman, zwaaide naar mij en riep iets. Maar we waren spelenderwijs al te ver om het nog te verstaan. Intussen was er bij hem thuis een drama aan de gang. Ik heb dat maar ’s avonds vernomen als ik thuis kwam. De” Gestapo” was bij hen binnen gevallen. Zijn oudere broer, die juist op het koertje was, is nog over het muurtje kunnen springen, maar de tweede broer werd opgepakt en weggevoerd Een paar van deze “gestapo’s” zijn er blijven wachten tot Lucien thuis kwam, en hebben ook hem meegenomen. Geen van beiden is terug gekeerd. Nu nog wanneer ik het park in wandel moet ik terug denken aan deze verschrikkelijke gebeurtenis. Maar ik heb ook plezante herinneringen aan ons stadspark.. Het najaar 1944. De geallieerde legers bevrijden ons land en onze stad. Ze sloegen hun kamp op in het park en genoten er van een relatieve, en voor hen tijdelijke rust. Wij waren natuurlijk niet weg te slaan bij deze, overwegend Britse, soldaten. “Sigarettes for Papa and Chocklat for Mama” hoorde men ten alle kanten. Ook nog “Tommy kom home with me” weerklonk het bij valavond.De eersten, want één soldaat ging nooit mee met een burger, waren ene Frank en Len, gingen met mij mee naar ons thuis. Uiteraard hadden ze sigaretten en wat chocolade mee, en, ik herinner het me nog alsof het gisteren was, een groot blik met thé. Zo iets wat we nu” instant thé” zouden noemen. Ze toonden aan mijn moeder hoe ze deze thé moest zetten. En bij hun “cup of thé”, en met de enkele woorden Engels die ik al had geleerd bij de soldaten. Moeder en vader met wat Frans en enkele Engels klinkende woorden, slaagden we er in het gesprek levendig te houden. Maar de legers gingen verder en er kwamen andere aan. En in een van deze Britse regimenten leerde ik ene Jack Davies kennen .Een Welsh man in hart en nieren, en zoals bijna alle ingezetenen van Wales, een formidabele zanger. Maar ook na enkele dagen moest zijn groep weer verder. Maanden later, is hij nog eens langs geweest, om dag te zeggen. Maar intussen was mijn vader overleden. Dat maakte op hem zo’n indruk dat als hij de volgende dag verder moest, hij tranen huilde, en vol weemoed afscheid nam. En dat was het begin van een vriendschap, Maar deze vriendschap zou echter maar een vervolg krijgen twintig jaar later .Ze zou duren tot zijn overlijden nu 5 jaar geleden, maar nog steeds voort duurt tussen zijn echtgenote en kinderen, en onze familie. Maar mijn plekje, blijft ons stadspark waar een groot deel van mijn jeugdig leven zich afspeelde, en waarvan de herinneringen in mijn geheugen gegrift blijven.

Roger. Aalst 04/05/07


30-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bed energie besparen

 Energie besparen, waarom?

Al eeuwen zoekt de mens naar de oplossing voor zijn energie probleem. En inderdaad, energie is al sinds mensengeheugen een probleem geweest. In de oudheid waren de slaven de energie leverende bronnen. De Egyptische koningen lieten enorme graftombes bouwen. En als we deze nu bekijken, dan kan men niets anders denken dat deze mastodonte bouwwerken een geweldige hoeveelheid menselijke energie hebben opgeslorpt.. Geleidelijk begon men meer gebruik te maken van dieren. Ossen, paarden en zelfs olifanten werden ingezet om de eerste vervoermiddelen en machines voort te bewegen. Later ontdekte men, dat de natuurelementen ook hun steentje konden bijdragen om het energieprobleem te helpen oplossen. Windenergie werd aangewend in windmolens. Watermolens op snelstromende beken en rivieren lieten raderen draaien die op hun beurt machines deden werken. Toen omstreeks 1700 de stoommachine ten tonele verscheen, leek het energieprobleem opgelost. James Watt een Schotse ingenieur verbeterde de machine, en begin 1800 bedacht George Stephenson de eerste door stoom aangedreven locomotief. . Nu volgden de uitvindingen elkaar in snel tempo op. De gas motor en. de benzine motor zorgden voor een drastische omwenteling Maar…. Al deze revolutionaire machines hadden voedsel nodig. De stoommachines moesten met hout en steenkool gevoed worden. De gas motoren werkten op gas dat verkregen werd uit steenkool. Het restproduct waren cokes, die nog konden verbrand worden in de hoogovens.
In het zuidelijk deel van wat tegenwoordig Polen is maar toen bij Oostenrijk hoorde werd petroleum gevonden. Deze werd geraffineerd tot benzine en dreef de benzinemotor aan. Dan verscheen de elektrische energie. Deze kon op een eenvoudige manier omgezet worden in mechanische energie Iedereen dacht dat nu het energie probleem opgelost was. Men bouwde steeds grotere machines. De fabrieken draaiden op volle ‘elektrische’ toeren. Het vervoer gebeurde meer en meer met aardolie verslindende voer- en vaartuigen. De gewone burger ging meer en meer gebruik maken van de aangeboden energie. Verre landen, waarvan men vroeger nauwelijks het bestaan kon vermoeden zijn nu met ultra snelle, maar enorme hoeveelheden aardolie verbruikende, vliegtuigen in enkele uren te bereiken. De verwarming van onze huizen. Een druk op de knop en de ‘olievreter’ slaat aan. Te warm? Geen probleem. Gooi een deur of venster open. Te koud? Geef maar een ferme draai aan de thermostaat. Een boodschap naar bakker of slager? Spring in de wagen, hij staat toch voor de deur. Hebben we ons al eens afgevraagd, hoeveel energie we verbruiken om enkele kledingstukken te wassen? Kledingstukken die moeder vroeger aan de wastobbe waste. Wij stoppen ze in de wasautomaat. Daarna in de droogkast om ze dan met het elektrisch strijkijzer kasklaar te maken. En zo zijn er tientallen handelingen die we dagelijks uitvoeren die een groot deel aan overbodige energie opslorpen. Door enkele kleine wijzigingen in ons gedragspatroon (span een wasdraad in de garage en hang de was daar. Wanneer je s’avonds van het werk thuis komt is hij ook gedroogd) kunnen we voorkomen dat onze energie leverancier, in dit geval moeder Aarde, failliet gaat. Als die het laat afweten, wat dan? We hebben er maar één

