Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
2006 - 2007 Dagblad van 13/1/2006 bloklettert: “Handtastelijke pastoor naar nieuwe parochie”. Op kerstmis laatste mis en dan met stille trom verdwijnen Is het de tweede kans of is het de derde? Ook de vorige keer is hij “onverwijld de parochie moeten verlaten. (Hij komt te recht bij de paters is West-Vleteren.) bierbrouwers. “Ik viel werkelijk van mijn stoel, toen ik het hoorde” zegt een pastoor van de Federatie.
17 maart 2006 De nieuwe moderator federatie Marke E.H. Leenknecht. Hij heeft het moeilijk om St-Elooi-Winkel te verlaten, temeer hij er nog maar een vijftal jaren is. Geboren te Zwevezele, op 23januari 1964 liep er lagere school, en daarna naar het college in Tielt. Gent in de kandidatuur vertalen/tolk, na het Grootseminarie in Brugge wordt hij priester gewijd in 1990. Zijn eerste opdracht was in het college in Izegem. Daarna werd hij benoemd in Waregem Centrum. Eind 2000 kwam hij naar St- Elooi-Winkel als administrator om de overleden Freddy Malfait te vervangen. (Priester bokser) Vanaf 2001 als vast lid van de federatie. Hij zal Antoon Stagier vervangen( handtastelijk) misschien met Pasen! Hij wordt aangesteld op zondag 14 mei 2006 in de Sint-Brixius kerk te Marke om 15.00u Hij werd benoemd tot moderator van de federatie Waregem-Leiekant.
2007 - Afscheid van Marc Frenay, benoemd tot Pastoor in de federatie Wevelgem. Hij was al van 1994 tot 2000 onderpastoor van Wevelgem. Hij wou graag moderator worden van Kortrijk-Zuid. Men zegt: “ het Bisdom zag het anders”. Wat was het probleem? Een diaken, had zich in al die tijd ontpopt tot een “ambetantenaar”, hij trok alle aandacht naar zich toe en kon niet overweg met de groep van de federatie. Nu is er een stil zwijgend akkoord dat een diaken gehuwd, en gezin niet kan verhuizen dus de weg ligt open! Geen goeie vrienden en de pastoors moeten weg,dus het laat zich niet raden Marc moet weg! Op 7 maart. 2007 verliet hij Aalbeke. Met een trillende stem van emoties sprak hij voor het laatst keer zijn mensen toe.
Michel Roggeman pastoor van de federatie Kortrijk-Groeningen, wordt pastoor en moderator in de federatie Kortrijk-Zuid.
Werd geboren te Brugge op 23 augustus 1965. Hij werd priester gewijd te Brugge op 8 juli 1990. Op 28 april 2007 neemt hij afscheid van de federatie Groeningen. Zijn Parochianen ziet hij opdrijven van 4600 naar 18.000. Aangesteld in de Sint-Brixius kerk te Marke op 6 mei 2007 om 15.oou.
Hubert Sergeant pastoor van Aalbeke, geboren te Menen op 17 februari 1936 Zijn vader afkomstig van Marke, zijn moeder uit Lauwe. Hij werd priester gewijd op 18 april1963. Van 1963 tot 1971 was hij medepastoor op de vuurtorenwijk in Oostende. Van 1971 tot 1985 medepastoor in de St. Salvatorkathedraal te Brugge. Van 1985 pastoor te Aalbeke tot op het einde september 2000 Eind september 2000, wordt hij aalmoezenier, in de Stella Mariskerk te Zeebrugge. Norbert Lagast, pastoor te Nieuwpoort, later rustend pastoor te Aalbeke , gaf hem de tip om naar Aalbeke te komen. Hij heeft te kampen gehad met een grote brand in de kerk.(op dinsdag 22 maart 1993) Als afscheid nemend priester zegende hij op 11 augustus 2000 om 19 uur de heropgebouwde kapel Vanhauwaert.
Antoon Stragier, geboren op 3 november 1953 te Roeselare, is het vijfde kind van zeven. Vader Henri en Irène Carpentier, een landbouwersechtpaar uit Beveren. Hij studeerde eerst tuinbouwschool te Roeselare. Na twee jaren werken op de ouderlijke hoeve volgde hij drie jaar “Late Roepingen” bij de paters Salisianen, Don Bosco, te Kortrijk. Priesteropleiding van 1977 tot 1983 aan het Groot seminarie in Brugge, twee jaar Filosofie, en vervolgens vier jaar theologie. Door Mgr. Emiel-Joseph De Smedt werd hij in de parochiekerk van Beveren op 9 juli 1983 priester gewijd. Hij was elf jaar medepastoor te Zwevezele. Hij werd pastoor te Aarsele. Hij werd de eerste moderator van de Kortrijkse Parochiefederatie, Kortrijk-zuid. De ploeg bestaat uit De Wulf(Rollegem) Vandenhende(Bellegem) Frenay (Aalbeke)
Marke, en Ter Spiegele hoofd van de stuurgroep. Men voert geregeld overleg, en zet koers naar horizonten van hoop en toekomst voor dit stukje kerk, gedreven op de adem van Gods Geest.
E.H. Ignace Becuwe, pastoor te Marke, word benoemd tot pastoor te Oudenburg. Antoon Vandenhende, Bellegem 25 september 2005 70 jaar en wil nog een tijdje doorzetten, als hij stopt geen pastoor meer te Bellegem. E.H. Christian Kina, hulppriester, te Marke.
2001 - 2006 Onze parochie behoort tot de Federatie Kortrijk-Zuid. Geen eigen pastoor, noch eigen medepastoor, een diaken wonende te Marke. De parochie behoud zijn eigenheid. De Federale stuurploeg, met zijn vertegenwoordiger in iedere parochie De huidige bedienaars zijn diaken Kris. Als hij op zijn vijftigste wilde mee werken aan verjongen van de kerk, was het nu of nooit , niet wachten tot op zijn pensioen, toen was het ook niet meer te doen. Hij was vol energie om iets te ondernemen. Hij had er toen 26 jaar opzitten. Hij begon op 1 februari 2004. (Uit tekst en beeld Kortrijk vanaf 2003) Hij kijkt vooral naar de schapen aan de rand van de kudde.(Schaapsherdershond)
Priester Marc Frenay, Aalbeke en Rollegem. Geboren te Kortrijk op 18 maart 1967, werd priester gewijd te Kortrijk op 25 juni 1994. Op zijn achttiende trok hij naar het seminarie in Brugge. Daar volgde hij twee jaar Filosofie. Zijn leven kreeg een andere wending, hij wilde namelijk verpleegkunde worden en studeerde verder aan het Hoger Instituut voor verpleeg -en Vroedkunde in Kortrijk. Na drie jaar is hij afgestudeerd, neemt de draad terug op en studeerde vier jaar theologie, en werd pastoor. Na zijn Humaniora in het St-Jozefinstituut droomde hij een tijdje om missionaris te worden, in Vlaanderen waren daar geen opleidingen voor,dus dan maar naar Brugge. Hij werd onmiddellijk medepastoor St- Hilariusparochie te Wevelgem en aalmoezenier van de H. Familie te Kortrijk. Hij kon niet intrekken in de pastorij
daar stad Kortrijk er andere plannen mee had. Afbreken en appartementsgebouwen op plaatsen. Hij werd officieel aangesteld als nieuwe pastoor op 8 november 2000 naar Aalbeke. Hij woont aan de Moeskroensesteenweg nr. 71
23/12/2000 E.H. Marc Gesquiere wordt door Vangheluwe aangesteld als nieuwe deken.
1993 – 2001 E.H. De Wulf Willy geboren te Rumbeke, een landbouwersgezin, als jongste van drie kinderen. Het was hulpbisschop monseigneur Paul Schoenmaeckers die op7 februari1965 hem tot priester wijdde te Oud- Heverlee. Hij werd leraar aan de Technische school van St-Denijs-Westrem. Achtereenvolgens werd hij medepastoor te Astene, te Hoboken en in Oostende. Dan werd hij pastoor te Wilskerke (Middelkerke) en Kapelaan te St.- Anna(marionetten Kortrijk, om te Rollegem pastoor te worden. De pastoor werd op zijn vroegere parochies de “Bouwer” genoemd, omdat hij verbeteringen aanbracht aan de infrastructuur. Hier te Rollegem was de parochiezaal aan vernieuwing toe, en hier was E.H. Adrien De Jaegere een pastoor geboren te Brugge, oprust. Iemand die het klappen van de zweep kende, wat betreft bouwen en verbouwen. Het was onder zijn impuls, en de medewerking van de verenigingen en de kracht van de Salesiaan (schooier) dat dit alles kon teweeg gebracht worden wat nu in 2007 in handen is van stad Kortrijk. Onder impuls van de bisschop(Vangeluwe Roger een naam welke het vernoemen niet meer waard is) welke zeer gesteld is op lekenwerking en Vrouwen in de kerk, verdween hier te Rollegem de laatste pastoor, hier werd de pilootparochie voor leken geboren. De laatste pastoors hier vernoemt werken nog altijd (2008) Hij nam ontslag(de bisschop had het hem bevolen) te Rollegem op 1 februari 2001 om aalmoezenier aan het R.V.T. “St. Jozef “ Condédreef te Kortrijk.
Bij het vorige deel hadden we het over het algemeen, nu willen we proberen jaar voor jaar de feesten en hun voorbereiden te beschrijven
Het begon allemaal met de fusie in 1977.
Aan de bevolking van Rollegem, toen Rollegem nog een zelfstandige gemeente was, had het Davidsfonds de opdracht om het plaatselijke cultureel leven te activeren en om samen met U, in verenigingsverband een activiteit te ontwikkelen die de gemeenschap van Rollegem moet dienen. Vanuit onze plaatselijke activiteit willen wij de nodige invloed en inspraak verwerven in het nieuwe Kortrijk”
Het Davidsfonds is een culturele vereniging, een ontmoetingsplaats van alle sociale lagen van de gemeenschap en richt zich tot arbeiders, studenten, handelaars, bedienden, landbouwers en afgestudeerden. De vereniging bepaald volledig vrij zijn standpunten en is aan geen politieke structuren gebonden.
