Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
1996 In de Munkendoornstraat staat het atelier van een gitaarbouwer. Aan de muur prijken een zeldzame Gibson Hummingbrid het befaamde Everly Brothers model en een peperdure Martin folkgitaar, beiden klaar om opnieuw vernist te worden. Hugo doet zijn eigen creaties, het doet weinig toe wat het financieel rendement is, hij word er emotioneel rijker van. In 1978 ruilde hij Beauvoorde voor een huisje te Rollegem, wat eens zijn hobby was doet hij al vijftien jaar professioneel: gitaren bouwen en herstellen. Op zijn zestiende begon hij gitaar te spelen. Toentertijd bestond amper muziekacademies en ging hij in de leer bij privélesgevers. Algauw had hij door dat hij geen getalenteerd musicus was, hij hield zich meer bezig met knutselen aan het instrument dan met spelen. Gitaren bouwen kan men niet leren op school. Enkel in Duitsland en in Engeland bestaat er onderwijs voor instrumenten bouwers. In zijn atelier staan allerhande werktuigen, die hij her en der op de kop kon tikken. Een droominstrument was b.v. een driepikkel. Een oude tekentafel welke hij van de schroothop gered had. Bovenop de driepikkel staat een beweegbare ijzeren bol , die hij met een hendel kan vastzetten. Op die bol had hij een houten balk gevezen. Daarop kan hij de hals van een gitaar vastmaken en in alle richtingen draaien, volgens de noden van het werk. Hij herstelde gitaren voor den brode maar zijn eigen creaties zijn, zijn kinderen.
Voor wat de Sport betreft openen we met Biljarten
Philippe Vandendriessche
Die hier te Rollegem zijn stek gevonden heeft, laat onze zeggen en schrijven zijn “Tweede thuishaven” zegt dat hij hier ontzetten graag woont. Zijn eerste passie was voetballen, tot een knieoperatie een streep plaatste bij zijn voetbalambities.
1996 uit de Aalbeeksestraat eindigde onlangs tweede op het Belgische kampioenschap drieband te hooglede. Een memorabel tornooi, hij was bij de 32 finalisten en had nooit gedacht om de “grote finale” te spelen. Zijn biljarttalent kwam op 14 jarige leeftijd bovenborrelen. Onder leiding van de eerste leermeester Andre Seys groeide hij uit tot een van de betere driebanders van de streek. De eerste keer dat hij met Raymond Ceulemansrond de groene tafel stond en met hem een partij betwiste, blijft het hoogte punt uit zijn carrière, iedereen in deze sport kijkt op naar hem. Zijn eerste buitenlandse wedstrijd was in Athene, twee goede wedstrijden gespeeld, maar dan kapot van de zenuwen.
Hij heeft nooit ernstig overwogen om professioneel te spelen , want in heel België zijn er maar enkele spelers die met biljarten hun brood kunnen verdienen, maar biljarten is zijn hobby.
Hij vind het jammer dat de jeugd al te vaak te snel naar de drieband overschakelt. De basis van een goede driebander, het vrijspel en kader, wordt door de meeste jongeren als weinig interessant en onnodig beschouwd. Iemand die wil winnen , moet een beetje nijd hebben ten opzichte van zijn tegenstander, anders mist hij ambitie.
Gelukkig zijn de prijzen de laatste jaren baar geld, vroeger ging het om broodroosters, haardrogers enz. Nu worden er al mooie bedragen uitgedeeld. Doch de doelstelling in iedere sport. Als je een wedstrijd aanvangt met het idee dat je toch zal verliezen, dan blijf je beter thuis.
Rollegem; eglise commision royale des monuments bulletin de la Fl. cici I 8, 13, 18, V 158, 183, 330, 340, 356, 389 tot 391.
In Fragmenta deel I blz. 195 Lezen we het volgende: De Kerke van Rolleghem in 1721
Aan zijne Doorluchtigheid Monseigneur Bisschop van Doornik.
Weer tonend van een diepe eerbied de baljuw, burgemeester, schepenen en “mergliseurs” vanhet dorp Rollegem Chastellenie de Courtray,dat ongeveer veertien dagen geleden , door de grote wind en zoveel woestheid (die het gedaan heeft) de vensters en daken van de genoemde kerk zijn zodanig in wanorde en bouwvallig dat het volk en inwoners van het dorp niet meer beschut zijn en droog zitten in genoemde parochiale kerk, En omdat de inkomsten van de fabriek en aalmoezen, zowel van de offerblok als andere, in geen geval voldoen voor de reparatie van de schade en dat er werd vastgesteld door de aanplakbiljetten van 2 oktober van het jaar XVI dertien, uitgaande van het “faict” van de herstellingen en restauraties der kerken dat in vernoemd geval wij verhaal hebben op de kerkelijke “tienden”, en daar Uwe Dooluchtigheid de grote “Dissimateur “ is in de genoemde parochie van Rolleghem, de “remonstrants” nemen toevlucht op zijne Hoogheid, verzoekende met diepe eerbied, een commissaris te willen afvaardigen ten einde de noden voor deze herstellingen te willen onderzoeken, en vervolgens na hun rapport order te geven dat gemoemde venster en dakbeddeking in goede staat hersteld worden en de kosten die er uit voorkomen zouden worden betaald uit de inkomsten van de genoemde tienden etc.
J Parent, 1721, Jan Vereecke, J_B Du Mortier ‘tmercq van Jacques Lefebre. ’t Mercq van Guilliame De Jagere, Geerart Bonte
R. Carette toren van Rollegem Rond den Heerd XII 57, 66.
De Klokken Rond den Heerd IV 337
Iets over P. Ghesquiere Rond den Heerd XVII 335
Ook nog Compte du Chastel de la Howarderie-Neuvireuil, Notes pour servir à l’histoire de Rollegem-les-Courtrai, de Rolleghem capelle et des trois Fiefs de Rolleghem, dans Ypers ainsi que de la famille qui en portee nom. Tournais Vasseur Delnée 1904-in 8°-132 blz.
Het ene succes volgde het andere op met stukken als “ De baby baron” “Toon heeft een Miljoen” “Prosper” men constateerde dat Rollegem er opnieuw klaar voor was en men ging een afzonderlijke toneelkring te stichtendat was februari 1982. Trees Ovaere welke een rol vertolkt had in “Prosper” zette zich ten volle in om een gezelschap op te richten. Korte tijd later overleed zij.Uit erkentelijkheid tegenover haar, die een van de meest verdienstelijkste medewerksters was van het eerste uur werd de nieuwe kring danook “Trees” genoemd. Het officiële eerste stuk was “Antje”. Met in de rollen Christa Naessens, Jean-Marie Derdeyn, Edwig Demey, Stefaan Naessens, Patricia, Pedro en Petra Mareel, Lieven Decabooter, Christine Lefebvre, Antoon Ganseman, en Lut Barbier Dries Decabooter tekende voor de regie en achter de schermen was voorbehouden voor Lieve Vansevenant, Trui Baert en Paul Catoul. De Grime was handen van Coiffeuse Dominique. Vermelden we nog dathet gezelschap lid is geworden van het AWT(Algemeen West-Vlaams Toneel) een vereniging van amateurgezelschappen die haar leden deskundige begeleiding geeft, ondermeer door het organiseren van diverse cursussen.De prijs was 100fr. In voorverkoop 80fr. Kinderen tot 14 jaar 50fr.
In 1987 had “trees” haareerste lustrum het jubileumjaar werd ingezet op 28 februari om 20.00 u met de opvoering van “Een beeld van een man”in de parochiezaal in het centrum te Moen. Het stuk waarmee ze het jaar voordien volle zalen lokten.
In 1992 vierde “Trees” haar tweede Lustrum, of 10 jaar toneel. In die periode brachten ze 11 volavondstukken op de planken en bijna even veel wagenspelen. Een aantal leden zoals Marc Vantomme, Bernard Bille, Dries Decabooter en Rik Vanessche schreven een wagenspel. De vertrouwde stek van de groep is de parochiezaal waar ze zelf een regiekamer bouwden.
In 1996 was de parochiezaal aan vernieuwing toe, en trees had geen podium meer in de gemeente. Ze wisten ook niet wat de toekomst hun ging brengen. De zaal werd wel opgeknapt, maar of ze nadien nog zullen kunnen spelen was toen een groot vraagteken. Hun keuze viel op OC de wervel in Bellegem. Omdat ze toen vijftien jaar bestonden, brachten ze niet een maar twee producties. Rik Vanessche de regisseur zit daarbij niet stil. Samen met zijn vrouw is hij fotomateriaal, gegevens over gespeelde stukken en dergelijke meer aan het bundelen om ter gelegenheid van het vijftien jaar bestaan een boek uit te geven.
Inhet jaar 2000 regisseert Germain Eeckhout weer Trees, met de komedie “Sanistory” een toneelstuk geschreven door Auteur Rik Vanessche.
In 2007 stond de toneelgroep “Trees” 25 jaar op de planken, ze werden dan ook op het Kortrijkse Stadshuis ontvangen. Het was voorzitter Luc Colman die terug blikte op de vele mooie momenten. In de revue passeerden 25 avondvullende voordtellingen, 23 eenakters, 7 fuiven en precies 100 acteurs en actrices.Vijf mensen werden vernoemd welke er van bij het begin bij waren; Claude Neirynck, Marleen Detavenier, Dries en Rik Decabooter en Nadine Demuynck. De sterren zijn Stiene Lefebvre met 20 voorstellingen en Dries met 17 optredens en 13 regies. Na de ontvangst zijn dan gaan Bowlen. Jaarlijks gaan ze op winterweekend en in mei op zomerweekend. Ze hebben voor hun 25 jaar nieuwe polo’s laten maken en tijdens de “folklorefeesten” pakken ze uit met de koerfeesten in de voormalige jongensschool. Ze hadden voor hun 25 jaar enkele concrete wensen: “dat ze hun 25 voorstelling in december van 2007 opnieuw in de parochiezaal mogen kunnen spelen” de zaal was niet geschikt? “En ruimte zouden krijgen om hun attributen te plaatsen! Vanaf 1 september was het zover de parochiezaal werd in erfpacht gegeven voor 99 jaar, aan de stad Kortrijk. Het verhaal van de parochiezaal, zo schrijft men in 2007 viel voor heel wat Rollegemnaars tegen. De zaal bleek geschikt voor Familiefeesten, maar niet voor het toneel. Wegens te duur? De familiefeesten werden afgeschaft, om verenigingfeesten te laten doorgaan?
Sanderus; Flandria illustrata, t. III.p.57, col.2.
