Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Doch dit is enkel een bijhuis van Tielt en geen Moederklooster. God wil er nochtans een stam van maken, een stevige boom met takken tot aan de grens van Frankrijk.(zo staat het in de kronieken)
De zusters zetten zich totaal in voor de opvoeding en het onderwijs van de kinderen van Rollegem en van hun toevertrouwde kinderen in het internaat.
In 1872 wordt Juffrouw Justine Libbrecht aanvaard in de congregatie. Zij heeft zich jaren toegewijd aan de zorg voor ouden van dagen en voor weeskinderen. Zij verblijft als zuster Justine de engelbewaarder van hen in Rollegem tot aan haar dood op 25 mei 1901. Zij heeft alles aan hen gegeven: haar krachten, haar fortuin en haar leven.Ze werd getroffen door de edelmoedigheid van de nieuwaangekomen zusters. In 1872 vroeg ze, en bekwam aanvaard te worden in de congregatie onder de naam van zuster Justine, en ze bleef moederlijk zorgen voor de arme ouderlingen tot aan haar dood in 1901. Dat was het begin van ons oudmannenhuis, dat later uitgroeide tot rustoord. En later moest verdwijnen.
Op 3 april 1879, werd beslist een tweede school te bouwen, beide scholen werden gemeentescholen. De zuster vergenoegden zich niet enkel in de week de jeugd op te voeden. Ze openden een zondagschool, die bleef bestaan tot aan den oorlog 1914 en die alsdan 100 leerlingen telde verdeeld over 4 klassen.
Ondertussen schrijft E.H. Lietaert in 1874 een brief aan Moeder Coleta, met de vraag om zusters te sturen naar Mont-à-Leux. De communiteit blijft er tot 2002; de school wordt gegeven aan de parochiale werken.
Hetzelfde jaar vraagt hij ook zusters voor de nieuwe parochie van Risquons-Tout. De zusters blijven er tot 1998.
In 1879 was er een wet gestemd door de liberalen, de zogenaamde “ centralisatiewet” waarbij de lagere school uitsluitend wereldlijk en onzijdig moet zijn. Ze hadden hun slag thuis gehaald, de éérste minister van onderwijs de heer Pierre van Humbeek, volksvertegenwoordiger voor Brussel hete wel van humbeek maar bleef van Molenbeek.
De gemeenten mogen geen vrije scholen meer aanvaarden noch aanmenen, wat als noodzakelijk gevolg had: de schoolstrijd!
Het verweer van de katholieke bisschoppen brak met ongeziene heftigheid los. De bisschoppen verboden de katholieke ouders hun kinderen naar een neutrale school te sturen.
De vastenbrief van januari 1879 eindigde met de woorden” van scholen zonder God en meesters zonder geloof, verlos ons Heer.”
Deze schoolstrijd was zo hevig, dattijdens deze schooloorlog( 1879-1884 prof. Vlerickx een volkslied dichte op wijze van de Vlaamse Leeuw. Hiermee werden de gevoelens uitgedrukt van alle Belgen.
“De schone ziel van ’t kind”
III
Zij zullen haar niet hebbenDe hel is uit gebroken:
De schoone ziel van ‘tkind,De school is ’t worstelperk;
Ondanks de helsche listen.Zij wil de ziel der kleinen
Van ’t geusche schrikbewind;ontrukken aan Gods kerk!
Zoolang Gods lieve zonneWij katholijke Vlamen
Op Vlaandren nederblinkt,Wij dulden nooit dien roof
Zoolang er in ons gordelWij zijn nog ’t kroost der helden
Een koopren penning blinkt.Die stierven voor ’t Geloof.
Refrein
Zij zullen haar niet hebben
De schoone ziel van ’t kind
Zoolang men nog in Vlaandren
Een enkle Vlaming vindt.
IIIIV
Laat ’t geusgebroed maar komenWij willen ’t leven derven;
Wij staan ten strijd gegord!Maar staan ’t Geloof niet af,
Wij willen niet dat VlaanderenWij roepen nog bij sterven
Een nest van roovers wordt.En op den boord van ’t graf:
Wij willen dat ons kindren,Ons kindren in geen scholen
Getrouw aan kerk en GodWaar ’t kruis niet meer en blinkt!
Geen nagels van ons doodskist,Ons kindren in geen moordkuil,
Geen aas zijn voor ’t schavot.Waar Gods woord nooit meer klinkt!
In iedere parochie moest minstens een vrije school worden opgericht. Niet te geloven op het einde van 1879 was de som van 40 miljoen goudfranken ingezameld ten voordele van de katholieke scholen
In 1879 moesten de zusters dan noodgedwongen de gemeenteschool verlaten. Dit was de onmiddellijke aanleiding van het ontstaan van het “Vrije onderwijs” Ze gingen zich vestigen in het klooster, waar tevens de lagere graad voor jongens werd ingericht ( door A. D’Hooghe) terwijl Jos. Vandewalle de 2° klas voor jongens hield in de kapel der congregatie.
De gemeenteschool wordt onzijdig. Terwijl de scholen der zusters en die van Jozef Vandewalle, (Hoofdonderwijzer) vrije scholen worden.
Jozef Vandewalle welke de overleden Camiel Vancaeneghem (†11 maart 1874) opvolgde als hoofdonderwijzer en den schoolstrijd van 1879-1884 van heel dicht had meegemaakt, nam ontslag samen met zijn hulponderwijzer Emiel Verscheure en Hollevoet.
Reden; het bisdom had beslist dat alle onderwijzers van de gemeentescholen hun ontslag moesten indienen, zoniet zouden ze alle sacramenten geweigerd worden.
Besluit: alle voorgaande onderwijzers geven hun ontslag, uitgezonderd één F. Vandenberghe, hij wordt van staatswege aangesteld om er onderricht te geven in de gemeenteschool op 14 januari 1879.
