Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Ik leze in min Gazette van ’t jaar 1984 dat er hoog in de regenachtige heuvels boven Lago Maggoire in het noorden van Italië er een monument staat dat hulde brengt aan ‘s mensen vindingrijkheid om zich te beschermen tegen regen, sneeuw en hagel. Een museum van de paraplu. Het zou toen al 45 jaar bestaande geweest zijn, en opgericht in het dorp Gignese, er zouden daar rond de 1500 paraplus en parasols ten toon gesteld zijn. Je kunt nooit weten dat mensen nog opzoek zijnde naar een vakantie verblijf, en met al de regen van tegenwoordig er niet op uit zijn om dat te bezoeken. Er staat te lezen dat het museum ondergebracht werd in een cirkelvorm gebouw, en inderdaad als men Google gebruikt staat dat daar ergens. Het museum gaat de ontwikkeling na van waarschijnlijk 5000 jaar geleden de in China geboren paraplu. Volgens min Gazette Staat er in middelpunt van de collectie een gouden oplegsel versierde paraplu van damast, meer een torenvormig baldakijntje welke in de 18de eeuw bij plechtigheden boven het hoofd van de doge van Venetië gehouden werd.
Weet je wat ze toen ook al wisten? Voor dat het museum voor het publiek werd open gesteld, stelde men de vraag aan den toenmalige eerste minister van Engeland, Neville Chamberlain, om zijn paraplu te mogen hebben. Deze minister werd zelden zonder zijn opgerolde paraplu gezien. De premier nam hem zelfs mee naar de roemruchte vredesconferentie in 1938 in München, waar hij zich voor Hitler liet inpakken. Het verzoek werd beleefd afgewezen in een brief van het kabinet van de eerste minister van 8 november 1938.
De mannen maakten de stoken en handvatten van rozenhout, walvisbeen, staal of ivoor en de vrouwen het dek van zeildoek of zijde.
Rozenpark aan de noordkant van de Weimeerslaan vier insteekarmen, doodlopende straat. Hier is misschien gedacht: rozen zijn met doornen, doornen kunnen kwetsen dus ook wederom geen rozen te bespeuren.
Misschien zou men verwezen hebben naar het klooster, die toch eens een bloeiende landbouwschool geweest is.
De gronden voor het klooster, wist u dat vanaf café “ De Volksvriend” tot het huis nr. 67, landbouwgrond was van het klooster. En alles achter het klooster, kindervriend school, en zelfs over de Weimeersbeek, alles aan de landbouwschool toebehoorde? Wist u dat de gebouwen, voor ze gebruikt werden tot klooster, en dan spreken we rond de jaren 1850, toebehoorde aan een zekere Auguste Imbercht een fabrikant. De zusters van het geloof te Tielt kochten dit en stichten een nieuwe orde. De zusters van de H.Theresia van Avila
Wellicht had men hier de naam gebruikt van de fabrikant de “ August Imbrechtlaan. Wie weet?
Op 6 juni laatst leden kwam de folkloreraad tesamen in de brouwerij “’t Gaverhopke”. Ze hadden besloten om naar aanleiding van de 40ste feesten het enige echte “Rollobier” op basis van gember en gerstemout wederom te laten brouwen.
We laten ons niet verleiden door de graaf du Chastel welke de heren van Rollegem, verwart met deze van Rollegem-Kappelle. Daar we maar al tegoed weten, dat onze heren, De Heer Van Hallewijn Hugo, getrouwd was met zijn echtgenote Fressende, welke in 1289 na het overlijden van Heer Hugo De vrouwe van Rollegem werd.
Een ideale tip Vaderdag/Moederdag, verjaardag en andere dagen zoals gewone of speciale gelegenheden
Herinner je nog die niet nader te bepalen nachtelijke vergaderuur waarop er een reus werd verwekt? Het moest er van komen, heel Rollegem wist het, het kon niet uitblijven. Het bericht viel in als een bom! Enkele “potentiële” vaders hielpen het kind maandenlang dragen en steunen, een ijzeren buizenstel verlichte daarbij hun taak.