Er is bijna geen verschil tussen deze twee auteurs. De ene zegt dat Lauwe, Rekkem en Rollegem. En de andere dat Rekkem en Rollegem deel uitmaken van het schitterende domein van Halluin. Behalve de tweede die niet van Lauwe spreekt en ook vergeet te zeggen dat de Croï, de Halluins opvolgt bij het bezit van Rollegem, en dat ze beiden niet wisten dat Rekkem van de Halluins overging naar de Vanden Coorenhuuse.
Geschiedkundige boekenschouw, dat is de name van een merkwaardig werk, opgesteld door E.H. Allosery, onderpastoor van Sinte Anna, te Brugge en gedrukt bij De Plancke ten jare 1913. Daarin overloopt de geleerde schrijver parochie voor parochie van W-Vlaanderen en weet te zeggen welke boeken of tijdschriften er over de geschiedenis van elke parochie bestaan. Zo tekent hij aan nopens Rollegem bij Kortrijk.
“Varia Rond den Heerd,III, 290, IV 38, 172 XXIV 208. Naamuitleg A. Dassonville, Biekorf,1909, blz. 213.
De Castanjeboom FragmentaI, 22 De kerk in 1721 I, 195:
Van de Kortrijksche gruite was een leen gehouden wezende “een eerlyckeerfvelykerente genaemt de Castangeboom, groot seven en t’setig razieren, eenen havot, drye pinten en half witte evene Cotrycksche maete ende twee cappoen en half, t’selve is streckende op diversche gronden van erfven binnen der parochie van Rolleghem ontrent Tombrouck, (is heden nog een wijk van Rolleghem met eene bevolking van 220 inwoners) Item vermaegh dit voorz. Leen tol, vont, bastaert ende stragiers goet, boete van drye ponden pars. Ende daer onder ende alsme eenige gronden daer dese rente op strecken(sic) verandert ofte vertiert by coope, danne soo hebbe ick (leenhouder) vythien groote van de ponde ende groote ende ter doot van de taeten dobbel rente te betaelene binnen xmj daegen naer het overliden op de boete van drye ponden pars. Naer costuyme, Item vermaeg myn voors leen te stellen eene bailliu ende als men weth van doene heeft men moet die uuyt-leenen jeghens den balliu van Cortryck ghenaempt Graefgroen schepenen….” Dit leen behoorde, den
31 Maarte 1640, Janneken Verkindert, die het geërfd had ten overlijden van haar moeder Jaquemyntjen Casin, dochter van Wouter; in 1746was de leenhouder ervan Mher Karel Frans Joseph de Partz, burggrave van Kortrijk, heere van Ogierlande, Grysperre enz. Koninkl. Biblioth. Van België. Goethalsfonds, Hs. 298, bladz. 85-91
Op den 3 maart van het jaar 1940 spelen de kajotsters van Rollegem een toneel ten voordele van de gemobiliseerde en hun familie. Een toneelstuk in vier bedrijven “ Groote Zus” de rollen worden verdeeld als volgt; Anna Seynaeve, Simone Vanneste, Clara Herpoel, Aurore Degroote, Thérese Degroote, Stella Vanneste, Margriet Bauwens, Marie-Louise Baert, Erna Vervenne, Anna Castel, Maria Cossement en Anna Declercq.
15 minuten rustpoos tweede deel De V.K.A.J. in dienst van haar volk.
Door haar arbeid, spreekkoor, door haar dienstbetoon ; aanspraak. Door haar levens belijd zingt; de Straatmuziekanten, de Nachtwacht en Boemelschots.
“ Oude en Nieuwe Mode, tijdens de poozen zang en orkest. Na de rustpoos wordt de kaart opnieuw vereischt.
Een prachtig toneelfeestop 11 maart 1945, men voerde toen een drama op in drie bedrijven “Liefde” met 10 minuten poos tussen 2de en 3de bedrijf om te eindigen met een klucht in een bedrijf “Jetje zonder zenuwen” Men mocht niet roken in de zaal.
Op de Vastenavond op 31 maart 1946 was er in de zaal een toneelstuk in 4 bedrijven” De Sombere Molen” met zang en dans, gevolgd van “De Witte Vrouw “ dolle klucht in 1 bedrijf: De speelsters waren Denise Soete, Anna Declercq, Josette Soete, Dina Vervenne, Denis Dendievel, Raymonde Crunaire, Denise Naessens, Marie-Thérèse Vandeghinste, Stella Vanneste, Simone Vanneste, Clara Herpoel, Erna Vervenne, Martha Wyckaert, Elza Pauwels, Denise Anseele, Maria Uvyn, Simone Naessens en Georgette Vanessche.
Voor de witte dame waren het; Marie-Thérèse Vandeghinste, Simone Vanneste, Martha Wyckaert, Stella Vanneste en Dina Vervenne.
De prijzen der plaatsen genummerd 15 fr. Tweede rang 10fr.
Algemene herhaling, zaterdag 30 maart te 5 u prijs voor de kinderen 2 fr. Boven de 14 jaar 5fr.
Op 16 maart 1947 zaal open om 4 uur de gordijnen om 14.30 uur “Tusschen twaalf en Halfeen” Korte toneelschets in 3 taferelen, poos en dan”Als het Bloed spreekt”Dit gaat door in zaal het “Gildenhuis”
Prachtig liefdadigheidsfeest in zaal het “Gildenhuis” ten voordele van de missiën. “Kapitein Marie” in de rolverdeling ; Suzanne Leplae, Stella Vanneste, Simone Vanneste, Aurore Degroote, Georgette Vanessche, Monique Bekaert, Arlette Huyghebaert, Jacqueline Vanessche, Cecile Mouton en Cecile Debels.
Na de poos “De getemde Draken “ leuke klucht in één bedrijf.
Op kerstdag 1948 speelde men in het “Gildenhuis” “Hildeke’s Droom” toneel in drie bedrijven. Met een rolverdeling als volgt; Clara Debels, Stella Vanneste, Simone Vanneste, Dina Vervenne, Cecile Debels, Suzanne Leplae, Georgette Vanessche en Agnes Yzerbyt. Daarna om eens goed te lachen een klucht in een bedrijf “De levende Etalagepop.” De rolverdeling was Monique Bekaert, Dina Vervenne, Erna Vervenne, Georgette Vanessche, Arlette Huygebaert, Cecile Mouton en Elza Pauwels.
In 1950 in de “Gildezaal” in de Kerkstraat Prachtig toneelfeest met de opvoering van “ Strijd aan ’t witte Front” het stuk is van Willy Van Den Berg. Het speelt zich af in een hospitaal in drie bedrijven. Daarna volgde een klucht in één bedrijf “ De Dame In ’t Zwart”
1952 “Vrouwen=Eiland” door Arie Van Der Lucht.” Eerste bedrijf; op een gure decembernamiddag. Tweede bedrijf; een uurtje later. En het derde bedrijf; tegen middernacht. En als slot EEN VERRASSING!!!
Ten voordele van de missiën op 24 oktober 1954 “Moeder in Nood” een drama in drie bedrijven in de rolverdeling; Georgette Vanessche, Stella Vanneste, Aurore Degroote, Yvette Verfaille, Cecile Debels,Jacqueline Vanessche Marie-Rose Soete, Françine Libeer, Monique Vanneste, Ginette Vandecasteele.
Zo vinden we op halfvastenavond 20 maart 1955 in de zaal D V.K.A.J. welke uitnodigt voor het toneelstuk in drie bedrijven “Moeders Kerstgeschenk” met in de hoofdrol Paulette Vandeghinste, een rijke weduwe Francine Goethals, haar dochter Cecile Debels, zuster van de weduwe en haar dochter Marie-Rose Soete. Een arme weduwe wordt vertolkt door Mireille Verfaille. De dienstmeid, Yvette Verfaille Rosa door Marie-Thérèse Haemers. Liesje, Francine Libeer. Zuster Angelica, door Monique Vanneste; Moeder Overste door Agnes Yserbyt. Den duivel door Jeannine Haemers en een zuster door Jeanny Vanhoutte. De toegangs prijs eerste rang bedroeg 20 fr. Tweede rang 15 fr. De kaarten waren te koop bij de kinders Derdeyn.
Met het opkomen van de T.V. viel alles een beetje stil maar alles heeft zijn tijd en de tijd van het toneel kwam terug.Eind januari 1970 bracht de jeugdclub focus en de B.G.J.G. de “Verkocht bruid” op de planken en in oktober van het zelfde jaar bracht jeugdclub focus “De dokter van Cunangnun” waar mee ze succes wisten te boeken
In 1974en 1975 heeft de K.W.B. en de K.A.V. korte stukjes opgevoerd die in de smaak vielen, en men kwam tot het besef dat er talent voldoende in huis was, om toneel stukken op te voeren. Op zaterdag 20 November 1976 was het dan weer zover.Het blijspel in drie bedrijven “Zeg het niet aan Mathilde”met in de rol verdeling S. Desmet, Lien Baert, Pat Marcel, Julia Verschelde, Noë Roobroek, Marijke Baert, J.M. Derdeyn, Arséne Derweduwen, Wies Vercaempst en Gertrui Baert De regie was in handen Van Josée Deschaemps.
Etymologie(woordafleiding) van de naam “Rolleghem”
En zo lees ik in mijn “gazette” van 3/8/1975: wat men vond in een boek uitgegeven door Ente. Chastel de La Howarderie Neuvireul, waarvan er slechts 185 exemplaren werden gedrukt in 1904. En daar Rollegem zijn eigenheid gaat verliezen werd er in gegrasduind.
Edudes étymolgiques sur les noms de ville, etc. du Brabant, van Chotin op blad 186 (Doornik, Malo en Levasseur, 1859 in 8°) zegt dat de naam Releghem de oudste vorm die hij gevonden heeft, zijn, in 1132 Radelegim, Mieus, operadiplomtica, t. l. P. 97. Radelinghem in 1167 en Radelgem in 1198. Het zou kunnen dat dit kan voort kommen van het Vlaamse woord Rad of het Duits Radel, dat wiel betekend in de ruimere zin wagen.Wat in het Latijn Rheda en in het Vlaams, betekent het “Rijtuig”
Dan komt hij tot het besluit, dat Radelghem waarvan men sindsdien zegt Releghem, een posthalte, in het latijn mutatio( verandering) waar zich de Romeinse posthalte bevond. Rollegem waarvan de oude vorm Rodelghem en Rollinghem zijn, zou dezelfde oorsprong hebben. Want Eerwaarde heer Alphonse-Marie Coulon en zijn Histoire de Mouscron, (Kortrijk, weduwe Nijs en zonen 1851, in8° tome II, p. 448 uit het idee dat er een posthalte was tussen Tournai en Wervicq, waarvan Mouscron halverwege is, ligging die ook deze is van Rolleghem-over-Leye.