Het bestuur bestond uit ere voorzitter Vandenberghe G. Voorzitter: G. Isebaert, ondervoorzitters; Platteau J. , Xavier Surmont, secretatis; E. Terryn en bestuursleden J. Platteau, Geeraert I. enz.
Een figuren van bij ons wat betreft taalwetgeving was: Raf Renard geboren te Rollegem in 1911 In zijn jonge jaren beter gekend als Raf van de mulderij, aangezien zijn vader en voorvaderen molenaars waren. Zijn eerste schooljaren volgde hij te Rollegem en was tot één van de beste leerlingen gerekend. Hij was gehuwd met de gekende schrijfster Maria De Leebeeck. Hij woonde te Brasschaat. Tijdens de eerste boekenbeurs door het Davidsfonds ingericht werd er hulde gebracht. Hij was de man die in 1963 de taalwetten voorbereide voor de commissie. Men kan hem alleen maar danken voor wat hij in al die jaren gepresteerd heeft voor de taalwetten.
Door de voorlopige werkgroep cultureel werk in samenwerking met het pas gestart Davidsfonds werd een eerste algemene vergadering belegd met alle verenigingen van Rollegem.
Deze bijeenkomst heeft betrekking op het 657 herdenkingsjaar van de Gulden Sporenslag. Men wil in Rollegem ook een Vlaamse Folkloredag inrichten.
Men had het meegemaakt aldus de sprekers, Bert Dewilde, en de Wildeman, dat zoals in Brussel de randgemeenten werden vergeten. Hadden we bij de inleiding reeds gezien.
Aalbeke had zijn “Corneliusfeesten” Heule zijn “Tinnekesfeesten”, Bissegem zijn leieprinses, Marke zijn “Markefeesten”. Bellegem Dahliadorp, Kooigem dorpsfeesten, en Rollegem zouden in den vergeethoek geraken en het was reeds enkele jaren geleden dat er te Rollegem gefeest werd. En nu zou er opnieuw gefeest worden.
Uit de groep van het Davidsfonds was de eerste man welke dit wilde doen zeker niet een van de minste Xavier Surmont, we zullen hem nog vele jaren koesteren.
Er was in dien tijd ook een zeer gekend verslaggever welke met de regelmaat van de klok Rollegem in het dagblad bracht hij tekende met zijn gekende initialen (D.R.) dank zij hem konden de mensen het gebeuren op de voet volgen.
Zo konden we lezen: wat de opkomst betrof hadden de inrichters geen reden om tevreden te zijn, gezien er maar een dertigtal aanwezigen waren opgekomen en er minstens nog zoveel konden tegenwoordig zijn.
De voorstellen door enkelen opgemaakt werd voorgelegd aan de aanwezigen, dit was natuurlijk vatbaar voor verbetering.
In de voormiddag ruilmarkt, luizenmarkt, bloemenmarkt, braderie vinkenzetting, dierenkeuring en aperitiefconcert. In de namiddag oude folklorespelen en ambachten, artiestenfoor, muziek en wagenspel, braderie, sport en kampvuur.
Al deze voorstellen werden druk besproken, moest men er inslagen de helft daarvan te verwezenlijken dan zou men al zeer tevreden zijn, aldus de verslaggever.
Drie van deze vernoemde punten staan reeds zo goed als vast: namelijk vinkenzetting, door de plaatselijke vereniging “De Dubbelzangers” deze zullen instaan voor de zetting.
Voor het aperitiefconcert zal de plaatselijke harmonie zorgen, en voor de loopkoers de leden van de atletiek.
De aanwezigen moeten de voorstellen overmaken aan hun groepering en onderling onderzoeken en bespreken, en kijken we ze kunnen doen. De medewerking word gevraagd aan iedereen. Die dag moet heel Rollegem op de been zijn, aldus de wens van de inrichters.
Let wel alle verenigingen hielpen mee om dit feest op te richten, ze deden dit allen om ook hun Rollegem in de kijker te plaatsen.
Voor het inrichten van deze Vlaamse folkloredag moet het spreekwoord “ Vele handen maken licht werk” goed begrepen worden.
De aanvraag werd op 21 mei 1977 ingediend bij het stadsbestuur te Kortrijk.
Naar aanleiding van het 675e herdenkingsjaar van de slag der Gulden Sporen, heeft de voorlopige culturele werkgroep van Rollegem het genoegen U het programma mede te delen voor de plaatselijke 11 juli-viering. Na heel wat vergaderingen en diskussies zijn we er uiteindelijk in geslaagd een programma samen te stellen waarbij zoveel mogelijk mensen van de leefgemeenschap Rollegem betrokken konden worden en dan toch een Vlaamse stempel draagt. Zo is het idee gegroeid om op zaterdag 9 juli 1977 de EERSTE FOLKLOREFEESTEN te organiseren.
Deze Folklorefeesten worden opgevat als een volksfeest waar de ganse bevolking van Rollegem bij betrokken wordt. Het programma van deze folklorefeesten is derhalve samengesteld uit activiteiten die de mensen op eigen initiatief hebben genomen en waarvan zij de realisatie haalbaar achten.
Het is nu ook de bedoeling dat deze Vlaamse Folklorefeesten een traditie worden en tevens als éénmalige jaarlijkse topmanifestatie op socio-cultureel gebied doorgaan te Rollegem. Zoals dit trouwens ook het geval is voor de Tinekesfeesten te Heule, de Sporthoogdag op 1 mei te Marke en de verkiezing van de Leieprinses te Bissegem.
Het antwoord van de stad luide als volgt: Het college in zitting van 2/6/1977 , het is een genoegen u mede te delen dat ons bestuur beslist heeft volgende medewerking te verlenen.
Op de vergadering van 18 april 1977 was het voorstel er om een bestuur te vormen, het zag er uit als volgt: Zoals reeds gezegd voorzitter Surmont Xavier, ondervoorzitter Debels Jozef, Secretaris Patrick Decruynaere. Uitvoerend comité Patrick Decruynaere, Jaak Buysschaert.
Het beschermcomité bestond uit Vandenberghe Gerard, Vandeghinste Lucien, Leplae Noël en Platteau Achiel.
Dus Rollegem zal feesten, dit zal gebeuren op 9 juli 1977, hier begint het in luiden van de eerste Folklorefeesten. Aldus werd de bevolking opgeroepen!
Reeds ver buiten de grenzen van onze leefgemeenschap zijn de eerste Folklorefeesten ter ore gekomen en het is nu reeds een feit dat Rollegem op 9 juli zwart zal zien van het volk.
Wanneer we feest vieren, zorgen wij ervoor dat iedereen kan zien dat er feest is aan de versiering en aan de blijde gezichten. Een feest zonder versiering is geen feest en daarom durven wij U vragen ook Uw steentje bij te dragen tot de versiering.
Dit kan op verschillende manieren gebeuren zoals;
1) alle mogelijke vlaggen die U bezit, van welke grootte dan ook, die dag buiten te hangen of te zetten.
2) Allerhande antieke of oude voorwerpen die enigszins nog bezienswaardig zijn, aan Uw venster uit te stallen.
3) eventueel het tuintje vóór of naast Uw huis extra te verzorgen;
4) U kan ook Uw deur of venster(s) van Uw huis versieren met allerhande bloemen of decoratiemateriaal; enz…..
Iedereen zal wel zelf de nodige inspiratie bezitten om voor een originele versiering te zorgen.
Als iedereen deze versiering verzorgd aan zijn huis, dan zullen ook alle huizen versierd zijn. En zal iedereen welke op 9 juli naar Rollegem komt, ook zien dat Rollegem feest viert.
Op een verkeersvrije centrum worden voor de eerste maal Vlaamse Folklorefeesten ingericht dit vanaf zonsopgang tot zonsondergang.
Vanaf 9 u ’s morgens tot middernacht is het centrum volledig verkeersvrij.
De opzet van deze grote manifestatie beoogt; het samenbrengen van kunstenaars in een openlucht werkplaats om alzo het publiek in voeling te brengen met hun werk. Op het grasplein aan het gemeentehuis. Met medewerking van Evarist Carpentierskring uit Kuurne en de St-Lucasgilde van Kortrijk en verscheidene kunstenaar uit Rollegem.
Er waren ook achteraf vastgesteld, kunstenaars uit Aalbeke, Oost Roosbeke, Izegem, Ingelmunster, Bellegem en Kortrijk
Wie alleen maar exposeert zal zijn werken ophangen in het vroegere gemeentehuis.
Vanaf 14.00 u: Oude folkloreambachten, zijn bestemd om ze bij de ouderen opnieuw te laten herbeleven , maar vooral de jeugd er te laten kennis met maken.
Dit is te vinden in de Tombroekstraat vanaf de café van Roger Soens tot aan de winkel van Mar Brouckaert, en op de plaats vanaf beenhouwer Decantere tot aan de woonst van Dee Bie.
De verzekering is geven dat zal aanwezig zijn: Een Vioolbouwer, een glasblazer, weefselbeschilderster, pijlenmaker, Kantenklosters, Kloefkapper, Schapenscheerder, en stoelenvlechter.
De paardensmid, is opgesteld op de braakliggende grond, oud huis Decantere
Op het programma staan onder andere: Folkorespelen kinderen van 6-12 jaar aan de café “Concorde”, Aalbekestraat, boven de 12 jaar aan het Parochiaal centrum.
bloemenmarkt, op het voetpad voor de kerk en op de weg. Een 13-tal deelnemers zijn reeds toegezegd. Er zal ook een mini bloemenmarkt zijn.
Handelsfoor op de parkeerplaats van het centrum.
Antiek: links en rechts van den bloemenmarkt. Wie belangstelling heeft voor oudheden( antiquiteiten) zal er zijn gading vinden en deze kunnen bewonderen.
Bijenkorven: op de weg naar de historische Broeckaert.
Boldershof; in het straatje tussen café Julien en café Soens.
Luizenmarkt; deel van de Kerkstraat en inrit van garage Hoornaert.