Ook de meesters van de gemeenteschool A. D’Hooghe en Jos. Vandewalle vestigen zich in het klooster. Vandewalle gaf les in de kapel bij gebrek aan plaats.
Voor de meisjes de zusters der Onbevlekte Ontvangenis uit Tielt.
Bij de jongensschool, was het zielig gesteld Vandenberghe Henri was een liberaal, alle leerlingen gingen bij de zusters of bij het hoger vernoemde onderwijs, tot op één leerling na Ernest Valetze. Jos Vandewalle kreeg 225fr beloning van de gemeente om zijn mooie uitslagen en ongehoorde inzet.
1879 werd de nu verdwenen school nieuw gebouwd, eerst werd bepaald deze in huur te geven, doch op 30 juni 1885 werd deze ten dienste gegeven aan de vrije school.
Tot in 1898 zijn de ouden van dagen gelogeerd in een klein huis, en hun aantal neemt steeds maar toe. Het is Moeder Sophie die een grote zaal laat bouwen. Die wordt verdeeld in een zaal voor mannen en een zaal voor vrouwen.
De zusters vergenoegden zich niet enkel in de week de jeugd op te voeden en te onderwijzen maar openden ook een zondagschool die bleef bestaan tot aan de eerste wereldoorlog en die 100 leerlingen telde verdeeld over 4 klassen.
Het zou 6 jaar duren vooraleer het land opnieuw bestuurd word door de katholieken. Het vuur van de schoolstrijd had bij deze laatste een ijzervaste eenheid gesmeed, die hun de zegepraal toebracht.
In 1884 werd dan ook een nieuwe schoolwet op het voorplan gebracht, met volgende grondgedachte: De vrijheid van onderwijs werd gewaarborgd, het bijzonder onderwijs krijgt meer burgerrechten, de schoolvrede wordt hersteld door het sluiten van de godsdienstvervolging en het geestelijke gezag wordt opnieuw erkend.
De meisjes, in de aangenomen meisjesschool, kregen hun onderwijs in het gebouw, dat tijdens de Hollandse bezetting opgericht werd en dienen moest tot protestantse tempel, doch waar nooit diensten ingedaan waren geweest. Behalve dit gebouw, gebruikten ze als klassen het huis waar in 1850 Elodie Billiard woonde, als ook de kapel, dan ingericht als fabriek.( vermoed word waar de meisjesschool heeft gestaan.) omvang der drie klassen respectievelijk, 77, 99, en 281 kubiek meter.
Daar deze wet echter niet duurzaam was, bracht de wet van 1895 nieuwe bepalingen over het onderwijs. De godsdienst werd verplicht vak. Anders denkend konden echter ontslagen worden mits, een schriftelijke aanvraag door de ouders.
Voor de wedden van de onderwijzers werd een hoger minimum vastgesteld, ze werden gerangschikt onder vijf reeksen al naar gelang de bevolking van de gemeente
De meisjesschool is van 1879 tot 1884 een vrije school.
Op 1 juli 1884 wordt ze een aangenomen school.
In 1884 wordt Rosalie Daeveloose Schoolhoofd en Leonie Retsin hulponderwijzers benoemd.
Deze laatst genoemde wordt in 1886 op pensioen gesteld en vervangen door Rosalie Goemaere als hulponderwijzeres.
1890 wordt een jaar van beproeving. Administratieve dienst voor burgerlijke godshuizen beslist om organisatorische en economische motieven het weeshuis en het godshuis bij het burgerlijke hospitaal te voegen van Roeselare.
Daarom verlaat Moeder Coleta met haar zusters het huis in Tielt en komt in Rollegem wonen. Dit is dan de definitieve stichting van het Moederklooster in Rollegem met als naam de “Zusters van de H. Theresia.”
De zusters van de H. Theresia, te Rollegem was niet het zelfde orde als deze van Avila,
De “ongeschoeide Karmelieten” maar de normen van Theresia van Avila;
Doch ze namen er regels van over zoals hun onderhoud, eigen arbeid, zo hadden ze hun eigen hofstede, en aalmoezen.
Op 17 januari 1895 sterft Moeder Coleta, de eerste Algemene Overste
Een anekdote: Moeder Coleta wou graag vóór haar dood nog het primitieve kloosterkleed veranderen. Ze krijgt daartoe de toestemming van de bisschop. Op 1 november 1894 verwisselen de zusters het bruine kleed voor het zwarte. De pelerine wordt door een scapulier en witte gimpe vervangen; het gepijpte mutske door een zwarte sluier; de medaille door een zilveren kruis.
Naast het ondergoed, zoals onderbroek of hemd en een borstdoek dragen de zusters,
Een kleed, het moet zijn van zwart laken kostende rond de zes frank per “elle”
Het lijf gemaakt zonder plooien, van voren tot omtrent vier vingers hoger als de zoom der “guimpe” en dat wordt vast gemaakt aan de rok. Het wordt gevoerd met zwart of grauw katoen.
Den rok, die komt tot,aan de schoenen, moet rondom geplooid zijn, uitgezonderd langs voor alwaar een vierendeel effen blijft.
De zakken, van zwart katoen, worden aan het kleed genaaid, en de opening komt aan de linker kant.
De mouwen komen tot aan het eerste lid van den duim. Den omkeer is vijf taillen, omdat de wol recht zou zijn gelijk de mauw.
Schapulier; het is van zwart ligt laken en hangt een 32ste korter dan de rok, het is ongeveer een halve elle breed, met een zoom rondom.
Singel: na een jaar de belofte gedaan te hebben draagt men een ceintuur van blauw laken dubbel geplooid, welke tot beneden hangt gelijk met het schapulier. Ze wordt gesloten met drie haken en drie ogen, aan de linkerkant. Aan de kaken is een stalen gesp met ronden hoek de hoogte van de ceintuur.
