Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Leplae Raymond: geboren op 11 januari 1932, als zoon van Rene en Zulma Maes
Deed zijn studies in Moeskroen kwestie van goed zijn Frans te kennen. Ontpopte zich als een knappe student.
Hij werd priester gewijd op 16 augustus 1956( let op de Rollegemkerkstraat, 't was nog aardeweg. Zie foto)
Zijn plechtige eremis op 19 augustus 1956
Hij werd leraar in het college van Komen, en dan in de Mont-à-leux (Moeskroen) Hij kwam zodoende in kennis met het parochieleven.
Zijn werkgebied kwam ondertussen in de provincie Henegouwen te liggen, en werd beschouwd als een geïncardineerd priester, d.w.z.. dat de bisschop van Brugge zijn “Baas” bleef maar dat hij “altijddurende” afgestaan werd aan het bisdom Doornik. Via benoeming in Enghien
Pastoor te Mont-Saint-Aubert, in 1972.
Zijn aandacht gaat vooral uit naar verstotende in de maatschappij, zijn pastorie werd bij wijlen een klein opvangtehuis voor jongeren.
Hij is lid van het beheerscomité van het opvang tehuis in Helkijn.
Pastoor te Mont-Saint-Aubert, werd op 60 jarige leeftijd beticht van zedenfeiten op een minderjarig meisje.
Op 22 mei lekte het uit dat hij zijn handen niet kon thuis houden.
Hij werd opgesloten in de gevangenis van Doornik.
De zaak werd op juni 1992 geklasserd. Het meisje een dochter van de nog steeds opgesloten ontvoerders van Evelyne Hanssens, de gouvernante van de tapijtfabrikant Reginald De Poortere, het ziet er naar uit dat er heel wat misverstanden in het spel zijn, het meisje had geen feestje mogen opbouwen van “nonkel pastoor” omwille van examen, was daardoor nukkig op school en verklaarde bij ondervraging dat hij handtastelijk was geweest, daar was niets van waar, en moeder en dochter(16 jaar) hebben de klacht ingetrokken. Het hele geval zou verband houden met het feit dat de pastoor er een nogal onconventionele manier op na houd om een vrouw te begroeten, wie hem kent stoort er zich niet aan, voor wie hem minder goed kent, kan het wel vreemd overkomen. Maar de pastoor zal voortaan heel wat beter opletten op de manier waarop hij vrouwen of meisjes kust.(dagblad juni 1992)
De verplichte ziekteverzekering voor loontrekkende werd ingevoerd in 1945. Bij de CM. leefde de bekommernis om het verenigingsleven, waar de solidariteit centraal staat, deze niet verloren laten gaan. Daarom begon men met de uitbouw van de “Ziekenactie” de voorloper van wat nu de CM. Is. De Ziekactie nam vooral initiatieven voor aan de sociale noden tegemoet te komen van zieke mensen. De meesten van hen kwamen niet meer buiten en leefden erg eenzaam, ze namen niet meer deel aan het sociale leven. Het was alsof ze niet meer leefden. Met allerlei acties; kerstpakketten, druiveninzameling, Zon in de Schoorsteen,… vroeg men aandacht voor zij die ziek waren. Zieken wilden ook elkaar ontmoeten, vandaar nationale bedevaarten naar Scherpenheuvel (1947) Men zei toen dat het onverantwoord was om met zieken opstap te gaan, vanuit die tijdsgeest was dat zeker niet klaarblijkelijk.
Zo kwamen er ook de Lourdes bedevaarten, eerst voor volwassenen, later ook voor kinderen. Waarom ook geen vakantie voor zieken, zo ontstond de vakantiewerking in 1959, de eerste vakantie plaats was Sint-Job-in-’t Goor. Al snel werden er meerdere per jaar georganiseerd door het overgrote succes. De klemtoon werd stilaan verlegt, de aandacht moest blijvend zijn.
Er ontstonden overal ziekenzorgkernen, vrijwilligers die regelmatig op bezoek gingen naar zieken. Er kwamen ziekendagen, uitstappen en ontmoetingsmomenten. In het begin was het ondenkbaar dat zieken het initiatief zouden nemen. Sinds de jaren zeventig is daar verandering in gekomen. De kern van de vereniging werd gelijkwaardigheid tussen zieke en gezonde mensen. De impuls was enorm toen er een erkenning was dat ziekenzorgeen sociaal-culturele vereniging was.
