We hebben gisterenavond nog reuze gegeten op de camping. Voor 13€ was er een vast menu met soep, varkensribbetjes met frietjes à volonté, een dessert met koffie en rode en witte wijn ook al à volonté en als rasechte Belgen konden we ons buikje nog eens lekker rond eten met FRIETEN…
Toen we het kleine restaurantje op de camping buitenkwamen restte ons nog een verrassing…rond onze motorhomes stonden een half dozijn paarden rustig te grazen…met de poort wagenwijd open! Dat hadden we ook nog nooit meegemaakt!
Het slechte nieuws was dat het gisterenavond is beginnen te regenen en dat het de hele nacht door is blijven regenen… Deze ochtend zou je gedacht hebben dat het nog zou opentrekken en tegen beter weten in hebben Thierry en ik voor onze laatste rit eerder luchtige kledij aangetrokken. Dat, hadden we beter niet gedaan…
Het is dik negen uur als de laatste motorhome met de nodige slipproblemen van de camping rijdt en de fietsers achterlaat. Daar staan we dan, nog droog, 12°C met een frisse bries…
Van uit ‘Portomarin’ gaat het de eerste 13 km al snedig bergop, de wind zit echt slecht en afhankelijk van de bochten voor het merendeel pal op kop. De gevoelstemperatuur is dermate dat Thierry en ik afwisselend even stoppen om kledij bij aan te trekken. Al snel komen we de eerste fietser tegen, te voet… Er zijn veel wandelaars op de been, ze moeten minstens 100 km afleggen voor hun Compostolaat en je ziet ze echt in bosjes. Ook zijn er ineens veel taxi’s onderweg, toeval??? Bij de ‘Albergues’ is het plots aanschuiven voor een stempel of een kop koffie en je moet echt oppassen om niet de pas te worden afgesneden door een busje, dat op de smalle wegen, zo snel mogelijk z’n vracht moet afzetten of ophalen… Je houdt het niet voor mogelijk maar toch is het zo!
We zijn amper een uur op de baan of de eerste bui is al een feit. Eerst nog wat zacht gesputter, maar dan in volle hevigheid. Kort, maar krachtig, net genoeg om van kop tot teen doordrenkt te zijn. We passeren de zoveelste ‘Albergue’ in de buurt van ‘Ligonde’. De weg is nauwelijks meer dan enkele geplavijde tegels breed, gescheiden door een aftandse goot in het midden. Kippen lopen los, honden op elk erf, een tractor verspert ons even de weg.
De tweede bui zit er aan te komen, de derde ook, het zal niet meer ophouden, voor de rest van de dag. We trekken alles van kleren aan wat we nog kunnen vinden in onze magere bagage. Het lijkt nog kouder te worden, ijzig zelfs, er verschijnt warme damp uit onze monden als we uitademen. De ene steile heuvel is net achter de rug als de volgende zich al aanbiedt.
Dit wordt zonder twijfel ‘de zwaarste rit’ en we moeten nog meer dan 50 km! De N547 is niet bepaald de lekkerste weg om op te fietsen maar wel de kortste. Het Sweerman alternatief biedt twee lussen maar met een surplus van 20km, neen, dank u. We kiezen resoluut voor de korte pijn, en pijn zal het doen.
In ‘Boente’, recht tegenover de kapel vinden we een kleine herberg waar we in alle rust onze boterhammen kunnen opeten. Even buiten die vervelende wind, even opwarmen zonder regen. We kijken elkaar aan, veel komt er niet uit, het is nog ver.
Daarbuiten in de wrede wereld gaat het er hels aan toe. Het wolkendek hangt laag, veel te laag zodat het zicht nauwelijks meer is dan enkele voetbalvelden lang. Het is grijs, novemberweer, herfst, zelfs winter als je de temperaturen in acht neemt. De wind giert in elke spleet, speelt met elk loshangend blad, maakt dat het nog kouder aanvoelt. Dit is niet leuk meer!