Voile: ze is van zwarte kamelot, er wordt langs voor een stuk lijnwaad op genaaid met daar tussen een stuk karton en aan den boord langs voor een koperdraad genaaid voor de vastigheid. Aan de voile ligt een lint waaraan het wit lijnwaad genaaid, van boven op het hoofd is het gevoord.
Kinnenband: hij wordt recht draad gesneden en uitgerond onder de kin, op die manier dat er van onder een goed 16ste meer blijft en boven een achtste, de zoom is gemaakt uit zijde.
Hoofdband: Hij moet een goed achtste breed zijn wordt dubbel gemaakt. Hij komt op het voorhoofd tot twee vingers van de wenkbrauwen, men sluit hem achter het hooft met linten.
Guimpe(gembe) hij moet 7/16 vierkant zijn worden uitgesneden aan den hals, men naait een bandje, welke is rond gesneden van ongeveer 16 breed, men sluit het vanachter met twee linten en langs voor word het aan het schapulier gehecht met twee spelden.
Het lijnwaad: mag kosten rond de 24 stuivers als het 6 kart breed is en rond een gulden als het 5 kart breed is.
Rozenkrans (Paternoster): hij hangt met een haak aan de ceintuur, hij is gemaakt van een kloeke koperen draad en grote kralen met een kruis van ebbenhout, waar een christus eveneens van koper aan hangt. De rozenkrans komt van onder een vierendeel van den boord van het kleed.
Koormantel: hij is gemaakt van ligt laken aan de prijs van ongeveer 6 frank. Hij is gemaakt zoals een gewoon vouwenmantel, maar zonder kap Van voren is hij korter of de rok, en vanachter sleept hij als vierendeel, de voor hoeken worden ingelegd in plaats van afgesneden. Van onder wordt hij gevoerd met zwart katoen. Langs voor ligt er een band van bleek blauw welke op de mantel is gestekt. Men sluit hem met een haak en een oog.
Moeder Coleta wordt opgevolgd door Zeereerwaarde Moeder Sophie Pieters. in 1898 waren de ouderlingen nog steeds gelogeerd in het premitief huis van Zuster Justine. Moeder sophie liet voor hen nieuwe zalen bouwen en een ruimere kapel voor de communauteit.Op zekere dag zegde ze tot de zusters: "Kinders, niemand zal ooit meer kunnen beminnen dan ik U bemind heb" Op 12 juni 1901 na het noenmaal voelde moeder Sophie zich onpasselijk en besloot wat te rusten op haar bed. Toen korts nadien zuster Therése ging zien, vond zij moeder overleden.
Moeder Sophie een verdienstelijke bestuurster overlijdt plots op 12 juni 1901. Zij werd door iedereen diep betreurd.
Ze wordt opgevolgd door moeder Marie-Louise Brou, afkomstig van Rollegem. Zij is een gebedsziel maar beoefent het ambt 15 jaar (1901 tot 1916) lang
Het was onder haar leiding dat Monseigneur Waffelaert vraagt een wijkschool te openen op de wijk Tombroek, daar de kinderen zover van de school in Rollegem wonen. Op 26 december 1903 werd de school door E.H Pastoor Billiau ingewijd. Een gemengde school (een bewaarschool en een lagere klas geopend, en een woonhuisje)
Bij het oprichten van de derde klas wordt er gekozen voor zuster Josephine.
De lagere klas van Tombroek wordt gehouden door Pelagie Vanseveren, en de bewaarschool door Castelein Marie. Als onderwijzeressen; Zr. Gertrude, Zr. Pélagie en Zr. Philomène. Zij stuurt ook de eerste zuster studentin Zr. Julienne, naar de normaalschool van St.André in Brugge Voordien studeerden de zusters bij de” Dames Van Biervliet in Tielt of deden hun examens bij de centrale Jury.
De zusters werken in de wijkschool van Tombroek tot 1977
In 1905 worden drie ruime klassen bijgebouwd in de tuin van het moederklooster. De bestaande lokalen worden gebruikt voor de kleuters, die gratis aangenomen worden vanaf drie jaar. Het is Zr. Jeanne die voor hun opvoeding en onderwijs zorgt. Voordien was er enkel een betalende kleuterklas bij de gemeenteschool voor jongens? In de kerkstraat. De eerste meesteres daar is Zr. Virginie.
In 1905 wordt de pas gediplomeerde Zr. Julienne, algemene meesteres benoemd van het internaat. Dat groet zo sterk dat men een andere refter en slaapzaal moet zoeken.
Gedurende de eerste wereldoorlog moeten de meesteressen camomille (margrieten, kamille)
bloemen gaan plukken en afleveren in de kommandatuur. Deze bloemen welke voor heel
wat kwaaltjes gebruikt konden worden stonden in het Duitse leger hoog aangeschreven
Maar de zusters geven ondertussen rekenles en leesles midden het veld en gaan aan het einde van de les, samen met alle kinderen bloemen plukken voor de kommandatuur
Op 19 mei 1914 is de wet Poullet over het lager onderwijs na zeven maanden van overleg en discussie een feit, de schoolplicht wordt van 12 op 14 jaar gebracht.
De wedden van de onderwijzers van het vrije onderwijs worden gelijkgeschakeld met die van het gemeenteonderwijs
In 1918 telde de jongensschool de volgende leerkrachten:
D’Hooghe A., hoofdonderwijzer, Jules Joye, onderwijzer tweede graad en August Demuynck onderwijzer derde graad.
In 1919 Geeft A. D’Hooghe zijn ontslag en wordt vervangen door A. Vandewalle.
In 1921 Wordt S. Versteele benoemd tot hulponderwijzer, dit ter gelegenheid van het inrichten der 4de klas, welke in de huiskamer wordt geopend van de nieuwe woning maar jammer genoeg te klein is.(Jongensschool)
Camiel Maertens wordt in 1923 benoemd tot hulponderwijzer ter vervanging van August Demuynck, welke zijn ontslag had gegeven.
