Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Le bonheur est quelque chose que le choisis à l’avance. Que j’aime ma toile ou pas ne dépend pas de meubles ou de la décoration –ça dépend plutôt de la façon dont moi je la perçois
Het geluk is iets wat ik op voorhand heb gekozen. Of ik van het doek houd, hangt hiet af van de meubels of de decoratie - dat hangt eerder af van hoe ik het doek waarneem.
“C’ est déjà décidé dans ma tête que j’aime ma toile. C’est une décision que je prends tout les matins à mon réveil”
"Mijn besluit staat vast dat ik van het doek houd.. Het is een beslissing die ik neem elke ochtend als ik wakker word "
’Jai le choix, je peux passer la journée en comptant les difficultés que j’ai avec ma toile et remercier le ciel
Ik heb de keuze, ik kan de dag doorbrengen met het tellen van de moeilijkheden die ik heb met het doek en de hemel danken
Chaque jour est un cadeau, est aussi longtemps que je pourrais ouvrir mes yeux, je focaliserai sur le nouveau jour et tout les souvenir heureux que j’ai amassés tout long de ma vie
Elke dag is een geschenk, zolang ik mij ogen kan openen, zal ik mij concentreren op de nieuwe dag en alle gelukkige herinneringen die ik in mijn hele leven heb verzameld
“ La vieillesse est comme une galerie d’art- Tu retires de ce que tu as amassé”
Ouderdom is als een kunstgalerie-je weerhoudt wat je verzameld hebt
Hij werd Geboren te Kortrijk op 24 Maart 1919. Al vroeg ontdekten de onderwijzers zijn teken talent. Zo belande hij op 12 jarige leeftijd in de kunstacademie van Moeskroen. Wat later volgt hij les aan de academie van Kortrijk. Tijdens zijn militaire dienst (17 maanden) ziet hij de kans de cursussen te volgen te Brussel.Daar word hij bekroond voor het eerst met het gouden ere metaal. Tijdens de oorlogsjaren had hij zich ontpopt als geliefd portretschilder( Krijgsgevangene geweest) terwijl hij ook stemmig stilleven en bloemstuk graag beoefende, maar uiteindelijk droeg het heuvellandschap van zijn streek zijn voorliefde weg. Het werk van Achiel bezit een volkomen eigen authentiek uiterlijk gezicht en innerlijk gelaat. Het innerlijk gelaat van zijn werk heeft rust, stilte en verademing. Over het œuvre van de kunstenaar hangt een sluier van weemoed , een introvertheid gericht op het verleden. Op al dat gave en goede dat in deze tijd tot bouwval of verdwijnen gedoemd is, maar dat hij nog net met kleurige verf weet te bestendigen.En als het al in werkelijkheid reeds verdwenen is , het nog uit de herinnering en verbeelding weet op te roepen, de met riet of stro bedekte hoeven onder een hoog en bewogen geluchte, of in innige, ingetogen stemming van begijnhoven en kerkinterieurs. “Dat men mij als sfeerschilder beschouwd” zegt Achiel wist ik zelf niet “ ik wilde mij alleen uitdrukken in de kleur. Kleurentechnieken en licht en schaduwspel geven echter onvermijdelijk een speciale sfeer.” Voor hem is het kwestie van toevoegen en schrappen. Alles wat de natuur ons biedt is kunst. De schilder kan hiervan een aspect gaan uitwerken. De natuur is zo volmaakt dat men ze bij het vastleggen op doek niet moet veranderen. Ik voel mij gelukkig, dat ik als schilder, dank zij de techniek van licht en schaduw en de beheersing van het lijnenspel, de mogelijkheid krijg de natuur bij te werken “ aldus de kunstenaar zelf.”
Hij is nog van het ras der sfeerschilders, te midden van denderende hijskranen, kille torengebouwen, en jachtige straten, omdat de sloophamers der twintigste eeuw wel het oor, het oog en het gezicht kunnen kwetsen, maar nog niet raakten aan het innerlijk gelaat de ziel, het heiligdom van sommige bevoorrechten. Zijn werken zijn als balsem op de huid van dit geteisterd en gelittekend mensdom.
Achiel behaalde de gouden Medaille in 1937 en 1938 in de Kustacademie te Moeskroen en te Kortrijk. Hij is laureaat van de arbeid sierkunstschilder sinds 1952 en behaalde in de tentoonstelling de bronzen medaille CEAE Kunst in Europa te Brussel in 1973. Ook een bronzen medaille bij de beroepskunstenaars te Brussel in 1976. Hij werd laureaat met een bijzonder prijs van het publiek Gaverprijs 1976 bij 152 deelnemers
In 1945 stelt hij tentoon voor de eerste maal in de rookzaal van de schouwburg te Kortrijk. Het duurt daarna tot 1971 vooraleer we de kunstenaar opnieuw met een individuele tentoonstelling terug zien.
Het werk van Platteau bezit een volkomen eigen authentiek gezicht. Vromelijk kenmerkt het wek zich door een gedurfde en toch verfijnde en precieuze meszetting gepaard met aan ambachtelijke vaardigheid. Hij is een schilder die met passionele bezetenheid de schoonheid van het heuvelend landschap, bezuiden Kortrijk in kleuren vastlegt. Hij doet het technisch beheerst en met uiterst rijk en verscheiden pallet van neventinten en tonaliteiten, op basis van slechts weinig bruinachtige grondtonen. Thematisch is zijn werk beperkt tot combinaties van aarde, lucht, wolken, bomen en hoeven maar ook sfeervolle kerkinterieurs en begijnhoven waarbij de kleine prachtig omlijste werkjes als ware pronkstukjes aandoen
Het innerlijk gelaat van Plattaeu’s werk heet “rust” stilte, verademing. Dit innerlijke aspect gaat trouwens in volmaakte harmonie met het palet van de kunstenaar.Over zijn werk hangt een sluier van weemoed.
Achiel haalde het bronzen eremetaal kunst in Europa 1973.
Op de tentoonstelling van november 1976 stelt men voor de eerste maal, aanwezigheid van bloemstukken vast. Ook zwart-wit wil hij als tekenvaardigheid bewijzen. Bij de opening hoorde men , dat de eigen gemeente druipend van landelijke schoonheid die elke seizoenwisseling op de glooiende hellingen bied, blijf de onuitputtelijke inspiratiebron.In het mooie dorpskerkje vind hij, steeds weer verrassende kijkplaatjes. Kenmerkend is dat vele werken uitsluitend met paletmes tot stand kwamen.
Bij het behalen van verscheidene onderscheidingen werd Achiel ook op het gemeentehuis onthaald. Er werd een korte schets gemaakt over zijn œuvere en zijn bekomen prijzen. Hij hield expositie te Brussel in het Rogiercentrum en in de galerie Hena Internationaal, Zulte villa Salome, Waregem Galerie Da Vinci, Charleroi in Van 1 tot 12 november 1979 houd hij zijn 10 individuele tentoonstelling in de rookzaal van de stadsschouwburg te Kortrijk
In 1981 op de tentoonstellingstellen we vast dat Achiel evolueert naar specifiek kerkinterieurschilder. Men heeft hem wel eens de schilder der stilte genoemd. De vele vrome hoekjes van de kerk uiten zich in doeken tot religieuze stemmigheid. Hoewel hij ook opnames toont van andere kerken, toch blijven zijn Rollegemse kerkinterieurs pareltjes. De kern van zijn werk is; een sacrale stilte, gevolg van schoonheid die niet uitbundig is maar tot de essentie doordringt, geraffineerd tot op het punt dat de stilte voelbaar wordt. Een stilte die schreeuwt om gehoord te worden.
De sinds in 1969 woont de kunstenares hier te Rollegem. Ze is afkomstig uit het Limburgse Maaseik, en woont nu in de Groene Dreef, ze is samen met haar man naar West-Vlaanderen afgezakt, omdat hij hier in de streek werk gevonden had. Zij werd geboren op 21 september 1944, na vier jaar kunstacademie kan ze met een zekere tevredenheid haar schilderijen aanschouwen. En ze wilde die tevredenheid delen met een ruim publiek. Daarom stelde ze haar werken tentoon tijdens de week van de amateurskunsten. Pas tijdens de opleiding kon ze haar creativiteit volledig ontplooien. Haar technieken blijven evolueren en ze begon stilaan haar eigen stijl te vinden. Ze stelde tentoon met tien andere kunstenaars, en stelde vier van haar werken tentoon. Haar eigen favoriet heet “Wall Paintings” het is een interpretatie van een stuk uit de muurschilderijen van Altamira.Een werk waar verschillende technieken en materialen bij gebruikt werden. Zij hoopte nog in 2006 een tweede deel van dat werk te maken, een tweede luik zeg maar. Ze stelde tentoon van april tot mei 2006 in het Erfgoedhuis.
Jean-Pierre Seynaeve
Wonende in de Rollegemkerkstraat, afkomstig van Luinge is het algemeen geweten hoe verdienstelijk Jean-Pierre als kunstenaar en lesgever is. Deze wonderlijke man is zowel over abstracte als figuratieve kunst zeer bevlogen als men er hem over aanspreekt. En terwijl hij beide landstalen vrolijk door elkaar haspelt, begeestert hij zijnleerlingen en andere omstaanders zoals allen de oude meesters (Les grand maîtres) dat vroeger deden. Door de jaren heen ontwikkelde hij een sterk aanvoelen voor klassieke en hedendaagse tendensen
Een Rollegemnaar geboren in 1950, maar woont sinds 1970 te Marke Kunst vormde altijd al een essentieel onderdeel van zijn leven. Sinds zijn 21ste volgde hij Kunstonderwijs rond figuurtekenen. Later specialiseerde hij zich in olieverf, acrylverf en aquarel. Hij is per week ongeveer naast zijn beroepsleven 15 uren met kunst bezig. De kunst is volgens hem een stukje schepping, zijn kind. Hij maakt zowel abstracte of figuratieve kunst. Hij verkoopt niet vaak werken, en doet slechts sporadisch mee aan wedstrijden. Hij organiseert maar zelden tentoonstellingen, hij creëert uit liefde. Toen hij in Marke tentoonstelde met het werk “Hier laat ik jelos”was het publiek verbaasd over zijn kwaliteiten. Hij creëert uit liefde de professionele uit de brode.