Niettegenstaande dat, zijn er toch nog andere verklaringen. Zoals Rolleghem wil zeggen: woonst van Roll of van Rolin
Sanderus Antonius gelatiniseerde naam van Antonius Sanders Antwerpen 15/9/1586-abdij Afflingem, Hekelgem, 16/1/1664 Zuid-Nederlands, historiograaf priester is vooral bekend als auteur van Flandria Illustrata Winkler prins encyclopedie 2006.( t. II, p. 373) hij geeft op datum van 1146 de vorm Rolenchem en op data van 1167 Rollinghem dat staat te lezen in het graafschap van St. Genois (Cie F;J; de Saint-Genois de Grandbreucq.( Oude monumenten, t.I;, tweede deel, p. CCCCLXXVII(477 . Op dezelfde datum vinden we Rolenghem in het werk van Mereus( opera diplomatica, t.I,p 554)
Het gebied van Rollegem was een riddergoed gehouden door het kasteel van Kortrijk voor de trotse heerlijkheid, maar we vinden het tweemaal, op het einde van de XVIe eeuw en in de loop van de XVIIIe, het bestaan van de grondheren van de heerlijkheid en tezelfdertijd van deze van de dominerende heren van de heerlijkheid waarvan de grondheren “admodiateurs of engagisten” schenen te zijn. Grammaye, Lille, Chrisophe Beys, 612 in 4°
Op den 3 maart van het jaar 1940 spelen de kajotsters van Rollegem een toneel ten voordele van de gemobiliseerde en hun familie. Een toneelstuk in vier bedrijven “ Groote Zus” de rollen worden verdeeld als volgt; Anna Seynaeve, Simone Vanneste, Clara Herpoel, Aurore Degroote, Thérese Degroote, Stella Vanneste, Margriet Bauwens, Marie-Louise Baert, Erna Vervenne, Anna Castel, Maria Cossement en Anna Declercq.
15 minuten rustpoos tweede deel De V.K.A.J. in dienst van haar volk.
Door haar arbeid, spreekkoor, door haar dienstbetoon ; aanspraak. Door haar levens belijd zingt; de Straatmuziekanten, de Nachtwacht en Boemelschots.
“ Oude en Nieuwe Mode, tijdens de poozen zang en orkest. Na de rustpoos wordt de kaart opnieuw vereischt.
Een prachtig toneelfeestop 11 maart 1945, men voerde toen een drama op in drie bedrijven “Liefde” met 10 minuten poos tussen 2de en 3de bedrijf om te eindigen met een klucht in een bedrijf “Jetje zonder zenuwen” Men mocht niet roken in de zaal.
Op de Vastenavond op 31 maart 1946 was er in de zaal een toneelstuk in 4 bedrijven” De Sombere Molen” met zang en dans, gevolgd van “De Witte Vrouw “ dolle klucht in 1 bedrijf: De speelsters waren Denise Soete, Anna Declercq, Josette Soete, Dina Vervenne, Denis Dendievel, Raymonde Crunaire, Denise Naessens, Marie-Thérèse Vandeghinste, Stella Vanneste, Simone Vanneste, Clara Herpoel, Erna Vervenne, Martha Wyckaert, Elza Pauwels, Denise Anseele, Maria Uvyn, Simone Naessens en Georgette Vanessche.
Voor de witte dame waren het; Marie-Thérèse Vandeghinste, Simone Vanneste, Martha Wyckaert, Stella Vanneste en Dina Vervenne.
De prijzen der plaatsen genummerd 15 fr. Tweede rang 10fr.
Algemene herhaling, zaterdag 30 maart te 5 u prijs voor de kinderen 2 fr. Boven de 14 jaar 5fr.
Op 16 maart 1947 zaal open om 4 uur de gordijnen om 14.30 uur “Tusschen twaalf en Halfeen” Korte toneelschets in 3 taferelen, poos en dan”Als het Bloed spreekt”Dit gaat door in zaal het “Gildenhuis”
Prachtig liefdadigheidsfeest in zaal het “Gildenhuis” ten voordele van de missiën. “Kapitein Marie” in de rolverdeling ; Suzanne Leplae, Stella Vanneste, Simone Vanneste, Aurore Degroote, Georgette Vanessche, Monique Bekaert, Arlette Huyghebaert, Jacqueline Vanessche, Cecile Mouton en Cecile Debels.
Na de poos “De getemde Draken “ leuke klucht in één bedrijf.
Op kerstdag 1948 speelde men in het “Gildenhuis” “Hildeke’s Droom” toneel in drie bedrijven. Met een rolverdeling als volgt; Clara Debels, Stella Vanneste, Simone Vanneste, Dina Vervenne, Cecile Debels, Suzanne Leplae, Georgette Vanessche en Agnes Yzerbyt. Daarna om eens goed te lachen een klucht in een bedrijf “De levende Etalagepop.” De rolverdeling was Monique Bekaert, Dina Vervenne, Erna Vervenne, Georgette Vanessche, Arlette Huygebaert, Cecile Mouton en Elza Pauwels.
In 1950 in de “Gildezaal” in de Kerkstraat Prachtig toneelfeest met de opvoering van “ Strijd aan ’t witte Front” het stuk is van Willy Van Den Berg. Het speelt zich af in een hospitaal in drie bedrijven. Daarna volgde een klucht in één bedrijf “ De Dame In ’t Zwart”
Mag ik me even voorstellen, om een goed begrip te hebben van ons nieuw verhaal. Ik ben Lucien, geboren te Moen, te St.Denijs gekweekt en te Rollegem de kerk om ges.. Gepist zei men vroeger. Indien je naar Moen gaat en er naar mij vraagt dan vraag je beter, naar de zoon van Clara van champetters. Rond het jaar van de wereldtentoonstelling 1958 zijn we omwille van de werken aan het kanaal Bossuit- Kortrijk verhuisd naar St-Denijs. Mijn naam was niet veranderd maar men kende me daar als, die mensen van naast het café de “Vrijheid” of naast “Suysies” de loodgieter.Toen ik huwde kwam ik naar Rollegem en daar werd ik de man van Monique Libeer, de dochter van den zwarten van Libeers, mijn schoonvader was nochtans kaal.Doch zou hij vroeger “Ne” schonen kop zwart haar hebben gehad.
Mijn ouders hadden me verteld dat vroeger den ponjaard(dolk) op de tafel stond, wanneer iemand van een andere parochie, het meisjes vond waarmee hij zijn leven wilde delen. Geloof me er is niet veel veranderd, ook al is het stilaan op gang gekomen. Ik heb het toch aan den lijve ondervonden.
Wanneer ik iets wil zeggen of vragen, over het leven van vroeger en nu in het dorp, was het je weet er niets vanaf. En wilde ik iets kwijt over het dorp waar ik vandaan kwam wilde men er niets over weten, ik was een vreemdeling. Denk hierbij maar aan de vreemdelingen die noch onze taal noch onze gewoonten aannemen.
Ik was dan hier en wilde me aanpassen Ik moet en ik zal er iets over afweten, alle documentatie was goed, Rollegem zou ik kennen, en misschien beter dan zij die er wonen Ik was het beu dat zelfs kloosterzusters mij er opwezen dat ik dit dorp niet ken. Ik ken misschien nu wel iets van het dorp maar of ik de Rollegemnaar ken dat is nog een andere vraag.
Zo begon ik op te schrijven, te verzamelen en dat is het resultaat. Oordeel zelf
“Niemand is sant in eigen land” Van waar komt het dat hij het weet?
Ken je nog het sprookje van “Hallo, mijnheer de Uil” van de Fabeltjeskrant? Waar breng je ons naartoe? Naar het fabeltjesland en lees je ons dan voor uit de fabeltjeskrant. Ken je het boek van Robin Hannelore “Mijn dorp is de wereld”? Het stuk van de “Mémoires van kerkuil”. Toen ze een congres hielden in de kerk van Pulle waarin de oudste klok van Europa ging (1309), stond er in het brons geslagen; “gold sinds mensenheugenis als de verblijfplaats van de uilendynastie”. De uitdrukking” In ’tjaar één als de uilen preekten” was uit Pulle afkomstig. In ‘t jaar 1801, toen de sansculotten de kerken gesloten hadden en de pastoors die niet meer mochten betreden, werd in de kerk van Pulle het negentiende Wereldcongres van de kerkuilen gehouden.
Ik kon bij hen raad gaan vragen. Maar toen ik dacht aan de krant was deze de meest geschikte Ik las in mij “Gezette”, weet je nog“ ’tStoand imin Gezette” Wat ik vond in dagbladen, boeken werd bij gehouden.Toen was het hek helemaal van de dam opzoeken, kijken, en als het goed is neerpennen.
Proficiat schreef een Rollegemnaar voor het titanenwerk! Dank je hartelijk! Frans
Toneel op de bunnen of in het echte leven, toneel is van alle tijden.
Het eerste documenten dat we terug vinden van het toneel dateert uit 1917 (zie foto) Wie weet hoe lang het toen al bestond? Het was een vaste toneelgroep die jaarlijks tweestukken opvoerde. Met daarbij, tussen de beide wereldoorlogen de K.A.J en de V.K.A. J., de landbouwers en landbouwersvrouwen, welke regelmatig op de planken kwamen.
De toneelgroep “Deugd & Vreugd” met zijn optredens in het “Vlaams huis” “ de gilde” nu de Volksvriend, zouden we haast durven zeggen, dat het meer dan honderd jaar zou bereiken hebben,indien men de naam had behouden .
We moeten tot onze spijt bekennen dat over die tijd weinig bekend is en moeten wachten tot dit document:
Met de welwillende medewerking der Ste-Cecilia muziekmaatschappijword een luisterrijk liefdadigheidsfeest gegeven door de toneelgilde “Deugd &Vreugd” uit Rollegem, in het Gildenhuis. Rust Roest- Kunst Adelt Op zondag 24 februari 1924. Spelwijzer: 1 openingstuk “Voor de Vertoning” Kluchtige tweespraak met zang door Fred Loncke. August; Jozef Millecamps Paljas; Gaston Ghyssel. 2.” Naar Den Afgrond” drama in drie bedrijven in de rolverdeling Alfons Vandewalle, Maurits Remmerie, Jules Vandenborre, Gaston Nottebaere, Georges Cosaert, Gustaaf Cosaert, Henri Hindrickx,Gaston Remmerie en Richard Vandevenne.
