Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
De Straete loopende van den Smockelpot naer Tombrouck
Aanwinsten VI 6848: ( 1761) heerlijcken renteboek der Heerlijckhede van Polliere of pomerie geleghen in de prochie van Rolleghem. Vermelding van de straat in de beschrijving van een stuk grond.
Monografie van Rollegem: blz. 48: dit is nu de huidige Lampestraat
Monografie van Rollegem: blz. 40: dit is de huidige Aalbekestraat.
Duizend Kortrijksestraten: Van Rollegemplaats tot de Lampestraat. Buurtweg met groot verkeer. Nr. 147. Aantal woningen in 1984, 106, het aantal bewoners op de zelfde periode 277.
Voor 1890 liep de weg van Rollegem naar Aalbeke via de Oude Aalbeeksestraat. Van de huidige Aalbekestraat bestond toen alleen de eerste 150 m, in de 19de eeuw genoemd buurtweg 19 og de Capellestraet.( Vanaf Rosie Rosa Aalbeeksestraat nr. 1, tot aan krantenStal nr., vervolgens tot aan de huidige Rollegemkerkstraat het nr.3) In 1890 werd er tussen Rollegem en Aalbeke een nieuwe aangelegd
Fonds D’Ennetieres 2400: in een beschrijving van het land van Thomas Fabureel: ……west de straete an den plas. Plas = poel.
Verwijs en Verdam blz. 421. In de 16de eeuw komt plas in zaanl. Tongvallen voor als benaming van stukken land. De betekenis hangt samen met het bijvoegelijk gebruik van plas, eveneens aldaar vermeld, nl. dras, even onder water staan.
Wij flauwe pieten hebben normaal schrik van het woordje “ offer”. Wij kruipen in onze schelp, wanneer wij daarover horen spreken. Offeren dat is goed voor strenge paters met lange baarden, die meer serieus zijn dan sympathiek. En toch, juist dit woordeke “offer” bezit het geheim, is de sleutel, die de deur opent naar de schoonste liefde. Dikwijls spreken mensen dit zinnetje uit “ Ik bemin u” maar dikwijls moet men er bij voegen om hun gevoelens juist weer te geven: “voor mijzelf”. Ze houden van ’n meisje, omdat het meisje iets betekent voor hen, een bron van geluk is voor hen, een bron van genot voor hen, ’n verrijking voor hen. Zij beminnen het lieve kind, omdat ze zichzelf schrikkelijk graag zien. De liefde in haar zuivere vorm gaat verder. Zij wil het geluk van de andere om de andere, zelfs ten kost van eigen geluk. Ze is bereid zichzelf te vergeten, te lijden om de andere, ze wortelt in een offerbereidheid. Een gelukkig huwelijksleven steunt op die liefde, die offert voor de andere. Liefde is ’n uitnodiging tot grotere eenheid, de beleving van die eenheid tussen man en vrouw met eerbied voor Gods wet, een eenheid tussen lichamen en tussen zielen. Doch deze eenheid van hart en ziel vooral, moet plaats vinden tussen twee mensen van verschillende temperament en karakter; dit gaat niet zonder wrijvingen, zonder aanpassingen, die soms pijnlijk zijn.
Daarom moet men kunnen offeren, water in de wijn doen, vaarwel zeggen aaneigen grillen en de gebreken van anderen verdragen. Daarom blijft de beste voorbereiding op ’n schoon en gelukkig familieleven: de training in het OFFER! Een jongmens moet leren offeren; hij mag niet steeds op het schuim leven van anderen. Die offerschool vindt hij in zijn thuis. Kunt u, u vader en moeder een handje toesteken? Bent u ’n gezellige broer thuis? Als u thuis ’n misbaksel zijd, iemand die altijd moet gediend worden, ’n grolpot, dan ben je nog niet bekwaam om iemand diep gelukkig te maken. Wat beklaag ik die jonge mens van 20 jaar, die als grote leuze hebben” laat mij gerust” of “Ik ben liefst niets, dan heeft men met niets geen ruzie” Wat is een jongen weinig, die liefst niets is!!!
Fonds D’Ennetieres 2400 ( 1764): ten noorden van het hof van Rolleghem bevond zich het “stick over de beke” ( vanzelfsprekend lag deze grond juist over de beek).