En Juul Joye vertrekt naar Menen in 1924 en Jos. Samijn komt in zijn plaats.
Gentiel Yserbijt komt in vervanging van Camiel Maertens in 1928
Het tweede jaar van de oorlog sterft Moeder Marie-Louise Brou.
De leiding van het klooster blijft aan de ondermoeder Sidonie tot 1919, De reden hiervan is, dat de bisschop geen afgevaardigde kan sturen om een nieuwe overste te benoemen. We bevinden ons in tijd van oorlog.
Het is Zuster Julienne Cousinne, pas 37 jaar jong, welke eenstemmig wordt verkozen door haar medezusters als Moederoverste. Zij had het vertrouwen en de genegenheid van al de zusters gewonnen. Onder haar wijze moederlijke en toch vaste leiding bloeide de congregatie.
In 1921wordt het gouden jubileum gevierd van de stichting. Er zij vier zusters jubilerende namelijk: Zuster Sidonie, Zuster Pelagie, Zuster Coleta en Zuster Sylvie. De werken van de congregatie bloeien. Er moet uitgezien worden naar verbouwingen door aangroei van het aantal kinderen.
Men begint een groter internaat te plannen in 1923 maar de last is te zwaar voor Moeder Julienne, haar krachten kunnen het niet meer aan, ze krijgt ontslag op 12 september 1926.
Doch ze blijft Raadzuster tot aan haar overlijden in 1929, ze is amper 46 jaar.
Het is Zuster Elisabeth Espriet welke haar opvolgt, ze stuurt in 1930 drie zusters naar het “Asile Sainte Germaine” in Moeskroen Zuster Elisabeth. Dit klooster blijft bestaan tot de “Dames van Maria” het overnemen in 1958.
Ze laat ook de vroeger aangekondigde plannen uitvoeren, voor het bouwen van een nieuw internaat in 1932: vergroten van het college voor jongentjes en nieuwe kleuterklassen.
In 1934 werd door haar toedoen een prachtige grote kapel gebouwd en kregen de zusters een ruime nieuwe eetzaal. Ze liet ook nieuwe gebouwen optrekken voor de hofstede.
Haar verdiensten zijn ook dat in 1933: gebouwen worden bijgezet voor “Dames” op kamer.
Een grotere refter voor de zusters, twee veranda”s en een nieuw huis voor ouden van dagen.
Ook de school van Waasten wordt aan de orde toe vertrouwd in 1939 en tot aan de fusie met Brugge in 1957 blijft dit zo, de zuster verblijven er tot 1964.
Zij overleed op 30 januari 1944. Op 19 maart kwam moeder Marie Joseph Depoortere haar vervangen . Zij aanvaarde met edelmoedigheid haar taak van algemeen overste.
Het Franse internaat wordt vervangen door een Vlaamse Landbouwschool, met kook- en confectielessen. Het was zuster Maria Debruyne beter bekend onder de naam zuster Benedicta, welke haar intrede deed in het klooster te Rollegem op 1 mei 1933 Het kloosterkleed aannam in het zelfde jaar, haar kloosterprofessie aflegde op 9 september 1935. Ze volgde ondertussen les aan de normaalschool in Heverlee en behaalde er het diploma van landelijke huishoudregentes. In 1942 richtte ze een middelbare landelijke huishoudschool op, die haar bestaan kende tot in september 1950.
Rond Pasen van het jaar 1944 ontving Moeder Joseph met haar gewone goedheid en hartelijkheid, de honderden geteisterde, vluchtende mensen zonder onderdak uit Kortrijk, Antwerpen en een wezengesticht uit Deurne beschutting hier beschutting zoeken. Allen worden er hartelijk in het klooster ontvangen en ondergebracht tot ze kunnen terugkeren naar hun huis of dat ze kunnen verder reizen.
Einde 1946 vraagt de bisschop om de Franse zusters van Besançon te vervangen in Waasten- de Gheer. Moeder Marie-Joseph brengt er drie van de zusters naartoe. Eveneens tot aan de fusie met Brugge. De communiteit bestaat tot 1963
Op de feestdag van de H; Theresia op 15 oktober 1946 wordt het 75 jarige jubileum gevierd van de congregatie. Ze telt dan 56 zusters. Ter deze gelegenheid vraagt de toenmalige Algemene Overste Moeder Marie-Joseph om de historiek van het klooster op te stellen. Zij ontwerp daartoe ook een stamboom.
trap ingang tot de kapel, nu gebruiktdoor de kindervriend
In 1947 laat Moeder Marie-Joseph ook een grotere keuken bouwen voor de zusters, samen met een badkamer, douches, een infirmerie en een droogkamer.
Op 13 augustus 1953 wordt moeder Clemence Lefevre, raadzuster van de congregatie benoemd tot Algemene Overste. Ze laat de gebouwen aanpassen aan de moderne tijd.
Het aantal meisjes voor het internaat verminderde snel( vooral door 't zakken van 't frans geld) en men denkt aan een nieuw apostolaat.
Moeder Clemence heeft getracht door nieuwe installaties het werk hare medezusters te vergemakkelijken
Eind juni 1953 wordt het internaat afgeschaft. Het bleef leeg staan, tot op 1 september 1956 toen werden een twaalf tal mentaal vertraagde kinderen aangenomen. De definitieve start van deze nieuwe richting gebeurde met een groep van 60 jongens in de maand september van dat zelfde jaar, allen intern.
Zuster Celine Boone( Sylvie) uit Westkapelle stond meer dan 40 jaar in de keuken waar ze kookte voor de kinderen uit te toenmalige landbouwschool en het pensionaat. Op 84 jarige leeftijd kunselde ze nog konijnen, kleede poppen aan en herstelde nog heel wat voor de kinderen. Bij de zusters bracht ze steeds een vrolijke noot.