Vrij podium: in de zaal van de “Kroon”
Vanaf 12u – 14 u Koude schotel
Vanaf 14.30 u Weinstube
Om 15.00 u: Wat de sport betreft, er is een boogschieting; staande pers in de weide broekaert.
Om 16.00 u: volleybalwedstrijd: in de weide in de kerkstraat.
Om 17.00 u: hondendressuur: in de weide achter het café Yvonne Barbe
Vanaf 17 u: volksdansgroep Nele van Bissegem.
Voor wat de muziek betreft; de Koninklijke harmonie St. Cecilia zorgt voor de muzikale omlijsting. Studenten fanfare van Gent, De Koninklijke harmonie van Moorsele,
S’ avonds opnieuw koude schotel
Om 20.00 u. de St-Jans blaaskapel uit Marke, (die de oberbayeravond verzorgd) de muziekkapel van Don Bosco van Kortrijk.
In “ Het Kelderke” discobar vanaf 20.00 u
Om 22.00 u. trekking van de winnaar van het schilderij van de kunstenaar Achiel Platteau
De toneelgroep brengt een wagenspel “ De genoeglijke klucht van Mie de Gendarm” die tweemaal word opgevoerd. ( opgevoerd door de Rederijkerskamer van Aalbeke)Tegen de gevel van de kerk, kant van het koor
Wie zal opvallen tijdens de folklorefeesten is een huwelijk dat op deze dag doorgaat en ingekaderd word in de feesten. Het bruidspaar en de ouders zullen met paarden gespan naar de kerk gebracht worden, wat in de laatste 50 jaar niet meer te zien was.
Geen enkele vereniging welke een beetje trots was op zich zelf wilde zich onbenut laten, hier het schrijven van de Chiro aan zijn leden op 28 mei 1977.
Aan de jongens en de meisjes.
Weten jullie dat op 9 juli een speciale dag is? Dan gaan te Rollegem de eerste Folklorefeesten door., volkdansen enz. Maar ook jij kan je best doen om dit een reuze dag te maken. Speciaal voor jullie gaat er die dag een ruil- en rommelmarkt door.
Hoe kunnen jullie helpen? Je kan oude spullen die je op zolder vindt, ruilen tegen andere dingen zoals postzegels, sigarenbandjes, enz. Je kan misschien je verzameling met mooie stukken verrijken.
Misschien is er wel iemand dat ets van je wil kopen of ruilen en gebeurt dit niet, dan is het toch een fijne kans te laten zien wat je allemaal verzamelt.
We verwachten jullie dan ook allemaal in de Kerkstraat aan de oprit van Hoornaerts garage, en dit vanaf 9 uur ’s morgens. Met vriendelijke groeten de Chiro-leiding.
Als laatst maar niet minder belangrijk kwam het verkeersvrij Rollegem.
De voetganger is de koning luid het gegeven! Het verkeersvrij gebied is omschreven als volgt; Centrum Aalbekestraat tot aan het kruispunt met de Oude Aalbekestraat en de Oude Bellegemstraat.
Kortrijkstraat (nu Schepenhuisstraat) tot het kruispunt met de Bellegemstraat. Tombroekstraat tot aan ’t kruispunt met de beekstraat (café Stop)
Parkeerterrein; In gans het centrum mag niet geparkeerd worden maar wel gans de lengte van de Weimeerslaan, de Tombroekstraat vanaf café “ de Stop” tot aan de Weimeerslaan.
De Kortrijkstraat zal ter plaatse aangeduid worden. Slechts de wagens met vrijgeleidebewijs van het inrichtend comité worden die dag toegelaten in het verkeersvrij gebied.
“Den Hoogdag” te Rollegem. Staan symbool voor de Vlaamse Folklorefeesten; het pareltje van romancebouwstijl de St-Antoniuskerk en de treurbeuk. Deze feesten geven aan de bevolking van de nieuwe entiteit Kortrijk de gelegenheid Rollegem als oude toeristische gemeente beter te leren kennen.
De beschrijving achteraf was “Bravo voor de eerste Rollegemse folklorefeesten” De zon was van de partij hetgeen ook wel een steentje bij had gedragen. Duizenden aanwezigen werd er geblokletterd in de kranten. Het ging op om een vergelijking te maken met de Kortrijkse Sinksenfeesten! De organisatie en de atmosfeer waren op zijn minst evengoed! De wegwijzers waren om in die richting voort te doen.
1938 – 1960 Isebaert André B. M. J. F. geboren te Menen de 29 januari 1880, priester gewijd de 28 mei 1904. Hij overleed te Kuurne de 10 december 1963.
1960 – 1974 Gustaaf Stemgee, geboren te Oostende op 4 oktober 1902, en priester gewijd te Brugge op 22 december 1928. En vroom ontslapen in de St. – Augustinus- kliniek te Veurne op 12 maart 1982.
Pastoor te Rollegem ST. Antonius op 21 juni 1960, waar hij eervol ontslag nam op 30 april 1974, en op rust ging naar De Panne. Hij studeerde Wetenschappen aan de K.U.L. tot 1930, was leraar aan het St.
Jozefinstituut te Torhout op 28 augustus 1930. Mede pastoor te Emelgem St. Pieter op 24 juli 1934 en pastoor te Hoogstade St. Lambertus op 30 september 1952. Hij stond bekent als een verwoede muziekliefhebber, Hij componeerde zelf kerkmuziek en – liederen. Was proost van verscheidene Verenigingen en organisaties. Het zangkoor Crescendo welke nu al vermaard is , was grotendeels zijn initiatief en zijn werk. Tijdens zijn herderschap verfraaide hij de kerk, moderniseerde hij het orgel, kwam de centrale verwarming en werden de klokken geëlektrificeerd.
1974 – 1983 E. H. D’ Heygere Odiel, uit handen van deken Verheecke kreeg hij de sleutels van zijn kerk op 30 april 1974. Hij werd geboren op 1 januari 1923, en priester gewijd te Brugge op 31 mei 1947.
Achtereenvolgens medepastoor van Aalbeke op 19 september 1947, te Geluwe op 30 juli 1951, op St. Maartens te Kortrijk op 17 augustus 1960, te Bellegem12 april 1961, en te Reningelst op 20 oktober 1968. Algemeen directeur van de Zusters van Maria te Pittem op 27 juli 1965. Hij ging op rust te Geluwe zijn lieveling parochie op 7 november 1983, en overleed te Menen op 16 oktober 1986.
“Sacerdotium est crux et sacrificium” zegde priester Poppe. “ Het priesterschap is een kruis en een slachtoffering. Zijn leven was een grote kruisweg. Zeer gevoelig en teruggetrokken van natuur, buitengewoon knap van geest. Hij was eenvoudig, ootmoedig en onderdanig. Fundamenteel angstig om niemand iets te misdoen. Hij was een goed priester. Van jongs af werd hij ingepalmd door priester Poppe. Hij verloor zijn moeder in 1944, en kort daarop in het bombardement in Kortrijk verloor hij zijn zuster en broer. Hij is dat nooit te boven gekomen.
1992 E.H.Louis Duhem geboren te Marke op 14 juli 1926. Hij is de zoon van Henri en Henriette Ingelbrecht. Hij liep school in het college van Kortrijk, trok naar het klein seminarie van Roeselare, naar Brugge Hij werd priester gewijd te Brugge op 23 augustus 1953, en werd onmiddellijk leraar aan het college van Oostende. Hij werd medepastoor te Menen(Sint-Franciscus) in 1970.
“Alleen aan je beste vriend geef je de sleutel van het huis, welkom thuis, meneer pastoor.” Dat waren de woorden die door een afgevaardigde van de kerkfabriek werden uitgesproken tot de nieuwe dorpsherder, alvorens deze in zijn nieuwe kerk binnentrok. Dat was 16/11/1983.
In 1985 tot 1988 liet hij de kerk reinigen en herschilderen en restaureren. Bij het reinigen werd het schilderij van Vanbiervliet zwaar beschadigd, het werd voortreffelijk gerestaureerd door de plaatselijke kunstschilder Achiel Platteau. Hij zorgde voor nieuwe gemakkelijke stoelen, en kokosmatten. Hij liet ook de wijzerplaten van het torenuurwerk herschilderen, met vergulde cijfers en de klokken computergeleide luiden. Hij verliet ons, op 29 december 1992, toen hij oprust ging, moe gepest, de leken welke hem het leven zuur maakten, ook zijn voorhanger was er niet van bewaard gebleven. Het zou nog een tijd duren voor het duidelijk werd, nooit zou er iemand op ingaan. Hij ging zich vestigen op een appartement op het plein nr. 23 te Kortrijk. Toen hij wegging (hij had een mooie bibliotheek,)stonden zakken boeken buiten, de mannen van de ophaaldienst en veel met hem hebben prachtige boeken meegenomen, de priester was zeer kwaad, maar o God als je het buitenplaats is het toch beter dat zoiets van de ondergang gered werd Zo zullen wel veel mooie exemplaren gespaard geweest zijn van de ondergang.
We zijn nu 3 januari ’08 en bij mijn weten bediend hij nog steeds de kerk in de Loodwitstraat te Kortrijk, alwaar hij niet ver er vanaf een appartement bewoond.
1903 – 1910 Rijkaert Billiau, zoon van Benedict Billiau, van Belle, en van Sophia Vergracht.“Le Billau” terre Franche et d’emprie des quatre membres de Flandres, enclavée dans le Châtellenie de Lille, sous l’autorité du Roy, était tenu en justice vicomtière de la seigneurie de Vendeville et de Templemars à dix livres de relief.-Une partie de cette enclave était … le grand Billau…. L’ autre… le Petit Billau,… letout à Wazemmes. Salembier. Histoire de Wazemmes. Lille. Pique. 1912 blz. 56. De Grand et Petit Billau, van Wazemmes doen mij peinzen op de Groten en Kleenen Billiau, van Izegem.
Toen M. Billiau onderpastoor was te Izegem, hoorde men nooit geen woord onder het volk dan “ den grooten Billiau” en de “kleenen Billiou” wijzende op de pastoor van Rollegem, groot van gestalte, en de huidige pastor van Moorsele, die een steke minder is.