Shirley Vanquickelberghe
Ze nam deel voor de derde keer aan kunst in Kortrijk. Met haar schilderij “Zomers gevoel” veroverde ze de harten van het publiek. Het was 2003 de kunstenares is pas van Rollegem naar Kooigem verhuisd. Shirley is al vanaf haar 17 de bezig met les te volgen aan de academie. Het werd een passie, ze werd naar de lessen gedreven. Het is nu nog een belangrijk deel van haar leven. Na acht jaar opleiding behaalde ze met grote onderscheiding haar diploma van hoger secondair kunstonderwijs. Daarna bleef ze de academie een tijdje trouw als “vrije leerling”. Soms gebeurd het dat ze tijdens haar werk een heel goed idee heeft, dan word dit direct genoteerd, anders waaien de idee weg. Om den brode zou ze het niet kunnen daar ze niet onder druk kan werken. In een tuinhuisatelier werk ze met muziek op de achtergrond, daar vind ze rust en vrijheid. Het moeilijkste vind ze een idee uitwerken. Ze experimenteert met verschillende materialen. Ze heeft al verf gemengd met zand en verder met touwen en keien gebruikt, ze wil ook leder gebruiken. Ze werkt ook regelmatig op vraag, op basis van een foto. Mensen vragen om een tekening te maken van kinderen, of van grootouders en of een koppel. Zij wil ook voorbereidingen treffen om een eigen tentoonstelling. Haar zoon heeft zelf voor haar een website gemaakt http://www.shirley-vq.tk. sinds een tijdje zijn de kinderen de deur uit en kan ze zich ten volleuitleven op het doek In 2007Stelde de 53 jarige (1954) kunstenaresvoor een origineel cadeau onder de kerstboom tentoon op de Kwarmont in de galerij “Noorderzon” zo een dertigtal werken. Warme levendige kleuren zijn de typische kenmerken van de kunstenares. Schilderijen waar rood en oranje de boventoon voeren. Haar werken zijn een mengeling van abstract met een vleugje realiteit. Warm en intense kleuren zijn haar visitekaartje, vooral de passionele rode tinten, omringd door diep zwart. Ze laat zich inspireren door dagelijkse dingen. Ze is langzaam een andere weg aan het inslaan, meer naar het abstracte toe. Iedereen laat ze zijn fantasie de loop, net zoals zij haar inspiratie zijn gangetje laat gaan.
Geboren te Desselgem op 18/10 1928 wonende in de kerkstraat 104. (Nu te Kortrijk)
Tentoonstelling november 1976
Carine Despriet
In de Eikendreef vinden we Carine een 52 jarige dame, zo opgewekt en gedreven, zo stil zijn haar geometrisch-abstracte doeken. Haar doeken worden opgebouwd in lagen . Ze werkt bewust in reeksen en het ene werk is als het ware voorstudie voor het volgende. Laag per laag laat de kunstenares zich meevoeren in de sfeer van de stilte en ingetogenheid. Met bruinen, grijzen en witten speelt zij een subtiel spel van licht en schaduw. De stille schilderijen nodigen uit om er bij weg te dromen 2008 nog een foto nemen!!!!
Peter Van Ammel
De Rollegemnaar wint tweejaarlijkse Alfons Blommeprijs voor schilderkunst, te Roeselare, met zijn schilderij “Une Fleur pour Charles Baudelaire”
Peter woont in de Tombroekmolenstraat, alle tijd die rest na zijn dagtaak wijdt hij aan de schilderkunst. Hij is nu in 2005 reeds zes jaar door de microbe gebeten, het is een must, soms zelfs een last, maar het moet. Hij schildert vooral abstract, maar integreert ook altijd figuratieve elementen in zijn werk. “Mensen moeten opnieuw leren kijken” zegt Peter. De werkelijkheid vormt altijd de inspiratie van zijn werken. Die werkelijkheid kan bijvoorbeeld een werk van een grote meester zijn. Die interpretatie, die in geen geval een kopie is, samen met een aantal toevalligheden vormt dan een totaal nieuw beeld. “Alles kan een werk beïnvloeden” aldus de kunstenaar “ een boek, een gesprek, een beeld in de straat, kortom alles wat hij meemaakt, heeft rechtstreeks of onrechtstreeks een invloed op zijn werk. Mocht het kunnendan maak ik van schilderkunst mijn beroep, ik ben er dagelijks mee bezig, niet altijd met de borstel maar vormen ideeën en het mentaal voorbereiden. Het is ook vaak hard om van mijn werk afstand te nemen. Ik wil weten waar mijn werken terecht komen , waar ze zich bevinden, ik ben er emotioneel met verbonden. Hij gaf in 2005 een tentoonstelling in de galerij “Montanus” in Diksmuide, ook in Oostende waren werken van hem te bewonderen. Hij nam al regelmatig deel aan een wedstrijd dat heeft de kunstenaar de kans om het grote publiek te bereiken. Je ontmoet er mensen die echt met kunst begaan zijn. Toch is er een zekere barrière om met het werk naar buiten te komen. De kunstenaar legt in zijn werk zijn ziel bloot, het is een stuk van hen zelf, en hij weet niet wat het publiek er zal van denken. Het doet dan ook deugd voor de kunstenaar indien hij nu en dan eens een prijs wint. In de commentaar bij Peter zijn tentoonstelling in het buurthuis lezen we dat in zijn werk de emotionele factor sterk aanbod komt en het drukt een zekere zwaarmoedigheid uit. Maar soms vind je in zijn werken de mildheid van lichte sierlijke dansmotieven. Na jaren van rusteloos laboratoriumwerk, is hij nu aan een stevig opbouw bezig.
Rollegemse kunstenaar stelde in februari 1995 tentoon in de galerij Gaselwest. Zijn vernissage werd ingeleid door dichter Dirk Rommens. Geboren in 1952, volgde het Hoger Grafisch Instituut van Gent en de Koninklijke Academie van Kortrijk. Hij schilderde reeds meer dan twintig jaar, maar stelt eerder mondjesmaat tentoon. Hij werd reeds verscheidene malen geselecteerd o.m. in de Prijs van de stad Ronse voor schilderkunst 1976. De Prijs van jonge Vlaamse schilderkunst in Moeskroen. De Prijs van Landschap Michel Depypere in 1979 en in de Happening Beelden Kunst en Muziek1988.Hij is overigens ook één van de stichters van de Hélène van Staphorststichting de kunstvereniging. Zelf zegt de kunstenaar” Ik werk verhalend rond vertellingen, die zowel religieus, werelds als beschrijvend kunnen zijn. Verder is er natuurlijk de grote aandacht voor kleurenharmonie. Een werk kan van start tot laatste penseeltrek, over drie tot vier jaar gespreid zijn.”Hij schildert portretten maar het liefst landschappen. Daarvoor verlaat hij vaak zijn Rollegemse atelier en trekt de natuur van Noord Frankrijk in.
Zijn benadering van de kunstwereld is die van kritische afstandelijkheid. Zijn overgrootvader was Karel Noppe, lesgever aan de academie en ontwerper van kostuums van de eerste Guldensporenstoeten begin 1900.
Carine Houtekier
Ze werd geboren op 18 juli 1980Haar werken zijn vooral een samenspel van abstracte indrukken, landschappelijke en organische elementen die in elkaar lijken over te gaan. Kunst kan soms heel confronterend werken, maar ze wil zeker de schoonheid niet wegvegen die mens en natuur bieden.
Klik op logo Nieuwe foto's, lees verder over de geschiedenis
De Koninklijke Harmonie St. Cecilia
Harmonie Sint-Cecilia150 jaar
In 2011 was de harmonie 150 jaar jong!
Daarom zochten zij oude foto's, beeldmateriaal, krantenartikels enz.
Kunstenaar Jean-Pierre Seynaeve, schonk een prachtig beeld van de harmonie.
Burgemeester Lieven Lybeer kreeg de gelegenheid het te onthullen.
Feestelijkheden;
er was een verbroederingsweekend met de Jeugdharmonie Leisele,
ze brachten een Jubelconcert, gecombineerd met diner.
er was een feesthappening in het centrum. Verschillende muziekkorpsen zijn van de partij.
ze hadden hun jaarlijkse mosselsouper in de parochiezaal.
het jubeljaar werd afgesloten met een "oberbayeravond.
wij brengen u alvast een stukje historiek
Het was waarschijnlijk niet het eerste korps dat Rollegem, zag geboren worden. Een document uit de Kortrijkse stadbibliotheek spreekt over een optocht door Kortrijk in 1848” voorgegaan al spelende door het muziek van de parochie Rolleghem”
Een fanfare werd gesticht op 10 september 1861, welke later werd omgevormd naar harmonie. Het was een losse’ groep om het stille dorpsleven wat op te vrolijken, welke is uitgegroeid tot een culturele vereniging. Het eerste voorzitterschap werd waargenomen door de burgemeester Constant Vandermeersch, die opgevolgd werd door Remie Salembier in 1887. In 1905 was het de beurt aan Vandeghinste Albert hij was toen pas 25 jaar wanneer hij zijn oom opvolgde., deze hield de leiding tot 2 december 1967 om op zijn beurt opgevolgd te worden door Georges Vandeghinste.