Zuster Sacré-Cœur geboren te Rollegem onder de wereldse naam Rachel Dunecé, had het diploma behaald te Gent van kleuterleidster en stond gedurende 40 jaar hier in dienst van de Rollegemse kleuters. In klassen met soms meer dan 60 kleintjes zonder het comfort van tegenwoordig. In 1966 ging ze op rust...... om niet te rusten, maar zich door allerhande werkjes dienstbaar te maken bij de zusters en ook bij de kinderen uit de kindervriend. Dagelijks maakt ze groenten schoon voor 230 personen.
Zuster Hélèna ; " grijs en wijs " door de Rollegemnaren minder gekend, maar bekend als een flinke onderwijzeres bracht lange tijd door in de Mont -à - Leux waar ze les gaf, veelal in het 1ste leerjaar. Om te rusten kwam ze naar Rollegem. Ze was regelmatig te zien met haar stok op de straat.
Van 1958 tot in 1964 is er ook een school in Neerwaasten met zusters van Rollegem.
Moeder Clemence blijft Algemene Overste tot de fusie met de zusters van de H.Jozef van Brugge door een decreet van Mgr. De Smedt op 29 juni 1957
Vanaf 21 juli 1955 komen er opnieuw woelige jaren voor de school.We lezen in het boek “Rollegem algemene geschiedenis”door de hand van Gerard Isebaert 2006 onder de titel “ Weg Met Collard” Een algemene nationale Protestactie vindt plaats op 26 maart 1955
Ook Rollegem heeft zijn zonen er naartoe gezonden, het comité bestond uit drie leidendepersonen, namens de boeren: Amedee Beaucarne, namens de werknemers: Julien Debels en namens de middenstand: Cyriel Degroote………
Het was een mooie lentezondag de 26, het was zo ver. Twee autobussen( De Koningin der wegen) van de firma Hoornaert, trokken ’s morgens vroeg richting Hoofdstad. Bijna het heel onderwijzende personeel van beide plaatselijke scholen was present en ook wat ouders en sympathisanten. Enkel de “Gewone soldaten” waren aanwezig. De Generaals” blonken uit door hun afwezigheid! Lees zijn verhaal……………… En hij besluit als volgt: Wij Rollegemnaars, hadden de mars niet kunnen meemaken maar we hadden toch publiekelijk, aangetoond dat wij tegenstanders waren van de wet Collard.
De vrije keuze van het gezinshoofd, voor een school op redelijke afstand van de woonplaats impliceert tegelijkertijd de kosteloosheid en een onbeperkt uitbreidingsrecht van de officiële scholen en een recht op subsidie voor de vrije scholen.
Deze bovenstaande wet goedgekeurd op 2 mei 1959 in de kamer en de senaat maakt een einde aan een bijna 10 jaar durende grondige verdeling in het land.
Op politiek vlak is er vrede gesloten men bekommert zich maar weinig om de financiële implicaties die deze wet met zich mee brengt. Jaarlijkse onderwijsuitgaven die tot nu toe rond de 4 miljard schommelen zullen volgens waarnemers binnen enkele jaren tientallen miljarden bedragen zonder dat de dienstverlening naar de jeugd toe in vergelijkbare mate verbeterd wordt. En of de kwalitatieve hervorming van het onderwijs zal inspelen op de noden van de tijd blijft een open vraag.
In 1965 wordt men wakker geschud: de inspectie dreigde met de wedden te schorsen van de onderwijzers indien er geen werk gemaakt werd met belangrijke veranderingen aan de gebouwen van de jongensschool.
Een bijeenkomst werd georganiseerd met de diensten van stedenbouw, de hoofdinspecteur van Leiedal en de architect, welke in de dertigerjaren, het eerste plan had gemaakt. De mogelijkheid werd onderzocht om in de tuin van de school en op de grond ernaast een nieuwe school te bouwen.
De grond waarvan sprake is eigendom van het klooster. Men overwoog dat men met 300m² al heel wat kon verwezenlijken. Het bouwen in de tuin werd door bevoegde diensten niet aangenomen. Volgens hen was de grond in de Aalbeeksestraat de geschikte locatie.
De plannen werden gemaakt maar waren al voorbijgestreefd. Reden een school kon niet gebouwd worden tussen drie straten. (Aalbekestraat, oude Aalbekestraat en Kerkstraat.)
Men had ook nog 4,5 ha grond aangekocht in de Kerkstraat, bouwstop, geen 130 leerlingen, geen nieuwe school. Het zal duren tot negentienhonderd en…… men zou bouwen aan de overzijde van de sporthal, maar opnieuw een kink in de kabel
In het zelfde jaar werd op 1 oktober Isebaert Gerard tot schoolbestuurder benoemd, ter vervanging van Cyriel Degrootte
1969 Te Bellegem wordt een nieuwe school opgericht in de volksmond” openbaar onderwijs”
De school wordt door de staat gesteund, de kinderen werden gratis aan huis afgehaald.
De scholen van Bellegem en Rollegem, samen met de wijkscholen van de Katteberg en Tombroek gaan over tot een fusie. De scholen zijn van dezelfde kloosterorde. De scholen staan onder de leiding van zuster Annie, die bestuurster wordt zonder klas.
Oktober 1976: Rollegem wordt bij Kortrijk gevoegd door de fusie. Zal men ons er niet vergeten?
Het schooljaar 1977/78: schooldirecteur Isebaert Gerard, leerkracht Decraemer Constant en Vanhoe Romain 1ste leerjaar.
Door de steeds groeiend leerlingen aantal mocht een vierde leerkracht worden aangesteld, Dhr. De Walle Werner wordt benoemd, en wordt belast met het onderwijs en opvoeding van het eerste leerjaar.
