Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Aanwinsten VI 6914: op kaart staat een plaats aangeduid al ‘tLinde. Deze kaart duidt het grondgebied aan van de heerlijkheid Ten Berghe in Rollegem. Stond daar eertijds een lindeboom?
Toen dat de jonge kerels van achttien en meer verplichte dienst hadden te Rollegem, maar ook in andere dorpen, gaf men soldatenblaatje uit, met wat nieuws uit het dorp.
Gebeurtenissen kwamen op die manier het soldaten leven wat opbeuren, dat men van het thuisfront iets te weten kwam.
Zo kregen we er een paar onder onze ogen, we veronderstellen dat het rond het 1953 zal geweest zijn, daar Robert Boerkes (Stichelbout) overleed op 10/05/1953.
Zo lazen we dat onlangs j.w. Vandenberghe Victorine en Robert Boerkes, overleden was, of dat Madeleine Millecamps op 1 mei binnen trad in het klooster.
Dat ze met onbetaald verloof gingen Decaboter Hilloné, Tieberghijn René en Leplae Norbert. Eveneens wachtmeester Deruyck Roger, die wel heel welkom zou geweest zijn bij zijn naarstig vrouwtje en zijn bengels. Lucien Vanhasten zou graag eens 600 km meebollen. Ook Arnold Vanwijnsberghe zou alles kaput fahren, zoals Fredi Kübler.
Oud sak: Registre des fiefs et arrieres fiefs tenu du chat. De Courtray. Vermelding naam folio 440
Monografie van Rolleghem: blz. 98 hofstede genoemd “ de Leuridan” van de kinderen van Petrus Noose. De landen paalden ten westen van de straat van Tombrouck naar de Lerberg- of Kreupelstraat.
Fam. Fonds 3047 (f° 103 – 105): renteboek van Assche 1760 In Rolleghem: een behuysde hofstede, boomgaert ende lant genaemt den leuridan, west aan de straat van Tombrouck naar de Lerbergstraat.
Het Leen ten Berghe ( van de heerlijkheid Te Mele in Waregem)
Monografie van Rolleghem: Blz. 50: het omvat al de gronden gelegen in de driehoek gevormd door de Segersweg, Kortrijkstraat en de Munkendoornstraat; op de zuidkant van de Segersweg strekte de heerlijkheid zich uit tot tegen de heerlijkheid Boutillerie en de Spijkerlanden. Twee percelen lagen op Kortrijk.
Monografie van Rolleghem blz. 50: op de oostzijde van de “Eierstraat” ( nu Knokstraat) tegenaan de grens met Bellegem bezat in 1761 Niklaas Du Boccage er drie perceeltjes land en een boomgaard.
Atlas der Buurtwegen: cfr. Situering op dit plan
Fragmenta: I blz. 22-23: een erfelijke rente de “ Castaigneboom”
Acten en contracten reg. 1616-1618, f° 120: J. Adins bezit het leen te “ Castaigneboom”, bestaande uit een rente van geld en nature op gronden omtrent Tombrouck.
Woordenboek der toponymie Du Flou: deel 7, blz. 309 De “ Castagneboom”: leengoed te Rolleghem. (omtrent Tombrouck).
Het is naar dat we gelezen hebben in de gazette dat een zeker Alfons Claes zou een of meerdere boeken geschreven hebben over de attributen die behoren bij de heiligen, zoals b.v. kerk of klooster op de hand dragen. Of Drachten van kloosteroorden, mijter staf of hermelijn. Of nog Palmtak, staf of witte sluier en zo kunnen er nog meer van die dingen zijn welke bij de heiligen behoren. Zoek het maar uit.