Hij werd geboren te Poperinge den 29 mei 1859, alhier benoemd den 20 mei. Plechtelijk ingehuldigd den 10 juni 1903, en vervoorderd naar Aarsele in maart 1910, voor het voortzetten der werken aan de nieuwe kerk aldaar. M. Billiau is met een steen in zijn herte geboren, zeggen de mensen. Is het zo, hij heeft zijn herte mogen ophalen, onder het herstellen en vermeerderen van de oude kerken van Rollegem en Aarsele, en hij haalt er ere van. Hij stierf te Aarsele in 1915.
1910 – 1925 E. H. Camiel Vanden Weghe, geboren te Oostvleteren op 11 maart 1854, tot hiertoe pastoor van Koolkerke, den 17 januari 1906. Zijn installatie werd te Rollegem gevierd op 21 april 1910
Van Ouders, ouders, is hij van kosters volk, en stamt af van Laurens Vanden Weghe, koster te Dadizele rond de jaren 1620. Samen met zijn eervolle onderpastoor Vander Straete, zet hij vreedzaam en
bezorg zijn weg voort, om Rollegem te bewaren zo het van eeuwen geweest is eenvoudig, brave en godvruchtig Hij werd priester gewijd te Brugge op 20 december 1879, hij werd hulpprieste te. Woesten op 12 oktober 1880. Onderpastoor te Geluwveld, 29 december 1880, en Beernem, den 26 mei 1885. Hij werd eervol te Rollegem ontslagen den 23 januari 1925. Hij overleed te Brugge den 21 Oogst 1925.
1925 – 1938 Constant Lelieur, geboren te Elverdingen, den 9 juni 1866, hij werd priester gewijd te Brugge op 20 december 1890. Hij werd pastoor te Rollegem, den 29 januari 1925. Coadjutor te Waarmaarde, den 23 januari 1891. Onderpastoor achtereen volgens te Voormezele, op 20 januari 1892, en te St.- Andries (Brugge) den 28 juli 1899. Pastoor te Werken, de 22 mei 1919. Hij gaf zijn ontslag, den 19 januari 1938? En overleed te Rollegem den 15 december 1943 en werd er begraven. Hij was eerst en vooral bekommerd om zijn kerk,, zo gaarne was hij in zijn kerk. Naar waarheid mocht hij zeggen: “ Heer ik heb de luister van Uw huis bemind”(ps. XXVv. 8) Hij was bekommerd om de kinderen en de scholen, om de kloosterzusters, hij was voor hen een echte vader.
1979 – 1903 Philippus.F. Bettenhof., zoon van Joseph, schielijk overleden te Brugge op 30 juni 1868 oud 70 jaar. Vrouw Coletta Fonteyne, overleed te Brugge den 3 maart 1863. Philippus werd priester gewijd te Brugge den 21 mei 1853. Ter die gelegenheid vereerde hem M. Debo met een schoon, thans nog niet uitgegeven gedicht.
De altaarlof, hem aangeboden op zijn eerste mis de 23 mei, eindigt met dit jaarschrift ProffCIat neo MeLChIseDeChDe altaarlaarlof, eennaaiwerk van 12 blz, te Brugge, bij Vande Casteele-Werbrouck gedrukt, spreekt van M. Bettenhof” eerste offerande in de hoofdkerk van Brugge” en nochtans M.Bettenhof wist te vertellen dat zijn eerste missedeed in de kapelle van St Josephgesticht te Torhout, den23, ten 8,en dat M. Désirè Meersseman de zijne deed ten 9.
Het was een vreedzame en gedoevige (goedmoediege) priester, die zijn kudde weidde in de eenvoudigeheid des herten, zijn geschonden kerk in het droge stak en spaarde en vergaarde voor de toekomst.
Hij ging het vijftigste jaar zijn priesterwijding bereiken, als de dood een einde kwam stellen aan zijn ongemakken en slepende ziekte den 14 mei 1902.
Hij ligt aanzijds den Calvarieberg begraven. Hier zij grafschrift.
Bid voor de ziel van de
Eerweerden Heer Philippus Jacobus Bettenof
Geboren te Brugge den 18 februari 1824
Stond hier als pastoor te Rollegem
Van de 23 april 1879 tot dat hij op
14 mei 1903 aldaar in de heer ontsliep
Zijne ziel ruste in vrede!
Cagneaux. À Courtrai
Zijn zusters stierven ook te Rollegem: Rosalia den 27 februari 1907, En Maria den 29 september 1903.
Hier maken we de bedenking bij, hij werd bij het vernieuwen van de kerk, (zie kerkhistorie) benoemd tot pastoor van Moeskroen, hij moest hier vertrekken wanneer Rijkaert Billiau hier toe kwam, hij had alles in gereedheid gebracht, om met den bouw van de kerk te beginnen.
1808 – 1809 Van 20 november tot februari, het verhuizen niet waard. Steven Frans Jozeph Cardon. (De Cardoens roeren en wagen al Menen en Wervik. Zou hij van hun volk zijn, die het jaar 1463 beschreven staat: “In Morsella, Willelmus Van Distele, alias Cardoen?” J. C. L. en S. T. B. geboren te Wervik op 20september 1746 en overleden pastor van Ooigem 19 mei 1819. Vroeger was hij 10 jaar werkzaam in het College van Drutius, te Leuven; O.LV. Kerk had 3 pastoors één op de gulden portie, één op de Zilveren portie, en één op de loden portie. Pastor der zilveren portie van O.L.Vrouw te Brugge.
De pastoor van de Zilveren portie woonden, in de Mariastraat, het huis waar in 1870 overleden is Eerwaarde en Edele heer de Hooghe de la Gaugerie en later Kanunnik De Man pastor van St. – Kruis. 12 januari 1803 tot november 1808..
1809 – 1842 Pieter Joseph Mullier, zoon van Pieter Antone en van Maria Jos. Bossut; en oom van Karel Mullier, pastor van Herseeuw. Pastor Mullier, kinds geworden, werd het jaar 1842 door Karel Denys
Vervangen.
1842 – 1852 Karel Denys werd geboren te Roeselare op 24 december 1800, en overleed als deken van Tielt, op 24 november 1882. Leraar in het college van Yper in 1824, hij werd priester gewijd te Mechelen op 17 februari 1826, hij werd onderpastoor van Heestert in 1828. Eerste overste van het college van Yper in 1833, bestuurder van de Ierse Damen in Yper in 1841. Pastoor van Moorsele op 29 december 1852. Pastoor en deken der christenheid op 29 juni 1856. Wat M. Denys was als pastor en deken, deed M. Minnaert uiteen in de “Gazette van Thielt” uit het jaar 1882; wat hij was als stichter en eerste overste van het college van Ieper, dat staat in een boekske betrekkelijk het 75ste verjaren der stichting van St. Vincents college te yper, gevierd den 29 juli 1909.
Te Rollegem zette hij een oostvleugel aan de pastorij: winst was klein. Hij werd begraven op het kerkhof in den grafkelder der dekens, met melding op den algemenen gedenksteen: R.A.D. Carols denys obiit 24 9bris 1882 R.I.P. M. Denys behoorde toe aan een borgelijk en oprecht christelijk geslacht, dat in de laatste jaren menige priester aan de H;Kerk heeft geschonken; Ten Bewijze: Felixe De Wilde pastoor van Lauwe 3 februari 1889. Joseph Coussement geboren te Roeselare 25 april 1860 pastoor te Nieuwkapelle. Karel Mahieu geboren te Rumbeke zendeling te S. Boniface (Amerika) Alfons Denys van Roeselare priester gewijd te Maastricht door Mgr. Hamer, overleden in oost-Mongolie op 30 maart 1892 oud 25 jaar.
1852 – 1862 Karel Louis Missu, gezeid het Beenhuis causâ dat hij zo mager en raaide was. Te Menen en in Ardooie, Rollegem en te Poelkapelle, waar hij stond als onderpastor of als pastor, overal was hij een vlijtig priester, doch mottig man, die het vrijspreken in pacht had: gerocht hij erin, het was lijk het kluien van Dadizele, dat afliep.Te Roeselare gaf hij in 1865 een sermoenboek uit over de deugden van de H.
Maagd Maria. Hij werd geboren te Veurne op 2 november 1807, en overleed te Lichtervelde op 6 mei 1885. Werd Pastoor van Poelkapelle
1862 – 1867 Francis Lonneville, S. T. B., vervoorderd naar Isegem, alwaar hij zijn loopbaan voltrok den 25 juni 1891.(24 jaar) Op zijn geboorteparochie Sint-Kruis gezegd Loddeville. Het was een vrome pastor, hij had oog voor zijn werk, en, als het nood deed, van harte om te durven. Op de predikstoel spaarde hij niemand, en ik hoor hem nog zeggen met de H. Paulus, en hij mocht hij dat zeggen:” Zo ik het Evangelie verkondigde, het is mij niet tot roem, de noodzakelijkheid immers dwingt mij er toe, want wee mij zo ik het Evangelie niet verkondigd heb.” I ad Corinth.,Ix, 16. Werd benoemd als pastoor van Izegem. ’t Was een grootmoedig en hartelijke man. Waakzaam en welsprekende herder, die peinzen deed op de woord: “ ardeat orator qui vult accendere plebem” Hij prak met gloed en onverzaadbaren iever, en keerde er velen van de boosheid af. Op zijn zerksteen , voor den baron’s kapelle te Izegem leest men: bid voor de ziel van Eerwaarden heer Lonneville S.T.B. geboren te St-Kruis den 25 januari 1823 pastor wierd van Iseghem den 23 oktober 1867 en aldaar overleed den 25 juni 1891. Weest uwen oversten indachtig die u het woord Gods verkondigd hebben.
1867 – 1873 Edward Lietaert, vervorderd naar Moeskroen, overleden in Sint-Carolus- Borromeus, te Kortrijk, op 3 Oegst 1904, en de 6de te Aalbeke, zijn geboorteparochie begraven.
