Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Dit is het verhaal van een, lid van de burgerbescherming, die voor een vrouw, welke hoogzwanger was, naar dokter Declercq ging, (nu den bank aan ’t het “Rollegemse hof”)
De dag begon, met kapot geslagen wegwijzers. Ze kwamen ter hoogte van de “Kwadebrug”daar stonden fietsen, een motto, en er lagen geweren bij.Ik moet er hier bij vertellen dat het dien dag ook “berenweer” was, we konden niet ver zien en niet alles goed alles onderscheiden.
Ter hoogte van café “de Rust”( Verdwenen café aan de overzijde) lag er een dode, met de armen open, ter hoogte van het huis van de dokter nog een dode, (later zou blijken dat er nog een lag aan de overkant, ook verdwenen, ter hoogte van de winkel gezusters Vandenbroucke) de eerste gedachten waren hier is een slag geslagen tussen “Witte “ en “zwarte benden”.De dokter kon maar niet begrijpen hoe zij er door waren geraakt? Hij had geen tijd voor een kinderbed, dus moesten ze maar naar Aalbeke. Bij hun terugkeer werden ze door een Delnat lid van de “Witte bende” niet terugkeren langs de “Kwadebrug” want men was overvallen geweest door de Duitsers. Toen hij terug thuis kwam waren er reeds drie uren voorbij. Bij den terugkeer om te weten wat er nu aan de hand was, kwam hij den drukker Jules Derdeyn tegen, eveneens iemand van de burgerbescherming. Deze kwam de lijken weg halen welke in de Moeskroenstraat lagen(3) Het kind werd die nacht geboren, het was die nacht dat “Treeske” Vandenbogaerde een kindje op de wereld zet, een meisje,.het luistert naar de naam Arlette, ze is school juffrouw geworden. Een nacht als een hel, Een geboorte, van een kind van André Cardoen, hoofdpostmeester van West-Vl. Zeven jonge levenslustige mannen, welke er levenloos bij lagen!
Die slachting, (waarbij ook Duitsers werden gedood, maar meegenomen werden) was een vliegtuig dat de “Witte bende” zou bevoorraden van wapens,
Het Duitse leger was zich aan het terug trekken, daar de wegwijzers verdwenen waren of in de verkeerde richting stonden, stonden de Duitsers op een dwaalspoor.
Een voorpost reed zich vast naar de hofstede toe, zagen dat ze terug moesten keren, en ze ontmoeten zo de andere. Het werd een richting vuur, een gevlucht achter de zerken op het kerkhof, in de straten van de omgeving, het was een gruwelijk tafereel, een ware slachting, toeval of geplant? Resultaat zeven doden, van de Duitsers weet men niet, ze werden allen zoals gezegd meegenomen. De gesneuvelden werden opgebaard in het lokaal nu het O.C.
De officiële tekst luid als volgt; De gruwelnacht van zaterdag 2 september te Rollegem zullen weinigen vergeten, bijzonder zij die in de omgeving woonden van den dorpskom en de omgeving van de “Kwadebrug”.
Leden van de geheime leger hadden opdracht gekregen wapens te gaan halen die zouden gedropt worden in Bellegem.
De weerstanders waren vertrokken uit Moeskroen in verschillende richtingen. Het Duitse leger of wat er van overbleef in deze streek was in volle aftocht, trok zich terug richting Bellegem, Zwevegem. Gekomen op de plaats te Rollegem waren de wegwijzers verdwenen of gedraaid zodat de vijand in de war was.
Zo werden de leden van het geheime leger verrast en neergeschoten. Vijf van hen vielen op de plaats twee in de Moeskroenstraat, tegen het kruipunt met de Kwadebrug.
Enkele werden gekwetst, waarvan een ernstig, en anderen zijn gevlucht, of hadden zich verscholen achter de zerken of monumenten op het kerkhof.