Daarna was de rust poos en vervolgens “Het Testament”een blijspel in twee bedrijven. Met als rolverdeling Remi Seynaeve, Robert Remmerie, Gerard Nottebaere, Robert Stichelbout een Anthime Leveugle., dan orkest met een klucht zangspel in een bedrijf door Pol van Gavere “ Keizer Karel en de Roovers”. Met in de rolverdeling; Alfons Vandewalle, Jules en Remi Derdeyn, Julien Debels, Maurits Vandewalle, Robert Remmerie, Gustaaf en Georges Cosaert, Marcel Mouton Jules Vandenborre en Richard Vandevenne. Aan het Klavier; Jules Samyn.
Geboren op 14/5 1954 wonende in het Rozenpark 11, zoon van Achiel, de man achter de WTV camera die met Johan Persyn naar Burundi trok, kunst fotograaf. Van opleiding fotograaf, maar doet al jaren camerawerk voor BRTN, VTM en WTV. Hij was voor zeven dagen in Burundi in 1992 voor een reportage over de Damiaan actie.Jean was er toen de president vermoord werd, hij was zeer geschokt. In 1994 draaide de fotograafcameraman in het zuiden van Indië voor de werelddag van de melaatsen. De film werd gemaakt om de strijd van de Damiaanaktie tegen de lepra te ondersteunen. Met ongeveer vijftig kilo gram matreaal vertrok hij samen met Carla Reynders, richting Bombay. Vanuit Bombay ging het naar Madurai, en dan met de jeep naar Aundipatty waar het project van de Damiaanaktie loopt. Dit project is niet zijn proefstuk, hij maakte in eigen beheer documentaires over Equador, Brazilië en Frans-Guyana. Dit werk was niet het zoveelste in de rij over lepra maar dit keer een diepgaand en beklijvend portret van vier leprapatiënten, in dorpen diep in de brousse.
De in 1958 geboren kunstenares, wonende in de Oude Aalbeeksestraat.Ze kaapte onverwachts de eerste prijs in de wacht bij het project Kunst te Kortrijk in 2004. Het was geen klassiek beeld dat je erbij moet voorstellen, ze houd wel van monumentale kunst maar geen klassieke beelden. Ze maakte een assemblage met verschillende soorten metaal. Zij is een amateurkunstenares, volgens eigen zeggen, doch met deze prijs is ze vast van plan om er mee door te gaan. Ze begon ooit een opleiding eerste jaar beeldhouwen aan de academie maar stopte er mee. Nu is ze begonnen met een cursus keramiek, en zou willen meer tijd gaan besteden aan kunst. Het heeft altijd een plaats ingenomen in haar leven. Misschien komt er ooit een tentoonstelling van haar werken. Haar werk was te zien in de verschillende OC.
Op 31/12 1921 rijden op de Belgische wegen zo ‘n 20.000 auto’s autobussen en vrachtwagens.
Tevens de oorsprong en de kern van den “Bond”
“Een bond voor alle gezinnen” een boek van Edward De Moerschalck.
In 1921 is kolonel Lemercier al enige tijd van plan om hier rond een vereniging te stichten.
“De Bond van de talrijke Huisgezinnen”
Samen met pater Valerius Fallon en een socialistische senator Volkaert.
Er bestond toen al een “Bond -tegen de ontvolking” van de heren Dr. Dauwe en Dr. Schockaert. Men kon ze overhalen samen te werken.
Een beschermcomité werd opgericht met onder ander Kardinaal Mercier.
De “Bond” met een pluralistisch karakter was geboren op een eerste officiële vergadering op 8mei 1921.
De basisstrategie:
1) De bevolking overtuigen met propaganda van een rechtvaardige zaak.
2) Politiekers onder druk zetten om de wetten te veranderen in het voordeel van “Grote Gezinnen”
3) De massa van “Grote Gezinnen” aan zetten om op te komen voor eigen belang.
Na korte tijd werd de naam omgedoopt tot “ Bond der Kroostrijke gezinnen.
Te Rollegem gesticht in 1933 aldus een niet te achterhalen feit op dezen ogenblik.
Wat we wel konden achterhalen is dat de eerste voorzitter de Heer Jozef Vandeghinste die tevens gemeenteraadslid werd en in 1937 na het overlijden van burgemeester E. Everaert 1ste schepen en dienstdoende Burgemeester.
Hij was vader van zeven kinderen, Lucien, Jacqueline, Agnes, Simone, Anne-Marie, Monique en Jozef.
Julien Declercq was 35 jaar voorzitter van de “ Bond” op 9 mei 1981. Hij gaf de fakkel door aan Achiel Platteau.
Het was in de jaren vlak na Wereldoorlog II dat Julien door de toenmalige proost E.H. Willems en door enkele wijkmeesters gevraagd werd het voorzittersschap van de “Bond der Kroostrijke gezinnen” waar te nemen in opvolging van Jozef Vandeghinste, die einde 1946 overleed.
In die tijd had Rollegem nog geen vlag en Julien ging het nodige geld bijeen halen.
Kunstschilder Achiel Platteau zorgde voor het ontwerp: het gezin was toen nog “in” en dit symbool was natuurlijk in de vlag terug te vinden.
Op 10 juli 1955 werd het vaandel plechtig ingewijd door Mgr. Desmedt.
Inderdaad het noemde kroostrijke gezinnen. In 1979 werden er niet minder dan 10 gezinnen in de bloemen gezet met meer dan zeven kinderen!
Een van de hoogtepunten was een groot feest met als gastheer Nand Baert in 1980.
En dit jaar 2008 wordt het dan 75 jaar onder leiding van Toon Vanneste. Samen met Leen Vandeputte als secretaris, Tine Blankaert leden administratie, Kinderoppas Van de Walle Babs, Penning meester Hennin Johanna, voor gezinssport Breye Philip, Cultuurwerk Vandecasteele Graciane en de korting Kaarten Remmerie Tracy.
Voor de tachtigste verjaardag is Antoon Vanneste nog steeds de voorzitter
De oude en de nieuwe vlag
Gezinskrant "De Bond"om de 14 dagen
Grote feesten op getouw 2013 gezinsbond wordt 80 jaar. Hou alvast het laatste weekend van juni vrij
Een greep uit de activiteiten:
Tweede handsbeurs:iedereen kan zijn overtollig gerief( speelgoed, baby-uitzet, kledij enz) zelf te koop aanbieden. Naast het inschrijvingsgeld is de opbrengst voor de verkoper.
Paasfeest: Jaarlijks organiseren we op paaszaterdag een heus paasfeest, waarbij de paashaas ons de wegwijst waar de eitjes ongeveer verborgen liggen. Dit gaat steevast gepaard met een gezellig samenzijn onder alle aanwezigen.
Barbecue: Veelal gecombineerd met een aangename fietstocht voor het ganse gezin, verzorgen we een heus barbecufeest voor jong en oud.
Halloween: in een spookachtig kader zorgen we voor griezelige animatie tijdens een korte wandeling in de duisternis! Nagenieten doen we dan meestal met een hapje en een drankje.
Sinterklaas: naar jaarlijkse gewoonte vraagt de Gezinsbond aan de Sint en Piet dat ze, voorzien van snoep en speelgoed, de kinderen een huisbezoekje brengen.
Losse activiteiten worden ook voorzien zoals;
Kinderactiviteiten, info-avonden, knutselavonden voor volwassen en kinderen, kinderkoken, samenwerking met andere verenigingen (vb kerstmarkt)
Bij iedere activiteit genieten de leden van de Gezinsbond een verminderde inschrijvingsprijs.
Voordelen voor de leden van de Gezinsbond: gezinskaarten bij openbaar vervoer, ENI(Nuon) telenet, dienstencheques, GSMkaarten, bioscoop plaatselijke handelaars enz....
advies en hulpverleningallerhande: Sociaal- juridisch ouderen-gehandicapten-zieken, gezinsverzekering, energieconsulent.
Le bonheur est quelque chose que le choisis à l’avance. Que j’aime ma toile ou pas ne dépend pas de meubles ou de la décoration –ça dépend plutôt de la façon dont moi je la perçois
Het geluk is iets wat ik op voorhand heb gekozen. Of ik van het doek houd, hangt hiet af van de meubels of de decoratie - dat hangt eerder af van hoe ik het doek waarneem.
“C’ est déjà décidé dans ma tête que j’aime ma toile. C’est une décision que je prends tout les matins à mon réveil”
"Mijn besluit staat vast dat ik van het doek houd.. Het is een beslissing die ik neem elke ochtend als ik wakker word "
’Jai le choix, je peux passer la journée en comptant les difficultés que j’ai avec ma toile et remercier le ciel
Ik heb de keuze, ik kan de dag doorbrengen met het tellen van de moeilijkheden die ik heb met het doek en de hemel danken
Chaque jour est un cadeau, est aussi longtemps que je pourrais ouvrir mes yeux, je focaliserai sur le nouveau jour et tout les souvenir heureux que j’ai amassés tout long de ma vie
Elke dag is een geschenk, zolang ik mij ogen kan openen, zal ik mij concentreren op de nieuwe dag en alle gelukkige herinneringen die ik in mijn hele leven heb verzameld
“ La vieillesse est comme une galerie d’art- Tu retires de ce que tu as amassé”
Ouderdom is als een kunstgalerie-je weerhoudt wat je verzameld hebt
Hij werd Geboren te Kortrijk op 24 Maart 1919. Al vroeg ontdekten de onderwijzers zijn teken talent. Zo belande hij op 12 jarige leeftijd in de kunstacademie van Moeskroen. Wat later volgt hij les aan de academie van Kortrijk. Tijdens zijn militaire dienst (17 maanden) ziet hij de kans de cursussen te volgen te Brussel.Daar word hij bekroond voor het eerst met het gouden ere metaal. Tijdens de oorlogsjaren had hij zich ontpopt als geliefd portretschilder( Krijgsgevangene geweest) terwijl hij ook stemmig stilleven en bloemstuk graag beoefende, maar uiteindelijk droeg het heuvellandschap van zijn streek zijn voorliefde weg. Het werk van Achiel bezit een volkomen eigen authentiek uiterlijk gezicht en innerlijk gelaat. Het innerlijk gelaat van zijn werk heeft rust, stilte en verademing. Over het œuvre van de kunstenaar hangt een sluier van weemoed , een introvertheid gericht op het verleden. Op al dat gave en goede dat in deze tijd tot bouwval of verdwijnen gedoemd is, maar dat hij nog net met kleurige verf weet te bestendigen.En als het al in werkelijkheid reeds verdwenen is , het nog uit de herinnering en verbeelding weet op te roepen, de met riet of stro bedekte hoeven onder een hoog en bewogen geluchte, of in innige, ingetogen stemming van begijnhoven en kerkinterieurs. “Dat men mij als sfeerschilder beschouwd” zegt Achiel wist ik zelf niet “ ik wilde mij alleen uitdrukken in de kleur. Kleurentechnieken en licht en schaduwspel geven echter onvermijdelijk een speciale sfeer.” Voor hem is het kwestie van toevoegen en schrappen. Alles wat de natuur ons biedt is kunst. De schilder kan hiervan een aspect gaan uitwerken. De natuur is zo volmaakt dat men ze bij het vastleggen op doek niet moet veranderen. Ik voel mij gelukkig, dat ik als schilder, dank zij de techniek van licht en schaduw en de beheersing van het lijnenspel, de mogelijkheid krijg de natuur bij te werken “ aldus de kunstenaar zelf.”