Heel wat parochiale kernen sloten zich ook aan bij de grote Ziekzorg CM beweging. Naast de groepsvakanties kan men ook individuele, met zorgondersteuning vakantie nemen. Zo komt ziekenzorg CM actief op voor de belangen van Zieke mensen, ze ondersteunt zieke mensen om zelf op te komen voor hun belangen! En dit in grote solidariteit met gezonde mensen.
Fonds D’Ennetieres 2408: Victor Van Neste had een meersch genaemt ’t Ballock.
Verwijs en Verdam blz. 540 balloke: zie Banlucke blz. 566 Banlucke(banloke) : znw. m. Uit Ban en Kucke, loke= rechtsgebied, landstreek, waarover de rechtsban van den ambtenaar zich uitstrekte, rechtsdistrict, ambacht.
Van mlat. Banlevie (Duc. 1, 565,576) Grondgebied, gemeenlijk ongeveer een mijl in den omtrek waarbinnen zich iemands rechtsmacht uitstrekte, rechtsgebied, Frans: Banlieue.
1° een van andere akkers afgesloten of afgepaald stuk land.
2° plaats, waar de lakenwevers hunne lakens zoodra die van het weefgetouw kwamen en eer ze gevold werden, gehouden waren aan te bieden om “verassijst” en bezegeld te worden.
3° een werktuig, waarin men met de beenen der gevangen sloot, blok.
4° een offerblok; armbus.
Algemeen Vlaams Idioticon Scheurmans blz. 61 Blok: is thans nog in Brabant en de kempen evenals bij Kil. Een met heggen ,hagen, grachten, enz. omsloten akker. Licht is het een verkorting van beluik of beloken (gesloten, omringt) veld. Het blok is doorgaans dicht bij de woning gelegen.
geboren op 31 augustus 1928. Hij was de zoon van René en Zulma Maes, ze woonden in de kerkstraat, (huis aan de sporthal, geklasseerd als werkmanswoning)
Werd priester gewijd te Poperinge op 18 september 1954. Zijn plechtige eremis opgedragen in zijn parochiekerk in het Mariajaar op 26 september 1954. Na zijn studies in Leuven ( graad licentiaat geschiedenis) werd hij leraar aan het seminarie te Roeselare in 1958. In 1961 werd hij leraar benoemd aan het college van Veurne. Daarna werd hij medepastoor te Westouter en Reningelst om 1982 pastoor te worden te Lokeren. Uit het “Gazetje” “’t Staartje van St Antonius zwijntje”: Op 12 juni werd E.H. Leplae Norbert, te Brugge subdiaken gewijd en wordt dit jaar nog priester. Zeg dan nog dat Rollegem een dode parochie is!
In 1999 handel Norbert van uit het evangelie, hij is dan zeventig jaar, maar kwieker dan heel wat veertigers. Hij stelt hoge eisen aan zichzelf en brengt de christelijke waarden in de praktijk. Het verbaast hem nog altijd waarom men in het programma “Ter zake” aandacht besteedde omdat hij het Kosovaarse gezin in huis nam.
Hij verdiend, net zoals andere pastoors zo’n 40.000 frank per maand. Veel te veel voor een man alleen, want hij woont nog gratis ook! Wat doen pastoors die geen mensen in huis nemen met al dat geld? Stelt hij zich de vraag. Dat verteld hij aan de bisschop moest hij op het matje geroepen worden. Hij hoeft geen titels, paarse mantels en goud, hij krijgt zijn zaligheid in den hemel. De pastoor kreeg de solidariteit thuis met de paplepel in. Zijn vader René was bij de burgerwacht, tijdens de Tweede Wereldoorlog, en het was zijn taak om opvang te zoeken voor vluchtelingen. Zijn ouders namen zelf twee grote meisjes in huis en aan de rest de rest van het gezin, een weduwe en drie kinderen, werd in een naburig boerderijtje onderdak verschaft. De pastoor was in dien tijd veel ziek en veel thuis, zo leerde hij die meisjes goed kennen. Ze waren niet anders dan zijn eigen zussen, ze hadden alleen pech gehad.
Wat was de aanleiding van dit verhaal: De pastoor had een Kosovo huisschilder met zijn vrouw en drie kinderen opgenomen in zijn huis. De schilder dankte de pastoor met het schilderen van de binnenmuren van de pastorij. De muren konden in dien tijd wel een likje verf gebruiken. Het gezin volgde intensief Nederlandse les. De pastoor begreep na drie maanden er nog niet al teveel van, van wat ze zegden, volgens hem zou Krompier moeten iets als aardappel zijn en het woord lepel betekent in het Albanees Konijn. Dat was zo ongeveer alles wat hij leerde. Maar mensen van goede wil begrijpen elkaar.