Een andere bron meld dat: In den nacht van 2 op 3 1944 waren er hier een dertigtal leden van de “Witte bende”, zij moesten een auto aanvallen waarin iemand van de generale staf inzat. Doch ze hadden nog geen wapens, uitgezonderd handgranaten. De wapens moesten ze gaan halen op een boerderij Ze staken juist de straat over om naar het hof te gaan, toen de twee auto’s hen bijna omver reden. Het waren deze auto’s welke ze moesten hebben, ze waren te vroeg, zo waren ze verrast. De Duitser hielden stil, en begonnen te mitrailleren. De witte verdedigden zich doch hopeloos. Het gevecht heeft een half uur geduurd. De Duitsers hebben nog lang rond gereden, doch alles bleef stil. ’s Morgens hebben enige mensen de lijken afgehaald, er waren zeven doden, allen waren vreselijk aangedaan. Een zwaar gekwetste, hij had drie kogels in zich, doch is genezen. De gekwetste wist te vertellen dat er ook Duitsers dood waren, doch deze hebben ze meegenomen
Een andere bron vermeld dag op die bewuste 2 september het geheime leger had de wegwijzers verwijderd of veranderd van richting zodat terugtrekkende Duitse soldaten voortdurend ronddwaalden op ons grondgebied
Rond 23 uur kwamen luid pratende en zingt verzetslieden uit Moeskroen door de kerkstraat op weg naar Bellegem, waar een Engels vliegtuig wapens zou droppen.
Plots stonden ze oog in oog met den vijand en opstaande voet ontbrande de schietpartij.
Er vielen doden langs beide partijen. Twee gekwetste weerstanders werden zonder medelijden met een nekschot afgemaakt.
Vluchtende leden van de brigade werden achterhaald en aan de Kwadebrug neergeschoten.
De Duitsers hebben hun eigen slachtoffers opgeladen en verdwenen richting Bellegem.
In Zwevegem werden ze door de geallieerden gevangen genomen.
Die gruwelnacht van 2 september zullen weinigen vergeten, bijzonder zij die in de omgeving woonden van de dorpskom en het kruispunt aan de Kwadebrug.
Leden van het van het geheim leger hadden opdracht gekregen wapens te gaan afhalen die zouden geparachuteerd worden in de omgeving van Bellegembos. De weerstanders waren vertrokken uit Moeskroen in verschillende richtingen. Het Duitse leger of wat er van overbleef in deze streek was in volle aftocht en trok zich terug richting Bellegem en Zwevegem. Gekomen aan de plaats te Rollegem en aan de Kwadebrug waren de wegwijzers verdwenen of lagen in de gracht, zodat de vijand halt hield. Zo werden de leden van het geheime leger verrast en neergeschoten. Vijf vielen rond de plaats en twee in de Moeskroenstraat tegen het kruispunt van de Kwadebrug. Enkelen werden gekwetst terwijl anderen konden vluchten of zich verscholen achter de monumenten op het kerkhof.
Een herdenkingssteen werd geplaatst in de muur van het intussen verdwenen huis van de gezusters Vandenbroecke (op die plaats viel een weerstander)
Door de verfraaiing van de dorpskom en het aanleggen van parkeerplaatsen en groen dienen deze huizen rond de kerk te verdwijnen en meteen het monument dat er aan de gevel werd aangebracht.
Het stads bestuur van Moeskroen werd mondelings verwittigd dat door werken rond de kerk het monument zou moeten op een andere plaats gebracht worden. Het stads bestuur van Moeskroen kwam het monument weghalen en plaatste het in Moeskroen aan de “Zwarte gevel” dit zou de plaats zijn alwaar de weerstanders vertrokken waren.
Bij het inwijden van het monument in de nieuwe bestemming te Moeskroen aan de zwarte gevel langs de oude baan van Moeskroen en Aalbeke werd niemand van Rollegem uitgenodigd. (Intussen is er reeds weer een nieuw monument geplaatst.)
Is men in Moeskroen vergeten wat de oud-strijdersvereniging gedaan had? Men denkt nog aan die septembernacht 1944 op 12 januari 2010 werd het op de radio nog aangehaald door de vrouw van den bierhandelaar wonende op het gemeentehuis, van toen die tijd.