AanwinstenVI 2126: f° 7 n° 25: renteboek vander heerlichende van Moorenackere bestreckende op diversche gronden van erfven daer afgehouden die ligghen in de prochie van Curtrycke. 1601: Pieters stick landts genaemt ’t stick onder ’t dreveken palende metter oostzijde jeghens zijn zelfs naervolghende meersch, metter zuutzijde jeghens Willems vanderplancke halfbundere, metter westzijde jeghens zijn zelfs landt genoemd den backere ende metter noordzijde jeghens het dreveken.
P. Boncquet: Heerlijkheid en Leen in de roede van de dertien parochies: Het is een achterleen van ’s wagenaers (Bell.) in het bezit van Isabel Denys, echtgenote van Jan van Halewijn.
OSA 1204: landboek van Cortryck-buyten (1762) den dich van Rolleghem: een stuk lands genaemt den Bohemenbergh daer een snuyf-wint-molen opstaet stond op het grondgebied van de parochie maar niet van de heerlijkheid.
Dismolen van Rollegem. De molennaar was een zekere Pieter Vermeulen, de eigenaar was de Dis van Rollegem.
Een ander kenmerk van de liefde is dat ze bewondert, dat ze waardeert en in het leven van de tegenpartij ontdekt: het edele, het schone, vooral de zielegave.
Wanneer je alleen houd van een meisje omdat ze gouden haarlokken heeft, dan mocht u het vergeten dat u die liefde kunt verliezen met één enkele schaarknip. Was het louter haar slanke lijn die u chloroformeerde, dan zult u vlug ontwaken en wakker blijven, wanneer u vrouw, wellicht al bij een eerste geboorte, haar slanke lijn voor altijd verliezen zal. Vele van die zaken die jonge mensen op hol brengen en hun hart op snelklop, zijn zeer trefbaar voor devaluatie. Huwt men voor het lijf, dan verliest men het lijf en behoud het wijf. Een mooie heks blijft toch altijd een heks. Andere dingen zijn meer duurzaam. Als u daarvoor een meisje verkiest, dan hebt u meer kans op trouw en blijvend geluk. Wilt u de naam kennen van die meer duurzame artikelen; Viola: zielenadel, offerkracht, zelfvergeten, gewetensfijnheid, vroomheid, kuisheid, bescheidenheid, idealisme, geduld, sterkte, goedheid, delicaatheid, opgeruimdheid, spaarzin, netheid, fijne smaak, liefde tot het kind, oprechtheid… Deze gaven echter waardeert men meer in de mate dat men zelf uit edel hout gesneden is. Dat geen voorrecht voor de varkens en hun broeders de smeerlappen. Vele grootmuilen, gekenmerkt door hondenmanieren hebben genoeg met een stuk vlees. Ieder heeft zijn keus. Doch wie alleen kiest voor het vlees moet weten dat het vlees uiteindelijk rot. U moet een meisje zoeken met edele gaven. Zo een meisje zult u gemakkelijk blijvend kunnen bewonderen, ze zal uw trouw vergemakkelijken, en onder haar invloed zult u zelf een edeler mens worden. Die vrouw zal u steeds opnieuw verrassen bij de geboorte van ’n kind, wanneer ze plots voor u zal verschijnen omgeven door schoonheid, waar u vroeger het bestaan niet van vermoeden kon. Maak dus uw liefde stevig door een goede keuze. Wordt deze goede partij waard door een flink leven.
Liefde wil zich vereeuwigen, vruchtbaar zijn in het kind:
De mens wil sporen nalaten wanneer hij sterft. Zo heeft de mens veel vreugde aan te weten dat de stenen van zijn gespaard huizenke hem overleven en een monument zijn, dat herinnert aan zijn werkkracht en zijn verblijf onder de mensen. Het schoonste monument dat hij nalaat, dat zijn z’n kinderen, bloed van zijn bloed. In de kinderen heeft hij getracht iets te leggen van zichzelf. Hij heeft getracht van hen een verbeterde uitgave te maken van zijn eigen leven. Het schoonste van eigen leven wil hij zien verder leven in zijn nakomelingen.