Hij was zeker niet aan zijn proefstuk, het reeds 30 jaar dat hij logeerkamers van de pastorij ter beschikking stelde, van Belgen in nood en vluchtelingen.
Zijn eerste logé herinnerd hij zich nog , was een meisje van 19 jaar een Vlaamse, die zich had ingelaten met een jongen van Turkse afkomst. Hij verborg haar, maar werd meer dan eens door die Turkse jongen bedreigd. Na haar waren er heel wat probleemjongeren. Hij probeerde hen weer op het goede spoor te zetten, maar dat lukte niet altijd. Velen zijn hier over de vloer geweest Bosnische, Moslims, Kosovaarse, het waren niet allen brave Katholieken, maar iedereen die hulp nodig heeft. Gescheiden of een ander geloof.Volgens hem zou de pastoor moeten kunnen trouwen, het zou de pastoor menselijker maken. Hij zou graag getrouwd zijn, en hij mist het feit dat hij geen kinderen heeft. Het celibaat is volgens hem de belangrijkste reden waarom er op vandaag te weinig priesters zijn.
Aanwinst VI 2126 renteboek van der heerlichede van moorenackere bestreckende op diversche gronden van erfen daer afgehouden die ligghen in de parochie van Curttrycke 1601 f° 2 n° 7
n° 27: hapte stick landts ghenaemt den backere paelende metter oostzijde jeghens zijn backersbusschelken en zijn stick onder ’t dreveken, metter west ende noortzijde jeghens jans vanderplacke backers busschelken landt.
Verwijs en verdam blz. 529 Backere: (beckere, backer) znw. m. Bakker.
Algemeen Vlaams Idioticon bijlage blz. 19 Bakker m. ook een dikke witte meikever.
Woordenboek der toponymie deel I, blz. 168: een heerlijkheid te Kortrijk buiten: “een zeker heerscip nl. Ten Ackere hem strecken de in de prochien van Marcke, van Curtricke ende Rodelghem.
Bruine pakken 6541: het leen ende heerschip “Ten Ackere” 1769
Cartularium(akten en oorkonden) en kroniek van de abdij van Groeninge, 98 1513: ten Ackere, een zeker heerscip strecken de in de prochien van Marcke, van Curtricke ende Rodelghem.
Oorspronkelijk betekende het woord: veld waarin men het vee dreef, de dreefweide. Later bij den overgang van het herderleven tot den landbouw, is de benaming eerst die van land in het algemeen, en vervolgens van bouwland geworden.
Heerlijkheid en leen in de roede van de dertien parochies van P. Bonquet op blz. 123 : ten ackere is opnieuw een gemakkelijke plaatsomschrijving omdat ackere het zelfde betekent als ons huidige akker, bewerkte grond.
Geboren op 30 december 1964 heeft een liefde voor beeldhouwen. Na eerst metser te zijn geweest ging hij les geven in “bouw” te Kortrijk aan het VTI. Het ontstond bij een project op school door de middeleeuwen te willen nabootsen, alwaar hij, samen met een collega een demonstratie gaf van hoe natuursteen vroeger bewerkt werd. Hij vond het leuk, en zou op die manier het proberen in de academie. Ondertussen zijn vijfjaren verstreken. “ Het begon met letters uitkappen, daarna maakte hij een schaal en zo was hij vertrokken. Zijn eerste beeld werd een buste.
Meestal werkte hij met “witsteen”, welke hij soms combineert met arduin en inox, het beeldhouwen kwam pas later. Met de komst van zijn eerste kleinkind maakte hij een fopspeen.
Geert heeft naast zijn beeldhouwen geen andere hobby’s . Hij gaat veel karweien bij zijn drie kinderen. De tentoonstelling met de Rollofeesten was zijn eerste.
Een geboren te Aalbeke op 21 oktober 1945 en wonende te Rollegem tulpenpark 27 gehuwd met Bernice Houtekier schilder reeds tien jaar . Hij stelde tentoon op de Rollofeesten 2014. Hij begon met bouwkundig tekenen in avondonderwijs, maar na een jaar kwamen er kinderen hij stopte. Na zijn beroepsloopbaan als mecanicien bij Dewitte_Visage in Marke, Depoortere In Aalbeke en ITC te Tielt- vijftig jaar later ging hij opnieuw naar de Academie op den houtmarkt te Kortrijk. Hij volgde er de middelbare jaren en daarna hoger onderwijs en twee specialisatiejaren. Hij kreeg onder ander les van Hervé Martijn en Thomas Huyghe.