De ramp van Rollegem verteld door iemand die het beleefde.( vertaling Uit“La Tragedie de Rollegem) september 1982
Wellicht zijn de boze geesten die ons moesten vergezellen op de van zaterdag laatstleden nog niet allen vergaan in de slapeloosheid van hun verdorvenheid, aangezien zij hun taak schijnen te moeten voleindigen in de taal van sommige personen, voor wie het een opdracht is heldenmoed van onze geliefde kameraden te bekladden, zij die voortaan in onze herinneringen, geen andere naam dan” held” meer(zullen) dragen.
Wat sommigen ook zeggen, wij hadden een radio-oproep ontvangen, om zaterdagavond de centrale C.P.(Commandopost) te vervoegen. Wapens zouden geparachuteerd worden om in de komende dagen het gevecht te kunnen aangaan.
De groepsleiders moesten hun mannen verwittigen. Na de verzameling, verlieten we wij de stad, vol hoop en zelfzekerheid, eindelijk zouden we nuttig zijn….
Alles verliep vlot tot aan de “Piro Lannoy” waar een groepje van de C.P. ons opwachtte en ons Duitsers melden aan de Kwadebrug waardoor ons een nieuwe te volgen weg werd aangeduid.
Niemand kende die weg, maar een post van het Rode-Kruis, die ons voorafging en die wij moesten vervoegen, richtte ons.
In stilte volgde het peleton op een rij elkaar deze weg. In de onmiddellijke nabijheid van Rollegem werden 2 verkenners uitgestuurd; zij kwamen terug: niets te melden.
Midden een schrikaanjagend weer kwam de ganse colonne de straat ineens door en reed de grote plaats op
Het maanlicht werd af en toe verduisterd door grote regenwolken die door de wind werden voortgejaagd.
Deze gure wind gierde in onze nek, zodat wij het gerucht der gepantserde Duitse wagens niet opvingen; terwijl zij integendeel wel het geratel van onze fietsen, een dertigtal konden horen.
In den bocht op de plaats van Rollegem riep een soldaat uit de gepantserde auto ons “halt” toe. Maurice Cousin en enkele andere mannen die op dat ogenblik gevangen zaten tussen de auto en de muur, schoten op het voertuig. De Duitsers antwoorden gevat en mitrailleerden langs alle kanten. De ganse groep viel uiteen en vluchtte in algemene verwarring; slechts enkele mannen verdedigden zich en schoten hun wapens ledig.
Ze waren geraakt en konden niets meer hopen…
Enkele uren na het bloedbad, ben ik teruggekeerd om de slachtoffers te kennen die door een nekschot laaghartig waren afgemaakt.
De ganse nacht werd er geschoten. Leopold Pollet moet in gevecht geweest zijn met de tweede gepantserde auto, om zijn wapenbroeders te wreken, want door een uitzonderlijke moed aangedreven, was hij voor het gevaar niet geweken.
Ik zou hun heldenmoed, in dienst van het edelste ideaal, waarvan zij reeds het bewijs geleverd hadden gedurende de bezetting, willen kunnen uitschreeuwen.
Aldus de schrijver van dit stuk.
Zij waren met zeven, zeven helden van de weerstand die te Rollegem in de gure nacht van 1 en 2 september 1944: de nacht van de bevrijding!
Dat hun namen vereerd worden en als voorbeeld dienen:Albert Cousin, Maurice Cousin, Jacques D’Halluin, Fernand Florin, André Pintelon, Hector Castelein Leopold Sabbe
Een herdenkingssteen werd geplaatst in de muur van een nu verdwenen huis.
De oorlog te Rollegem door het oog van een Rollegemnaar
Er werden 5 gemeenteraden gehouden en er waren in 1939,2554 inwoners. De eerste gemeenteraad was op 5 januari. In september werd Maurice Everaert tot burgemeester benoemd. Hij was geboren te Bellegem op 25 december 1888, doch werd niet officieel ingehuldigd, daar de oorlog tussen Frankrijk en Duitsland verklaard werd en er hier mobilisatie was. Het was dat jaar een strenge winter zeven week was het gevroren. De strijd beperkte zich meestal aan de Siegfried lijn en de Maginotlijn, die beiden miljarden hadden gekost. Sirenes loeiden bijna iedere dag in noord Frankrijk, wanneer vijandige vliegtuigen in aantocht waren.