Ik zie amper nog iets door de zonnebril die voor de verandering nog maar eens tegen de regen beschermt. Thierry rijdt nu constant enkele meter voor mij uit, het is gevaarlijk rijden, in de afdalingen ligt het tarmac er drijfnat bij en de wind maakt het er niet makkelijker op.
Nog 40 km, er is nog geen beterschap op komst. Ik tel elke kilometer af, pruttel wat onverstaanbare woorden als Thierry naast mij komt rijden… ‘Klote hé jong’, ‘nog nooit eerder meegemaakt’, ‘en da wil al wa zegge!’
We rijgen de kilometers en hoogtemeters aan elkaar, langzaam, maar zeker. Er is geen millimeter op mijn hele lijf nog droog, Thierry vloekt hard, ‘klote land’! In al mijn miserie begin ik plots te lachen, ‘klote land’!
Mijn automatische piloot staat aan, blik op oneindig, verstand op nul, enkel fietsen, ik zie niet verder dan twee strepen op het asfalt. Mijn ogen staan gefixeerd op de GPS, meter na meter. Nog een bergop, weeral veel te steil, een korte bergaf, het spatwater kletst overal heen, neen, we zijn nog niet nat genoeg, neen…
30 km. Thierry houdt de moed er in. Ik denk niet, ik fiets: ‘we zijn er bijna, volhouden’.
‘Voor die laatste kilometers gaat ge me niet op de knieën zene, dan gaat ge wat anders moeten verzinnen’ klinkt het veel te luid.
Het regent nog harder, op mijn fietsbroek ontstaan blaasjes, ik moet zelfs even lachen, groen.
20 km. We stoppen aan de kant van de weg onder een klein overhangetje. ‘Reservekledij’, ik denk er aan, als straks de vrouwen naar de kathedraal van ‘Compostela’ gaan moeten ze verse, warme kleren meebrengen, anders zijn we op enkele minuten doorkoud en onderkoelt! Thierry belt Malvina op.
Ik ben nog een wrak. De regen zwakt wat af, althans dat denk ik. Nog 10 km, een dikke bult, misschien de laatste, zeker weten van niet…
Het is al lang geleden dat we nog een fietser of wandelaar gezien hebben, de taxibedrijven doen gouden zaken, zeker weten van wel…
We worden afgeleid van de weg, het gaat rond het vliegveld van Santiago, amper een minuutje later scheert een passagiersvliegtuig op enkele meter boven onze hoofden, Thierry lag van het verschieten bijna in de gracht…’klote land’, roept hij nog, alsof de piloot het wat kan schelen…
De weg ligt verschrikkelijk slecht, het tarmac kapot gebarsten van de warmte, weeral steil bergop, nu zal het toch wel de laatste zijn!
Er komt geen eind aan, bij de minste afdaling moeten we het stuur stevig vasthouden om niet onderuit te gaan, ik heb hoofdpijn van de wind, van de regen, van alles.
We zien het bordje ‘Santiago’ staan, dit moet op de foto, ‘klote land’
Ah ja, dat mankeerde nog, een kasseistrook, van een kilometertje, fietsers naar rechts, helaba, de kathedraal ligt wel links hé, ‘klote land’
We draaien een grote cirkel rond de kerk en besluiten dan maar tegen de richting in te rijden, op het voetpad.
Smalle straten, verdomd gladde kasseien en nog gladdere putdeksels. Komaan manne, een trap, in twee delen, ik zie de torens van de kathedraal, heel dicht nu, we zijn er, draaien het megagrote plein op.
Ria en Malvina staan ons op te wachten en vliegen ons letterlijk om de hals. Er komt een pakje emotie los, Thierry en ik omarmen elkaar, ‘dat hebben we maar weeral gedaan, dit vergeet je nooit meer, tot het einde der dagen, zelfs veel langer…’
Jef, Christiane en Eddy stormen toe en feliciteren ons. Eerst gaan we voor het Compostolaat en dan voor een koffie en dan…..bergop naar de camping en uren onder de hete douche…







|