Zijn werken zijn abstracte werken en komen voort uit microscopie. Hij werkt met een microscoop en slaat die beelden op, op zijn computer.
Hij nam deel aan Kunst te Kortrijk, stelde tentoon in de hal van de Kortrijkse Academie, en won een tweede peijs in de schilderkunst in K3-art te Zwevegem.
Hij pakt uit te Aalbeke tijdens de Corneliusfeesten voor de VALK met een werk over de oorlog.
Naast het schilderen is Jean-Pierre ook sportief, hij fiets graag en doet aan fitnessen.
Tijdens de Rollofeesten 2014 werd ook dit jaar een verdienstelijke persoon gevonden en in de bloemen gezet.
Het was dit jaar een zeer moeilijke keuze, om opnieuw iemand te vinden welke aan de voorwaarden voldeed. Iemand welke zonder in de belangstelling staat en toch zulke mooie dingen verricht, zonder dat de hele gemeenschap van iets weet. We weten het gehele bladzijden worden niet met zulke mensen gevuld, het is geen sensatie onderwerp, de perslui vind er niet zo dadelijk graten in, en toch zijn ze er nodig, iemand waar hulp nodig is en haar steentje er toe bijdraagt.
Nicole Verhoost, zelf kon ze niet op het openingsmoment aanwezig zijn. Ze is pas drie weken geleden weduwe geworden, wat zou haar geliefde man Maurice trots geweest zijn. Ze was helemaal overdonderd, doch blij verrast wanneer men op zaterdag, na de opening bij haar thuis de voorzitter haar het nieuws kwam medegeven en haar het wel verdiende boeket bloemen werd overhandig, in bij zijn van de fotograaf en de persjongens.
Nicole is tevens ook kernlid van Okra en Femma. Ook met de St-Antoniusfeesten is ze behulpzaam. Met de receptie van de vormelingen en speciale gelegenheden zoals Kerstmis staat ze steeds paraat. Maar ook bij haar buren is ze een uitstekende figuur ga het hen maar even vragen, als er ergens hulp van doen is Nicole weet wel met raad en daad bij te staan.
Het was zeker de goede keuze dat ook dit jaar door de Folkloreraad werd gemaakt. Bedankt jongens en meisjes doet zo verder.
De voornaamste uitgegeven bronnen over de toponymische studie zijn terug te vinden in het woordenboek van K. Du Floe.
Bij een groot aantal toponiemen werd een verklaring aangebracht, met vermelding van de gebruikte bron. De gestitueerde toponiemen kan men terug vinden op de Popp-kaart.( of kadasterkaarten van Philippe Chrétien Popp 1805-1879)
Het cijfer op de kaart verwijst naar de legger.
Dit werk is slechts een bassis voor verder uitgebreide studie over toponiemen van Rollegem.
Het geeft slechts de toponiemen die weer gevonden werdenin het rijksarchief te Kortrijk. Wellicht zijn archieven zoals Brussel, Brugge enz.... een belangrijke vindplaats van nog meer boeiende toponiemen.
Met dank aan Tuyttens Fabiënne welke ons de toetating gaf haar werk te gebruiken en te mogen neer pennen
Op 23 mei 1971 werd Senator Vandenberghe gehuldigd als nieuwe burgemeester der gemeente. Men sprak toen van het denkbeeld Groot- Kortrijk. Hij geloofde niet dat een groot Kortrijk spoedig zou gerealiseerd worden. Wat wel actueel was volgens hem was federatie van gemeenten, hij was overtuigd dat een zelfstandig Rollegem in de federatie van gemeenten ook aan zijn trekken zou komen.
De bevolking van Bellegem, spreekt reeds van “Groot Bellegem” met Sint-Denijs, Rollegem, Kooigem en Bellegem. Ze tellen 9317 inwoners met als nieuwe naam “Sint- Robeko” Bellegem zou het centrum worden van de nieuwe gemeente. St-Denijs en Rollegem lieten via de pers doorschemeren een huwelijk met Bellegem zou niet aan de stevige kant zijn. Om te trouwen is niet alleen goede wil en liefde nodig maar ook een beetje geld. Is deze opvatting niet te heidens? Liefde vermag veel! Wat meer is : onbekend is onbemind en kennis maken komt voor het huwelijk zei men te Rollegem. Voor 1 januari 1974 moet elke gemeente advies uitbrengen. Was het geen tijd om rond de tafel te gaan zitten? En zo verdween een stuk zelfstandigheid, Rollegem zou nooit meer zijn wat het geweest is, vandaar de tijd van toen.