Hij beraamde het herstellen of het herbouwen van de kerk, en deed de kuipe van Gods verkondigd hebben. den toren afbreken. Hij was een geboren Wale, en dit niet tegenstaande een vurige Minnaar van de Vlaamse Letterkundige. Met de penne bij de werke las hij, onder ander, ik zegge lezen, geheel “De Bo’s Idioticon” en tekende lijvelijk aan wat ontbrak, en hem de of een ander nuttig kon wezen
1873 – 1879 Lodewijk Huys, geboren te Geluwe op 1 januari 1830, overleed op de O.L.Vrouw parochie, te Poperinge 6 april 1906. Hij was achtereenvolgens leraar, en ondepastor te Poperinge (St. Jan) ,
pastor te Rollegem en te Rumbeke, en eindelijk deken van Poperinge. Zijn ontslag gevende te mei 1901, aanvaarde hij het bestuur van de Grauwe zusters te Wervik, tot 5 november 1901.
Het was de goedheid in specie, die met vaderlijk woord en minzaam omgang alle slag van mensen tot hem wist te trekken.
1801 – 1803 Mullier Pieter Jos. (Dessew), word vermeld in een bron waar van de naam
Onbekend, volgens deze bron is pas sprake van af 1803 Verlinde. Bij Pastor
1803 - 1808 Zijn opvolger was J.B. Verlinde, zoon van Pieter Joseph en Anna Theresia Van Caillie, geboren te Beveren, bij Roeselare, den 14 januari 1746; opvolgentlijk, leraar in College van Kortrijk, na het afschaffen van de Jesuiten in 1773,( H. Vercruysse. Les anciens établissement d’enseignement moyen, à Courtrai. Courtriai, Vermaut 1908, II. CXCI.)
Hulppriester van M. Maes, opderpastor op dezelfde prochie; onderpastor te Moen 1778-1783; onderpastor te Bellegem, 1783-1785 ; Onderpastor te Menen in 1785. Samen met zijn Pastor M. Teirlinck, en zijn ambtgenoot, M. M. Brugghe en Verdavaine weigerde hij er de Eed ( Emm.Teirlinck, die zijn mis te Kaster deed op 11 mei1760, stierf te Menen op 28 mei 1812. Denijs Brugghe, van Spiere, priester gewijd te Doornik 13 juni 1778, stierf als pastor te Zandvoorde, bij Menen, 14 februari 1825.Michel Verdavaine, van Rosult, werd priester gewijd door de bisschop van Amiens op 18 december 1790, en stond als pastor te Orroir, en te Calonne. Hij overleed aldaar 19 januari 1832.) Hij gerochte in het gevang; ontsnapte en vluchte over de Leie, en werd eindelijk pastor van Rollegem, van waar hij met reden nar de pastor van Beveren mocht schrijven; Transivimus per ignem et aquam et eduxisti nosin refrigerum. Wij gingen door vier en water, en Gij bracht er ons uit, en hebt ons verkwikt(Psalm LXV, 11.
Hij ontsliep in de Heer op Rollegem de 29 oktober 1808, na aldaar 6 jaar de herderlijke bedieninger, te hebben waargenomen.( Betrouwt dan het Necrologium van de Gentse Kalendarium Liturgicum, die geheel ernstig drukt; I.B. Verlinde;;;per 32 annos pastor Ecclesœ Succursalis de Rollegem, Districtûs Menenensis!)
Uit ontmoedigheid wilde hij voor de kerkzulle begraven worden. Zou hij zich wel gespiegeld hebben aan die pastor van Leers, die enige tijd te voren ook voor de zulle had willen ter aarde besteld worden? (“Je soussigné, maître Georges Fauvel, prêtre et pasteur de Leers, dans le dicocèse de Tournay, ayant devant les yeux let riste et redoutable moment de la mort, recommande principalement pour cette heure mon âme àDieu, Père, Fils et Saint-Esprit, priant la Saint Vierge, mere de Jusue-Christ, mon bon ange gardien, mes patrons Saint Georges et Saint Vaast. J’abandonne volontiers mon corp à la terre, à la
pourriture et aux vers pour être inhume vis-à-vis la Pierre de dessous le grand portail dans le cimetière de Leers, où il sera foulé aux pieds par les fidèles selon mon mérite” Histoire de Leers par G. Monteuuis, curé de Leers, 1905. blz 136.
Nader onze tijd, besprak pastor Lanssen te Ernegem, dat ze hem in een withouten kiste in de gene reke zouden begraven. En over vele eeuwen, wilde de H. Suithinus, bisschop van Winchester, zelfs
onder de gote zijner hoofdkerk liggen. Peist eens! Van daar komt het dat Suithinus in Engeland de weersplete is van onze St. Medar, een waterheilige, die volgens het zeggen van het volk, 40 dagen schoon weder geeft of regen.
1761 - 1662 P. P. F. Van Haesendonck, S. T. L. , geboren te Sint- Pieters-Leeuw, in Brabant15 okt. 1723, en daar overl. 14 maart 1803. Hij ontving zijn benoeming voor Rollegem den 26 mei 1761. Hij stond er maar voor een voorbij, en wist dat er geen twee jaar te reke Sint- Hubertsbrood zou eten. Hij kwam van Leuven, en keerde er weder als voorzitter van het Malderus-college den 10 april 1762.Naderhand werd hij Kanunnik-theoloogaal der hoofdkerk van Doornik, en Vicarisgeneraal van de bisschop de Salm-Salm. Hij weigerde kloekmoedig de Eed, en speelde een grote rol onder de geestelijkheid, (Naar aantekeningen van Pastor Samyn, van Rollegem-Capelle ) tijdens het Franse schrikbewind. De“Sous-préfect” schilderde hem af bij den nieuwe bisschop Hirn als een “Homme bien imbu des principes des évêques d’Outre-Rhin“ Veelzijdig was zijn geleerdheid. Zijn bisschop belastte hem met het uitgeven van de „Rituale Tornacense“ , en met het bezorgen van de rijke oorkonden des bisdom.
Luidens zijn kerstbrief, moet hij te “Leeuw” uit deftige stam gesproten zijn. Wij lezen er immers; “ 1723. 15 Octobris” Eodem die baptizatus est Petrus Philippus Franciscus filius legitimus Egidii Van Haesendonck et Patrnillœ Waelraeven conjugum; Susceperunt Philippus Vander sprot, pastor et archibresbyter hujus parochiœ, nomine prenobilis Domini Petri Philippi Francisci Roosen, Baronis hujus loci,etc. et Anthonetta Vander Perren. ( zie Chanoine vos. Le Clergé du diocese de Tournai. Zech. Braine-le-Comte, 1893, V, bl 159, en van de zelfde schrijver: Les dignités de l’ancien chapitre de Tournai.Desclée, De Brouwer; Bruges. 1898, II, 243
1762 – 1772 Jan Francis Cusenelle, van Wervik zoonvan J. B. en van Maria Francisca Willaert. De bisschop van Doornik gaf hem de kruine in de kerk van Wervik de 6 september 1735, en Mgr. O’Dally( Jac. O’Dally, bisschop van Fenbor, in Ierland door de ketters op de vlucht gedreven, viel te Doornik toe in 1727, en stierf er 20 Oegst 1749, na veel dienst aan de bisschoppen van Doornik en Kamerijk bewezen te hebben. Hij verbleef drie lang te Kortrijk, en wijdde er de kerk van het Hospitaal. Zie: Chanoine Vos. Les dignités de l’ancien chapître de Tournai. Bruges. Desclée. 1898,I, 411.) de Heilige priesterwijding in de kapel van het Seminarie van Doornik, den 22 maart 1738. Lange jaren bediende hij met ijver de onderpastorij van Ingelmunster
1772 – 1801 F. F. Rutgeerts Wegens hem vernemen we uit Lier:”Schepen Jan Gommaar Rutgeers trouwde met Elisabeth of Isabelle Rosmans, dochter van de doctor van Putte. Hij won, onder andere kinders: 1° Jan Joseph, geboren 24 februari 1741, pastoor van Rollegem. 2° Pieter Hendrik, geboren 4 mei 1754; priester gewijd 30 mei 1779; leraar in het koninklijk College van Maria Theresia, te Gent,den tijd van 12 jaar . Overleden, te Lier op 9 februari 1833. 3° Cœcillia, waarvan grafschrift naast de Calvarieberg van Rollegem.
Hier vooren light begraeven
Jouffrrauw Cœcillia, Rutgeerts.
Oudt 39 Jaeren Gebortig van Lier
5 junii 1789
Bidt Godt voor de Ziele.
pastor Rutgeerts herbouwde de helft van de kerk, en zag veel af binst de Franse tijd. Hij weigerde de Eed, en bleef op zijn parochie verdoken. Hij wareerde rond, het zij als bakker, het zij als koopman in bakkerskolen en assen. Eens dat hij ten hove van Constantijn Vander Mersch te wege was de kinderen te Onderwijzen, vielen de gendarmen in het hof, om er, namens den perfhuiszoeking te doen en de pastor te vangen. “Kom maar mee” zei Constantijn Vander Mersch, alle kamers uit en in! “Kijkt” zei hij lachende, “moet ge altemets den dien niet hebben? “ En hij wees naar de pastor, “het is een bakker,
die met mij op commerce staat van graan.” “Met den dien zijn we niets,” antwoordde een gendarm. “ Het is de pastor die we willen, bakker, u gekend gij hem wel zeker?” “ Of ik hem ken, “ zei de pastor, “ zijt u er mee gediend, ik ga met u mee helpen zoeken!” en zij gingen, en zij zochten, doch vonden niets, en aan de poort gekomen scheidden zij van elkaar met de woorden;” adieuskens! Tot dat het nog gebeurt”! En pastor en boer deden voort commerce. Onder last en kommer bezweek die goede herder het jaar 1801, weinige maanden vòòr dat de kerk wederom open ging
. Hij Ligt vòòr den Calvarieberg/
D.M.O. Pastor deeser parochie van
Hier rust den Eerw. Heer Rolleghem ten tijde van 30
1714 – 1716 F.F. Vande Velde, wiens naam ons bekend is door een pachtbrief, beginnende als Volgt: Heden dezen dertigste juli 1714 kende heer Mre Jacobus Joannes Vande Velde, pbre ende pasteur der parochie van Rollegem in heure ende in pachte geheven te hebben zo hij doet bij dezen an en in profite van Phles Tettelain, Fus Walrand, in Rollegem….. Omtrent de zeven honderd lands competerend ande
cure van van het zelfde Rollegem gelegen in twee Partien.