1940, voor de tweedemaal in de geschiedenis kwam het tot een rampzalige oorlog door de zelfde invaller Duitsland. Op 4 februari einde van 6 weken vorst. Op 17 februari grote sneeuwstorm.
De mobilisatie gebeurde in fazen en niemand verstaat er zich aan. Vele soldaten liggen langs het gekende Albert kanaal. Op vrijdag 10 mei, en zeer mooi, algemene mobilisatie. Het Duitse leger valt België binnen, zonder oorlogsverklaring. Nederland en het Groot hertogdom Luxemburg vallen als slachtoffer.
Om 6uur ’s middags van 10 mei heeft een eerste grote vliegaanval plaats op het vliegplein van Wevelgem, het rangeerstation te Kortrijk en op de meubelfabriek “De Coene”. Het volk is in paniek, 11 mei opnieuw bommen op Kortrijk, het werd een algemene vlucht uit de stad. Op 13 mei komen de eerste vluchtelingen van het Luikse, Namen en Rochefort.
Op 16 mei massale luchtaanval op Doornik, waar ook de bevolking op de vlucht sloeg. Zondag 19 mei branden de houtmagazijnen van “Helgig” Zwevegem af alsook van “Bulcaen” Moeskroen.
Vluchtelingen van de streek van Geeraardsbergen komen langs hier.
Op maandag 20 mei offensief op de Schelde. Vele Engelse soldaten komen door de gemeente bij het achteruit trekken van de troepen.
Op maandag 21 mei, St Denijs, Helkijn, Spiere, Dottenijs en Bellegem ontruimen. Ook Rollegem is gereed voor te vluchten maar niemand weet wanneer.
Op 23 mei komen de eerste Duitsers met zware motoren met sidecars en gewapend met mitrailletten in de gemeente. Er is geen elektriciteit meer .
Op 24 mei werd de gemeente Rollegem bezet. Langs de Leie word er hevig gevochten, grote bombardementen vinden plaats, bruggen moeten er aan geloven. Alle gemeenten langs de Leie hebben branden.
Op zaterdag 25 mei worden de gemeenten Rollegem en Bellegem met artillerie geschut beschoten, er vallen geen slachtoffers wel is er grote schade aangericht.
Er zijn grote troepen bewegingen.
Op 26 mei, hevige bombardementen in de richting Menen, Wevelgem, Izegem en Roeselare.
Op 27 mei hevige beschietingen uit Frankrijk op Rollegem, Aalbeke en Moeskroen, obussen vallen op de hofsteden Vandaele en bij Barbe. Duitse verliezen aan mannen en paarden.
Op 28 mei het Belgische leger geeft zich over, het capituleert om verdere uitroeiing van soldaten en burgers te voorkomen.
Koning Leopold wordt naar Duitsland gevoerd.
Het Engels leger trekt zich terug op Duinkerke om in te schepen. De capitulatie werd getekend op het slot van Wijnendaele.
In de nacht van 29 op 30 mei vallen opnieuw bommen op Kortrijk en Wevelgem.
In de nacht vanvrijdag 31 mei vallen bommen op het ouderlingengesticht Pottelberg te Kortrijk. De troepen bewegen zich richting Frankrijk.
In de nacht van 7 juni vallen er opnieuw bommen op Moeskroen, fabriek Motte en Dottenijs.
Op 8 juni werd de Duitse tijd ingevoerd, dus een uur vervroegd.
In, de nacht van donderdag 14 november grote storm, met veel schade.
Gans de winter door werd Bellegem bezet door Duits paardenvolk met wagens, de soldaten lagen in de nieuwe klaslokalen van het klooster, nieuwe paardenstallenwerden gebouwd in de Rollegemstraat op gronden van Debusschere beenhouwer te Bellegem
In Rollegem werd Robert Desmet aangesteld als bediende der gemeente en werd de rantsoenering ingevoerd. Alles met zegels. Voor iedere gebruiker en volgens aantal personen. Dit werd ingericht in de bovenzaal van het “gemeentehuis” nu den Domino.