Op het stuk bouwgrond toebehorende aan de openbare onderstaand, de hoek van de Schreiboomstraat en de Rollegemkerkstraat , werd aangekocht door de bouwmaatschappij uit Lauwe. Hier werden vierentwintig huizen gebouwd.
Het gebied gelegen tussen de Rollegemknockstraat en de Groenedreef een gebied van 5 ha, word er gebouwd zonder bouwmaatschappij, en is als dusdanig privé initiatief.
Zo komen we te weet dat er in de Rollegemkerkstraat een gedenkplaat hangt waar op we lezen dat er honderd huizen zijn bij gebouwd.
Ook het landelijk wegennet werd ingrijpend gewijzigd door den aanleg van wat we nu noemen de A17 waarvan de werken aanvatten in 1976 ter hoogte van de Lampestraat, een autosnelweg die ons dorp van noordwest naar zuidoost doorsnijd.
Want voor deze ingrijpende verandering er was, is er veel water naar de zee gestroomd, kijk of lees u maar even mee!
Er zouden dus grote verandering op til zijn, men kondigde op 13/10 1970 aan dat er een nieuw grote weg zou komen van Kortrijk naar Roubaix op het grond gebied van Rollegem beneden de waterval (Bellegem) op een grootdeel van de oude trambedding. Vandaar naar de Kwadebrug om uit te komen tussen aan de herberg op den hoek van de Tombroekstraat -Moeskroenstraat . Men dwarst de Tombroekstraat ongeveer ter hoogte van de huis nr. 78, 80, verder naar de Tombroekmolenstraat, om zijn weg te vervolgen naar het grondgebied Lowingen.
Als tweede grote weg komt Deerlijk –Moeskroen, ook gezegd de tweede ringbaan van Kortrijk. Deze Loopt over Zwevegem en Bellegem tussen de hofsteden “Dadecotboghaert” en het “Goed te Tombroek” dicht bij de “Tombroekstatie” alwaar de Tombroekstraat word gedwarst en aansluiting geeft met de grote baan Kortrijk – Roubaix langs de industriegebied van Moeskroen.
Als derde hebben we de autosnelweg Brussel – Kortrijk al over Wallonië . Deze komt op het grondgebied Rollegem aan de verdwenen huizen door de nu bestaande autosnelweg, van Dhond. Daar zou een op en afrit komen vandaar naar de Bellegemstraat dicht bij de weide van de hofstede “ Goed te Bottelrie”. Over de Kortrijkstraat achter de huizen van de “Ezelhoek” door de velden om de Marksestraat te bereiken aan de hofstede “Vandaelens hof “ en de beenhouwerij Florent Barbe tot het einde grondgebied Rollegem aan de hofstede van Gustaaf Clochet. De nieuwe wegen zouden over enkele jaren uitgevoerd zijn.
De diensten voor de autoweg A71 kreeg goedkeuring. Het driehoekig perceel gelegen aan de waterval, langs de Bellegemstraat, het perceel is een overschot van vroeger aangekochte grond. (10.000 Bfr.)
Het Tracé van de A71 dit betekend de Autosnelweg Zeebrugge -Brugge- Kortrijk- Doornik. De Bellegemstraat word verlegd, een brug over de Kortrijkstraat. Tussen het huis aan het nu bestaande containerpark en het laatste huis aan den“Ezelhoek”naar de Marksestraat.
Seynaeve Gerard: geboren op 6 mei 1919, als enige zoon van bakker Seynaeve. Hij ging na het lager onderwijs, in Kain bij Doornik in het Frans middelbare studie. Omwille van zijn vrienden koos hij Brugge boven Doornik ( Volgens de krant van donderdag 9 juni 1983 werd hij geboren op 6 mei 1979 )
Priester gewijd te Brugge op 2 mei 1943.
Hij doet hier zijn plechtige eremis op 6 mei 1943, op zijn verjaardag.