1716 – 1743 Karel Wallaert, van Kortrijk, korts na zijn priesterwijding in 1712, begon hij zijn geestelijke loopbaan te Izegem, en was een paar jaar onderpastoor te Bellegem. Hij stierf te Kortrijk op 8 mei 1743, en werd twee dagen nadien in de kerk van Rollegem begraven.
Hij behoort aan een behoede familie toe, zo het te vernemen is uit deze zijn kerstenbrief: “ 1 Martii 1688 Baptisatus est CarolusIgnatius Fs legitimus D Joannis Wallaert, et Margareta Franciscœ Vandenberghe, coniugum, natus hodie horà 3a pomeridiana Susceptores fuerunt Dus joannes Robette, quondam scabinus et Joanna Wallaert. R.D. Eesbeke Pastor.” Het blijkt verder uit een stuk dat we voorhanden hebben dat hij, onder de geestelijke van het bisdom, een man van aanzien was, vermits hij door Z.H.Clemens tot de waardigheid van Protonotarius Apostolicus werd verheven. Dat stuk begint als volgt: Cajetanus De Comitibus Sfortœ, S.R.I. Princeps, Dux Signiœ et Onani….Per-Illustri et adm. R.D.Carlo Ignatio Wallaert, pbro ac Rectori Parochialis Ecclesia in Rollegem, Tornacen Diœces. SSmi D.N. Papae et Sedis Apostolicœ Notario Prothonotatario honoris nuncupato salutem et omne Gaudium. …. Datum Romœ, extra Portam Flaminiam Anno à Nativitat D.N. Jesu-Christi MDCCXVIII, die vero XIV Mensis Januarii”.
Het stuk is gezegeld met de wapens der Sforza: een gulden leeuw op blauw veld. Pastor broeder, Pieter Mariaan Wallaert, geboren te Kortrijk 14 oktober 1681, was ten jaar 1726 kanonik van Harelbeke, en gaf aan ST.Maartenskerk van Kortrijk één der 12 apostels, die de pilaren van de middengang versieren, te weten St. Philippus. De wapens der Wallaert’s zijn: coupé d’azur et d’argent à trois cygnes de l’un
dans l’autre. Lambrequins: d’argent et d’azur. Ciier: un cygne issant. M. Wallaert’s wit marbelen zerksteen placht vóón zijn biechtstoel te liggen, schier onder den trap van O.L.V. altaar
D.M.O
Hier voren licht begraven den Eerw. Heer ende Mr Carolus Innatius Wallaert,Fs Fans die 28 jaeren gheweest heft eenen goeden herder deser parochie,priester 31 jaeren, oud 55 jaeren, die heeft beset een eewigh jaerghetijde op sijnen sterfdag voor welke hy gegeven heeft eene rente van 25 ponds pares s’iaers in profyte van den gemeenen aermen in parochie.
Overleden den 8 mei 1743 Requiescant in pace .
1743 – 1751 J. B. Wasteels. Ander schrijven (oorsprong niet bekend) Wassseels Jaen Baptiest Van waar die man gekomen is of waar hij belonden, dat is God bekend: nooit hebben wij die naam onder de priesters van het voormalig bisdom Doornik aangetroffen.- De Wasteels nestelen veel al Ronse.
1752 – 1761 Fattrez Jacob Joseph, geboren te Steenput of Estaimpuis 1723, zoon van Jac. En van Maria Elisabeth le Febvre, ontving de heilige priesterwijding te Doornik den23 dec. 1747, uit handen van een Ierse Bisschop, Mgr. O’Dally. Hij werd pastor te Rollegem 22 april 1752 en te Halwijn 10 april 1762.Binst den verdoken tijd deed hij dienst in de St. Joriskapelle, te Menen. Voorafgaandelijk zat hij verdoken te Ingelmunster. Een Etat officiel L’emigration du clergé français dans laChâtellenie de Courtrai vers le 20 Octobre 1792( Annales du comité Flamand de France, V.) geeft de namen op van de priesters die dan gevlucht zaten te Dentergem, Deinze, Dottenijs, Harelbeke, Ingelmunster, Machelen, Meulebeke, Moeskroen, Oostrozebeke, Pittem en Zulte. Onder deze vinden wij Ingelmunster: “un rapport des bailli, bourgmestre et échevins d’Ingelmunster, daté du 12 octobre 1792, et signé F. F. Libbrecht, greffier,porte que le sieur et maître Jacques Joseph Fattrez, curé d’Haelwyn(halluin) près Menin, agé de 69ans, et ayant refusé le serment, se trouvais réfugié dans cette paroisse. Ce rapport ne fait pas mention de domicile.
Hij werd op 10 april 1762 vereerd werd met de pastorij van Halewyn. Hij weigerde den Eed aan het koningdom , en zat het 1792 gevlucht op Ingelmunster, alwaar hij vroeger tijd gestaan had als onderpastoor. Binst zijn afwezigheid werd de kerk van Halewyn opgehouden door vier intrus of beëdigde priester Te Halewijn menen ze dat pastor Fattrez tijdens „de vlucht“ op het vreemde gestorven is.(Rond Kortrijk blz. 426)
1691 – 1700 Hendrik Commacen, geboren te Kortrijk 29 mei 1664. Hij bezat een Kapelanij in St Maartens sedert 5 mei 1685. Was de zoon van Francis een geneesheer van Kortrijk. Mijnheer “Comatse” Wiens name in den vollen Italiaanse vorm Comasco geschreven staat. Hij overleed binnen Kortrijk den 26 juni 1668. Zijn moeder Elisabeth van Heule stierf in Iseghem den 30 januari 1707. Ontving aldaar de kruine in de kapel van de proostdij van St.- Amand (nu college) den 16oktober 1678. Hij was de dus 14 jaar oud; hij was 27, als hij de pastorij van Rollegem bekwam, en 36, als hij opschoof naar de aanzienlijke pastorij van Izegem, alwaar hij de Heer voldeed op 1 juni 1723. Even als zijn voorzaat beleefde hij te Rollegem slechte tijden. Onder M. De Boo Was het in 1673 oorlog en “vlucht”, kinderen van Rollegem werden gedoopt te Halewijn en te Kortrijk, Tempore fugæ. Twintig jaar later ging het niet rustiger, en met het heersen van de “peste” in1694, (waren er 4 sterfgevallen in 1686; 8 in 1687; 16 in 1690; 22 in 1692, en 83 in 1694!) Tekent M.Commacen: Tempore generalis ruinæ. Toen de deken van Kortrijk op 8 juni 1700 zijn plechtig kerkbezoek deed, vond hij nog alles over einde staan, en hij moest de kerk doen ontruimen, en gebieden: ut auferantur mobilia quæ adhuc restant in Ecclesia fugitiva Hij trok naar Iseghem als pastoor op 25april 1700. Hij ging met een stilte en was een felle predikant. Tijdens het herbouwen van de pastorij , bewoonde hij de baronnij van Sint-Amand, waar het Spookte; t’is dan de huidevetterij van Julius Van Haverbeke geworden. (Rond Kortrijk 849)
1700 - 1703 Pieter Francis Van Biesbroucq, zijn naam in zijn kerstenbrieven, te Menen, verschilt met zijn handteken.” 11 april 1672 Petrus franciscus, fs Norberti Van Biesbroek et Foannæ Kocle, coniugum. Susceptus a Foanne Van Biesbrouck et Maria Kocle” Hij was priester gewijdte Sinksen 1696. T jaar1703 bekwam hij de pastorij van Wevelgem, welke hij, om aangekleefdheid aan het Jansenismus, in 1919 moet verlaten. Hij stierf binnen Utrecht den 15 april 1742. Het was een bekwaam man, die er zijn leden aan legde om zijn Parochie op goeden voet te brengen. Ongelukkig Van Biesbrouck ging te ver en eindigde met naar het Jansenismus over te helen, ja zelfs met een zijner hevigste voorstanders te worden in het bisdom Doornik. Hij en Joke De Bade, staan aan het hoofd van 31 appellantens tegen de Bulle Unigenitus van Clement XI( onder die 31 komen J.B.Badts, van Robays, Leonard De Coninck, van Wattrelos, A. VanWinghe en Cachar, beiden te Roncq; J.F. Brunfault, van Evregnies. Omwille van het Jansenismus, wierd Pieter Melis van zijn kanonikaat beroofd in S. Donas te Brugge. Hij ging sterven naar Delft, in Holland, den 15 mei 1736). Daar hij zich niet onderwierp, na het verschijnen van de Bulle Pastoralis officii(1718) beraamden de parochianen inmiddels om zich van dien weerspannig herder te ontmaken.M. Biesbrouck vluchte al over de Leie, te Lauwe; trok vandaar naar het Collegie van Menen, en vandaar naar de pastor Cachar’s te Roncq. Den 29 november 1728 afgesteld zijnde door den bisschop van Doornik. Hij trok naar Utrecht, waar hij schijnt in pastorelen dienst getreden te zijn. Hij stierf te Vianen, bij Utrecht den 14 april 1742, en werd in het pand de Mariakerke te Utrecht begraven.( Gedrukte brieven van afstelling werden geplakt op de kerkdeur van Wevelgem en op deze der hoofdkerk van Doornik. Afdruksels er van zijn heden dage bewaard in de pastorij van Harelbeke en Rumbeke alsook in de stadsbibliotheek van Doornik. Heeft hij inderdaad dienst genomen het zal niet onder de Rooms-katholieke priesters geweest zijn. Zijn naam staat niet bekend in den Necrologus viroum ecclesiasticorum utriusque cleri tum sœcularis tum regularis, qui in Missione Batava defencti sunt ab anno 1730 ad aunnum 1830. Ludduni Batavorum, van Leeuwen MDCCCXXXIII zijn zuster Maria Joanna, sedert 21 maart 1711 weduwe van Bartholomeus Bracaval, koster van Dottenijs, overleed aldaar 11 februari 1754, oud 92 jaar.