Het was Marc Standaert, de speurder die er verbazend snel in slaagde de wettelijke vader op te sporen. Waardoor het kind met een gerust geweten ter wereld kon komen.
Meerdere kinderrijke reuzenparen uit de streek werden geraadpleegd. Ze stemden er dan ook mee in aanwezig te zijn bij de geboorte, en geloof het of gelooft het niet maar het werd zoals het te verwachten was een “Reuzeninvasie”.
En weet je wat de vaders, niet voorzien hadden, moeders zouden het geweten hebben maar vaders, dat was de voeding, voor het kind op zijn eerste levensdag. Moedermelk, leek die dag van de feestelijkheden uitgesloten. Bier, was dan ook het meest voorhanden liggende voedsel bij ’t begin.
Je kunt dan ook heel gemakkelijk raden waarom het gerstenat die hoe kan het anders dan “ Ne Rollo” van een Germ, naam Rollo( de lieden van “Hrôthillin”)welke ook de Rollegemse reus bij zijn geboorte en zijn officiële inschrijving in het bevolkingsregister de waardige naam meekreeg: “Rollo ….. zoon van een Folklorevader op zaterdag 29 augustus 1981.
Het bier dat te verkrijgen is in een six-pack voor 12€ met een passend glas 15€ in voor verkoop via Rollofeesten@telenet.be of op het nr. 056/32 80 25 dit tot half augustus
Uiteraard zal het bier ook geproefd kunnen worden tijdens de Rollofeesten 2016 in de biertent of aan de bierbar. En je mag het voor waar aannemen hij smaakt naar den trog naar……
Begoniapark een doodlopende straat met vier insteekarmen aan de noordkant van de Weimeerslaan een woonwijk. Of we hier begonia’s zullen aantreffen is nog maar de vraag, ook hier gaan we op onze honger blijven zitten, doch indien iemand van het stadsbestuur dit leest hebben ze een kans om het te verwezenlijken.
Op het hof Tombroekstraat 66 of het Nevele-Roosedaal, wierd op hare hofstede binst de hoogmis vermoord den 1 januari 1846, Cathrientje Ghequiere Louage dochter van Ghesquiere-Herbau. Zij had het vierde doosanctjes van Rollegem.
Zou dat eigenlijk, omdat men zegt dat er weinig vrouwelijk straatnamen zijn niet een oplossing geweest, in plaats van begoniapark zonder begonia’s?
Ik dacht bij me zelf, april- mei schone dagen om even naar het Tulpenpark gaan, de tulpen gaan bewonderen.. Wetende dat straatnamen of namen van parken in de stad gezocht worden bij toponiemen, of namen van iets die ons doet terug denken aan vroeger gebeurtenissen welke zich in de omgeving hebben afgespeeld. Ook persoons namen kunnen in aanmerking komen als de persoon in kwestie overleden is.
Het Tulpenpark is een doodlopende straat met pijpekoppen, met ingang langs de Tombroekstraat, ter hoogte van een vroegere boerderij, met benaming de “Fruithoeve” het nr.22 . Doch hier was niets minder waar, alles wat ik zag was graspleinen, geen tulpenperk in de omgeving.
Ach ja, het is waar toen deze benamingen werden gegeven had Rollegem nog zijn eigenheid, dat zou het antwoord kunnen zijn. Maar was het ook uit deze periode niet dat langs de andere zijde van Rollegem, met name de Groene dreef, nieuwe straten namen kregen, Lindendreef, Eikendreef, en staan die bomen daar niet? Waarom hier geen tulpen?
Had men niet beter een andere naam gekozen zoals bv. verwijzende naar de hofstede, aan de overkant van de straat “La porte Ferrée” een omwalde hofstede gelegen tussen de Weimeersbeek en de Fabrieksbeek en de Tombroekstraat, ca 5 ha groot. Zo zouden we er nog aan herinnerd geweest zijn aan het geen er voor de begraafplaats en het huis nr.83 geweest is. Dat zou dan minsten nog een stukje geschiedenis geweest zijn.