Zijn kroost is hem zeer duurbaar. Voor die kinderen immers heeft hij geleefd zich afgesloofd, zichzelf overtroffen. Ze hebben hem moet gegeven. Wanneer de mensen hard voor hem waren, niet geloofden in hem, hem verdriet aandeden, dan was het heerlijk voor hem geweest, wanneer ’s avonds kinderarmkens zich strengelden rond vaders hals; wanneer reine kinderogen hem al zijn leed betaalden met een paar ogen, dat blonken van liefde, en gerust schenen omdat ze zich veilig voelden, dicht bij die vader, die volgens hun verbeelding alles wist en alles kon. Die kinderen, die hem zijn levendoor het gevoel gegeven hebben dat hij er nog nodig was. En later in zijn ouden dag, de kleinkinderen, die zijn grote vreugde uitmaakt. Wat moet het leven akelig zijn van oude mensen, die geen kinderen hebben, omdat er geen gewild hebben. Wat missen jong gehuwden, die kinderlast ontvluchten veel, om hun liefde te laten opdrogen en verdrogen. Wat zijd u toch met mooie meubels en… een koud hart! Doch die taal is alleen verstaanbaar voor mensen, die schoon en goed leven. De waarde, het geluk van kinderzegen, dat moet men eigenlijk beleven om te weten wat het zeggen wil!
Woordenboek der toponymie Du Flou: deel 14, blz. 968: herberg en wijk zo genoemd.
Aanwinsten VI 1930; een erfve behuyst wesende een herberghe genaemt den smockelpot.
Aanwinsten: Atlas général et parcellaire du troisième canton de Courtrai qui comprend les communes suivantes, Belleghem, Coyghem, Dottignies, Espières, Helcken, Rolleghem et St.- Genois. Aanduiding van de herberg den smockel pot op de kaart.
MSAK 6419: commune de courtrai: procès verbal de délimitation (1821) article 5: limite avec la commune de Rolleghem près le cabaret nommé Smockelpot.
SBK Fonds G.G. cod. 222: „Terrier du Coster“ de Saint- Martin de Courtrai. Titre: Beschrijvinge behelsende de consistentie van de groote ende ghelegenheijdt vande Costerthiende gheleghen in de prochie van Cortryck- buyten recht voor de hermitage van Sinte Anna capelle, beginnende des thiende van de staete geleghen van oosten de mote aan joseph de Penthevilles, tot aende herberghe bij de Callewaert-bosch- genaemt den Smockelpot, …. Terrier, date et signé: Cornils Steur, 1772
OSAK 1204 1204: landboek van Cortryck-buyten (1762) de herberghe geseyd den smockelpot.
Smokkelen = “misten, motregenen”. Bij de Bo smokklen afl. van smoken = dampen, roken. Engels: to smoke. Dezelfde wortel bevat smuiken, met dezelfde betekenis. Ook smoren betekent zowel “misten” als “roken” Debrabandere (Leiegouw, 1972 II, 186)
Rollegem geschiedenis: Smokkelpot (Le pot des fraudeurs) Het grootste deel licht op het grond gebied van St Anna en van Marke. Hoogst waarschijnlijk lag hier vele jaren geleden een geheime smokkelroute gebruikt door smokkelaars die vooral ’s nachts opereerden. Want toen moest er nog tol (tolgeld of cijns) betaald worden aan de gemeentegrenzen voor het vervoer van goederen.
“Café De smokkelpot”. Deze informatie komt van Erna Spriet (Echtgenote van André Nottebaert) , ze wonen op St-anna 11, 8500 Kortrijk. Erna (>80 jr) is de oudste bewoonster, geboren en getogen, op St-Anna.
Ligging: Vertrekken op het kruispunt Sint-Anna, Lantestraat, smokkelpotstaat en Marksestraat, een 50tal meter de smokkelpotstraat in. Rechttegenover het nr. 94 (ex villa Depoortere) is de plaats waar tot in de 1ste helft van vorige eeuw het café “De Smokkelpot”stond. Het was een kleine hoeve en café, (op schilderij Achiel Platteau)
Bewoners
“De Smokkelpot”: was eerst bewoond door octave Velghe met vrouw en dochter Mariette en nog een hele bende zonen. Dochter Mariette werd (per ongelijk) zwanger rond den ouderdom van 13 à 14 jaar. Een zekere Decantere, 18 jarige jongen uit het gebuurte boven op den St-Annaberg, bleek de vermoedelijke vader te zijn…. Gezien het “overspel” meteen minderjarig werd de vermoedelijke vader opgepakt en tot zijn 21ste in een instelling gestoken. Pittig detail, moeder Velghe en dochter waren allebei in de zelfde periode zwanger. Na de bevalling van Mariette werd haar kind gewoon opgenomen en opgevoed samen met de rest van de kinderen van het gezin Octave Velghe. Later werd “ De Smokkelpot” door André Deconinck (oom van Leon Deconick) uitgebaat.