Het eerste festival had plaats op 9 juni 1872 ter gelegenheid van het 11 jarig bestaan. Tien buurmaatschappijen namen er aan deel: Dottenijs, Wevelgem,Moeskroen, Warcoing, Marke, Zwevegem, Lauwe, St.- Genois, Herseaux en uiteraard Rollegem.
Festival in 1933 ter ere van Albert Vandeghinste ter gelegenheid van 30 jaar voorzitter van het muziek. Volgende verschillende maatschappijen waren aanwezig; Ingooigem,Wijtschate, Dottenijs, Ruien, Marke, Aalbeke, Warcoing, Etaimpuis, Bavikhove, Mont-à-Leuse, Heestert, Bellegem, Watou, Bissegem, Rollegem-
Capelle, Kooigem, Luinge, Lauwe, Rekkem en St. Denijs.
De fanfare begintgeregeld uitstappen te plannen, geholpen door boer Delanglez, die met zijn paard en kar voor het vervoer zorgt.
In 1911 wordt een muziekschool opgericht in de Molenstraat te Tombroek met als lesgever de “sous-chef de la musique de Rolleghem” Jos Vandemaele hij werd later gemeentesecretaris te Bellegem. De enige leerlingen waren Julien en Polydor Declercq. In het zelfde jaar trok de fanfare naar Antwerpen met 40 deelnemers alwaar ze op de Groenplaats een concert geven.
In 1911 Had Camille Billiaerd, een inboorling van Rollegem die in Antwerpen carrière had gemaakt, had er voor gezorgd dat het corps daar eens kon gaan spelen.”Deju, naar Antwerpen had er een commissielid gezegd “ Het muziek van Rollegem naar Antwerpen voor twee dagen” ! Wat een grote gebeurtenis was dat niet voor iemand die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op de akker ploeterde of tjikketjakte aan het handweefgetouw.
Veertig Rollegemse muzikanten en hun commissieleden met een “harte lijk een koekebrood” dicht opeen gepakt op de stoomtram, welke hen eerst naar Kortrijk bracht. De president had zijn “sjiekste”(mooi) kostuum aan, een hoge kol en een plastron die veel te veel spande. Het was een warme zomerdag, vandaar dat het zweet van hem “huste”(stoomde), gelijk de goot aan de achterdeur van “’t hof van Commerce “ kon overlopen als het ’t “frem” (hard) regende en daarbij nog de grote responslabiliteit over al de muzikanten Toen dat ze Brussel naderden kon niemand nog een woord zeggen. Brussel! Verdomme ’t was nog eens zo groot als Kortrijk en Rollegem samen, en ze zagen maar langs een kant. Meer dan veertig zielen stonden elkaar te verdringen om toch maar door één van de twee kleine venstertjes te kunnen kijken naar iets wat ze nog nooit gezien hadden. En de commentaar die erbij hoorde: al die hoge huizen, die mooie brede straten en al dat sjiek volk! Een elektrische tram! Een uur later was het zover.Met veel geknars en omgeven door een massa rook en damp, stopte de trein in het centraal station. Miljaar de miljaarde, een overdekte station, wie had dat ooit gezien. De gits Camille was niet tijdig op het appel en ze hoorden uit een café recht tegenover het station enkele bugelstoten uit “ Chez Suzette”, de vicepresident die kost wat kost wilde dat zijn muzikanten treffelijk voor den dag kwamen, brieste in alle toonaarden om ze tot de orde te roepen. Maar pas twee uren later, kwam hij nu nog roder dan er voor buiten gestrompeld. Deju, wat hadden ze hier toch goed bier, maar ’t was wel wat duurder; 6 cent voor een glaasje met een hoge “kol”!!!Hij had het optreden van zijn muzikanten op het “Groenplein gemist. Gelukkig moest hij niet meespelen.
Men logeerde in het hotel “Chez Pays” onder een kritische blik van den portier, met na veelgeen en weer geloop had iedereen zijn kamer. Uitgezonderd de Rosten en zijn maat. Die twee probeerden de hele tijd de lift, van boven naar beneden en van onder naar boven, tot hij tussen twee verdiepen in blokkeerde. De portier was razend.
Na door de president op de gevaren van de rode of blauwe lichtjes gewezen te zijn trokken ze stad in. Ze zagen paleizen van huizen, standbeelden en kerk de grote van bietenvelden. En als er ergens iets honderd jaar oud is, hangen ze overal plakkaat aan met gouden letters. In Rollegem zouden ze overal zo plakkaatjes mogen hangen, uitgenomen aan de jongensschool want die is nog maar 25 jaar gebouwd.
Tot aan de eerstvolgende kermis werd er te Rollegem over niets anders gesproken dan over “ die grote 2-daagse treinvoyage naar Antwerpen”
Het schijnt dat het de eerste maar ook de laatste keer geweest was dat er een muziekkorps in dat hotel heeft mogen logeren!
Op 21 oktober 1918 staat de fanfare aan de gemeentegrens “De Lante” de Belgische en Engelse soldaten op te wachten. Een zegetocht met het gemeentebestuur, het lokte veel volk in de Rollegemse straten.
In 1955 ter gelegenheid van vijftig jaar voorzitterschap van Vandeghinste Albert, namen 20 harmonies en fanfares deel aan dit festival Ze besloten den dag met een knetterend vuurwerk dat tot ver buiten Rollegem te zien was.
In 1959 Bij het overlijden van dirigent Achiel Decock, word Noël Vandecasteele de nieuwe dirigent.(foto’s boek 27)
Ter gelegenheid van 100 jaar bestaan van het muziek op 10 september 1961(1861-1961) verleende de koning de titel van “Koninklijk” Opnieuw een festival deze maal met een dubbele reden, vooreerst 100 jaar bestaan en ook 55 jaar voorzitterschap van Albert Vandeghinste. Er was een enorme volkstoeloop gezien dat niet minder dan 18 korpsen er aandeel namen. Deze verschillende maatschappijen hebben gekomen;Tuqnet- Mont-à-Leuse- Dottenijs- Warcoing- Luinge- Rekkem- St. Denijs- Rollegem- Capelle- Bissegem- Kooigem- Lauwe- Marke- Heestert- Bellegem- Aalbeke- Wijtschate en Bavikhove Het concert werd opgenomen door de radio.
Het was in 1889 kreeg men de eerste vlag die nog altijd bewaard werd in het oud-gemeentehuis, hun lokaal nu “Domino”. Met alsopschrift “ Socété Sainte Cécile Rolleghem 1889” Dit gebeurde onder de nieuwe voorzitter Remi Salembier, deze vlag bleef lange tijd bewaard bij Albert Vandeghinste
In 1928 kwam de tweede vlag en op 2 december 1962 had de wijding plaats van de 3de nieuwe vlag. Het was de lokaalhoudster, van die tijd ,Marie-Rose welke op eigen krachten en met eigen financiële middelen deze vervaardigd had.
De op 5 augustus 1880 geboren Albert Vandeghinste , welke in 1905 werd aangesteld in opvolging van zijn oom was een graag geziene voorzitter, het korps was zijn leven. Hij was brouwer en voor muzikanten op herhaling, was er steeds een “pintje” om op adem te komen. Hij sprak steeds met lof over zijn muzikanten en muzikantenfamilies uit den goeie ouden tijd. o.a.de Gebroeders Vanneste Jules, Remi, René en Achiel. De familie Leplae met vader Louis en de drie zonen Hector, Camiel en René, de familie Lesaffre met vader Achiel en zijn vier zonen Georges, Jerome, Michel en Julien. Nu nog zijner zonen en vadersaanwezig en met vele jaren dienst.
In 1963 kwamen de muzikanten op straat in een nieuw uniform, hoe ongelooflijk het ook mag klinken maar pas nu na 103 jaar hadden ze voor het eerst een uniform. Net voor het 120 jarig bestaan werd het totaal vernieuwd. Dit jaar hadden ze een gouden ereplaket ontvangen van minister Laevens.
Op 9 januari 1965 werd een feest banket aangeboden door hun president Albert Vandeghinste ter gelegenheid van zijn 60 jaar voorzitterschap, een enig feit in de geschiedenis van de muziekwereldwerd er neer gepend.
De vierde voorzitter, Georges Vandeghinste, Geborenop 22 januari 1910 had als erevoorzitter Vandeghinste Albert, deze overleed in 1970 in de gezegende ouderdom van 90 jaar. Hij was zelf 64 jaar voorzitter geweest van de maatschappij. Na een heel lange loopbaan als ondervoorzitter Lucien Vandeghinste( de toekomstige opvolger van Georges) en Gerard Stichelbout die overleed in 1971 deze werd opgevolgd door zijn zoon Roger. In twee jaar tijd verloor men twee grote steunpilaren. Op 7 december 1969 werd senator Vandenberghe erevoorzitter en in 1972 kwam het “majorettekorps” flink uitgerust op straat met als meter mevrouw Vandenberghe-Bossuyt en peter Verwee Carl, die ook ondervoorzitter werd.
Men heeft een jeugdorkest, niemand had gedacht dat het zo vlot zou verlopen een twintigtal jongeren waren bereid samen te musiceren. De leiding van de groep werd toevertrouwd aan J.L. Bertel, welke ook spelend is samen met zijn vader. Hun eerste optreden had plaats tijdens de St-Ceciliafeesten van 1974. Ze noemden zich “Het Kliekske”.
In 1975 was Noël Vandecasteele dirigent, voorzitter Georges Vandeghinste en Ere voorzitters Gerard Vandenberghe en Carl Verwee. Ondervoorzitters Lucien Vandeghinste en Roger Stichelbout. Het jeugd orkest lag in de handen van de jonge heer Jean-Luc Bertel. Bij de Marionetten was de leiding in handen van Juffrouw O. Deschuyttere.