Wellicht zou de naam niet goed gekozen zijn de Franse benaming maar hoeveel Franse cafés benamingen waren er toen in die omgeving niet? Denk maar Au café Belge, Fleur De Lin, café porte ferrée enz.
Misschien een tip naar de stad dat ze er wat tulpen uit Amsterdam naar toe brengen en een toeristische trip worden!
Hier stond het eeuwen oude o zo trotse cafe " De Lampe" De trots van Rollegem
Dat de heer Egied Vanhoonacker, een boek geschreven heeft in 1986, met als titel “Duizend Kortrijkse straten” en dat hij, de toelating heeft gegeven om uit zijn boek gegevens te mogen gebruiken, mits te vermelden dat het uit het boek genomen werd.
Er bestaat naar het schijnt op facebook iets als zijnde als je van Rollegem bent dan ken je … Die of dat.
Welnu ik ben geen Rollegemnaar maar ik weet dat
Het afgebroken café “De lampe” ook in de volksmond “De Lante” genoemd, reeds bestaande was van in de jaren 1600. En inderdaad al snuisteren in het boek van Egied, vind men: Dat dit café gelegen is in de Lampestraat, Van Sint-Anna tot de Tombroekmolenstraat, en in die straat zouden 75 woningen staan met in 1986, 208 bewoners. In 1901 was het de Lerberstraete en in 1628 de strate van den lerberchboom nar leugne. De lerbergboom stond op den hoek van de Lampestraat -Smokkelpotstraat. Echter de meest voorkomende benaming was de Cruepelstraete naar de aloude herberg “den creupelen “. In 1650 was het Chemin allant de Coutraij à la Creupele en in 1762 Creupelstraete. Volgens den Atlas van de buurtwegen van 1864 was het in Rollegem buurtweg 5 of Kreupelstraat, in Marke buurtweg 7 of Kreupelstraat en in Aalbeke buurtweg 9 of Lampestraat, naar de herberg “De Lampe” op de hoek van de Aalbeeksestraat. In Rollegem was vanaf 1900 Lampestraat voor het gedeelte ten zuiden van de Aalbeeksestraat terwijl ten noorden van de Aalbeeksestraat de Kreupelstraat bleef. Van af ca 1930 werd de Kreupelstraat Sint-Annastraat en vanaf 13/3/1981 is de hele straat Lampestraat aldus Vanhoonacker.
Deze straat is een grensstraat voor Rollegem, Marke en Aalbeke, en heeft een lengte van 3,5 km. Deze weg was in de 18de eeuw een aardeweg welke deel uitmaakte van de weg Kortrijk-Roubaix. In 1959 werd het een betonnen wegdek, vooraf gegaan door een grintweg. De brug over de A 17 dateert van 1980.
Er zou nog een oude en een Nieuwe Lante zijn geweest. Lante komt van lampte en betekent “Lamp”
Gelegen aan de grens tussen Rollegem-Aalbeke-Marke langs de Aalbeeksestraat, is het voornaamste huis de herberg “De Lampe” Naar het schijnt was vroeger dit huis altijd verlicht. Het diende tot verlichting van de smokkelaars, daar hier is juist de grensstreek(douaniers) (bron instituut voor onthaal en public relations)
En nu sinds het begin 2016 is het café met de grond gelijk gemaakt. Wat in de plaats komt zullen we later wel zien.
Antonius, oud en grijs, voelt zijn einde naderen. Voor een laatste maal wil hij al zijn kloosters en alle discipelen nog eens bezoeken voor een laatste aanmoediging en om zijn aanstaande dood te voorspellen. Hij strompelde, schragend op zijn stok van klooster naar klooster om afscheid te nemen.
Hij keerde terug naar zijn cel, en vroeg uitdrukkelijk aan zijn naaste medewerkers, Macarius en Amathas, om hem na zijn dood op een geheime plaats te begraven en het als een geheim mee te nemen in hun graf. Hij wilde niet gebalsemd worden, want dat was een heidens gebruik.