Door een syndicale actie in 1979 heeft men de kans afgedwongen de kinderen onderwijs en opvoeding te verstrekken in pedagogische voorwaarden. Zo kon het aantal klassen behouden blijven.
In 1979 worden er verbeteringen aangebracht aan de verwarming. Toiletten gemoderniseerd, bouwwerken met het oog op vrouwelijke leerkrachten, kortom voor een beloop van ± 750.000 bfr. B.T.W. inclusief.
De leerplicht wordt vanaf het schooljaar 1983-1984 op 16 jaar gebracht. Daar er iets moet gedaan worden aan het schandaal dat ongeschoolde kinderen van 14 jaar doelloos rondslingeren.
Door het inschrijven van de nieuwe leerlingennormen bij de aanvang van het schooljaar, is men nu zelfs verplicht geworden om de vier resterende gemeentescholen te fusioneren.
Kleuterschool Filip van den Elzaslaan 35a, kleuterschool halenplein 11, lagere- en kleuterschool Kooigemplaats, 33 en lagere school Rollegemkerkstraat 9. De vier vormen voortaan een pedagogisch geheel dat een schoolhoofd krijgt zonder klas
Al deze scholen worden onder een schoolhoofd geplaatst. Nadelen zijn dat de drie directeuren geen schoolhoofd meer zijn, ze behouden echter wel hun klas en behouden nog voor enkele jaren hun wedde, wat het bijzonderste is.
Op 1 september 1980 gaat meester Decraemer, na meer dan 35 jaar dienst opwel verdiende rust.
Precies een jaar na meester Decraemer, op 1 september 1981 wordt Isebaert op rust gesteld.
Jawel, men heeft ze opgeteld 517 leerlingen hebben één of meerdere jaren bij hem in klas gezeten tussen de jaren 1945 en 1980. 401 in de “Kleine” klassen en 116 in de “ Grote” klas.
romain vanhoe Isebaert
Hij had twee oud-leerlingen onder zijn hoede nl. Pascal Vannieuwenhuyse en Romain Vanhoe. Deze laatste was de nieuwe directeur. Wat was het veranderd, maak maar eens mee, als “kleine gast” zeggen dat je jarig bent en een klinkende zoen krijgen van de juf, Els, Martine of Annelies, of een klinkende oorvijg waar sommige leerkrachten zich van bedienden, het is waar we hebben het overleefd, maar wat een verschil!
In het anders zo vreedzame dorp dreigt op 4 september 1985 een schoolstrijd!
De aanleiding daartoe is, de samenstelling van de kleuterklasjes. Voor het geboortejaar 1981 zijn er 35 jongens en meisjes ingeschreven.
De toenmalige directeur, Ignaas verdeelt die over twee klasjes, een volledig met kinderen geboren in 1981, met daarnaast een gemengde klas met daarin zowel kinderen geboren in’81 als van 1982.De ouders vonden dit niet pedagogisch verantwoord.
Een protestantse waarnemende leermeesterwordt aangesteld op 12 oktober 1984.
De ouders verwijten de directie dat zij onder druk van buiten af( bepaalde ouders,) eigenmachtig de eerste aanvaarde oplossing veranderden. Na verscheidene bijeen komsten, werd dan toch een oplossing gevonden, er volgden geen betogingen of een mars op Brussel. De vrede werd ter plaatse hersteld.
In de krant van 14/15 1987 lezen we over een nieuwe gemeentelijke Basisschool voor Rollegem.
Scholen die allang gebouwd zijn, zijn verouderd en niet aangepast aan de normen van de tijd. Dat is na de gemeenteschool een vaststelling voor de meisjesschool
De Kindervriend wil uitbreiden, aanpassingen rond het klooster en een nieuwe school zou de oplossing bieden. Het gebouw zal worden opgetrokken op een 50 tal meter van de Weimeersbeek. De ingang is gelegen aan de Kerkstraat, met een uitgang richting Tulpenpark.
Het verschil tussen twee scholen zou liggen, met of zonder subsidie? Prijzenkaartje 17 miljoen Belgische franken, raming. De vraag die bleef hangen was: "En nu wat met de jongens?" Hoe werkte het systeem? Alle kleuters werden opgevangen in de meisjesschool, en in 1988 mochten zij die wilden bij de meisjesschool blijven. Dat was de oplossing, eureka het ei van Christopher Colombus was uitgevonden “de stap naar jongens en meisjes samen” was gezet, niet de eerste keer maar moeizaam. Het werd geen fusie maar een opslorping of overname van de gemeenteschool door de vrije school! Voor de tewerkstelling is deze nuance belangrijk ook al hoopt men ieder aan het werk te houden.
Op vrijdag 9 juni 1989 werd het officieel bevestigd: de gemeentelijke basisschool in de Rollegemkerkstraat nr. 9 sluit met ingang van het nieuwe schooljaar op 1 september.
Er waren toen nog 72 leerlingen en dat is te weinig. De vier voltijdse, en de twee deeltijdse leerkrachten worden overgenomen.
Eenmaal de gebouwen vrij zijn zullen ze als jeugdcentrum worden benut.
1 september 1989 - vroeger waren er geen problemen in het lager onderwijs. Ieder kind ging als kleuter naar de vrije school en daarna trokken de jongens naar de gemeentelijke school, meisjes naar de vrije school.
Maar toen de gemeentelijke school gemengd werd, volgde de vrije school dit voorbeeld en meteen begon de concurrentie te spelen. De gemeenteschool had natuurlijk het grote nadeel
dat ze niet kon putten uit een eigen kleuter afdeling. De voorstanders van het gemeenteonderwijs beweren dat het opstarten van een gemeentelijke kleuterafdeling het probleem kon oplossen en de concurrentie kon blijven spelen.