Noël Vandecasteele, een rasechte Rollegemnaar werd geboren in 1911? Trad in de voetsporen van zijn vader welke een zeer goed muzikant was. Vanaf zijn 12 jaar leerde hij muziek op school, indien tijd van meester Samijn. Hij bleef ongeveer 47 jaar aangesloten bij de harmonie. Hij werd dirigent in 1959 als opvolger van Achiel Decock.
Rene Leplae geboren op 5 juli 1889, is lid van sedert 1912, hij maakte als dertien jarige zijnen eerste uitstap mee. Twee van zijn broers, Hector en Camiel(Oud-gemeentesecretaris) waren ze lid van de maatschappij. Hij begon met saxofoon suprano, dan alto en zal waarschijnlijk eindigen als tenor. Rene heeft zes dirigenten gehad; de heer Ramart, Jozef Vandemaele, Jules Vanneste, Meester Samijn, Decock en de huidige Noël Vandecasteele. (1975) Sinds 1964 is hij oprust en is nu 63 jaar muzikant. In 1975 naam hij het laatste deel aan de vereniging van de harmonie zijn gehoor liet hem in de steek. Hij overleed
In 1976, vader en drie zonen maken deel uit van de harmonie. Vader marcel Bertel geboren op 4 december 1919 volgde op 9 jarige leeftijd dat was 1928 notenleer en 1930 was hij spelend lid van de Koninklijke harmonie van Dottenijs, hij bleef er aangesloten tot 1950, daarna was hij drie jaar aangesloten bij Cercle Avenier van Moeskroen, om dan de volgende drie jaar terecht te komen in het korps van de brandweer te Doornik. In 1956 kwam hij hier terecht en slot zich onmiddellijk aan bij de harmonie. Hij bespeelde de dwarsfluit. Zijn zoon Jean-Pierre geboren in 1942 is ook van jongs af begonnen als trommelaar en daarna de klarinet. Zoon Jean-Luc geboren op 15 augustus 1955 Begon als zeer goeie muzikant met klaroen, dan trombonne en nu hoorn. Den jongste Francis geboren op 15 januari 1959, verkiest de klarinet. De jongste Françoise, houd het bij zingen in het plaatselijk koor.
In 1975 is er een versmelting van het zangkoor en het jeugd orkest.
Marcel Beyls, de schoenmaker, een zeer gekend en bemind filosoof, zag het levenslicht op 17 juli 1904 nu 1976, een72 jarige jonggezel, is op zeer late leeftijd muziek gaan leren en is op heden nog altijd muzikant. Hij was trouwens ook een zeer gewaardeerd helper om zieken te voeren te Lourdes, hij ging op bedevaart om mensen te helpen. Niet om den toerist uit te hangen of om zich zelf maar uit liefde voor de zieken. De eerste maal dat hij ging was in 1947 en nu twintig jaar later , doet hij het nog met de zelfde overtuiging. De talrijke zieken die hij in die vele jaren geholpen heeft zullen dit zeker ook niet vergeten. De jeugd is ook in 1976 muzikaal aangelegd. Ongeveer 20 jongeren volgen lessen bij Michel Loncke voor slagwerk en tamtam. Tevens geeft hij ook les aan de majorettes. J.L. Bertel en Paul Verhue staan in voor het aanleren van de klarinet. Lucien Vandecasteele en Paul Verhue staan tevens in voor de notenleer. Op 14 november sluit men het werkjaar af in de stadsschouwburg met een winter concert o.l.v. Bernard Courtens en het St-Ceciliafeest op 28 november. In deze viering ter nagedachtenis van de overledenen en in het bijzonder voor de heer L. Du Faux bestuurslid. Men zal ook dit jaar vier leden het ereteken “In Veterani Honoren”opspelden nl. René Vandevelde, Robert Coussement en Cyriel Wante, die 45 jaar spelend lid zijn en Lucien Vanhoutte 25 jaar spelend lid.
Georges Vandeghinste, Geborenop 22 januari 1910, was vanaf zijn 16 jaar spelend lid in de harmonie en bleef dit gedurende 30 jaar. Vanaf 1957 werd hij ondervoorzitter en sinds 1967 was hij voorzitter. Hij overleed injanuari 1977
Georges Vandeghinste, word zoals verwacht opgevolgd door Lucien Vandeghinste ondervoorzitter sinds 1967, hetdateertsedert 1905 dat een Vandeghinste voorzitter is. Ook Salembier Remi welke voorzitter was van 1887 tot 1905 was familie van Vandeghinste Gilbert Ook Gerard Isebaert nam ontslag en werd opgevolgd door Patrick Decruynaere.
Ook Noël Vandecasteele dirigent houdt het na het bereiken van de 66 jarige leeftijd voor bekeken, een jeugdige kandidaat staat klaar, hij was reeds bekend in de middens, hij was er klaar voor de 22 jarige en zeker de jongste dirigent van het land Jean-Luc Bertel. Hij zag het levenslicht te Doornik op 15 augustus 1955 O. L. Vrouw hemelvaart. In de plaatselijke gemeenteschool was hij een de beste leerlingen. Ook in de technische school te Moeskroen was hij een knap student. In de stedelijke muziekschool te Kortrijk studeerde hij hoorn, kamermuziek en notenleer en behaalde er verschillende prijzen. In het conservatorium van Gent volgde hij notenleer en behaalde ook daar de eerste prijs. Hij is vrijwillig bij het leger gegaan, waar hij na de normale opleiding werd ingelijfd bij de muziekkapel van de binnenlandse strijdkrachten te Aarlen. Ook dit jaar heeft er met de nieuwe dirigent een lenteconcert plaats, samen met het optreden van het Kliekske. Het Is Gerard Isebaert die de mensen verwelkomt.
Voor den 116 maal vierde de harmonie hun St-Ceciliafeest,(1978) bijhet uitreiken van Fedecameretekens, P.m. Zilver was het dit jaar Ovaere Marie-Rose, meter van de harmonie en lokaalhoudster, 15 jaar actief, Lucien Vandeghinste, Germain Maes en Isebaert Gerard secretaris. Muziekanten met 25 jaar dienst I.V.H. Zilver Courcelles André, Declercq JozefLesaffre André Lesaffre Jozef en Paul Verhue. 45 jaar I.V.H. Goud 1ste klas Bertel Marcel. 50 jaar activiteit (Ridder en Fedecamorde Courcelles Jules, Vandecasteele Noël en Vantomme Andre65 jaar Commandeur in de Fedecamorde Declercq Julien. Julien werd geboren op 26 december 1894. Reeds in 1911 volgde hij muzieklessen samen met zijn kozijn, oud-burgemeester van de gemeente.Zoon Jozef stap reeds in de voetsporen van vader Julien en wellicht zal zoon Michel dat doen tegen het volgende feest.
De Rollegemse harmonie promoveerde naar 2de afdelingin april 1979 onder leiding van Jean- LucBertel. Het gebeurde te Langemark Het was een hele gebeurtenis. Het concert bestond uit vier delen ; de militaire mars nr1 van Frans Schubert, door Sinfonia in Bes van Joh. Chr. Bach dat bestond uit drie delen met vooral de Klarinet van Pol Verhue welke aanbod kwam. Arioso van de zelfde auteur volgede als nr. 3. De mars “for anniversary van Serne Leneen besloot met een daverend applaus. na de pauze werd gestat met de Ouverture “H.M.S. Pinafore van Sullivan” Higlights from Jonathan Livingstone Seagull was het grote succes van de avond. The Marchin Bleus was het derde nummer, daarna kwam “Parade 79 mars van de dirigent Jean Luc Bertel, opgedragen aan de twee erevoorzitters Carl Verwee en Gerard Vandenberghe. Daarna was het een optreden van “’t Kliekske” onder leiding van Lucien Libeer.
1980 het bestuur ziet er uit als volgt; Ere voorzitters Gerard Vandenberghe, Carl Verwee. Voorzitter: Lucien Vandeghinste. Ondervoorzitters; Germain Maes Hervé Nottebaere. Secretaris: Patrick Decruynaere. Schatbewaarder Lucien Libeer. Leden Jean-Pierre Bertel, Ghyssel-Ovaere Marie-Roos, Gracienne Herie, Marnix Soens, Maurice Soens, John Vanasten en Medard Vanasten. De muzikanten krijgen een nieuw uniform en het majorettekorps schakelt over naar drumband.
Het 120 jarig bestaan wordt de viering geleid door Jean-Luc Bertel op 27 juni1981. Muziekkorpsen uit Dottenijs, Marke Heestert, St. Denijs en Bellegem kwamen het feest opluisteren samen met het korps uit Rollegem. Het was de bigband jazzgroep uit Mont-à-Leux welke s’ avonds een nieuw geluid bracht. Het staat beschreven dat het een natte bedoening was het regende.
In 1986 is de maatschappij 125 jaar en er was feest, een jubileumfeest wat men zomaar niet kon laten voorbij gaan. Twee bijzonder hoogte punten op het programma. Een ervanis onbetwistbaar het bezoek van de muziekkapel van de luchtmacht op vrijdag 6 juni 1986. Het grote Harmonieorkest stond onder leiding van Luitenantkapelmeester Alain Crépin, bijgestaan door hoofdonderkapelmeester Jean-Luc Bertel, die tevens dirigent was van de harmonie. De muziekkapel van de Belgische luchtmacht telde zo ongeveer 52 muzikanten, allen gediplomeerde van onze conservatoria en uit een signaalkorps van 19 muzikanten. Dit laatste onder leiding van tamboer-majoor Jean Foucart. Om den avond te besluiten kwam de voltallige bezetting (orkest en signaalkorps) aan bod om enkele marsen te vertolken. De tweede activiteit vond plaats op 22 juni met een muziekfestival. Op het schilderachtige dorpsplein komt de “Showband Axel” uit Axel, Nederlandse kampioenen ere divisie show KNF 12/10/1985. Om 11 u was het de beurt aan jong Eendracht Aalbeke. Om 14.00u was het dan de Showband Axel, om 14.30 was het de beurt aan de “Deizelse Drumband”Om 15 de parade door St. Jan uit Marke, jong en moedig uit Bissegem, de St. Leonardszonen uit Bellegem, en de verenigde Vrienden uit St-Denijs,. Tegelijkertijd speelde op de kiosk een concert door Royale Union Musicale uit Dottenijs. De showband kwam nog eens terug om 16.00 u en om 16.30 u de Deizelse drumband, om daarna te beëindigen met een sterparade en een finale.