De schrijver vervolgd met zijn laatste woorden in de vorm van een spreuk: “ Ik vrees de dood niet, want ik vrees God niet omdat ik hem bemin. De liefde tot Hem werpt alle vrees buiten” (32ste spreuk)
Op 17 januari 356 stierf Antonius vredig in de armen van zijn twee medebroeders. Hij had de gezegende leeftijd van 105 jaar bereikt. In alle discretie werd het dode lichaam in de woestijn begraven.
Grootse dingen heeft hij echter nooit gedaan, aldus de schrijver, en toch wordt hij “Antonius de Grote genoemd. Hij was wel een wijs en beminnelijk man, een nederige monnik. Gedurende zijn leven is hij veel beproefd geworden maar dank zij zijn sterke wil kon hij alle duivelse hinderlagen ontwijken. Antonius is geen verzonnen persoon maar een historische figuur van uitzonderlijke grootheid op geestelijk gebied. Een Heilige! Hij heeft gezocht en heeft gevonden “De weg naar de stilte” God is niet te vinden in de drukte! Dat is zijn boodschap!
Twee eeuwen na zijn dood, in 561, werd de geheime begraafplaats van de H.Antonius toch ontdekt. Met grote plechtigheid werd zijn gebeente overgebracht naar de basiliek van de bisschoppelijke stad Alexandrië. Maar in 638 werd Egypte veroverd door heidens Muzelmannen: de Saracenen. Uit vrees voor ontheiliging vluchtte men met het lichaam naar Constantinopel. In 980 kon de Frans baron Jocelin de Châteauneuf( zijn afbeelding vind men terug in een galsraam in de abdijkerk Isère.) bekomen van Keizer Constantinus van Constantinopel dat het gebeente van Antonius overgevaren werd van Vienne in Dauphiné aan de Isère, ten zuiden van Lyon. Nog later werden de stoffelijke resten overgebracht naar de priorij van Motte Saint Didier. Sindsdien heet deze plaats Saint-Antoine.
In een sarcofaag rust het stoffelijk van St-Antonius in de abdij van St-Antoine, Isère.
Deze priorij werd het hoofd klooster van de “Orde Van de Heilige Antonius”
Tussen le Vercors en les Chambarands, op enkele kilometer van de Vallei de l’Isère en de route de Grenoble à Valence, te midden de zachte valleien, draaien en kerend, omringd door het oude dorp, vind je de gebouwen van de abdij en de basiliek, een van de oudste kerken van Antonius van zuidwest.
De relikwieën van St-Antonius werden in kleine fragmenten wijd en zijd verdeeld. Een groot deel bevind zich in de abdij van Montmajour bij Arles. De verering begon al zeer vroeg na zijn dood. Al vlug werden de grenzen van Egypte overschreden en breidden zij zich uit van Palestina tot Rome en van Spanje tot Gallië. De verering kende een ware explosie met het optreden van de Antonieten. (Daar komen we dan op terug.) Tussen de 11de en de 15de eeuw zijn door zijn voor spraak heel wat miraculeuze genezingen gebeurd te Saint-Antoine en te Montajour.
Halverwege de Middeleeuwen brak een besmettelijk ziekte uit: “de roos of het “heilig vuur” ook genoemd het “antoniusvuur” De symptomen zijn hevige pijnen alsof een vuur u opbrand.
De huid verschrompeld en krijgt de vorm van donkerrode moerbeziën. Ledematen verrotten, drogen uit en vallen ten slotte af. Als men deze tijdig amputeert volgt gewoonlijk de genezing.
Deze ziekte veroorzaakte verschrikkelijke verwoesting in verschillende provincies in Frankrijk. Om deze vreselijke gesel af te weren stelde men openbare gebeden en processies in. Heel Frankrijk smeekte om bescherming van St-Antonius. De bevolking heeft nooit te vergeefs haar vertrouwen gesteld op de dienaar Gods. Hij kreeg dan overal een uitbundige verering.