Het opschrift met de naam “De Smokkelpot” stond in grote letters op de gevel van het café. Sedert is alles afgebroken en verdwenen.
U zult wellicht opwerpen; “ ’t is lastig. Ja vriend, ’t is lastig, maar ’t is ook schoon. In ’t leven is nu eenmaal een beetje lastig. Tussen haakjes gezegd “ U draagt toch de broek, He; u zijd man. Zou een leven zonder strijd en moeite u dan zo boeien? Verkiest u ook het regiment van diegene die gelukkigst zijn als ze slapen”
Maar het is lastig, het is niet onmogelijk. Als u maar echt wilt, als u maar voorzichtig bent, als een jongen en een meisje elkaar hierin steunen; als men maar de moed heeft op zijn knieën te zitten, zijn handen te vouwen en te bidden, als men maar biecht en communiceert, als men het schoonste meisje aller tijden bemint: O.L.Vrouw, en zijn verkering stelt onder haar hoed, dan is het wel mogelijk en zelfs niet heel moeilijk. Dat weet u ook vriend. Zulke jongens zijn er, u kent er zoals ik er ken, en wellicht behoort u ook tot die groep. Behoort u niet tot die groep, dan wordt u er verwacht.
Gij moogt toch nooit de oorzaak zijn dat u kind, een schandekind zou zijn. Spaar u kinderen het verdriet zich te moeten schamen over hun ouders. Leef Rein respecteert u zelf en ieder meisje!
En zo u al bezweken bent, en gij u bevindt in een situatie, waar een uitkomst u onmogelijk schijnt, begin dan met niet meer te geloven in de leugen, dat er niet meer uitkunt. U kunt wel opstaan. Want u moet. Gij moet die zonde laten. God gebiedt het u en God vraagt het onmogelijke niet. Hij helpt. Het zal hard zijn, ja! Een jongen die bezwijkt in die zonde heeft immers zijn wil verzwakt, de eisen van zijn vlees vergroot, daarom is zijn opstandige strijd harder. Doch zo hij een smeekaanval doet op Gods Hart, dan staat de Almacht hem terzijde, en het zal Gaan!
Doch, die jongen moet kordaat aanvangen. En nu direct, onmiddellijk moet het ernst zij: Ik wil niet meer, ik wil de omstandigheden vluchten en mijden die de val meebrengen. En dan volhouden, dagen, enkele dagen. Dan zal hij beginnen ondervinden dat een ander mens worden mogelijk is; na een geweldige strijd wellicht zal er rust over komen. Misschien zal hij nog eens wegglijden maar hij zal in geloof herpakken, en komen tot zelfmeesterschap, tot die heerlijke en zuivere vreugde van iemand die voor rein is!
Mocht hij dan ook die moed hebben om in een biecht zijn schuld te bekennen aan het vaderhart van een priester, en om die priester raad te vragen voor zijn verdere strijd. Laten wij eerbied hebben, vriend, voor het grootse in ons leven, en behoren wij niet tot die mannen die wel eens zeggen: “ Ik koop geen katten in zakken” Tot zulke mannen antwoorden wij eenvoudig” Als het meisje waarmede je huwen wil een kat is en u huwelijk een zak, vaartwel dan goeie vriend, en breek geen ruiten. Verder redeneren met zo ’n platvoeters helpt toch niet, want verstandige praat moet men nu eenmaal niet verwachten van iemand die in de eerste plaats en voor alles kater wil zijn, smerig, vuile zwarte kater.
Misschien kent u ook, goede vriend, van die grote muilen, die fier zijn opgaan dat ze kotjes abonnee zijn. Die mannen kunnen wij niet bewonderen, laten wij er medelijden mee hebben, dat zijn zij overwaard, en laten wij hopen dat zij nooit abonnee worden bij een dokter voor geslachtziekten. Zij lachen daar wel mee, maar hun lach is groen. Moesten zij eens weten, goed weten wat zij doen, denkt u ook niet dat ze wellicht een beroerte zouden krijgen van het verschot. Doch wat baten kaars en bril als de uil niet zien ’n wil! En een ezel stoot zich geen tweemaal aan de zelfde steen; zegt men. Doch sommige mensen, die een toon aanslaan als hadden ze het warm water uitgevonden doen het wel. Hoe zouden wij die categorie noemen? Driedubbele steenezels???
Het geslachtelijke is nooit een speelding; wie dat meent is nog een kind, een gevaarlijk kind, voor zichzelf en voor anderen, die hij beweert te beminnen.