Op 19 april 1998, de 136 jarige harmonie stondonderleiding van dirigent Francis Goemaere. Met een weelderige haardos en dito baard uit den beekweg. Beroepshalve is hij muzikant bij de Belgische Zeemacht. Verder zorgt hij als penningmeester voor de kas van vzw folklorefeesten. Hij is ook spelend lid bij de fanfare de Ridder Jans Zonen in Dadizele.Voor deze gelegenheid verscheen men voor het publiek in het nieuwe uniform. Het nieuwe uniform bestond uit een grijze broek met een militaire snit, doch zonder epauletten. De vest is min of meer een kopie van het uniform dat door het muziekkorps van de marine wordt gedragen. Op het wit hemd wordt een rode das gedragen. Een nieuwigheid was dat de muziekanten geen hoofddeksel meer dragen. Vroeger was dit een Kepie, doch bij het uniform dat voor het eerst in 1979 werd aangetrokken, had men dit vervangen door een bootachtig mutsje. Daar sommige dit niet altijd droegen heeft men besloten geen hoofddeksel meer te dragen.
Bij het honderdjarig bestaan van de Harmonie was er in 1961 een muziekanten familie van maar liefst zeven personen. Achiel Lesaffre, die het levenslicht zag te Aalbeke op 18/12/1885, hij had vijf kinderen en al spoedig telde men vijf lesaffre’s. Jerome een van de vijf huwde en had 9 kinderen waarvan vijf zonen en vier vervoegden de harmonie.
Het lente concert in 1990 staat onder de leiding van dirigent Francis Goemaere.
In 1992 was het de beurt aan Marino Brodioi en Philippe Soens, Jean-Pierre Bertel en Herve Nottebaere om de medailles in ontvangst te nemen.
In 1996 Marcel Bertel is 66 jaar muzikant, Hij heeft blijkbaar een straffe lange adem. Van zijn elfde tot zijn 77ste levensjaar speelt hij nu al fluit. Voor zijn verdienste kreeghij het erekruis van Commandeur. Georges Derweduwen met 79 jaar en 61 dienstjaren als muzikant, ontving het erekruis van officier. Jozef Declerk en Lucien Libeer beiden 68 en 50 jaar muzikant, kregen het ere kruis van Ridder
2001 hebben ze hun 140 jaar gevierd met een taptoe en een kroegen tocht. Iedere zondagvoormiddag is er een gezellige drukte in café “De Volksvriend” want dan is er repetitie van ‘t muziek. Al sinds 1986 staat dirigent Francis Goemaere aan het roer. Men had dit jaar een zware tegen slag. Op 4 april enkele dagen voor het jaarlijks concert op 7 april is het lokaal , zaal Domino volledig uitgebrand. Het gevolg was heel veel schade aan de instrumenten. Vooral trommels van de drumband kregen het zwaar te verduren ook pupiters en tal van partituren waren zwartgeblakerd. Het concert werd afgelast en noodgedwongen hebben ze dan de werking stilgelegd tot na de vakantie. De bestuursleden hebben de handen uit de mouwen gestoken om zoveel mogelijk zaken eigenhandig te herstellen. Een titanenwerk dat heel wat onbaatzuchtige inzet en tijd heeft gevergd. Ook financieel was het een zware dobber, men mag rekenen op een schade van rond de 25.000€. In oktober gaat men opnieuw naar het oude lokaal. De Harmonie gaat heel prat op haar drumband, onderleiding van Bruno Vanoverbeke, Rollegemnaar maar woonachtig in Lendelede.
Op de vooravond van het 150ste jaar van hun bestaan gaan ze rond met een kalender voor 2011, het feest kan nu beginnen. Wij wensen hen alvast proficiat en doe zo verder op naar 200 jaar!
In mijn gazette van 28/10 /1983 lees ik dat: onder kunst en cultuur
er een Rollegemnaar een tentoonstelling gaf in november 1976. In 1985 en 1986 haalde hij telkens een onderscheiding in de “Jeune Pienture Belge”. In1987werd hij daarenboven laureaat van Stimulans. Hij stelt in 1992 een reeks tekeningen en schilderijen op leisteen “schoolbordjes” tentoon. Die “bordjes “ bedekt hij met glanzende lakverf. Daarop tekent of schilderthij “beelden of “beeldfragmenten”
In 1983 wint hij de prijs Hoppeland voor schilderkunst. Hij behaalde een A2-diploma plastische kunst aan het VTI te Kortrijk en volgde ook twee jaar monumentale aan het Sint-Lucas Gent. Hij werd geselecteerd door stimulans Â’83, zijnde een promotionele groepstentoonstelling in het cultureel Centrum te Kortrijk met werken van West-Vlaamse jongeren, gevormd in het Nederlandstalig Kunstonderwijs. Deze selectie schonk hem wellicht de overtuiging met zij schilderijen op de goede weg te zijn en was ongetwijfeld ook een stimulans om voor de Vijfjaarlijkse Nationale prijs Hoppeland voor schilderkunst twee weken in te studeren.
Broeder André Hendrickx, scheutist werd geboren te Rollegem op 19mei 1912, in een gezin van zes kinderen, als zoon van Henri en Elvina Deveugle waarvan er een Passionist werd.
Hij volgde de lagere school in Moeskroen om zijn Frans te leren. Het was 8 km met de stoomtram. Hij was gefascineerd door de gloeiende vuurmuil, waarin de machinist van tijd tot tijd een schep kolen stopte. Gedurende de zomer trokken ze te voet naar school, een uur stappen. Daar leerde broeder Calix, dat je nooit een minuut mag laten verloren gaan. Deze instelling zou zijn ganse leven bijblijven. Op 14 jarige leeftijd moest de knappe student werken bij zijn vader die huisschilder was van beroep en het druk had. Tien jaar fietste André onder het licht van de “carbidlantaarn” naar de avondschool voor algemene lessen in Moeskroen. En van 21 u tot 22.30 u nam hij deel aan de toneelrepetities. Na Moeskroen volgde hij avond- en weekendacademie in Kortrijk. Hij was tevens actief in het patronaat, in missie naaikring en in de parochiale bibliotheek.
Meer dan twintig jaar wijdde hij zich met hart en ziel aan het huisschilderend. Op een zekere dag, in een Waals dorpje, zo vertelde hij:” werd hij opeen discrete manier van mijn ladder weggeroepen. Een man vertelde mij dat er in de een welgestelde Vlaamse familie kende met een gepast meisje.” Hij hapteechter niet toe en trad kort daarop binnen bij de paters van scheut, het was toen 1948.
Niemand kon begrijpen dat hij op die leeftijd en met zo een mooie stiel naar de “Zwartjes” wilde. Maar ja, de extravagantie van Christus liefde gaat boven alle verstand en verbeelding te boven. Op november 1949 legde hij zijn plechtige beloften af. Op het einde van 1951 vertrok hij als missionaris naar Kongo. Hij verbleef er zeven jaar. Daarna mocht hij regelmatig naar België terugkeren. Hij verbleef in Kongo tot in 1975. Hij was er actief als bouwheer en als tekenleraar. Hij werd achtereenvolgens directeur van de vakschool en de normaalschool en leraar in schone kunsten. De Kongo was een van de mooiste periodes als kunstschilder, hij verbleef in Inongo. Tijdens de laatste periode kreeg hij van de plaatselijke bevolking de naam “Maitre des Beaux Arts “ mee. Zijn grote passie was schilderkunst. Telkens als hij terug keerde naar zijn missiepost had hij slechts drie wekennodig om zich aan te passen. Toen hij terug kwam naar België duurde de aanpassingperiode wel tweejaar. Nu dat hij hier terug wasnoemde men hem “ De fietsende broeder”hij was steeds onderweg om zieken en bejaarden op te zoeken, en dat met de fiets Hij benutte elke minuut, ’t zij met schilderenmensen van dienst zijn, en dankte God, die hem altijd heeft gedragen. Hij overleed op 1 september 2005
Kerk in de kijker vrijdag 13 januari 2006
De kerk van Rollegem is al ettelijke keren geschilderd en getekend omdat ze zo pittoresk is'', aldus Lucien Kints. ,,Ze is heel herkenbaar en charmant. Heel bijzonder is het nabootsen van de arduinen bezettingen in de kruisbeuken en aan de vensters. Het Rollegemse schildersbedrijf Henri Hendrickx, (met aan het hoofd de latere broeder Andre) stond hiervoor in.''
De kunstenaars die zaterdag en zondag tentoonstellen waren Achiel Platteau, Shirley Vanquickelberghe, Jean-Pierre Seynaeve, Albert Buyck, Frans Vaneeckhoute, Jean-Jacques Deweerdt, Filip Vandeghinste, Gerard Decock, Anthony Vanooteghem, Roger Herve, Romain Haemers, Nelly Windels, Steven Wilsens, broeder André Hendrickx, Simon Hendrickx en Raf Mercier.