Op 29 maart 1941 werd de laatste gemeenteraad gehouden, alleen het schepencollege bleef in dienst. Benzine wordt gerantsoeneerd, auto’s worden opzij gezet
Op 3 september 1941 wordt schepen Jozef Vandeginste ontslagen door de bezetter.
1942 het begon met een langdurende vorst vanaf 10 januari tot en met 15 maart. Op 23 januari vroor het -20°, met sneeuwstorm.
Op 29 augustus bomaanval op Marke, en op 9 oktober bommen op St-Anna, waarbij vrouw Clochet ernstig werd verwond.
Op 31 oktober luchtaanval op de elektrische centrale te Zwevegem.
1943 op 14 mei opnieuw bombardementen op Marke en Wevelgem, welke zich herhaald voor Wevelgem op 12 juli.
Op 2 juli bommen op het rangeerstation te Kortrijk en op de firma Decoene;
Op 26 juli worden de vliegvelden van Wevelgem en Moorsele gebombardeerd, het herhaald zich op 26,27, 28 , 29 en 30 juli.
Op zaterdag 4 september rond 6 uur bombardementen op Kortrijk en Marke, met een luchtgevecht boven Rollegem, waar een Duits vliegtuig naar beneden word gehaald.
De piloot van het toestel kwam te recht in de nabijheid van de woning van Nabor Degroote. De piloot was zwaar toegetakeld aan de neus.
Het vliegtuig zelf stortte neer naast de woning van Maurits Castelein in de Kerkstraat.
Op 6 september capituleert Italië.
1944, 18 maart ’s avonds een groot bombardement op de “Pottelberg te Kortrijk waarbij 250 doden te betreuren vallen.
Op zondagavond met de foor te Moeskroen viel één bom te Rollegem, op huis “Tant” in de Marksestraat. Aan de waterval te Bellegem, werd een huis zwaar getroffen.
Op 12 april werd het vliegveld van Wevelgem opnieuw aangevallen.
10 mei zwaar bombardement op het centrum Kortrijk, het duurde 21 minuten, het aantal slachtoffers was gering volgens de schade, vele mensen hadden de stad verlaten.
Het aantal inwoners te Rollegem was bijna verdubbeld door de vele Kortrijkzanen die hier kwamen hun intrek nemen.
Op 13 mei luchtbombardement op Tourcoing (statie) alwaar een munitietrein stond.
15 mei opnieuw aanval op Kortrijk dit keer het station.
Op 19 juli viel een vliegend bom dichtbij de “Zevencoten” er was aanzienlijke schade.
Op 21 juli 3de vreselijke aanval op Kortrijk, in twee delen. Het eerste bombardement duurde 14 minuten, met een tussen ruimte van een halfuur, volgde een tweede aanval deze duurde 20 minuten. Eerst vielen lichtbommen die geheel de stad en omgeving verlichten. De schade was aanzienlijk, door bommen en branden, er waren opnieuw 167 doden geteld en tal van gekwetsten.
Op zaterdagavond 2 september was er een schermutseling op de plaats te Rollegem tussen het geheime leger en de terugtrekkende Duitsers.
Vijf leden van het geheime leger sneuvelden. Ook op de Kwadebrug vielen er twee doden van de witte brigade, de wegwijzers waren uitgetrokken en de terugtrekkende legers bleven haperen.
Op 3 september werd Doornik bevrijd en in de namiddag was het de beurt aan Brussel.
Opmaandag voormiddag 4 september hevige gevechten te Kooigem, tussen de witte brigade en de Duitse troepen waar vliegtuigen ter hulp gekomen zijn voor de witte brigade.
Op 17 oktober “GUTT- operatie, alle geld moet ingeleverd worden. 5000Fr. Per gezin wordt onmiddellijk uitbetaald. Het overige blijft geblokkeerd en wordt later in delen terugbetaalt na aftrek van kapitaalbelastingen.
Op 12 mei 1945 werden brandstichtingen en plunderingen gedaan te Rollegem onder andere bij Alfons Vandewalle (onderwijzer) Louis Vandendriesche (landbouwer en bij Maurits Castelein (oorlogsburgemeester)
De wapenstilstand wordt getekend op dinsdag 8 mei om drie uur.