Leraar aan het St. Vincentiuscollege in Ieper van 20 mei 1943.(14 jaar)
Onderpastoor van St. Rochusparochie in Kortrijk op 24 december 1955.(15 jaar)
Pastoor te Moen op de St. Eligiusparochie van 11 mei 1971. Bij zijn aangesteld als nieuwe pastoor op 23 mei 1971 regende het. Hij verbleef hier 16 jaar.
Dat was in navolging van E.H. Nicaise, die een paar maanden eerder als opvolger van de rustnemende E.H. Edgard Bouttemans werd benoemd, doch kort na zijn benoeming nog voor zijn aanstelling een hartaanval bezweek.
Zijn verdiensten te Moen waren het afgedankte orgel herstellen en oprichten van een Koor. Hij was 68 jaar toen hij Moen verliet. (29/8/1987)
Hij zou het mooi vinden mocht hij hier nog 17 jaar kunnen verblijven.
Aalmoezenier van het rusthuis ST. Henricus te Rumbeke van 1 september 1987.
Hij ging graag op bedevaart naar O.L.Vrouw der Armen te Banneux, ook zijn brevier en de Eucharistievieringen waren voor hem Heilig.
De omwalde hoeve in de Oude Aalbeeksestraat. Hier staan 76 huizen langs weer zijden van de straat. De hofstede zou gestaan hebben waar nu het plein is, vroeger was dit de stortplaats van het huisvuil van de gemeente.
Naast de grote hoeve waar we het zo juist over hadden, staan ook nog de “koeiplekjes”, elk met zijn eigen aangetrekken, afdaken, ovenbuurtjes, geiten en konijnenkoten, stalletjes en schuurtjes. Daar woonden de keuterboer, in een zodanig klein bedrijf dat ze inkomsten moesten aangevuld worden met loondienst. (Koter dat is iemand die in een klein “kutachtig” boerderij woont ( vergelijk kot)
Ze bewerken kleine stukken land meestal in pacht, houden klein vee en doen landarbeid bij herenboeren of fabriek. Een keuterboer, of boerke met een of twee koeien werd ook koemelker genoemd. De koeien werden ook ingespannen
Om landarbeid te verrichten. De koeien welke ook zorgden voor nalatenschap, werden gemolken en een deel van de opbrengst van de melk werd particulier verkocht.
Ook is een tijd geweest dat het gezin en het vee verbleef onder het zelfde dak, zo een bedoening kreeg de benaming van keuterij.
Een landman of keuterboer leeft eigelijk buiten. Voor zijn deur, in t’ openveld, zijn hoofd onder den bloten hemel. Zover of hij kan zien, zo hoge zijn kijken gaat alles is het zijne. Al het gene onder zijn dak is dat wat moet beschermd tegen regen en wind en in de winter om zo goedkoops hem te verwarmen. Hij gaat enkel naar binnen om te eten en te slapen. Anders is hij van zon ophang tot zonsondergang buiten. Hij bekomerde zich niet om te pracht en de praal, zijn huis diende om te wonen zijn kroost groot te brengen. Hij bouwde zijn doening niet om gezien te zijn maar hij bouwde om zijnen voorkant naar ’t oosten of ’t zuiden te keren, om alzo licht en warmte op te vangen, twee dingen die voor hem van grote waarde waren. Zie maar eens naar hun vakwerk, elzentakken en eiken banroeden met leem, zo trokken ze de muren op; Balken en berd vormden de zoldering, en stroo, riet of vlas om te dekken.
Het was hard labeur, en ze zijn nergens beschreven, Clocet, of Dunecé, we kunnen ze niet zo direct achter halen , we horen het donder in Keulen als we van die boerkens , klappen hunleed en miseries, en toch, nu zou men spreken van bioboeren, wat salade en wat groeten en de wereld ligt aan u voeten.
Hendrickx Hugo-Hubert: geboren op 27 mei 1917. Hij was de zoon van en van Henri en Elvina Deveugle
Geprofest als Passionist te Kruishoutem op 16 augustus 1937.
Priester gewijd te Diepenbeek op 27 april 1943
Zijn plechtige eremis word hier opgedragen op 2 mei 1943.
Hij was aalmoezenier van de K.V.Z.(ziekenzorg)
Leraar in scholen van de Passioniesten, te St Katelijne-Waver, Natoyo en Kortrijk.
Hij was professor in wiskunde en verwante wetenschappen. In die hoedanigheid werd hij zelfs missionaris om in het kollege te Lodja Zaïre de inlanders te laten genieten van zijn kennis en ondervinding.
De troebelen van 1960 maakten een einde aan zijn missionarisleven.