Op 25 december viert de wereld Kerstmis. Kristenen herdenken de geboorte van Jezus Christus. De kans dat Jezus opdien dag ter wereld kwam is echter niet groot, het is echter geen toeval, dat men dit viert in volle winter. De winter is ook in Palestina geen periode om de dieren ’s nachts in openlucht onbeschut buiten te laten. Tijdens de laatste dagen van het jaar heeft de mens steeds feest gevierd. In de donkere en lange herfstavonden lag het werk stil op de akkers. Op 22 december echter lengden de dagen, een minuutje slechts, maar de zekerheid van een nieuwe lente zat er al in. De Romeinen vierden hun Saturnalia, de Germanen hokten samen bij de geboorte van de nieuwe zon. Het Joelfeest de overgang van donker naar licht. Dat alles werd verchristelijkt omstreeks 330; Rome koos toen 25 december als de geboortedatum van de Heiland. Creccio was daarvan slechts een uitstraling, eeuwen later. De Oosterse kerk herdacht de geboorte van Christus oorspronkelijk op 6 januari.
En wie weet het nog? Die ouwe kerstvieringen, zo echt. Met de twaalf galmende slagen van de klok op middernacht? Dan de grote processie in brokaat en kant, waarna een eerbaar schrijdende pastoor het wassen Jesukindje in het kribbetje “lei” vooraan in de kerk. “Vlaamse” kerstliedjes gezongen, die wij verstonden. Van “Stille Nacht” en “Suza Nina” zo schoon dat de nonnekens op de eerste rij ontroerd geraakten. En daarna lieten we de herdekens liggen en stormden huiswaarts. Warme cacao, of suikerbrood, leverworst. En pas veel later worstebrood of “Petit jesu” .Maar het smul gedoe kwam pas veel later, de eerste kerstliederen en kribbe kwamen uit den tijd van Sint Franciscuis. De eerste stal dateert van 1223, in een rotsholte bij Creccio.
Sint Frans die van Assië en van de vogeltjes, die van Timmermans, liet het hele kerstverhaal spelen door levende “beelden” Immers vanuit Assië verspreidde zich het verhaal en de legende. Overal vind je vandaag de levende kerstkribbe, rond elke kerktoren hangt de onwezenlijke sfeer, zelfs overal ter wereld zwijgen kanonnen en geweren dan eventjes zoals honderd jaar terug aan den ijzer.
De gewoonte om hulst en andere groen als kerstversiering te gebruiken, gaat terug op de Keltische riten van de druïden die maretakken afsneden. Aan het winterse groen schreven ze magische krachten met eeuwigheidswaarde toe. Planten die groen blijven terwijl de meeste bomen hun bladeren verliezen beschouwden ze als een symbool van eeuwig leven.
Ook hier boog de kerk een heidens gebruik om tot een christelijke gewoonte: uit het Keltische wintergroen ontstond onze adventskrans.
De kerstboom die is jonger en Duits van origine. Hij wordt bij ons pas in het begin van de vorige eeuw gebruikt. Volgens een oud bijgeloof mag je kerstversiering niet eerder aanbrengen dan op de 24ste, en moet alles wat naar Kerstmis verwijst op 6 januari Driekoningen verwijderd worden.
De Kerstman is een Amerikaanse bastaard zoon van Sint- Niklaas. De Nederlanders immigranten brachten hun St –Niklaas mee naar Amerika. De andere inwijkelingen veramerikaniseerden hem tot Santa Claus. Tussen Sint- niklaas en Kerst liggen maar twintig dagen en de ruige kerels in de nieuwe wereld konden voor de twee feesten met een figuur stellen. Dat de Kerstman zijn bestaan te danken heeft aan St- Niklaas blijkt ook uit zijn garderobe; net zoals de grote kindervriend draagt hij ook rood en wit. Je mag Santa Claus niet verwarren met Father Christmas, die ouder en Engelser is.
De kerststal en het kerstspel ontstonden uit de christelijke bekommernis om het kerstgebeuren zo aanschouwelijk mogelijk aan het ongeletterde volk voor te stellen.
Het kerstekind( zonder “n” ) is niet noodzakelijk een kerstenkind (met een “n “) Een kerstekind of een kerstkind is een kind dat op 25 december werden geboren. Deze kregen dan meestal de naam Noël.