1703 – 1714 Karel Frans Van Eeckhout, van Comen; Deservitor te Spiere van Nov. 1701 tot Pasen 1702, wiens zerksteen in den binnenmuur zit van
Deuselmonde of Deulemont, bij Waasten.
D.M.O.
Icy gist
Le Sieur et Mre Charles François Van Eeckhout
Prêtre natif de Commines fs du Sr Gilles
Et Madelle Marie De Pootere
Cy devant pasteur de Rollegem et d’Espierre ensuite curè
de cette paroisse de Deuslemont
décèdé le 7 février 1745, agé de 72 ans
homme pacifique, orthodoxe et exacte dans ses
functions, lequel à fondé un obit à perpétuité à trios psalmes
et trois leçons avec les recommandaces pour lui, ses Pére, Mére et Frére.
( conjoinctement Damelle Marie Jeanne Van Eeckout sa Sœur décédée
En celibate le 4de 9bre 1741 agé de 69 ans) a la charge de cette eglise
et pauvreté, a solemniser chaque année au jour de St. Charles Borromée
le 4 9bre, a cet effet ont donnés aux Directeurs 250 livres de gros employer
au denier de trios et demy pour cent Requiescant in pace.
L’acte de cette foundation est à Tournay, Messines et au ferme de cette eglise.
Het opschrift sluit met een sprekend wapen: een eik op blauw? Veld, met drie Zilveren? Sterren boven een kroon, en de leus: Ad altiorA
M. Van Eeckhout, zo tekent hij ontving de kruine te Doornik in 1696, en de priesterwijding in de huiskapel van de bisschop van Doornik, Mgr. De Caillebot de La Salle, den 24 september 1701. Bij zijn aankomst te Rollegem, den 26 februari 1703, was hij dus één jaar en vijf maanden priester! Zeven jaar tussenruimte met een deservitor aan het hoofd der parochie: Pieter Le Maire (1707- 1714), later pastoor van Dottenijs.
1598-1606 Op de scheiding van de eeuwen, Cornelius VanBoterberghe. Hij wordt den 9 januari vervorderd naar Harelbeke, en op 17 april van het zelfde Jaar door Petrus Van Eycke ( Vandycke) op Rollegem vervangen.
1608 – 1613 Jan Longovins ( van Langenhove) joannes
1613 - 1614 Bernardus Decrudenaere, waarschijnlijk een Kortrijkzaan.
1614 – Hubert Saba, vier jaar later staat hij als pastoor in Heule. Genoemd den 4 oogst 1618 begon ten jare 1623 den tweeden kerstenboek; hij is in het Vlaams, evenals de eerste, die aanvangt met 1613. Onder Zwevegem boek pastoor L. Slosse lezen we op blz. 1788 4 october 1627 wordt door den bisschop van Doornik ons kloksken, Pieter, gedoopt “ in de kerke van Rolleghem, ten tijde van Adriaan de Pratere en Joos Rollefort, kerkmeester; P Vandenberghe, Bailliu; Simoen Van Marcke, Burgemeester; Pieter Veranneman, ontvanger, en pieter Vna Huyse, peters; Maria Verhage en Catharina Labbis meters.
1614 - 1656 Jacobus Beert, ( een Jacobus beert, vermoedelijk van Kortrijk, pastoor van
1636 - 1658 Merckem,was den 29 april 1628 peter, te Kortrijk, van Joos of Judocus Seyse, zoon van Joos en van Maria Beert: zou het de gewezen pastoor van Rollegem zijn, en misschien ook wel de oom van E.H. Franciscus Seyse?)
1656 – 1668 Franciscus Seyse, Filius Joos, van Kortrijk, “Pasteur van Roddelghem”
1668 – 1668 Jacobus Caelewaert, geboren te St-Denijs 15 december; overleden pastoor van Coyghem 26 september 1706. Zijn vader, Joost Caelewaer, filius Andries, trouwede eerst rond 1614 met Agnes van Bellegem Filia Adriaans; dan op 27 april 1633 met Maria Vander Cruycen, Filia Arents, zuster van den pastoor van St Denijs. Menheer Caelewaaert was onderpastoor op zijn geboorteparochie, toen hij den 16 september 1679 zijn benaming ontving voor Kooigem uit handen van Mgr. Gilbert De Choyseul, op voorstel van den abt van Sint- Theodoricus, buiten Rhiemen. Hij werd plechtig in het bezit van zijn pastorij gesteld door Jan Boudewijn Van Houtten pastoor van Dottenijs en deken van Helkijn. Hij maakte zijn testament uitgang de jaren 1960, en stelde tot uitvoerders aan Geeraert Kindt, onderpastoor van St-Denijs en zijn neef, Joos Planckaert, hoofdman en greffier van Bellegem en Kortrijk. Hij wil begraven zijn, zo spreekt het testament, in het O.L.Vrouw koor onder een zerk, en vraagt 250 missen aan 8 stuivers ieder. Hij geeft aan de kerk 100 guldens voor een eeuwig jaargetijde; 100 guldes aan de tafel van de H. Geest; 900 lands aan den dis van Sint-Denijs; aan zijn dienstmaart, Margriete Van Riest, Die boven de 25 jaar bij hem woonde, een gifte van 25 maal 4 pond groot en een rouwkleed van 4 pond. Aan Maria Van Beversluys, haar hulpe, 60 guldes. Aan de koster, Jan Ingelbeert, 25 guldes voor een nieuw “Habyt” Jan Boudewijn Van Houtten , S.T.B.F., word pastoor te Dottenijs kort na Allerheiligen in 1668. Hij sterft als deken van Helkijn op 2 oktober 1712. Hij moet van Brabantse oorsprong geweest zijn. Zijn doop- en dodenregisters staan vol van eigenaardige aantekeningen. “Den 30ste mei 1689 weken de Fransen uit naar Harelbeke, en hongen hier twee déserteurs op aan een boom, wat later hadden de Spanjaarden de bovenhand, en op hun beurt hongen zij een man op van Saint-Sauveur, omdat hij den vijand een veilige schuilplaats had gewezen in den bosch van Sint-Denijs. Den 30st juni 1703 stierf op een hooidilte Pieter Vaillant. Den 21ste maart 1711 overleed koster Bartholomeus Bracaval. Zijn weduwe, Maria Joanna Van Biesbroucq, zuster van den Janseisten pastoor van Rolleghem, overleed op haar beurt den 11ste Februarie 1754, oud 92 jaar.
1668 -1691 Joos De Boo; “ uit ene kosterfamilie van Zwevegem gesproten, zoon van JudocusBij Mayken De Smet, en den 16 juli 1620 te Zwevegem kersten gedaan door zijn Peter. Heer en Meester Joos De Mey, pastor te Wevelgem. Menheer De Boo was onderpastor van zijn parochie sedert 1657, toen hij krachtens brieven uit Doornik in de pastorij van Rollegem bevestigt werd de 4 juli 1668. Hij bezorgde zijn schapen ten tijd van 23 jaar, en ging rekening over zijn hofmeesterschap geven aan de Prins der Herders, in ’t begin van 1691. (Rond den Heerd, 1869, blz. 338) Zijn Koster was Maarten Bonte, man van Maria Leman, en vermoedelijk opvolger van Beernaard Van Steenbrugge. Iets dat alsdan zelden gebeurde, hij ontving tweemaal de bisschop van Doornik, Mgr. De Choyseul, die kwam vormen den 9 oktober 1678, en de 29 oktober 1688.
Hij was de peter van Thomas De Boo, zoon van Willem en van Joanna De Leersnyder. Deze werd geboren te Swevegeghem 7 maart 1657, deze was toen onderpastoor te Sweveghem
1503 - Hespeel Philippens was pastoor in 1503 (Zo schijnt toch ergens geschreven te zijn)
1505 – Phillippus Hespeel, die, vooraleer het priesterdom te ontvangen, was getrouwd
Geweest. Hij koopt den 30ste september het buitenpoortschap van Kortrijk voor hem
En zijn vier kinderen.
1541 –Jooris Halsbergh (vroeger Van Alsembergh). was eerst Kapelaan in O.L.V.
1547 – Willem Adyn
1549 – Pieter de Condé, van het bisdom van Kamerijk, “Pastoor van Rollegem heeft als
plaatsvervanger Lieven de Molendino of Vander Meulen.
1560 – Willem Adyn resideert niet. Zijn stedehouder heet Jac Bossut.
1574 - Pieter Dejonghe.
1586 – Jan Reynkens, Reindtkyndts of Reyntkens( zo gezegd Reyntjens in dien tijd)
Naderhand was hij elf jaar pastoor van de verenigde parochies van Helkijn en Bossuit,
En werd den 14 nov. 1608 vervorderd naar St-Denijs,( om de schaarsheid van priesters) alwaar hij den Here voldeed ten jare
1617, na een jaargetijde gesticht te hebben
Geeraerd van Elslandt, deservitor
1597 – Adriaan Mulier, benoemd den 23 oogst.
Het volgende jaar, den 11 juni, trekt hij als pastoor naar Rekkem. Hij overleed rond 1623. Hij zag twee altaren in zijn kerk wijden op 30 september 1612.
1448-52 Jan Vande Male, pastoor van Rollegem, ook geheten de Male en de Melle, bekwam oorlof om op de parochie niet te verblijven, en betaalde, om die gunst, aan het Geestelijk Hof van Doornik, 54 stuivers voor het tijdstip van Alderheiligen 1448 tot St-jansmis 1449. Ondertussen werd zijn werk gedaan door Nabucodonosor Van den Hane; in 1450 door Segher Van de Welden; in1451 door Jaspar Marmus, priester van het Bisdom van Teerenburg
1453- Pieter Adams, oud-kapelaan van O.L.V. te Kortrijk.
1453- Het zelfde jaar is Willem Dele Neste Deservitor, eveneens
1454- Joos Cueninc.
Andere bronnen waar van naam niet bekent geven;
1453- Jan Bronne, oud-kapelaan van O.L.V. staat beschreven als pastoor van “Rodelenghien”
1455 – Jan Boudins resideert niet en laat zijn werk doen door Willem Vanden Neste
1458 – Phillippus Hespeel, oom van volgende pastoor Hespeel?