Hij is nog van het ras der sfeerschilders, te midden van denderende hijskranen, kille torengebouwen, en jachtige straten, omdat de sloophamers der twintigste eeuw wel het oor, het oog en het gezicht kunnen kwetsen, maar nog niet raakten aan het innerlijk gelaat de ziel, het heiligdom van sommige bevoorrechten. Zijn werken zijn als balsem op de huid van dit geteisterd en gelittekend mensdom.
Achiel behaalde de gouden Medaille in 1937 en 1938 in de Kustacademie te Moeskroen en te Kortrijk. Hij is laureaat van de arbeid sierkunstschilder sinds 1952 en behaalde in de tentoonstelling de bronzen medaille CEAE Kunst in Europa te Brussel in 1973. Ook een bronzen medaille bij de beroepskunstenaars te Brussel in 1976. Hij werd laureaat met een bijzonder prijs van het publiek Gaverprijs 1976 bij 152 deelnemers
In 1945 stelt hij tentoon voor de eerste maal in de rookzaal van de schouwburg te Kortrijk. Het duurt daarna tot 1971 vooraleer we de kunstenaar opnieuw met een individuele tentoonstelling terug zien.
Het werk van Platteau bezit een volkomen eigen authentiek gezicht. Vromelijk kenmerkt het wek zich door een gedurfde en toch verfijnde en precieuze meszetting gepaard met aan ambachtelijke vaardigheid. Hij is een schilder die met passionele bezetenheid de schoonheid van het heuvelend landschap, bezuiden Kortrijk in kleuren vastlegt. Hij doet het technisch beheerst en met uiterst rijk en verscheiden pallet van neventinten en tonaliteiten, op basis van slechts weinig bruinachtige grondtonen. Thematisch is zijn werk beperkt tot combinaties van aarde, lucht, wolken, bomen en hoeven maar ook sfeervolle kerkinterieurs en begijnhoven waarbij de kleine prachtig omlijste werkjes als ware pronkstukjes aandoen
Het innerlijk gelaat van Plattaeu’s werk heet “rust” stilte, verademing. Dit innerlijke aspect gaat trouwens in volmaakte harmonie met het palet van de kunstenaar.Over zijn werk hangt een sluier van weemoed.
Achiel haalde het bronzen eremetaal kunst in Europa 1973.
Op de tentoonstelling van november 1976 stelt men voor de eerste maal, aanwezigheid van bloemstukken vast. Ook zwart-wit wil hij als tekenvaardigheid bewijzen. Bij de opening hoorde men , dat de eigen gemeente druipend van landelijke schoonheid die elke seizoenwisseling op de glooiende hellingen bied, blijf de onuitputtelijke inspiratiebron.In het mooie dorpskerkje vind hij, steeds weer verrassende kijkplaatjes. Kenmerkend is dat vele werken uitsluitend met paletmes tot stand kwamen.
Bij het behalen van verscheidene onderscheidingen werd Achiel ook op het gemeentehuis onthaald. Er werd een korte schets gemaakt over zijn œuvere en zijn bekomen prijzen. Hij hield expositie te Brussel in het Rogiercentrum en in de galerie Hena Internationaal, Zulte villa Salome, Waregem Galerie Da Vinci, Charleroi in Van 1 tot 12 november 1979 houd hij zijn 10 individuele tentoonstelling in de rookzaal van de stadsschouwburg te Kortrijk
In 1981 op de tentoonstellingstellen we vast dat Achiel evolueert naar specifiek kerkinterieurschilder. Men heeft hem wel eens de schilder der stilte genoemd. De vele vrome hoekjes van de kerk uiten zich in doeken tot religieuze stemmigheid. Hoewel hij ook opnames toont van andere kerken, toch blijven zijn Rollegemse kerkinterieurs pareltjes. De kern van zijn werk is; een sacrale stilte, gevolg van schoonheid die niet uitbundig is maar tot de essentie doordringt, geraffineerd tot op het punt dat de stilte voelbaar wordt. Een stilte die schreeuwt om gehoord te worden.
De sinds in 1969 woont de kunstenares hier te Rollegem. Ze is afkomstig uit het Limburgse Maaseik, en woont nu in de Groene Dreef, ze is samen met haar man naar West-Vlaanderen afgezakt, omdat hij hier in de streek werk gevonden had. Zij werd geboren op 21 september 1944, na vier jaar kunstacademie kan ze met een zekere tevredenheid haar schilderijen aanschouwen. En ze wilde die tevredenheid delen met een ruim publiek. Daarom stelde ze haar werken tentoon tijdens de week van de amateurskunsten. Pas tijdens de opleiding kon ze haar creativiteit volledig ontplooien. Haar technieken blijven evolueren en ze begon stilaan haar eigen stijl te vinden. Ze stelde tentoon met tien andere kunstenaars, en stelde vier van haar werken tentoon. Haar eigen favoriet heet “Wall Paintings” het is een interpretatie van een stuk uit de muurschilderijen van Altamira.Een werk waar verschillende technieken en materialen bij gebruikt werden. Zij hoopte nog in 2006 een tweede deel van dat werk te maken, een tweede luik zeg maar. Ze stelde tentoon van april tot mei 2006 in het Erfgoedhuis.
Jean-Pierre Seynaeve
Wonende in de Rollegemkerkstraat, afkomstig van Luinge is het algemeen geweten hoe verdienstelijk Jean-Pierre als kunstenaar en lesgever is. Deze wonderlijke man is zowel over abstracte als figuratieve kunst zeer bevlogen als men er hem over aanspreekt. En terwijl hij beide landstalen vrolijk door elkaar haspelt, begeestert hij zijnleerlingen en andere omstaanders zoals allen de oude meesters (Les grand maîtres) dat vroeger deden. Door de jaren heen ontwikkelde hij een sterk aanvoelen voor klassieke en hedendaagse tendensen
Een Rollegemnaar geboren in 1950, maar woont sinds 1970 te Marke Kunst vormde altijd al een essentieel onderdeel van zijn leven. Sinds zijn 21ste volgde hij Kunstonderwijs rond figuurtekenen. Later specialiseerde hij zich in olieverf, acrylverf en aquarel. Hij is per week ongeveer naast zijn beroepsleven 15 uren met kunst bezig. De kunst is volgens hem een stukje schepping, zijn kind. Hij maakt zowel abstracte of figuratieve kunst. Hij verkoopt niet vaak werken, en doet slechts sporadisch mee aan wedstrijden. Hij organiseert maar zelden tentoonstellingen, hij creëert uit liefde. Toen hij in Marke tentoonstelde met het werk “Hier laat ik jelos”was het publiek verbaasd over zijn kwaliteiten. Hij creëert uit liefde de professionele uit de brode.
Shirley Vanquickelberghe
Ze nam deel voor de derde keer aan kunst in Kortrijk. Met haar schilderij “Zomers gevoel” veroverde ze de harten van het publiek. Het was 2003 de kunstenares is pas van Rollegem naar Kooigem verhuisd. Shirley is al vanaf haar 17 de bezig met les te volgen aan de academie. Het werd een passie, ze werd naar de lessen gedreven. Het is nu nog een belangrijk deel van haar leven. Na acht jaar opleiding behaalde ze met grote onderscheiding haar diploma van hoger secondair kunstonderwijs. Daarna bleef ze de academie een tijdje trouw als “vrije leerling”. Soms gebeurd het dat ze tijdens haar werk een heel goed idee heeft, dan word dit direct genoteerd, anders waaien de idee weg. Om den brode zou ze het niet kunnen daar ze niet onder druk kan werken. In een tuinhuisatelier werk ze met muziek op de achtergrond, daar vind ze rust en vrijheid. Het moeilijkste vind ze een idee uitwerken. Ze experimenteert met verschillende materialen. Ze heeft al verf gemengd met zand en verder met touwen en keien gebruikt, ze wil ook leder gebruiken. Ze werkt ook regelmatig op vraag, op basis van een foto. Mensen vragen om een tekening te maken van kinderen, of van grootouders en of een koppel. Zij wil ook voorbereidingen treffen om een eigen tentoonstelling. Haar zoon heeft zelf voor haar een website gemaakt http://www.shirley-vq.tk. sinds een tijdje zijn de kinderen de deur uit en kan ze zich ten volleuitleven op het doek In 2007Stelde de 53 jarige (1954) kunstenaresvoor een origineel cadeau onder de kerstboom tentoon op de Kwarmont in de galerij “Noorderzon” zo een dertigtal werken. Warme levendige kleuren zijn de typische kenmerken van de kunstenares. Schilderijen waar rood en oranje de boventoon voeren. Haar werken zijn een mengeling van abstract met een vleugje realiteit. Warm en intense kleuren zijn haar visitekaartje, vooral de passionele rode tinten, omringd door diep zwart. Ze laat zich inspireren door dagelijkse dingen. Ze is langzaam een andere weg aan het inslaan, meer naar het abstracte toe. Iedereen laat ze zijn fantasie de loop, net zoals zij haar inspiratie zijn gangetje laat gaan.
Geboren te Desselgem op 18/10 1928 wonende in de kerkstraat 104. (Nu te Kortrijk)
Tentoonstelling november 1976
Carine Despriet
In de Eikendreef vinden we Carine een 52 jarige dame, zo opgewekt en gedreven, zo stil zijn haar geometrisch-abstracte doeken. Haar doeken worden opgebouwd in lagen . Ze werkt bewust in reeksen en het ene werk is als het ware voorstudie voor het volgende. Laag per laag laat de kunstenares zich meevoeren in de sfeer van de stilte en ingetogenheid. Met bruinen, grijzen en witten speelt zij een subtiel spel van licht en schaduw. De stille schilderijen nodigen uit om er bij weg te dromen 2008 nog een foto nemen!!!!