Met kerstenkind bedoeld men niet den boreling, maar een onervaren jongeling, een groentje. ’t Maar een lettertje verschil, maar toch.
Woordenboek der toponymie Du Flou: deel IX blz. 60: weg te Rolleghem
Atlas der Buurtwegen: Lanteweg, weg nr. 21
In het Woordenboek der Nederlandse taal (’s Gravenhage- Leiden 1882 vgl.) : Lante: door syncope en gedeeltelijk assimilatie uit Lampte ontstaan ( Blz. 1083)
In een woordenlijst -Kortrijks dialect ( Leiegouw, XIV II, 1972) schrijft Debrabandere: Lante, lamp.
Willem Onré, (Kortrijk 1904-67) droeg de bijnaam Willem de Lante, naar de naam van zijn geboortehuis. Dit woord gaat terug op Mnl. Lampada, lampde, lampte; latijn lampadem (akk. Van lampas, -adis)
Terwijl lamp rechtstreeks van het Fr. Lampe uit vulgair Latijn Lampa stampt. (Frank- van Wijk, 369) Voor mpt-nt (Lamte- Lante), vgl. kantoor uit comptoir. Wvl. Pront uit promt (De Bo)
Loquela. G. Gezelle blz. 292: de Lante: donkeravond vb. Hij komt gemeenlijk tussen dag en Lante.
Rollegem geschiedenis: Hier moeten eeuwen geleden lindebomen gestaan hebben, die vereerd werden door de heidenen. Deze hoek lag langs de voorhistorische baan Pottelberg- Kooigem.
Een “zwarte kraai” noemde haar jaloerse schoonmoeder de mooie zwartharige Godeliph of Godelieve toen Bertulf omstreeks 1070 zijn jonge bruid naar Gistel bracht. Het was” het huwelijk met de handschoen” iets die toen in gebruik was een huwelijk bedisseld door de vaders. Bertulf had een mooi bruidsgeschenk mee en dat viel blijkbaar in de smaak van Godelieve haar vader. Bertulf was “ forestier van de duinen” een burgerlijk -militair ambt dat hij verkregen had de Graaf van Vlaanderen. Het liep reeds mis met het huwelijk van bij het begin Bertulf zou zelfs nooit op het feest aanwezig geweest zijn, laat staan dat hij met haar het bed zou gedeeld hebben. Vooral op aanstoken van de boosaardige schoonmoeder. Godelieve werd op het neerhof als een dienstmeid behandeld en aan allerlei plagerijen bloot- gesteld. Uit eindelijk werd ze oplast van haar man door zijn dienaars Lantbert en Hacca gewurgd en in een poel ondergedompeld. Zij simuleerden een zelfmoord. Tal van wonderen van bij haar dood deden spontane verering ontstaan. Het “putken” waarin het lichaam van Godelieve werd ondergedompeld werd de uitgang van een levende volksverering. Van ouds beleeft Gistel hoogdagen van volksdevotie van 6 juli, de feestdag van de h. Godelieve tot 30 juli, de datum van haar gewelddadige dood. Ze wordt voorgesteld met een vierkronen motief gewijd aan “ virgo – conjugata – relicta – martyrizata . Het is een eigenaardige combinatie van : maagd- gehuwd – verstoten vrouw en martelares.
Te Gistel herinneren een viertal kapelletjes aan het kraaiwonder, het wonderbaar naaisel en het mirakel van de houtspander. Het “Godelievewater” wordt als geneeskrachtig beschouwd tegen oog en keelziekten. Te Gent verkochten men in vroegere tijden een “Godelieffoor” een Godelievedrank: een thee van zoethout met bruine suiker die de eigenschap bezat dronkaards voor een gans jaar van hun kwaal te genezen. Voor kleine kinderen waren er koekjes Godelieve schaapjes, opdat de kinderen een gans jaar “ zacht en zoet als schaapjes zouden blijven”.