De in 1975 geboren Christophe, zoon van André wonende in de kerkstraat , in zijn jeugdminiatuurboot bestuurder en 15 jaar lang lid van de Chirojongens, waarvan drie als leider. Sinds hij met de Chiro stopte, heeft hij maar een hobby meer schilderen.In het vijfde jaar secondair begon hij beeldende kunst te studeren aan het VTI in Kortrijk Hij was toen in zijn derde jaar schilderkunst in St.-Lucas. Gefascineerd door landschappen, is dat zijn hoofdonderwerp. Hij kan zich uren bezig houden met het gadeslaan van het leven op straat of in het café. Hij houd van mensen bestuderen. Hij werd met drie werken geselecteerd voor Kunst In Kortrijk. Naast schilderen tekent hij ook gaarne, hij heeft de tekening gemaakt voor de cd van de groep Hitch die binnen kort verschijnt. Normaal hangen zijn werken in zijn atelier, de achterzaal van het vroegere café De Kroon. Zijn leven aldus de kunstenaar: Speelt zich af tussen agressie in de muziek en de stilte van de kunst. 2001 Landschappen centraal! In de gangen van de Kulak Kortrijk. Christof bijt er de spits af. De naar Gent uitgeweken Rollegemnaar houdt zich bezig met schilderkundige landschappen. De 27 jarige kunstenaar wilde niet gans zijn leven achter een bureau zitten en kwam in de kunstsector terecht. Hij studeerde in Gent aan het Sint-Lucas en leraar aan de Kortrijkse kunstacademie.
Hij werd geboren te Heestert op 14/6/1947 wonende in de Rollegemkerkstraat
Op 26 april 1984 werd de modelboot van de Engelse torpedojager “Dark Agressor “ In de trouwzaal van het Zwevegemsegemeentehuis als pronkstuk van de NEMO- moddelbotenklub aan de burgemeester overhandigd, Andre was toen de secretaris van de modelboot vereniging van Zwevegem. NEMO werd opgericht in 1980, Andre stond aan de wieg van het gebeuren, en was van meet af aan de secretaris. Jaarlijks word er een wedstrijd gehouden Andre is tevens een van de plaatselijke piloten. Zijn zoon Christof, waarvan vader Andre de meeste verdienste heeft, zou kunnen uit groeien tot een van de beste miniatuurboot bestuurders ter wereld.
Er werd een aparte VZW opgericht om hun festival van de vriendschap tweejaarlijks te organiseren. De VZW met de naam Internationaal folklorefestival Bissegem kortweg IFFB. Voorzitter Denys zegt” tijdens ons eerste festival in 1995 genoten we van de danspassen uit verschillende landen, in 1997 zochten ze de buitenlucht op naast het ontmoetingscentrum, in 1999 bouwen we een festivaldorp.” In de traditionele kledij van de periode 1900 brengt de eigen volksdansgroep Nele een gevarieerd programma. Dit om de Vlaamse cultuur te promoten en de sfeer van andere culturen te proeven.
In 1999 Hebben de dans groep Nele een denderend folklorespektakel, waarin Denys als voorzitter vele mensen bedankt voor de bereidwilligheid om gastgezin te willen zijn. Ook in 2005 primeert vriendschap op het folklorefestival te Bissegem.
Het was de wens van André zijn inspiratie op glas uit te leven, de patroon heilige van de kerk te vereeuwigen. Een pracht creatie is het geworden, hij schonk in januari 2010 (noveen periode van St-Antonius) deze creatie aan de kerk. Ze heeft een definitieve plaats gekregen aan een venster in de sacristie, waar het zonlicht het werk ten volle in zijn kleurenpracht laat schitteren.
Kristien, afkomstig uit ons dorp Rollegem stond 1996, bekend bij de firma De Witte Lietaer als amateurkunstenares, en ze werd bereid gevonden om het resultaat van haar kunstzinnige hobby tentoon te stellen. Ze begon er aan rond de het 1986, hoofdzakelijk in het atelier voor plastische kunstente Wevelgem. Thuis heeft ze daar , omwille van het vele werk dat een buitenhuiswerkende vrouw er wacht niet veel tijd voor. Daarom probeerde ze om zoveel mogelijk op vrijdagavond naar Wevelgem te trekken. Ze maakt zowel olieverfschilderijen als aquarellen en landschappen. Bloemstukken zijn haar favoriete onderwerpen.
Anthony Vanooteghem
Anthony uit het Rozenparkeen ras echte Rollegemnaar werd geboren op 14/6/1977.
Volgde schilderkunst aan de academie van Gent. Hij was ook leider van de Chiro. Toen hij 12 jaar was trok hij naar de academie in Kortrijk. Later volgde hij de richting beeldende kunst in het VTI. Hij denkt eraan om een D-cursus te volgen zodat hij later les kan geven. Hij vind het moeilijk om van de kunst zijn brood te verdienen, vandaar les geven vind hij ideaal. Hij kan niet werken in een drukke omgeving. Rollegem is wat dat betreft ideaal. Maar zulke plaatsjes zullen er ongetwijfeld nog te vinden zijn ; Dus komt er waarschijnlijk eens een dag waarop hij Rollegem vaarwel zeg! Of het nu figuratief of abstract is, hij blijft in verwondering staan voor de dingen rondom hem. Met de materie verf gaat hij een gevecht aan en probeert hij zo zijn impressies te uiten op doek. In 2006 stelde de kunstenaar opnieuw werken tentoon dit maal in zaal Domino. Hij verliet enkele jaren om in Brugge voor regent plastische opvoeding en geschiedenis te studeren. Hij heeft plastische opvoeding en algemene vakken in Buso De Kouter in Kortrijk. Samen met de kunstenaar Jean-Pierre Seynaeve kwamen ze op het idee om op regelmatige basis tentoonstellingen te organiseren. Elk weekend komen er in de zaal een honderdtal feestvierders over de vloer. Een publiek dat er wellicht in een klassieke tentoonstelling nooit zou bereiken. De figuren in zijn werken zijn vaag weergegeven. Zo krijgt de toeschouwer de mogelijkheid om er zijn eigen verhaal rond te bouwen en verlegd de kunstenaar de aandacht van wat geschilderd is naar hoe het is weergeven. De stijl in zijn werken kan je als postmodernistische omschrijven. Hij zelf zou het geen hobby noemen eerder een soort gedrevenheid die altijd een constante in zijn leven zal blijven.
Uit de Aalbekestraat 46, dochter van meester “Yserbyt” een geliefd persoon van hier bij ons, stelde haar recente werkententoon in haar eigen atelier te Moorsele
Ze werd geboren te Rollegem op 15 maart 1943 en volgde hierlageronderwijs.
Nu impulsiever en directer. Van opleiding regentes plastische kunsten in het Sint-Lucas te Gent. Vanaf de jaren ’80 is ze haar roeping zoals ze dat zelf zegt gaan combineren met haar professionele activiteiten in de wereld van de kunstambachten. Ze werkt met felle kleuren, vaak abstract, maar even goed figuratief. We vinden Trees terug toen ze deelnam aan het project Art on Cows in de zomer van 2003 in Brussel. Brussel pronkt in de zomer van 2003 na Zürich, Salzburg, Arnhem en Bilbao met artistieke koeienproject. 180 kunstenaars beschilderden of bekleedden evenveel koeien. Trees twijfelde geen enkel moment, ze heeft altijd geschilderd, maar legde zich de jongste tijd toe op beeldjes. De kunstenares ontving een witte koe vervaardigd uit glasvezel en maakte zeen schets. Anna Aurelia Meuh, zo noemde Trees haar prachtexemplaar, heeft roodwitte poten en een gelijkaardige halsdoek. De uier zit netjes in een broek, die opgehouden werd door spannende bretellen. Tussen de horens hangt een wasdraad met een gewassen reservebroek. Verder was de koe goudgeel geschilderd en gevernist. Deze koe stond tentoongesteld van 21 juni tot 21 september in de winkelwandelstraat Gulden Vliesstraat in Brussel. Ze werden na de tentoonstelling openbaar geveild voor het goede doel.
Geboren in 1938,wonende in de Oude Aalbeeksestraat, op vrijjonge leeftijd viel zijn voorliefde voor het tekenen al op. Zo kon hij toen hijals 12 jarige al heel goed overweg met waterverf en penseel. Vooraleer hij zich de olieverftechniek eigen maakte, werkte Frans met pastels. Hij waagt zich aan zowat alle tweedimensionale kunstvormen, van olieverf over aquarel tot pastel en acryl. Boerderijen en portretten zijn daarbij zijn geliefkoosde onderwerpen.
Kunstenaar Carl Goethals
Geboren in 1960 wonende in de Schepenhuisstraat. Een jong Vlaamse kunstenaar en al verscheidene malen door kunstcritici opgemerkt. Carl schildert sinds enkele jaren niet meer met olieverf, maar met gouache of plakkaatverf. Zijn stijl en ontwerpen zijn bijzonder origineel. Hij is immers geboeid door de wereld van de graffiti en die vind je dan ook zeer veel in alle mogelijke vormen in zijn werk terug, verwerkt in een dikwijls grijze achtergrond.
Hij liep school in Kortrijkse VTI. En volgde A2 Plastische kunsten. Hij voelde zich van jongsaf tot tekenen aangetrokken. Trouwens zowel zijn peter (Charles)die sculpturen maakte als mijn vader(Etienne) die schildert hadden artistieke aanleg. Nadien trok hij naar de Koninklijke academie voor schone kunsten in Gent om er a1 Monumentale Kunsten te volgen met specialisatie schilderkunst. Daar kreeg hij ondermeer Jean Bilquin en Karel Dierixkx.