Peter Van Ammel
De Rollegemnaar wint tweejaarlijkse Alfons Blommeprijs voor schilderkunst, te Roeselare, met zijn schilderij “Une Fleur pour Charles Baudelaire”
Peter woont in de Tombroekmolenstraat, alle tijd die rest na zijn dagtaak wijdt hij aan de schilderkunst. Hij is nu in 2005 reeds zes jaar door de microbe gebeten, het is een must, soms zelfs een last, maar het moet. Hij schildert vooral abstract, maar integreert ook altijd figuratieve elementen in zijn werk. “Mensen moeten opnieuw leren kijken” zegt Peter. De werkelijkheid vormt altijd de inspiratie van zijn werken. Die werkelijkheid kan bijvoorbeeld een werk van een grote meester zijn. Die interpretatie, die in geen geval een kopie is, samen met een aantal toevalligheden vormt dan een totaal nieuw beeld. “Alles kan een werk beïnvloeden” aldus de kunstenaar “ een boek, een gesprek, een beeld in de straat, kortom alles wat hij meemaakt, heeft rechtstreeks of onrechtstreeks een invloed op zijn werk. Mocht het kunnendan maak ik van schilderkunst mijn beroep, ik ben er dagelijks mee bezig, niet altijd met de borstel maar vormen ideeën en het mentaal voorbereiden. Het is ook vaak hard om van mijn werk afstand te nemen. Ik wil weten waar mijn werken terecht komen , waar ze zich bevinden, ik ben er emotioneel met verbonden. Hij gaf in 2005 een tentoonstelling in de galerij “Montanus” in Diksmuide, ook in Oostende waren werken van hem te bewonderen. Hij nam al regelmatig deel aan een wedstrijd dat heeft de kunstenaar de kans om het grote publiek te bereiken. Je ontmoet er mensen die echt met kunst begaan zijn. Toch is er een zekere barrière om met het werk naar buiten te komen. De kunstenaar legt in zijn werk zijn ziel bloot, het is een stuk van hen zelf, en hij weet niet wat het publiek er zal van denken. Het doet dan ook deugd voor de kunstenaar indien hij nu en dan eens een prijs wint. In de commentaar bij Peter zijn tentoonstelling in het buurthuis lezen we dat in zijn werk de emotionele factor sterk aanbod komt en het drukt een zekere zwaarmoedigheid uit. Maar soms vind je in zijn werken de mildheid van lichte sierlijke dansmotieven. Na jaren van rusteloos laboratoriumwerk, is hij nu aan een stevig opbouw bezig.
Rollegemse kunstenaar stelde in februari 1995 tentoon in de galerij Gaselwest. Zijn vernissage werd ingeleid door dichter Dirk Rommens. Geboren in 1952, volgde het Hoger Grafisch Instituut van Gent en de Koninklijke Academie van Kortrijk. Hij schilderde reeds meer dan twintig jaar, maar stelt eerder mondjesmaat tentoon. Hij werd reeds verscheidene malen geselecteerd o.m. in de Prijs van de stad Ronse voor schilderkunst 1976. De Prijs van jonge Vlaamse schilderkunst in Moeskroen. De Prijs van Landschap Michel Depypere in 1979 en in de Happening Beelden Kunst en Muziek1988.Hij is overigens ook één van de stichters van de Hélène van Staphorststichting de kunstvereniging. Zelf zegt de kunstenaar” Ik werk verhalend rond vertellingen, die zowel religieus, werelds als beschrijvend kunnen zijn. Verder is er natuurlijk de grote aandacht voor kleurenharmonie. Een werk kan van start tot laatste penseeltrek, over drie tot vier jaar gespreid zijn.”Hij schildert portretten maar het liefst landschappen. Daarvoor verlaat hij vaak zijn Rollegemse atelier en trekt de natuur van Noord Frankrijk in.
Zijn benadering van de kunstwereld is die van kritische afstandelijkheid. Zijn overgrootvader was Karel Noppe, lesgever aan de academie en ontwerper van kostuums van de eerste Guldensporenstoeten begin 1900.
Carine Houtekier
Ze werd geboren op 18 juli 1980Haar werken zijn vooral een samenspel van abstracte indrukken, landschappelijke en organische elementen die in elkaar lijken over te gaan. Kunst kan soms heel confronterend werken, maar ze wil zeker de schoonheid niet wegvegen die mens en natuur bieden.
Klik op logo Nieuwe foto's, lees verder over de geschiedenis
De Koninklijke Harmonie St. Cecilia
Harmonie Sint-Cecilia150 jaar
In 2011 was de harmonie 150 jaar jong!
Daarom zochten zij oude foto's, beeldmateriaal, krantenartikels enz.
Kunstenaar Jean-Pierre Seynaeve, schonk een prachtig beeld van de harmonie.
Burgemeester Lieven Lybeer kreeg de gelegenheid het te onthullen.
Feestelijkheden;
er was een verbroederingsweekend met de Jeugdharmonie Leisele,
ze brachten een Jubelconcert, gecombineerd met diner.
er was een feesthappening in het centrum. Verschillende muziekkorpsen zijn van de partij.
ze hadden hun jaarlijkse mosselsouper in de parochiezaal.
het jubeljaar werd afgesloten met een "oberbayeravond.
wij brengen u alvast een stukje historiek
Het was waarschijnlijk niet het eerste korps dat Rollegem, zag geboren worden. Een document uit de Kortrijkse stadbibliotheek spreekt over een optocht door Kortrijk in 1848” voorgegaan al spelende door het muziek van de parochie Rolleghem”
Een fanfare werd gesticht op 10 september 1861, welke later werd omgevormd naar harmonie. Het was een losse’ groep om het stille dorpsleven wat op te vrolijken, welke is uitgegroeid tot een culturele vereniging. Het eerste voorzitterschap werd waargenomen door de burgemeester Constant Vandermeersch, die opgevolgd werd door Remie Salembier in 1887. In 1905 was het de beurt aan Vandeghinste Albert hij was toen pas 25 jaar wanneer hij zijn oom opvolgde., deze hield de leiding tot 2 december 1967 om op zijn beurt opgevolgd te worden door Georges Vandeghinste.
Het eerste festival had plaats op 9 juni 1872 ter gelegenheid van het 11 jarig bestaan. Tien buurmaatschappijen namen er aan deel: Dottenijs, Wevelgem,Moeskroen, Warcoing, Marke, Zwevegem, Lauwe, St.- Genois, Herseaux en uiteraard Rollegem.
Festival in 1933 ter ere van Albert Vandeghinste ter gelegenheid van 30 jaar voorzitter van het muziek. Volgende verschillende maatschappijen waren aanwezig; Ingooigem,Wijtschate, Dottenijs, Ruien, Marke, Aalbeke, Warcoing, Etaimpuis, Bavikhove, Mont-à-Leuse, Heestert, Bellegem, Watou, Bissegem, Rollegem-
Capelle, Kooigem, Luinge, Lauwe, Rekkem en St. Denijs.
De fanfare begintgeregeld uitstappen te plannen, geholpen door boer Delanglez, die met zijn paard en kar voor het vervoer zorgt.
In 1911 wordt een muziekschool opgericht in de Molenstraat te Tombroek met als lesgever de “sous-chef de la musique de Rolleghem” Jos Vandemaele hij werd later gemeentesecretaris te Bellegem. De enige leerlingen waren Julien en Polydor Declercq. In het zelfde jaar trok de fanfare naar Antwerpen met 40 deelnemers alwaar ze op de Groenplaats een concert geven.
In 1911 Had Camille Billiaerd, een inboorling van Rollegem die in Antwerpen carrière had gemaakt, had er voor gezorgd dat het corps daar eens kon gaan spelen.”Deju, naar Antwerpen had er een commissielid gezegd “ Het muziek van Rollegem naar Antwerpen voor twee dagen” ! Wat een grote gebeurtenis was dat niet voor iemand die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op de akker ploeterde of tjikketjakte aan het handweefgetouw.
Veertig Rollegemse muzikanten en hun commissieleden met een “harte lijk een koekebrood” dicht opeen gepakt op de stoomtram, welke hen eerst naar Kortrijk bracht. De president had zijn “sjiekste”(mooi) kostuum aan, een hoge kol en een plastron die veel te veel spande. Het was een warme zomerdag, vandaar dat het zweet van hem “huste”(stoomde), gelijk de goot aan de achterdeur van “’t hof van Commerce “ kon overlopen als het ’t “frem” (hard) regende en daarbij nog de grote responslabiliteit over al de muzikanten Toen dat ze Brussel naderden kon niemand nog een woord zeggen. Brussel! Verdomme ’t was nog eens zo groot als Kortrijk en Rollegem samen, en ze zagen maar langs een kant. Meer dan veertig zielen stonden elkaar te verdringen om toch maar door één van de twee kleine venstertjes te kunnen kijken naar iets wat ze nog nooit gezien hadden. En de commentaar die erbij hoorde: al die hoge huizen, die mooie brede straten en al dat sjiek volk! Een elektrische tram! Een uur later was het zover.Met veel geknars en omgeven door een massa rook en damp, stopte de trein in het centraal station. Miljaar de miljaarde, een overdekte station, wie had dat ooit gezien. De gits Camille was niet tijdig op het appel en ze hoorden uit een café recht tegenover het station enkele bugelstoten uit “ Chez Suzette”, de vicepresident die kost wat kost wilde dat zijn muzikanten treffelijk voor den dag kwamen, brieste in alle toonaarden om ze tot de orde te roepen. Maar pas twee uren later, kwam hij nu nog roder dan er voor buiten gestrompeld. Deju, wat hadden ze hier toch goed bier, maar ’t was wel wat duurder; 6 cent voor een glaasje met een hoge “kol”!!!Hij had het optreden van zijn muzikanten op het “Groenplein gemist. Gelukkig moest hij niet meespelen.
Men logeerde in het hotel “Chez Pays” onder een kritische blik van den portier, met na veelgeen en weer geloop had iedereen zijn kamer. Uitgezonderd de Rosten en zijn maat. Die twee probeerden de hele tijd de lift, van boven naar beneden en van onder naar boven, tot hij tussen twee verdiepen in blokkeerde. De portier was razend.