Om terug te keren bij den veilige Christofoor ( feestdag op 25 juli) geniet het vertrouwen van de reizende die zowel te water, ter land of in de lucht in levensgevaar verkeren. Een oersterke heiden die een vastberaden verkondiger werd van het christendom. Hij heeft gediend in het leger, en viel op door zijn reuzengestalte. Hij stierf de marteldood nadat hij weer een van zijn wapenmakkers had bekeerd.
Hij wordt aanroepen tegen een plotse dood, zweren, beenderziekten, gezwellen, wenende kinderen en kinderziekten in het algemeen. Hij werd vooral de schutsheilige voor reizigers en wandelaars en vooral voor de automobilisten. Onmiddellijk voor de tweede wereldoorlog kwam de autozegening tot stand en breide zich vooral uit in de jaren veertig.
Vroeger was 22 februari een belagerrijke dag vooral op het platte land. Het was de lotdag wat het weerverloop betreft. Sint-Pietersdag werd reeds in de 7de eeuw beschouwd als de eerste lentedag. “Sankt Petri Stuhl dem Frühling winkt” Volgens het oude volksgeloof paren de patrijzen in de St Pietersnacht, en komt de ooievaar zijn oud nest opzoeken. In vroegere tijden gingen de boeren voor zonsopgang driemaal met een kruishamer rond het huis, schuur en stal terwijl hij tegen de posten en balken sloeg. Deze rituele handeling had tot doel muizen, raten, vlooien vlinders en alle ander ongedierte te verdrijven.
Sint- Maarten en Sint Niklaas de kindervrienden genaamd, den eersten onafscheidelijk verbonden met de dag van den wapenstilstand 11 november. En Sint Niklaas 6 December
St Maarten is misschien minder populair dan St Niklaas, maar minstens even heilig, zo niet nog heiliger. Hij verwierf zijn faam door het delen van zijn mantel met een bedelaar.
Rond 11 november wordt ook nog het St Maartensvuur ontstoken, als dankoffer voor de oost en de vruchten van de landbouw en veeteelt.
St- Joris staat aangeschreven zoals ook St-Maarten een regen heilige. St Joris warm en schoon, heeft ruw en nat tot loon. Met andere woorden, als kikvorsen in de lente te vroeg kwaken, zal het weer spoedig omslaan en volgt er nog een koude periode. Wellicht schuilt er toch waarheid in het gezegde “ Liefst rijdt er langs de wegen Sint Joris in de regen”.
Hij staat bekend als een draken doder. Hij is bij de boogschutters zeer bekend als hun patroon heilige.” Sente Joris die Mette speere sloegh den dracke” was reeds in de 12de en 13de eeuw algemeen gekend. Van in de verste oudheid wordt de draak voorgesteld als een goede of als een kwade geest. In de h. schrift wordt hij vaak beschouwd als de duivel zelf. De draak verzinnebeeldt de vijanden van het christendom.
En de Elooi wie ooit een smid was, edelsmid. Hij was een handig kunstenaar die de gunst verwierf van koning Chlotarius II voor wie hij een gouden zetel smeedde.
De Heilige Willibrord een misschien wat minder bekende, een Ierse monnik geboren in 658 in Northumberland in de buurt van York, welke na de dood van zijn vrouw een kloostertje bouwde Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de eenheid der Nederlanden. Hij staat vermeld als de voornaamste bronnenheilige. In vele kerken die zijn patroonschap dragen bevond zich een put of bron. Deze moeten beschouwd worden als vroeger doopputjes, “ “Kerstputten” volwassenen werden gedoopt door indompeling.
In Wulpen gaat men op pinkstermaandag naar het Willibrorduskapel en het putje waar volgens de legende de heilige een bron deed ontspringen. Het water wordt beschouwd als een heilmiddel tegen koorts en hete brand. Hij stierf op 7 november 739 te Echternach.