Pas 18 jaar oud werd Carl in 1979 geselecteerd voor stimulans’79 in Kortrijk; Hij was de jongste deelnemer. Dat stelde hem in de mogelijkheid om het jaar daarop in Eindhoven en in Amersfoort in Nederland een paar van zijn werken in groepstentoonstelling aan het buitenlandse publiek voor te stellen. Daarna volgden nog selecties in de prijs voor beeldende kunsten ’82 in Harelbeke, in Stimulans ’83 en in de KULAK voor tentoonstelling “ Kunst van en voor jongeren. Hij was geen enkele keer laureaat maar kreeg al heel wat reacties op de selecties en tentoonstellingen. Opvallend is het volgens hem dat bijna altijd dezelfde mensen zijn die geselecteerd worden. Maar het toffe is dat je ziet dat men je adres begint te kennen, dat je gevraagd wordt Hij nam deel aan de expositie in Kuurne onder de titel ” Tien Kortrijkse Kunstenaars” en in Kortrijk over “Vijftien jaar plastische kunsten “ Ook in 1985 diende Carl voor Stimulans enkele creaties in.
De schilderijen van Carl zijn abstracte werkjes waarin vaak heel veel verteld wordt. Schilderen is poëzie en in onze opvoeding leren we veel te weinig met poëzie omgaan. Dat weinig mensen echte klassieke muziek weten te appreciëren is een vergelijkbare vaststelling aldus de kunstenaar. Men kon zijn wek bekijken in de Pentascoop in 1986 in de reeks “Kunst in Kino” en in de Kulak met een groepstentoonstelling met 15 jonge kunstenaars. Sinds 1986 fotografeert hij de kleurrijke schilderingen op de attracties van de foor vast. Dat leverde hem een mooie collectie op, in de kermisschilderingen vind je alle stijlen terug, barok, jugendstil, popart, rococo en noem maar op. Sommige dia’s kregen na enkele jaren een “historische waarde”. De oude met de nieuwe vergelijken leverde boeiende commentaar op.” Wie weet hoed ik er ooit nog een spreekbeurt over” aldus Carl.
In oktober 1992 vinden we hem terug in de Hovenierstraat te Kortrijk, in ten huize Goethals waar er overigens een dubbel feestmaand op het getouw staat , want naast het behalen vanbrons in de provinciale prijs, werd de kunstenaar ook nog vader, wij wensen hem proficiat en zeggen dat het hem verder goed mag gaan.
Den dag van vandaag kom ik nog heel zelden naar Rollegem, waar hij nochtans zijn jeugd jaren heeft door gebracht.
Werd in Moeskroen geboren op 7/5/ 1951, hij bracht zijn jeugd door in de Moeskroenstraat 37,Het platte land Rollegem, hij beleefde hier een kommerloze. jeugd Het is dus geen toeval dat dieren zijn schilderijen bevolken De hanenkop keert in heel wat van zijn werken terug. De hanekop brengt hem in de gelegenheid om met veel kleuren en in draaiende beweging te werken. Nu woont hij te Zwevegem, enwordt er in de kunstkringen zeer gewaardeerd.Het aantal selecties op prijskampen van enig belang is aanzienlijk. Ook behaalde hij diverse vermeldingen. Hij kreeg nog één voor de belangwekkende wedstrijd “Sport en kunst “ in het Paleis voor schone Kunsten te Brussel. Zijn doeken waren ook te bezichtigen in de Pentascoop te Kortrijk in de reeks “Kunst in Kino”Hij haalt zijn inspiratie uit de realiteit van elke dag. De gewone dingen rondom hem verwerkt hij. Zijn werken die tot de Nieuwe Wilden mag worden gerekend, in geen geval abstract. “Nee” zegt hij “zeker niet en er steekt ook in het geheel geen geometrie in zijn werk. Misschien evolueert hij in de toekomst meer naar het abstract. Enkele van zijn doeken tonen dieren die op gewelddadige manier om het leven kwamen; een muis in de val, een neergeschoten vogel dood in een hand. Zijn uitleg” het heeft te maken met overwinning? Dat is een belangrijk gegeven in de maatschappij, me dunkt. Zelf hebben we er als mens voortdurend mee te maken. Voor ons komt het er ook elke dag opnieuw op aan om te overleven winnen of verliezen dus. Hij was twintig toen hij zich aan het schilderen zette. Zijn eerste werken hadden zeker geen gemeen met wat hij nu voort brengt. Het waren landschappen, het realistisch voortbrengen van wat hij zag. Later schilderde hij ook figuren. Pas toen hij een kunstopleiding volgde aan de academie van Kortrijk, welke zes jaar duurde, kwam daar in verandering, hij kwam geleidelijk tot het besef dat hij beter moest kunnen, hij ging anders te werk een meer spontane stijf zijn eigen stijl. Zo kwam hij tot de draaiende beweging welke in al zijn werken terug komt. Hij is wat men noemt een laatbloeier
De voornaamste wapenfeiten welke we konden noteren tot in 1987 waren : het behalen van een eervolle vermelding bij Sport in de kunst. Zijn bekroonde werk werd zelfs opgenomen in het kunstboek met de zelfde naam. Hij trok zelfs over de landsgrens in het Franse Fenetrange en behaalde er de zilveren medaille.In 1988 werd Joël enkele belangrijke prijzen toegekend, de 2de prijs in de Europaprijs in Oostende( waaraan niet minder dan 354 schilders aan deelnamen) en de 1ste prijs in de provinciale wedstrijd voorbeeldende kunst. Dat gaf aanleiding, om zich totaal te geven aan zijn kunst. hij is eigenlijk een buitenbeentje binnen de wereld van de hedendaagse schilders. Hij is geen acdemieproduct, maar veeleer een autodidact. Zijn werken sluiten aan bij de “Nieuwe Schilderkunst” meer dan bij de “Nieuwe Wilde” omdat hij figuratiever schildert. Hij legt zijn figuren met veel zwier en veel verf vast op grote doeken. Door die manier van schilderen steekt veel beweging in zijn werk. In zijn begin periode schilderde hij zo als reeds hoger vermeld dieren. Zijn handen straalden een zekere fierheid uit. Maar de fierheid moest plaats maken voor andere gevoelens, de hanen verdwenen en er kwamen muizen in de val, duiven met afgesneden kop, kruisen… Momenteel schildert hij vooral glazen en kandelaars en daar steekt een eenzaamheidsgevoel achter. Hij was nu in een periode van leegte, zoals hij zelf zei” het is alsof iemand welke met pensioen gaat, je hebt veel tijd om na te denken, je leven herschikken, je moet weer schilderen, en dat is de gemoedstoestaand uit die periode zijn neerslag op het doek. Er moet brood op de plank komen, er moeten tentoonstelling zijn nu hangen werken in de “’t Zand “ in de Panne, er komen tentoonstellingen in Brussel, we zien wat het word, ik doe alles om van mijn passie mijn beroep te maken, aldus de kunstenaar.
Naast zijn grote doeken laat de kunstenaar ook een reeks litho’s zien waarbij de zelfde figuratieve elementen als muizen, kruisen, kaarsen, en ookwel eens een kat gebruikt worden. Ondanks gebrek aan kleur slaagt hij er in heel expressieve werken te maken, waarin het anekdotische karakter zelfs nog beter tot uiting komt.
In 1992 Word Joël uitgenodigd naar de Leuvense universiteit door professor Top. Tijdens de opening waar de “haan” centraal stond, toonde premier Dehaene zijn verwondering over het feit dat de haan nog zijn plaats heeft in de hedendaagse moderne kunst. Als de premier een vrij plaatsje heeft op zijn drukke agenda komt hij zijn keuze maken uit de bestaande werk, aldus Joël uit de ommegangstraatte Zwevegem.
Joël is een kunstenaar die zijn eigen weg artistieke weg gaat. De artistieke vrijheid primeert, maar hij zoekt zijn onderwerpen niet veraf. “De zonde, de dood en het leven ,dat is zijn thematiek, en hij schildert appels als symbolen daarvoor.
In 1996 was Joël De figuur van het jaar te Zwevegem.
“ Het etiket op de fles is het visitekaartje van de wijn” in 1997 nam een wijnhandelaar uit de streek zijn favoriete kunstenaar mee naar de Bordeauxstreekom het drukken van etiketten van dichtbij mee temaken. Deze had, onstuimig en met grote passie wijnglazen geborsteld, dit kleurrijk motiefzal op twaalfduizend Fronsac-flessen van de Franse vermaarde wijnbouwer Alain Roux gebotteld in het kasteel “ Bourdieu la Valade” prijken
In 199 zien we Joël terug, de herinneringen aan de ruts van zijn kinderjaren kan hij niet vergeten, het is een dorp dat hij nog altijd graag ziet. Ter gelegenheid van de folklorefeesten komt hij deelnemen aan de tentoonstelling. Hij herinnerd zich dat hij woonde op “den buiten”. En elke dag liep hij langs de wandelpaadjes naar school, en ’s avonds zaten ze nog uren buiten te keuvelen. Die periode wilde hij nog eens weergeven op doek.
Joel woont in een dorpscafé welke werd omgebouwd en die de woning werd van het gezin.
Hij is afkomstig van Koekelare, maar woont al een tiental jaar met zijnvrouw hier bij ons. Hij schrijft al twintig jaar poëzie, die zich de laatste jaren vooral richt naar de jeugd. Zijn drie kinderen vormen zijn eerste publiek. In 1988 won hij de publieksprijs van het tijdschrift Appel in St-Truiden. In 1990 en 2004 werd hij laureaat van de stad Harelbeke. Hij werd laureaat Albert de Longie-poëzieprijs van het tijdschrift in 1990. Laureaat Gaselwest prijs voor poëzie in Roeselare in 1994en laureaat poëziewedstrijd van Keerbergen in 2006 en in 2007 werd hij tweede in de wedstrijd voor Laakdalse stadsdichter. Dus verdiend hij het ook de Kortrijkse stadsdichter te zijn. De laatste jaren schrijft Rik vooral Jeugdpoëzie. Sommige van die gedichten vond men in de nieuwsbrief van kinderland Marke. “Schietgebed voor soldaatkinderen” werden al vaak gebruikt in spreekbeurten. Volgens Rik heeft poëzie de laatste twintig jaar een enorme evolutie gekend.