Na door de president op de gevaren van de rode of blauwe lichtjes gewezen te zijn trokken ze stad in. Ze zagen paleizen van huizen, standbeelden en kerk de grote van bietenvelden. En als er ergens iets honderd jaar oud is, hangen ze overal plakkaat aan met gouden letters. In Rollegem zouden ze overal zo plakkaatjes mogen hangen, uitgenomen aan de jongensschool want die is nog maar 25 jaar gebouwd.
Tot aan de eerstvolgende kermis werd er te Rollegem over niets anders gesproken dan over “ die grote 2-daagse treinvoyage naar Antwerpen”
Het schijnt dat het de eerste maar ook de laatste keer geweest was dat er een muziekkorps in dat hotel heeft mogen logeren!
Op 21 oktober 1918 staat de fanfare aan de gemeentegrens “De Lante” de Belgische en Engelse soldaten op te wachten. Een zegetocht met het gemeentebestuur, het lokte veel volk in de Rollegemse straten.
In 1955 ter gelegenheid van vijftig jaar voorzitterschap van Vandeghinste Albert, namen 20 harmonies en fanfares deel aan dit festival Ze besloten den dag met een knetterend vuurwerk dat tot ver buiten Rollegem te zien was.
In 1959 Bij het overlijden van dirigent Achiel Decock, word Noël Vandecasteele de nieuwe dirigent.(foto’s boek 27)
Ter gelegenheid van 100 jaar bestaan van het muziek op 10 september 1961(1861-1961) verleende de koning de titel van “Koninklijk” Opnieuw een festival deze maal met een dubbele reden, vooreerst 100 jaar bestaan en ook 55 jaar voorzitterschap van Albert Vandeghinste. Er was een enorme volkstoeloop gezien dat niet minder dan 18 korpsen er aandeel namen. Deze verschillende maatschappijen hebben gekomen;Tuqnet- Mont-à-Leuse- Dottenijs- Warcoing- Luinge- Rekkem- St. Denijs- Rollegem- Capelle- Bissegem- Kooigem- Lauwe- Marke- Heestert- Bellegem- Aalbeke- Wijtschate en Bavikhove Het concert werd opgenomen door de radio.
Het was in 1889 kreeg men de eerste vlag die nog altijd bewaard werd in het oud-gemeentehuis, hun lokaal nu “Domino”. Met alsopschrift “ Socété Sainte Cécile Rolleghem 1889” Dit gebeurde onder de nieuwe voorzitter Remi Salembier, deze vlag bleef lange tijd bewaard bij Albert Vandeghinste
In 1928 kwam de tweede vlag en op 2 december 1962 had de wijding plaats van de 3de nieuwe vlag. Het was de lokaalhoudster, van die tijd ,Marie-Rose welke op eigen krachten en met eigen financiële middelen deze vervaardigd had.
De op 5 augustus 1880 geboren Albert Vandeghinste , welke in 1905 werd aangesteld in opvolging van zijn oom was een graag geziene voorzitter, het korps was zijn leven. Hij was brouwer en voor muzikanten op herhaling, was er steeds een “pintje” om op adem te komen. Hij sprak steeds met lof over zijn muzikanten en muzikantenfamilies uit den goeie ouden tijd. o.a.de Gebroeders Vanneste Jules, Remi, René en Achiel. De familie Leplae met vader Louis en de drie zonen Hector, Camiel en René, de familie Lesaffre met vader Achiel en zijn vier zonen Georges, Jerome, Michel en Julien. Nu nog zijner zonen en vadersaanwezig en met vele jaren dienst.
In 1963 kwamen de muzikanten op straat in een nieuw uniform, hoe ongelooflijk het ook mag klinken maar pas nu na 103 jaar hadden ze voor het eerst een uniform. Net voor het 120 jarig bestaan werd het totaal vernieuwd. Dit jaar hadden ze een gouden ereplaket ontvangen van minister Laevens.
Op 9 januari 1965 werd een feest banket aangeboden door hun president Albert Vandeghinste ter gelegenheid van zijn 60 jaar voorzitterschap, een enig feit in de geschiedenis van de muziekwereldwerd er neer gepend.
De vierde voorzitter, Georges Vandeghinste, Geborenop 22 januari 1910 had als erevoorzitter Vandeghinste Albert, deze overleed in 1970 in de gezegende ouderdom van 90 jaar. Hij was zelf 64 jaar voorzitter geweest van de maatschappij. Na een heel lange loopbaan als ondervoorzitter Lucien Vandeghinste( de toekomstige opvolger van Georges) en Gerard Stichelbout die overleed in 1971 deze werd opgevolgd door zijn zoon Roger. In twee jaar tijd verloor men twee grote steunpilaren. Op 7 december 1969 werd senator Vandenberghe erevoorzitter en in 1972 kwam het “majorettekorps” flink uitgerust op straat met als meter mevrouw Vandenberghe-Bossuyt en peter Verwee Carl, die ook ondervoorzitter werd.
Men heeft een jeugdorkest, niemand had gedacht dat het zo vlot zou verlopen een twintigtal jongeren waren bereid samen te musiceren. De leiding van de groep werd toevertrouwd aan J.L. Bertel, welke ook spelend is samen met zijn vader. Hun eerste optreden had plaats tijdens de St-Ceciliafeesten van 1974. Ze noemden zich “Het Kliekske”.
In 1975 was Noël Vandecasteele dirigent, voorzitter Georges Vandeghinste en Ere voorzitters Gerard Vandenberghe en Carl Verwee. Ondervoorzitters Lucien Vandeghinste en Roger Stichelbout. Het jeugd orkest lag in de handen van de jonge heer Jean-Luc Bertel. Bij de Marionetten was de leiding in handen van Juffrouw O. Deschuyttere.
Noël Vandecasteele, een rasechte Rollegemnaar werd geboren in 1911? Trad in de voetsporen van zijn vader welke een zeer goed muzikant was. Vanaf zijn 12 jaar leerde hij muziek op school, indien tijd van meester Samijn. Hij bleef ongeveer 47 jaar aangesloten bij de harmonie. Hij werd dirigent in 1959 als opvolger van Achiel Decock.
Rene Leplae geboren op 5 juli 1889, is lid van sedert 1912, hij maakte als dertien jarige zijnen eerste uitstap mee. Twee van zijn broers, Hector en Camiel(Oud-gemeentesecretaris) waren ze lid van de maatschappij. Hij begon met saxofoon suprano, dan alto en zal waarschijnlijk eindigen als tenor. Rene heeft zes dirigenten gehad; de heer Ramart, Jozef Vandemaele, Jules Vanneste, Meester Samijn, Decock en de huidige Noël Vandecasteele. (1975) Sinds 1964 is hij oprust en is nu 63 jaar muzikant. In 1975 naam hij het laatste deel aan de vereniging van de harmonie zijn gehoor liet hem in de steek. Hij overleed
In 1976, vader en drie zonen maken deel uit van de harmonie. Vader marcel Bertel geboren op 4 december 1919 volgde op 9 jarige leeftijd dat was 1928 notenleer en 1930 was hij spelend lid van de Koninklijke harmonie van Dottenijs, hij bleef er aangesloten tot 1950, daarna was hij drie jaar aangesloten bij Cercle Avenier van Moeskroen, om dan de volgende drie jaar terecht te komen in het korps van de brandweer te Doornik. In 1956 kwam hij hier terecht en slot zich onmiddellijk aan bij de harmonie. Hij bespeelde de dwarsfluit. Zijn zoon Jean-Pierre geboren in 1942 is ook van jongs af begonnen als trommelaar en daarna de klarinet. Zoon Jean-Luc geboren op 15 augustus 1955 Begon als zeer goeie muzikant met klaroen, dan trombonne en nu hoorn. Den jongste Francis geboren op 15 januari 1959, verkiest de klarinet. De jongste Françoise, houd het bij zingen in het plaatselijk koor.
In 1975 is er een versmelting van het zangkoor en het jeugd orkest.
Marcel Beyls, de schoenmaker, een zeer gekend en bemind filosoof, zag het levenslicht op 17 juli 1904 nu 1976, een72 jarige jonggezel, is op zeer late leeftijd muziek gaan leren en is op heden nog altijd muzikant. Hij was trouwens ook een zeer gewaardeerd helper om zieken te voeren te Lourdes, hij ging op bedevaart om mensen te helpen. Niet om den toerist uit te hangen of om zich zelf maar uit liefde voor de zieken. De eerste maal dat hij ging was in 1947 en nu twintig jaar later , doet hij het nog met de zelfde overtuiging. De talrijke zieken die hij in die vele jaren geholpen heeft zullen dit zeker ook niet vergeten. De jeugd is ook in 1976 muzikaal aangelegd. Ongeveer 20 jongeren volgen lessen bij Michel Loncke voor slagwerk en tamtam. Tevens geeft hij ook les aan de majorettes. J.L. Bertel en Paul Verhue staan in voor het aanleren van de klarinet. Lucien Vandecasteele en Paul Verhue staan tevens in voor de notenleer. Op 14 november sluit men het werkjaar af in de stadsschouwburg met een winter concert o.l.v. Bernard Courtens en het St-Ceciliafeest op 28 november. In deze viering ter nagedachtenis van de overledenen en in het bijzonder voor de heer L. Du Faux bestuurslid. Men zal ook dit jaar vier leden het ereteken “In Veterani Honoren”opspelden nl. René Vandevelde, Robert Coussement en Cyriel Wante, die 45 jaar spelend lid zijn en Lucien Vanhoutte 25 jaar spelend lid.
Georges Vandeghinste, Geborenop 22 januari 1910, was vanaf zijn 16 jaar spelend lid in de harmonie en bleef dit gedurende 30 jaar. Vanaf 1957 werd hij ondervoorzitter en sinds 1967 was hij voorzitter. Hij overleed injanuari 1977
Georges Vandeghinste, word zoals verwacht opgevolgd door Lucien Vandeghinste ondervoorzitter sinds 1967, hetdateertsedert 1905 dat een Vandeghinste voorzitter is. Ook Salembier Remi welke voorzitter was van 1887 tot 1905 was familie van Vandeghinste Gilbert Ook Gerard Isebaert nam ontslag en werd opgevolgd door Patrick Decruynaere.