Op 22 juli trekt de vredestoet door de gemeente: vertrek om 3 uur te Tombroek, vervolgens de Tombroekstraat, Aalbeeksestraat tot aan de Lampe, terug langs de Aalbeeksestraat naar de Kerkstraat om dan te ontbinden.
Bevrijding
Op maandag 4 september toen in de voormiddag nog een Duitse auto voorbij was gekomen , kwam in de namiddag rond een uur of 5een Canadese tank triomfantelijk Rollegem binnengereden. Aanstonds was er een massa volk op de plaats verenigd. De oude burgemeester besteeg weer zij troon, en hij werd feestelijk door het volk toegejuicht.
Hiermee sluiten we het hoofdstuk “Gesneuvelden” af. 11 November, wij zouden dit als een goudklomp in ons hart moeten bewaren en dit telkenmaal vol liefdeherdenken, het einde van de Eerste Wereldoorlog, eveneens dat einde van de Tweede Wereld oorlog 4 September. Wie kan het ons nog navertellen, Antoinette Bels was drie, toen de oorlog uitbrak, een kranige vrouw haar
oorlogsgeheugen is nog intact, ze weet nog dat ze bang was wanneer er bommen overvlogen. De tweede maakte nog een minder diepe indruk dan den Eerste, ze baarde drie kinderen volgens meneer pastoor mocht de kindermachine niet stil vallen. Haar man Remi, had meer mee gemaakt, toch zoals het overal ging werd er nooit over gepraat.
Als kind trokken met de school naar het monument, om hun overleden mede broeders( welke er aan het front sneuvelden) werden herdacht, elk op zijn eigen gemeente.
we vormden een haag en de oud-strijders stonden er met vlagen en bloemen en op hun fiere borst droegen ze vol eerbied, hun eretekens. Voor velen van hen was er na hun dood een ereperk, (een begraafplaats voor oud-strijders) Er zijn dorpen bekend die dat niet over hadden voor hen, denk maar aan Moen,Bambrugge deelgemeente van Erpe-Mere of nog Ramst, en dan schrijven mensen me:” op 11 november staan ze aan de gedenksteen van de gevallen oud-strijders huichelachtig een brief af te lezen om nadien eens goed te gaan feesten” Waarom heren ook hier geen gedenksteen wij weten ze kunnen er niet meer begraven worden, maar in Ieper aan de Menenpoort zijn het toch ook maar namen of is het zoals te Moen dat er zelfs geen namen bekend zijn?
Men denkt er aan om 2014/2018 een grote herdenking te houden wat word het voor de Belgen, ze liggen verspreid over alle dorpen en steden. Britten, Canadezen, Duitsers allen hebben begraaf plaatsen, met veel liefde onderhouden. Wat doen wij met hen, afwachten?
Zoals we nog steeds moeten wachten om op bepaalde gemeenten een ereperk te krijgen voor zij die het aan het front hebben mee gemaakt als oud-strijder, en waarvan Burgemeester, welke de enige zijn in het land die er kunnen over beslissen het onnodig achten
om eerbied op te brengen voor hen. Wat moeten onze kinderen en kleinkinderen hier van onthouden? Als de overheid er och zo weinig belang aan hecht. Waren de andere soldaten(landen) dan zoveel beter dan de Belgen? Heren wethouders denk daar maar eens over na.
Wanneer zij; “de allerlaatste getuigen”zich de vraag stellen, “ Wat denk je komt er weer oorlog” heeft het toch aan dat mensen er voor vrezen.
Ik hoop dat jij trouwe lezer en zij die, in de toekomst het doorneemt, er iets van op gestoken hebt, helaas wij kunnen er niet veel aan verhelpen alleen hopen dat er nooit meer oorlog komt. En dat er weldra vrede mag komen over alle gebieden. “Nooit meer Oorlog”
Bedankt aan alle lezers, en als je vragen hebt, of iets kwijt wil laat het weten we kunnen nog steeds toevoegen.