Vergeet niet dat op die datum ondanks de verwaarlozing en het uitblijven van de bouw van een nieuwe gemeenteschool de school vorig jaar nog 72 leerlingen telde wat slechts 13 minder was dan het aantal leerlingen in het basisonderwijs van de vrije school. Het was dus ruim voldoende om de school verder te laten bestaan.
Tegen het ingaan van het nieuwe schooljaar 1979/1980 was de nieuwbouw van de meisjesschool nog niet klaar; de verlichting, bekleding en het sanitair waren niet afgewerkt. Ook de afsluiting van de speelplaats moest nog geplaatst worden.
De klas van zuster Monique wordt wel overgebracht naar de nieuwe gebouwen omdat haar klas in de Tombroekstraat samen met de vergaderzaal van het onderwijzende personeel met de grondgelijkgemaakt moet worden .
Het schoolgebouw werd opgetrokken op een 50 tal meter van de Weimeersbeek, op een stuk grond waarop een sport en speelplein voorzien was.
5 Klaslokalen voor meisjes, met ieder een oppervlakte van 7m90 op 7m90 of een oppervlakte van 62,41m2
Ze geven een uitzicht op het tulpenpark, richting Tombroek.
Een lokaal voor de leraars met de zelfde oppervlakte, een bergplaats voor alle sportbenodigdheden, een bureel voor de directie, plaats voor centrale verwarming en een lokaal voor TV. en diamontage. De turnzaal van 13m30 op 10m60.De eetzaal van 10m60 op 10m60, oppervlakte van 112,36m2. Voor de kleuters zijn er drie klassen voorzien van 7,90m op 7,90m, een grote bergplaats met er naast een zandbak.
Wat het sanitair betreft ie er eveneens goed voor gezorgd, ze zijn ruim en voldoende in aantal volgens de vast gelegde normen.
Er zijn twee speelplaatsen voorzien: de openspeelplaats, die geeft uitzicht op de Kerkstraat en de overdekte, is met uitzicht op het tulpenpark en gelegen tussen de klaslokalen(een zeer goede ligging voor zon en klaarte)
Tevens is erook parking voorzien voor negen wagens, en deze kan uitgebreid worden, er is aan grond geen gebrek.
De ligging is zeer rustig en ver van het verkeer! Zonder veel lawaai en gepraat(vergeet de jongensschool niet sinds 1933) kwam er dus eindelijk een nieuwe school.
De ingang gelegen aan de Rollegemkerkstraat, en aan het Tulpenpark.
Omdat de gemeenschap over gronden beschikt waarop vele bouwmogelijkheden zijn, was de aanvraag gedaan om een volledig nieuw schoolcomplex te bouwen.
Het Schepencollege van Kortrijk gaf zijn goedkeuring, ook de diensten van stedenbouw. Gezien alles voldoet aan de eisen van de wetgeving en de ligging. De ingang in de Kerkstraat is ook de toegang voor brandweer en hulpdiensten
Het was kanunnik Vandenberghe directeur van de congregatie van de zusters van de H. Jozef die om 16 uur op zaterdag 19/4/1980 een plechtige dankmis opdroeg in de kerk. Hij werd bijgestaan door Pastoor Deleu Pierre en E.H. Lefebvre. Deze werd opgeluisterd door het plaatselijke koor en door de kinderen van de school.
Na de kerkelijke plechtigheid trok men stoetsgewijze naar de nieuwe lokalen. Directeur Ignaas Dujardin zei in het welkoms woord: “De school zal vanaf nu de naam dragen St-Theresiaschool” Het schoolfeest ging door op zondag 15 juni 1980.
Het was september 1988 het was zeker geen donderslag bij heldere hemel, toen enkele Rollegemse ouders met de tradities braken En hun jongens naar de meisjesschool stuurden
Er was geen sprake van fusie maar van opslorping, of overname van de gemeenteschool door de vrije school.
Het Requiem liet niet langer op zich wachten! Op Vrijdagavond 9 juni werd het officieel bevestigd dat de gemeentelijke basisschool voor altijd zijn deuren sluit in de Rollegemkerkstraat 9, vanaf 1 september stappen vier voltijdse en twee deeltijdse leerkrachten naar de nieuwe werkplaats.
Op 1 september 1989:” de overstappende leerkrachten van de jongens school naar de meisjes, welke tijdens de vakantie mee gewerkt hebben aan de lokalen is vlot verlopen “aldus de directeur.
Ze houden zich duidelijk op de vlakte, ze weten geen kwaad woord over de nieuwe situatie, dat komt niet uit hun mond
Naar mate de oude en de nieuwe leerkrachten elkaar beter leren kennen, staan ze positiever tegen over elkaar. Het wordt even wennen aan de schoolpoort.
De knechtenschool is al een geruime tijd definitief opgedoekt en er zijn opnieuw problemen
De vastbenoemde leerkrachten van de gemeentelijke basisschool zijn vanaf 1 september 1989 terug vastbenoemd door de vzw Vrije basisonderwijs Bellegem-Rollegem in het zelfde statuut op voorwaarde dat zij zelf akkoord gaan met de voorwaarden en principes die het katholiek onderwijs vooropstelt, en bereid zijn zich in de nieuwste vormen van catechese in te werken en deze lessen geven.
Nochtans wilde men (PVV) dat laatste gedeelte schrappen, dat zou volgens hen de leerkrachten verplicht afstand nemen van hun moreelgodsdienstige overtuiging.
De schepen van onderwijs zei:” dat niemand verplicht was die overeenkomst te ondertekenen, maar dat wie weigerde in feite geen werkzekerheid had.”
Toch had niemand van de personeelsleden er problemen mee. Zelfs tijdelijke krachten zijn niet moeten afvloeien.
De voorstanders zeiden; dat de schooldirectie van de vrije basisschool op dat vlak een toegeving had moeten doen. De voorstanders bleven bij ja en de meerderheid zei nee, met een uitzondering!
In 1997 splitste de inrichtende macht de vrije basisschool van Bellegem en Rollegem.