Wie rekent nog op Sint Plone bij tandpijn, veel oudere mensen zullen hun gedachten nog wegdromen naar de h. Apollonia welke in hun tijd er nog druk voor vereerd werd. Men trok naar Meldert, je kon er je ter plaatse laten inschrijven in het broederschap. En wie ingeschreven was en toch in de loop van het jaar tandpijn kreeg, dacht daarvan verlost te worden door “ een noveen te houden “
Vandaag zijn het vooral moeders, of grootmoeders die hun kinderen of kleinkinderen in het register van Apollonia laten inschrijven “…opdat de wisseling van melktanden naar definitieve tanden niet al te pijn lijk zou verlopen.
En wat moeten we dan denken bij het zien van enkele jaren terug toen uit de kerken vele heiligen beeltenissen werden weg genomen. En naar het schijnt was dat nog niet het ergste. Een kloosterzuster die de kloosternaam droeg van Apolline welke in 1937 geprofest werd, schreef jarenlang honderden kiespijnlijders in de broederschappen, tot zij door haar overheid werd aangemaand om dit achterwege te laten. Zij diende de geïnteresseerden te vertellen dat Apollonia nooit bestaan heeft en dat ze beter naar de tandarts zouden gaan in plaats van op bedevaart.
Dat de fantasie eertijds wel eens hoge toppen kon scheren, is wel waar maar was deze ingreep dan wel nodig, mogen we geen heiligen aanroepen? Is dat goddeloos? Waarom kunnen wij ons op hen niet toevertrouwen, of was alles een overdrevenheid van de kerk?
En wat dan zeggen van Valentijn de verliefde harten. Valentijn zou volgens een legende tijdens een razzia tegen de christenen zijn opgepakt en in de gevangenis gegooid. Een vader cipier had een blinde dochter. En tussen dit kind en Valentijn ontstond een diepe vriendschap. Toen het bekend geraakte dat Valentijn zou moeten sterven door steniging bezocht het meisje hem een laatste maal, waarna het kind genas. Voor hij stierf stuurde hij het meisje een brief en vanaf dat ogenblik zou het een gebruik geworden zijn dat verliefden elkaar op Sint Valentijn een wenskaart sturen.
In de middeleeuwen geloofde men dat de vogels op 14 februari paarden. Bij ons is het pas na de tweede wereldoorlog dat het feest een vast gebruik geworden is.
En wat gezegd van St Maarten, de zoon van een Romeins officier in het Romeinse leger en zeker geen christen. Martinus werd op 15 jarige leeftijd opgenomen bij de ruiterij der keizerlijke garde. Hij kwam in contact met Hilarius, de latere bisschop van Poitiers. Op 18 jarige leeftijd werd hij gedoopt en ontslagen uit het leger wegens zijn bezwaar om medemensen te doden. Hij vestigde zich in een kluis nabij Poitiers, en werd verkozen tot bisschop van Tours, hij werd op 11 november in Tours begraven. Wegens zijn militaire activiteit in zijn jeugd werd hij beschermer van soldaten. Hij is tevens de heilige welke aanroepen wordt door de “ bedwateraars” . Hij is tevens bekent als een beetje de tegen hanger van St- Niklaas
Woordenboek der toponymie Du Flou: deel IX, blz. 204: een duiker te Rolleghem. Duiker: cfr. Uitleg Blouwe duiker
Langhemeersch vindt men terug als persoonsnaam: Studie van persoonsnamen in de Kasselrij van Kortrijk door Frans Debrabandere blz. 268 n° 1153: Langhemersch als scepenen OLV 346 d,e.
De lange mere was een meers ten zuiden van de Groeningebeek te Kortrijk. Langhemeersch is een variant van dez plaatsnaam.
Kortrijkse persoonsnamen omstreeks 1400 Frans Debrabandere blz. 114 n°482: Lancmersch, Van: 1391: ghesend Zegeren van Lancmersch.