Roger 21/08/07 .

10-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bed politici mag ik wat vragen

Politici, mag ik eens wat vragen?

Voor het goede begrip, ik ben GEEN RACIST, en heb niet de minste interesse voor welke POLITIEKE PARTIJ dan ook. Maar omdat ik begaan ben met de welvaart en welstand van gans onze bevolking nu, en in de toekomst voor onze nakomelingen, stel ik mij vragen bij vele dingen. Zaken waar de gewone burger, meestal niet bij stil staat, of die zonder al te veel rumoer worden weggemoffeld in schuiven van duistere burelen.Daarom zou ik graag aan een, door ons verkozen politieke dame of heer een paar vragen willen stellen. Vragen die naar mijn weten nog nooit publiek gesteld werden. En als ze dan al zouden gesteld zijn, waarop nog nooit een concreet antwoord is gegeven. Ja, vage verklaringen, als rond de honingpot draaiende bijen, met hoog geleerde(of wat daar moet voor doorgaan) woorden. Verwijzende naar al het goede dat ze al verwezenlijkten. Maar antwoord op de gestelde vraag……Hola dat niet Er zou hen eens een woordje kunnen ontvallen waar de tegenstrevers” gretig gebruik zouden van maken om hem/haar in diskrediet te brengen. Een minister, die met geen kennis van zaken, en met de glimlach privileges aan een zware crimineel, ondertekent. Een minister die de meest absurde verklaringen aflegt ten aanzien van onze buitenlandse betrekkingen, even op de teen wordt getrapt, en vlug bakzeil haalt. Een bende hulpeloze verkozenen die deel uit maken van allerlei kommissies, maar er niet in slagen om onze politiediensten efficiënt te laten functioneren. Anderen die de platenindustrie enkele miljoenen euro’s cadeau doen om Vlaanderen te promoten in het buitenland, naar aanleiding van het Euro songfestival. Zij die er voor zorgden dat de uitbreiding, en de daar aan gekoppelde werkgelegenheid, op onze luchthaven wordt afgeremd. Hij die enkele maanden later de meest absurde idee lanceert om de luchthaven van Zaventem op te doeken. Die voor zijn aanstelling moord en brand schreeuwde over de vliegtuigen die over zijn huis vlogen en hem en zijn gezin, door hun lawaai, als het ware het graf in hielpen. Vliegtuigen nota bene die reeds jaren deze routes volgden. Ik schrijftegenstrevers in een vette letter, omdat deze term echt van toepassing is op de heren en Dames, die er moeten voor zorgen dat alle verkiezings beloften worden waar gemaakt. Maar die in plaats daarvan geen ander doel hebben dan zij die regeren, zo snel mogelijk ten val te brengen. Enkel met de bedoeling dat zij die in de “OPPOSITIE” zitten op de stoelen van de "TEGENSTREVERS" kunnen gaan zitten en de absurde molen van voor af aan terug starten.En om dit te bereiken, zijn hen alle middelen geoorloofd. Gemeenschapsgelden worden misbruikt om vrienden te plezieren en aan vet betaalde contracten te helpen. Regels en reglementen bedenken om bevriende industrieën miljoenen euro’s te laten binnen rijven. “OFFICIËLE” organisaties, die met de goedkeuring van onze regeringen ook duizenden, goedgelovige burgers geld aftroggelen, onder het mom van hulp voor ontwikkelingslanden. Deze organisaties spenderen hopen geld aan TV en andere media reclames. Uitgemergelde, stervende kinderen worden ten tonele gevoerd. In lompen gehulde sukkels, ergens ver weg, verbannen door de grote industrie in hun land, naar onvruchtbare en ertsarme streken, spelen de hoofdrol in de filmpjes van deze organisatie. Maar eens de inzameling van alweer miljoenen euro’s, verdwijnt alles via duistere constructies ergens op buitenlandse bankrekeningen. De opbrengst van deze gelden, (lees intresten) wordt gebruikt om deze organisaties in stand te houden. De administrateurdirecteurs-generaal en andere hooggeplaatsten hun schandalig hoge wedde en onkosten vergoedingen met de regelmaat van een klok uit te betalen. Bovenop deze onkosten vergoedingen, gaan ze regelmatig op (snoep)reis naar de landen waar ze vorstelijk worden ontvangen.Waar de machthebbers van deze landen met de glimlach de royaal geschonken dollars (Euros) in ontvangst nemen. Om ze vervolgensop hun beurt te laten verdwijnen naar bankrekeningen in Zwitserland en andere finantiële paradijzen. En wie zegt ons als er officieel, ik zeg maar, 25 miljoen euro wordt geschonken voor “HUMANITAIRE HULP”, er onder weg geen paar miljoentjes “van de vrachtwagen vallen?”.Hoe zit dat Heren/Dames politici?