Ignaas bleef directeur te Bellegem tot 1 september 1998, hij werd opgevolgd door Meester Pol.
In het boek van Isebaert kan men de lijst van leerkrachten terug vinden (166)
Het was bij een voordracht van een gewezen onderwijzer van Aalbeke, (op vrijdag 14 april 1978) dat hij enkele ouders aan het denken zette. Voor die tijd was er geen enkele voedingsbodem om een oudercomité in voege te brengen.
De man had blijkbaar met zijn slag zin “In het belang van de plaatselijke scholen is een oudercomité noodzakelijk”. De ouders zochten de directie op en het comité werd werkelijkheid.
De doelstelling van de woordvoeder was; ‘het wordt geen klachtenbureau, evenmin een feestcomité welke als sponsor zou fungeren voor de school!’ En slechts een oudercomité voor beide scholen
Het bestuur bestond uit zes personen bijgestaan door twaalf afgevaardigden(aangeduid per leerjaar) zij zijn verantwoordelijk voor het wel en het wee van de vereniging.
Wat willen ze? Realisatie van een aangepaste schoolbibliotheek, vernieuwing van het didactische matreaal en een cursus voor ouders met als onderwerp: de relatie ouder en schoolgaand kind.
Een vereniging die zowel het belang van het kind, de lera(a)r(es) als de ouders behartigen zal.
In de statuten (opgemaakt op 8 februari 1982) staat, dat er een nieuwe verkiezing moet gebeuren om de drie jaar. Deze zal plaats vinden in de eerste helft van september 1983
Een initiatief van het kersverse oudercomité van de lokale scholen verscheen op 23 november 1983. Men stelde zich de vraag, of men een middel ging vinden om de werkingskosten te financieren.
Schoolbus, in de buurt gemeente werd een Rijksonderwijs ingevoerd in 1969, men kwam de kinderen aan huis afhalen, zouden onze kinderen er niet onder lijden zo stelde men zich de vraag van uit de K.W.B. Het was dan ook evident dat de toenmalige voorzitter, Lucien Kints, samen met zijn ploeg zocht naar een oplossing. Ze gingen een schoolbusje zelf inleggen.
Maar de kleine man niet zo slim, maar strek. Met een afgevaardigde van het bestuur trokken we naar het schoolhoofd, stelden hem de zaak voor, het geld zouden we halen door een jaarlijks zomerfeest te houden. Zo ontstond een vriendenkring met iemand uit de politieke wereld, de zusters van het klooster, nog enkele mensen op de redactie bekent, en het schoolbusje een volkswagen werd aangekocht. De buschauffeurs waren de leerkrachten .
Op 2 juli 1970 werden er zomerfeesten ( Fancy fair) ingericht, (welke doorging in de parochiezaal )om een ander busje aan te kopen. Het eerste type volkswagen was geslipt en totaal vernield
Het bestuur, werd in korte tijd gewijzigd, daar de medewerking, van een aantal leden, zelfs al waren ze de stuwkrachten, achter het project, niet de gewenste figuren waren. Het waren werknemers! Ik herinner mij dat zuster Vianney, de vraag stelde; “ Menheer kent U wel Rollegem”. Zonder blikken of blozen antwoordde ik: “ Ja” maar voegde er onmiddellijk aan toe “ maar of ik de Rollegemnaars ken daar twijfel ik aan.”
Weet ik ben maar een inwijkeling, (een migrant) nu is dat geen drama meer, want hoeveel geboren en getoren Rollegemnaren zijn er nog.
Hoeveel mensen zijn er niet bijgekomen.
Het bewijst hem trouwens, dat je veel kunt! Is er geen spreekwoord dat zegt; “ Het is verbazend wat je kunt presteren, als je er niet omgeeft wie er de eer van draagt!”
Het zomerfeest verdween op18 juni 1979 en het werd schoolfeest genoemd en ging door in de meisjesschool in de Tombroekstraat
De buschauffeur, want bij aankoop van het tweede busje was de garagist chauffeur geworden, nam afscheid met spijt in het hart op het einde van juni 1983, Marcel had dit 13 jaar gedaan en verdiende nu zijn wel verdiende rust
Wie zijn kind niet met de bus naar school liet komen, maar met hun eigen wagen is verplicht op de private parking van de school, volgens het reglement van 1982 langzaam en voorzichtig te rijden en zeker niet stil te houden voor de poort, maar wel op de ruime parking!
De vriendenkring welke tot doelstelling had het busvervoer in stand te houden kan geen vermindering meer toestaan op de officiële tarieven.
De schoolbus verdween in het schooljaar 1991/92, de bus was tot op de draad versleten, geen geld meer om een nieuwe, hij was niet meer nodig! De vriendenkring bleef, de schoolfeesten gingen verder door. Je kunt je de vraagstellen, of het wel een goede beslissing was, het was waar het kinderaantal ging niet achteruit, maar wat zal de toekomst uitwijzen, koning auto verplaatst zich o zo gemakkelijk!
Vanaf 1 september 1976 is er een nieuwigheid in de meisjes. Zuster Annie laat weten dat er vanaf heden voor de kinderen van wie de ouders het wensen bewaking is op school.
S’ Morgens vòòr de klas, s’avonds tot 18 uur, liefst aanvragen voor 23 augustus.
Het snoepen is sinds 1991 niet meer toegelaten, ook niet op schoolwandelingen en schoolreizen. Verjaardagen; zeker geen cadeautjes, snoep of taarten. Stuk fruit of droge koek
mag op de speelplaats.
In de schoolkrant “ ’t Rolluikje”van augustus 2009, lezen we dat er na vier mooie jaren een nieuw bestuur werd verkozen voor de ouderraad met een vrouw aan het hoofd, proficiat!
Maar wie herinnert zich nog deze woonst nog deze van de oude voorzitter!