Willem Cordier, oud-kapelaan van O.L.V. sticht een jaargetijde in zijn kerk van
Toen de kerk van Rollegem in 2006 honderd jaar was, was het ogenblik gekomen om stil te staan bij de kerkelijke overheid en onze eigen priesters.
Van onheugelijke tijden is de Rooms-katholieke Godsdienst de Godsdienst der parochie Rollegem. De bevolking is ten allen tijde gekenmerkt door haar godsdienstige gevoelens en grote geest van gebed.
Voor 1900 waren er enige slachtoffers of aanhangers van protestantisme en jansenisme, maar meren deel was door en door godsdienstig.
De parochie had weinig onderhandelingsmiddelen en door ligging en wegenis afzonderlijk leefden. De parochie bestond uit landbouwers en landswerkers, en het meest nog uit wevers, die thuis op het getouw hun brood verdienden. Na het invoeren van den tram welke Kortrijk met Moeskroen verbond, bestaat er meer gemeens met de vreemde, dagelijks vervoerd de tram zoiets van twee tot driehonderd werklieden die naar de bedrijven van Moeskroen, Tourcoing, Robaix hun dagloon gingen verdienen. Die sinds dien den goede christengeest der parochie veel veranderd heeft en de zeden verhinderd, we zijn nu 1912. De zielenlast der Parochie van Rollegem is toevertrouwd aan een pastor en enen onderpastor.
In den beginne was een pastor alleen met die zorg belast.
Dit is de lijst hunner namen.
Voor de lijst der pastors in het gedenken boek van E.H. Pastor Slosse, hij klimt op tot in het jaar 1448. Volgens het boek van pastoor Slosse zijn de namen getrokken uit het Doornikse benoemingsboeken, rustende te Bergen (Uitgebrand het archief) en uit twee handschriften: Chronicon Rev”D.DDeanorum (van O.L.Vrouw te Kortrijk) en Documenta Capituli verzameld door kanonik de Meulenaere, rustende op het stadhuis van Kortrijk.
Het Cronicon begint, wegens Rollegem met deze worden:
In ecclesia parochiali beate Mariede Rollegem funda est unica porto pastoralis, cujus presentatio spectat ad R.R. ad D.D. Decanum et Capitulum, collatio vero ad Reverendissimum Episcopum Tornacensem, vel ejus vicarious.
De kerk van Rollegem, heden toegewijd aan de H.Antonius, abt zou dan nog vroeger onder de bescherming van O.L.Vrouw gestaan hebben. Misschien, bij het veranderen van pastoor, hebben zij achter het koor de kapel van O.L.Vrouw van Rollegem gebouwd,Pastoor Biliau heeft ze laten afbreken, en op de noordzijde van het kerkhof gebracht.
Herinnerd u het zich nog bij het begin van dit verhaal, een dorp niet veraf gelegen van de golden rivier, industrie en handel: Landbouw, katoen en wollen stoffen, ververijen, brouwerij, de steenbakkerij en de fabricatie van mosterd zijn ook industrie van Rolleghem. Rollegem lag voortijds in een put verzonken door menigvuldige overstromingen der drie beken waar twee samen vloeien. Het ligt tweeëndertig meter boven de zeespiegel. Zo begon het verhaal.
Nu zijn we hier gekomen, in 1965 zagen we bij het wakker worden, de zon opkomen door het venster, “de Mont St-Hubert” bij Doornik,lag bijna bij manier van spreken op onze schoot, nu zien we nog den overkant van de straat, een rij huizen, op het grondgebied wat ooit landbouwgrond was van het klooster. Er waren toen nog 48 landbouwbedrijven actief, nu nog slechts een tiental. Vele landbouwgronden werden omgezet in bouwgronden, de weinige industrie die we hadden werd gecentraliseerd naar andere oorden, we werden een woongebied. Stuk voorstuk word alles vol gebouwd. De eerste huizenrijen kwamen in de Oude Aalbeeksestraat, vanaf de jaren ’50 in de jaren zestig de volgende rij aan de overkant. Intussen werden de Marionetten waar voordien een molen (Kimpersmolen) stond weelderig te draaien, kwamen de woonblokken voor meer behoeden.
Nog waren landbouwers te vinden om “de Weimeersen” op te offeren voor de uitbreiding van woongebied. De straat naar Tombroek werd niet benut, deze zou verbinding geven met Tombroek. Intussen werd de Kerkstraat ( Rollegemkerkstraat) uitgelangd en ook daar werden tal van woningen bij geplaatst. Door de aanleg van de autosnelweg, A17 werd ook hier den molenkouter,(plaatsmolen) een prachtige gelegenheid om het woongebied uit te bouwen. En ook het gehucht Tombroek werd niet achterwege gelaten, ook hier draaide jaren lang de molen( Tombroekmolen). In dien tijd was de molen een zegen voor de landbouw. Gronden bewerken bracht brood op de plank. Gronden rijk aan klei denk maar aan de Klijtberg, nog goed voor stenen of pannen. Als men nu spreekt over molens, gaat het niet meer direct over graan malen, maar over stroom. Ze noemen ze ook windmolen , ze komen ook te staan waar veel wind in voorraad is. Ze beheersen ook het landschap maar hebben als taak, ook voor het welzijn te zorgen. Hoe stadig of rijzig ze ook zijn, ze zijn niet welkom. Ze geven de grondbezitters wel opbrengst, maar niet iedereen is het erover eens, ook de molen van toen, was niet voor iedereen een gunst.
Het is wellicht in een versnelt tempo weergegeven hoe het dorp evolueerde, maar op verscheiden plaatsten, kan men op vandaag de veranderingen, jaar per jaar terug vinden, daarom is het hier beperkt, en wie weet word door anderen het verder aangevuld. Het mocht niet ontbreken, hoe het in slechts enkele tientallen jaren, alles snel kan veranderen. Wat eens zorgde voor het meest behoevende van de mens, (voedsel) zorgt nu voor het wonen, het zogezegd onverstoord leven. Wie zegt ons, wat men over nog eens enkele tientallen jaren zal aan toevoegen. Het is koffiedik kijken noemen ze dat, een ding is zo goed als zeker, de wereld blijft doordraaien, wat we er ook aandoen, de evolutie kunnen we niet stoppen, en het is maar goed ook.
De aller eerste verkeerswegen, nog vòòr Christus tijd was er de pre Romeinse weg van de Pottelelberg te Kortrijk naar Kooigem. Deze weg zou overeen gesteld zijn met nu de Lampestraat, Tombroekmolenstraat, Candeléstraat. In de eerste eeuw na Christus werd een nieuwe Romeinse weg gebouwd van Kortrijk naar Doornik. Deze volgde ongeveer het tracé van de huidige Munkendoornstraat.
Vanaf 1775 werden te Rollegem begonnen met het verharden van straten het zij met grind of kasseien.
Wist u geachte lezer, dat in het jaar 1642 buiten de zondagen er nog 34 verplichte feestdagen waren; Besnijdenis , Driekoningen, Kruisverheffing, Sacramentsdag, Petrus en Paulus, Boodschap, geboorte, Lichtmis, en ga zo maar door. Het was keizer Napoleon die ze terug afschafte en er nog vier overhield: Kerstmis, O.L.H-Hemelvaart, O.L.V. ten Hemel opgenomen en Allerheiligen.
In de 15 eeuw werden op de geboden feestdagen geboterde koeken en witte wijn uitgedeeld aan de gelovigen die de sacramenten hadden ontvangen. Een eigenaardig gebruik in onze kerk was dat men op kerstmis, de kerkvloer versierde met stro. De godsvrucht tot de H. Maria groeide steeds aan. Iedere avond zong men in onze kerk een “lof” tot O.LVrouw.
Begin van de 18de eeuw werden de banken in onze kerk stilaan vervangen door kerkstoelen. Het gebruik van stoelen in de kerk was een Franse uitvinding die geleidelijk naar hier was overgewaaid. Letwel geen zitstoelen maar knielstoelen. Jean-Baptist Depoortere mocht in 1822 nogmaals dertig stoel leveren. Sommige kerkgangers hadden zo hun eigen bidstoel, waarop de naam van de eigenaar was op gegraveerd op een koperplaatje of in het houten bovenstuk. Soms waren de zittingen met plusse overtrokken .
Het ontstaan van het portaal in onze kerk zou gekomen zijn door los lopende honden, ze konden zomaar de kerk in en uitlopen. Een “hondenslaeger” of “hondenzweper” was aangesteld om de honden uit de kerk te houden tijdens de diensten. De bisschop zou het bevel gegeven hebben om daar aan een einde te stellen.
De offergaven
In de 15de en de 16de eeuw was ook hier de gewoonte dat men giften aanboden op de pateel. Offers zoals brood, wijn, pluimvee, konijnen enz. Bij het aanbieden van deze offergaven kuste men de hand van de priester alsook de pateel of pateen. Al deze gaven werden na de mis verkocht aan de meestbiedende, hetzij om missen te lezen, of om armen te helpen. Uit de rekening van 1857 kent men enkele verkoopcijfers: “ een hen 0,60fr. een kieken 0,50fr. een duif 0,25 fr. een konijn 0,30fr. “
Men heeft hier een pronkstuk staan van een boom de prachtige treurbeuk.
Vele mensen kennen onze boom maar hoe oud zou deze kunnen zijn? Wel aan de hand van foto’s maar ook uit geschriften kan men het volgend uitmaken. In 1900 werd een noodkerk gebouwd in de heer pastoor zijnen hof. Het was een grote tuin, een lusttuin, een echt paradijs word er geschreven. Wanneer we nu het gebouw bekijken aan de hand van deze foto genomen na 1913 toen het torentje geplaatst was, kunnen we met zekerheid zeggen hoe oud hij nu zou zijn. In het torentje hing een klokje dat tijdens de beide grote processies welke hier werden gehouden, werd geluid. Op Sacramentsdag en op 15 augustus. Het was Sachemprez Jerome welke de karwei op zich nam.