En dan de automobilist als melkkoe. De brandstof, schandalig hoog belast met taksen en BTW. De voertuigbelasting en de BTW op de autoverzekering. Allerlei absurde zaken, verplicht maken.(zie brandblusser,verbandkistje enz.) In de eerste plaats om bevriende industriëlen, monster winsten te laten maken. Natuurlijk staan dezen een klein procentje van hun winsten af, om de partijkassen (sic) van deze vrienden politici te spijzen. Het leuke aan het verhaal is wanneer bij een controle blijkt dat deze zaken niet in orde zijn volgt er nog een fikse boete. Een van deze "bevriende" firma’s is deze die met politieke steun, het privilege, of moet ik zeggen het monopoly verkregen om de parkeerboetes uit te delen. De luttele minuten, nodig om een brood te kopenmoet men zich reppen, om een boodschap te doen. Omzichtig rond kijken, als een dief, dat de "boetschrijver" niet in de onmiddelijke omgeving is. Zich dan haast het hart uit het lijf lopen,en op gevaar af een ongeval te veroorzakenom de betaalautomaat omzeilen. . Want geen parkeer ticketje als de "boetschrijver" langs komt, heb je 25 € aan het been. Is het dus aanvaardbaar, dat private firma’s deze taken worden toegewezen? Is parkeren in de stad of gemeente en zeker voor de eigen deur, niet eigen aan het gebruik van de auto waar zoals hoger vernoemt al schandalig veel voor wordt betaald.
Is het logisch dat genoemde firma’s voor hun diensten betaald worden, naar rato van het aantal overtredingen (sic) die ze vast stellen?
Wat ook als moeilijk te begrijpen valt. Hoe kan één en dezelfde persoon op allerlei kieslijsten zich kandidaat stellen? Als een politicus zich kandidaat stelt voor de gemeenteraad, en, nota bene, verkozen wordt. Als deze dan nog het burgemeestersambt wordt “aangeboden”. Dit naar eigen zeggen ofwel onder druk van zijn partij of om zijn kiezers gedurende zes jaar te dienen, hij dit mandaat aanvaardt.Vervolgens de eerst komende parlements verkiezingen weer aantreedt om vervolgens, dank zij de “verkiesbare plaats” waar hij staat alweer door “zijn” kiezers naar Brussel wordt gestuurd. Dan vraag ik waar haalt de burgemeester, die reeds al zijn energie in het besturen van de stad moet steken de tijd om nog volwaardig als parlementariër te fungeren, of omgekeerd?  Is het geen kiezersbedrog, verkozen te worden en dan doodleuk te zeggen dat u de functie waarvoor u verkozen bent overlaat aan de opvolger? Heeft de argeloze kiezer, zijn stem uitgebracht naast uw naam, met de bedoeling dat niemand anders dan u zelf hem mag vertegenwoordigen in  de gemeenteraad, de kamer of senaat? Heeft deze bedrogen kiezer er nog maar aan gedacht dat de, weet ik veel hoeveelste, opvolger hem moet vertegenwoordigen. Stel dat alle gekozenen op de lijst hun mandaat overdragen aan de opvolgers, wie vertegenwoordigt dan wie? Is het verantwoord dat zetelende parlementariërs deel uit maken van de raden van bestuur van bedrijven, die met de regelmaat van een klok orders binnen rijven van de overheid? Kan een weldenkend mens, aanvaarden dat miljoenen Euro’s worden uitgegeven aan absurde enquêtes, die later van geen kanten blijken te kloppen. En waar de enigen die er beter van worden de geprivilegieerde vrienden zijn. En na wat denkwerk zou ik zo nog tientallen vragen kunnen stellen. Maar deze vragen zullen natuurlijk nooit kunnen gesteld worden. Om ze te beantwoorden, zal elke plausibele uitleg in het ‘stadhuiswoorden vocabularium’ van deze lieden ontbreken. Ik zou zo nog een tijdje kunnen doorgaan maar op gevaar af, van hier of daar “persona non grata” te worden verklaard, houd ik voorlopig maar op met “ambetante” vragen te stellen. Roger 29/06/07



>

Blog tegen de regels? Meld het ons!
Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!