Ook Noël Vandecasteele dirigent houdt het na het bereiken van de 66 jarige leeftijd voor bekeken, een jeugdige kandidaat staat klaar, hij was reeds bekend in de middens, hij was er klaar voor de 22 jarige en zeker de jongste dirigent van het land Jean-Luc Bertel. Hij zag het levenslicht te Doornik op 15 augustus 1955 O. L. Vrouw hemelvaart. In de plaatselijke gemeenteschool was hij een de beste leerlingen. Ook in de technische school te Moeskroen was hij een knap student. In de stedelijke muziekschool te Kortrijk studeerde hij hoorn, kamermuziek en notenleer en behaalde er verschillende prijzen. In het conservatorium van Gent volgde hij notenleer en behaalde ook daar de eerste prijs. Hij is vrijwillig bij het leger gegaan, waar hij na de normale opleiding werd ingelijfd bij de muziekkapel van de binnenlandse strijdkrachten te Aarlen. Ook dit jaar heeft er met de nieuwe dirigent een lenteconcert plaats, samen met het optreden van het Kliekske. Het Is Gerard Isebaert die de mensen verwelkomt.
Voor den 116 maal vierde de harmonie hun St-Ceciliafeest,(1978) bijhet uitreiken van Fedecameretekens, P.m. Zilver was het dit jaar Ovaere Marie-Rose, meter van de harmonie en lokaalhoudster, 15 jaar actief, Lucien Vandeghinste, Germain Maes en Isebaert Gerard secretaris. Muziekanten met 25 jaar dienst I.V.H. Zilver Courcelles André, Declercq JozefLesaffre André Lesaffre Jozef en Paul Verhue. 45 jaar I.V.H. Goud 1ste klas Bertel Marcel. 50 jaar activiteit (Ridder en Fedecamorde Courcelles Jules, Vandecasteele Noël en Vantomme Andre65 jaar Commandeur in de Fedecamorde Declercq Julien. Julien werd geboren op 26 december 1894. Reeds in 1911 volgde hij muzieklessen samen met zijn kozijn, oud-burgemeester van de gemeente.Zoon Jozef stap reeds in de voetsporen van vader Julien en wellicht zal zoon Michel dat doen tegen het volgende feest.
De Rollegemse harmonie promoveerde naar 2de afdelingin april 1979 onder leiding van Jean- LucBertel. Het gebeurde te Langemark Het was een hele gebeurtenis. Het concert bestond uit vier delen ; de militaire mars nr1 van Frans Schubert, door Sinfonia in Bes van Joh. Chr. Bach dat bestond uit drie delen met vooral de Klarinet van Pol Verhue welke aanbod kwam. Arioso van de zelfde auteur volgede als nr. 3. De mars “for anniversary van Serne Leneen besloot met een daverend applaus. na de pauze werd gestat met de Ouverture “H.M.S. Pinafore van Sullivan” Higlights from Jonathan Livingstone Seagull was het grote succes van de avond. The Marchin Bleus was het derde nummer, daarna kwam “Parade 79 mars van de dirigent Jean Luc Bertel, opgedragen aan de twee erevoorzitters Carl Verwee en Gerard Vandenberghe. Daarna was het een optreden van “’t Kliekske” onder leiding van Lucien Libeer.
1980 het bestuur ziet er uit als volgt; Ere voorzitters Gerard Vandenberghe, Carl Verwee. Voorzitter: Lucien Vandeghinste. Ondervoorzitters; Germain Maes Hervé Nottebaere. Secretaris: Patrick Decruynaere. Schatbewaarder Lucien Libeer. Leden Jean-Pierre Bertel, Ghyssel-Ovaere Marie-Roos, Gracienne Herie, Marnix Soens, Maurice Soens, John Vanasten en Medard Vanasten. De muzikanten krijgen een nieuw uniform en het majorettekorps schakelt over naar drumband.
Het 120 jarig bestaan wordt de viering geleid door Jean-Luc Bertel op 27 juni1981. Muziekkorpsen uit Dottenijs, Marke Heestert, St. Denijs en Bellegem kwamen het feest opluisteren samen met het korps uit Rollegem. Het was de bigband jazzgroep uit Mont-à-Leux welke s’ avonds een nieuw geluid bracht. Het staat beschreven dat het een natte bedoening was het regende.
In 1986 is de maatschappij 125 jaar en er was feest, een jubileumfeest wat men zomaar niet kon laten voorbij gaan. Twee bijzonder hoogte punten op het programma. Een ervanis onbetwistbaar het bezoek van de muziekkapel van de luchtmacht op vrijdag 6 juni 1986. Het grote Harmonieorkest stond onder leiding van Luitenantkapelmeester Alain Crépin, bijgestaan door hoofdonderkapelmeester Jean-Luc Bertel, die tevens dirigent was van de harmonie. De muziekkapel van de Belgische luchtmacht telde zo ongeveer 52 muzikanten, allen gediplomeerde van onze conservatoria en uit een signaalkorps van 19 muzikanten. Dit laatste onder leiding van tamboer-majoor Jean Foucart. Om den avond te besluiten kwam de voltallige bezetting (orkest en signaalkorps) aan bod om enkele marsen te vertolken. De tweede activiteit vond plaats op 22 juni met een muziekfestival. Op het schilderachtige dorpsplein komt de “Showband Axel” uit Axel, Nederlandse kampioenen ere divisie show KNF 12/10/1985. Om 11 u was het de beurt aan jong Eendracht Aalbeke. Om 14.00u was het dan de Showband Axel, om 14.30 was het de beurt aan de “Deizelse Drumband”Om 15 de parade door St. Jan uit Marke, jong en moedig uit Bissegem, de St. Leonardszonen uit Bellegem, en de verenigde Vrienden uit St-Denijs,. Tegelijkertijd speelde op de kiosk een concert door Royale Union Musicale uit Dottenijs. De showband kwam nog eens terug om 16.00 u en om 16.30 u de Deizelse drumband, om daarna te beëindigen met een sterparade en een finale.
Op 19 april 1998, de 136 jarige harmonie stondonderleiding van dirigent Francis Goemaere. Met een weelderige haardos en dito baard uit den beekweg. Beroepshalve is hij muzikant bij de Belgische Zeemacht. Verder zorgt hij als penningmeester voor de kas van vzw folklorefeesten. Hij is ook spelend lid bij de fanfare de Ridder Jans Zonen in Dadizele.Voor deze gelegenheid verscheen men voor het publiek in het nieuwe uniform. Het nieuwe uniform bestond uit een grijze broek met een militaire snit, doch zonder epauletten. De vest is min of meer een kopie van het uniform dat door het muziekkorps van de marine wordt gedragen. Op het wit hemd wordt een rode das gedragen. Een nieuwigheid was dat de muziekanten geen hoofddeksel meer dragen. Vroeger was dit een Kepie, doch bij het uniform dat voor het eerst in 1979 werd aangetrokken, had men dit vervangen door een bootachtig mutsje. Daar sommige dit niet altijd droegen heeft men besloten geen hoofddeksel meer te dragen.
Bij het honderdjarig bestaan van de Harmonie was er in 1961 een muziekanten familie van maar liefst zeven personen. Achiel Lesaffre, die het levenslicht zag te Aalbeke op 18/12/1885, hij had vijf kinderen en al spoedig telde men vijf lesaffre’s. Jerome een van de vijf huwde en had 9 kinderen waarvan vijf zonen en vier vervoegden de harmonie.
Het lente concert in 1990 staat onder de leiding van dirigent Francis Goemaere.
In 1992 was het de beurt aan Marino Brodioi en Philippe Soens, Jean-Pierre Bertel en Herve Nottebaere om de medailles in ontvangst te nemen.
In 1996 Marcel Bertel is 66 jaar muzikant, Hij heeft blijkbaar een straffe lange adem. Van zijn elfde tot zijn 77ste levensjaar speelt hij nu al fluit. Voor zijn verdienste kreeghij het erekruis van Commandeur. Georges Derweduwen met 79 jaar en 61 dienstjaren als muzikant, ontving het erekruis van officier. Jozef Declerk en Lucien Libeer beiden 68 en 50 jaar muzikant, kregen het ere kruis van Ridder
2001 hebben ze hun 140 jaar gevierd met een taptoe en een kroegen tocht. Iedere zondagvoormiddag is er een gezellige drukte in café “De Volksvriend” want dan is er repetitie van ‘t muziek. Al sinds 1986 staat dirigent Francis Goemaere aan het roer. Men had dit jaar een zware tegen slag. Op 4 april enkele dagen voor het jaarlijks concert op 7 april is het lokaal , zaal Domino volledig uitgebrand. Het gevolg was heel veel schade aan de instrumenten. Vooral trommels van de drumband kregen het zwaar te verduren ook pupiters en tal van partituren waren zwartgeblakerd. Het concert werd afgelast en noodgedwongen hebben ze dan de werking stilgelegd tot na de vakantie. De bestuursleden hebben de handen uit de mouwen gestoken om zoveel mogelijk zaken eigenhandig te herstellen. Een titanenwerk dat heel wat onbaatzuchtige inzet en tijd heeft gevergd. Ook financieel was het een zware dobber, men mag rekenen op een schade van rond de 25.000€. In oktober gaat men opnieuw naar het oude lokaal. De Harmonie gaat heel prat op haar drumband, onderleiding van Bruno Vanoverbeke, Rollegemnaar maar woonachtig in Lendelede.
Op de vooravond van het 150ste jaar van hun bestaan gaan ze rond met een kalender voor 2011, het feest kan nu beginnen. Wij wensen hen alvast proficiat en doe zo verder op naar 200 jaar!
In mijn gazette van 28/10 /1983 lees ik dat: onder kunst en cultuur
er een Rollegemnaar een tentoonstelling gaf in november 1976. In 1985 en 1986 haalde hij telkens een onderscheiding in de “Jeune Pienture Belge”. In1987werd hij daarenboven laureaat van Stimulans. Hij stelt in 1992 een reeks tekeningen en schilderijen op leisteen “schoolbordjes” tentoon. Die “bordjes “ bedekt hij met glanzende lakverf. Daarop tekent of schilderthij “beelden of “beeldfragmenten”
In 1983 wint hij de prijs Hoppeland voor schilderkunst. Hij behaalde een A2-diploma plastische kunst aan het VTI te Kortrijk en volgde ook twee jaar monumentale aan het Sint-Lucas Gent. Hij werd geselecteerd door stimulans Â’83, zijnde een promotionele groepstentoonstelling in het cultureel Centrum te Kortrijk met werken van West-Vlaamse jongeren, gevormd in het Nederlandstalig Kunstonderwijs. Deze selectie schonk hem wellicht de overtuiging met zij schilderijen op de goede weg te zijn en was ongetwijfeld ook een stimulans om voor de Vijfjaarlijkse Nationale prijs Hoppeland voor schilderkunst twee weken in te studeren.