Tom Nottebaere "Stick in a Bottle"
Enkele jaren terug werd den drang om opnieuw op te treden en om als vrienden plezier te maken te groot. Ze waren al dertien jaar bezig met eigen muziek. Ze verlieten dat pad en werden volwaardige coverband met een uitgebreid repertoire aan rock- en popklassiekers. Echte feestnummers eigenlijk, die tijdens optredens gegarandeerd voor ambiance zorgen. Zij voelden hun als ordinaire Jukeboxen, terwijl eigen muziek toch altijd iets speciaals is. Vandaar dat ze opnieuw creatief voor de dag komen. Na twee jaar werk Verscheen er de cd Plastic me. Het is poprock met zes tracks, ze zijn stuk voor stuk anders. Met veel trots vertellende men dat de cd in eigen beheer was opgenomen. Tom en Ringo waren de technici van dienst. Van Plastic me werden er in een eerste fase 500 exemplaren geperst.
Germain Droogenbroodt, geboren op 11 september te Rollegem, West-Vlaanderen is dichter, vertaler, uitgever en promotor van moderne internationale poëzie. Sinds 1985 leeft en werkt hij in het schilderachtige mediterrane kunstenaarsstadje Altea. Hij vertaalde een dertigtal bundels Duitse, Engelse, Franse en Spaanse poëzie, waaronder werk van Bertolt Brecht,
Op uitnodiging voor een avond vol muziek en poëzie verzorgd door de stedelijke openbare bibliotheek en de Kortrijkse afdeling van het Davidsfonds, in oktober 1993 kwam de bijna vijftig jaar geleden (± in 1943) geboren Rollegemnaar, die inmiddels zijn geboortedorp ruilde voor het zonnige Spanje uit zijn gedichten voorlezen. Uit zijn pas verschenen bundel Tastbare aanwezigheid. Hij is dichter, poëzievertaler en uitgever van Point. Droogenbroodt is een man van de wereld, hij gaf al een groot aantal lezingen en poëzierecitals op diverse internationale poëziefestivals. Hij werd hier begeleidt door Jan Van Der Scheuren uit Ninove, welke de knepen van de Spaanse gitaarspel onder de knie heeft. Hij is ondermeer solist bij het orkest van de Brusselse Munt.
Rich du Bois
Is de muzikale kracht van het duo Gino Kesteloot( voormalig lid van de Kortrijkse funkband Bronxx) en Hans Rijckebosch uit de Aalbeeksestraat ( midden de jaren ’80 actief in de Verenigde staten) aangevuld met de charme en het talent van Tina Van Hooreweghe Hans maakte 8 jaarlang het mooie weer in Charlotte N.C. USADaar verzorgde hij de geluidsinstallatie van o.m. Gorgie Fame. Hans en Gino vonden elkaar in de groep Rich du Bois. Hun eerste singel verscheen in november van 1989 “The best days of my life” die meteen doorbrak op nationaal vlak. De groep ook begaan met de kankerpatiënten bewees hun deelname aan de VTM levenslijntrein. Hun nieuwe singel heet “My desire” en werd geschreven door Hans en Eddie Door de groeiende populariteit van de groep zijn al enkele belangrijke optredens, op 30 juni 1990 te gast in Bellewaarde voor het afscheid van Jos Ghysen, het voorprogramma van de Kreuners en Soulsister in Oudenaarde en radio programma’s. Het is een band waar we in de toekomst nog veel zullen van horen. 1991 in de Aalbeeksestraat 46, opnieuw feest een nieuwe singel is uit “Worrie/Promises, een melodieuze softrock.
geboren op 22 juli 1965, zij begon haar vioolstudies aan het stedelijk conservatorium te Kortrijk. De muziekhumaniora volgde zij aan het Lemmesinstituut te Leuvenen behaalde er een eerste prijs notenleer.
Zij studeerde verder viool aan het koninklijk conservatorium te Antwerpen bij dhr. Lenaerts en behaalde er een eerste prijs muziekgeschiedenis.
Jean-Marie Dursin Dansschool Dursin
Van postbode tot dansleraar, hij werd geboren op 26 juli 1946 en woonde in de Tombroekstraat nr.14. Niet iedereen kan zomaar danslessen geven. Via verlof zonder wedde en andere regelingen ging hij geleidelijk over naar het statuut van professioneel dansleraar De eerste lessen werden gegeven in 1980 te Gullegem.De allereerste oefenavonden in Gullegem werden op het ijsstadion gehouden. Wegens vele deelnemers moest er uitgeweken worden en werd per toeval een zaaltje in de St-Denijsstraat te Kortrijk welke te huur stond, meteen tot lokaal beklonken. Twee jaar later kocht hij de hele zaak en investeerde in een gloednieuwe zaal van 1000 m². Sinds de nieuwe zaal, is ereen enorme explosie van dansers. Op één jaar tijd kwamen 1500 mensen hun dansvaardigheid bijschaven. Toen new beat opkwam zond Jean-Marie zijn dochters, 15 en 20 jaar naar de discotheken , waar ze hun ogen de kost gaven. Thuis werd deze nieuwste mode op maat gezet en bijgeschaafd tot een aan te leren dans. Andere dansen leert de familie Dursin op danscongressen, die vooral in Nederland, Duitsland en Engeland plaatsvinden. Samen met zijn vrouw Christine vormden ze in een recent verleden nog een te duchten koppel in wedstrijden.
Geboren op 28 november 1982, hij is de jongste uit een gezin van twee kinderenen woon in de Candeléstraat. We lezen en schrijven het jaar 2000. Aan het Vrij Instituut voor secondair onderwijs in Mariakerke volgt Tom een grafische opleiding. Hij was daar voor zijn laatste jaar, maar hij droomt van de Muziekacademie. Tijdens het recital, dat Will Tura op 26 maart brengt in Wevelgem, speelt de jonge saxofonist, Tom, 17 jaar, mee. Het is reeds voor de tweede maal, na het eerste concert in februari in Brussel klopte Will Tura op zijn schouder, en zei dat hij het goed deed. Toen Tom pas tien jaar was kreeg hij van zijn grootvader Emiel Callens uit Aalbeke zijn eerste saxofoon. Het was de droom van grootvader dat zijn kleinzoon zou muziek spelen. Dank aan dat instrument begon de notenleer te Bellegem. Tom maakt deel uit van de Bellegemse jeugdharmonie Fantasia en van de Leonardszonen. Zes jaar geleden begon hij saxofoonles te volgen en tevens ook jazzles in het conservatorium in Kortrijk bij Chris Denijs. Naast de saxofoon speelt hij ook dwarsfluit. Tom is gek op jazzmuziek Hij was al toe aan zijn vierde saxofoon, zijn laatste kocht hij samen met zijn leraar in Parijs een van het merk Selmer.
Alexander Leman
Geboren op 13/5/1967 Een beloftevol klassiek pianist waar we hier tros kunnen opzijn, want dat vind je niet overal. Op acht jarige leeftijd begon hij notenleer te Aalbeke, een bijschool van het stedelijk conservatorium Kortrijk. Inmiddels negen jaar kreeg hij zijn eerste pianolessen. Hij kreeg algauw zijn eerste vleugelpiano. Ondertussen maakte hij zijn studies af in Don Bosco-instituut, waar hij richting latijn-wetenschappen met vrucht doorliep. Hij volgde zijn hogere muziekstudies aan het conservatorium van Brussel, waar hij naast piano natuurlijk, ook nog harmonie en notenleer volgde. Hij behaalde aan het conservatorium al de graad uitmuntendheid B en kon dus meedoen aan de muziekwedstrijd van Pro Civitate hij behaalde er de eerste prijsin 1985. Meer dan van zijn leven volgde hij toen reeds pianolessen Hij was er toen 18 en studeerde reeds 10 jaar piano onder de bezielende en inspireerde leiding van mevr. Deneckere. Bij hem thuis is muziek niet onbekend, vader Leman speelt orgel en piano. Hij haalde reeds een eerste prijs in Marche-en- Femennemet 92%, waarvoor hij een prijs in de wacht sleepte van 20.000fr. Alexander zou zeer gaarne als beroeppianoconcerten geven. Het pianofenomeen bracht op 18 maart 1989 in de concertstudio (conservatoriumplein Kortrijk) een pianoconcertHij vierde dat jaar zijn 21ste verjaardag Hij behaalde reeds de eerste prijs piano , werd laureaat van de Nationale Muziekwedstrijd van het Gemeentekrediet en van de José Vigneron-wedstrijd voor kamermuziek. Hij bereide zich toen voor op het examen “Hoger diploma”. In 1988 was hij halve finalist van een internationaal pianoparcours in Tsjecho-Slowakije. Hij wil zich na het eindexamen aan het koninklijk conservatorium te Brussel verder bekwamen in het buitenland. Het Buitenland is groot genoeg maar je moet er toch een ingangsexamen afleggen. De 23 jarige Alexander deed dat in Baltimore. Hij behaalde in Brussel haalde hij een eerste prijs voor piano, kamermuziek en Harmonie. Op zijn Hoger diploma voor piano staat grootste onderscheiding en momenteel vervolmaakt hij zich in 1991 bij pianovirtuoos Abdel-Rahman Elbacha.
De organisatoren van de Koningin Elizabethwedstrijd, editie 1995 kregen al in februari 1994 de kandidatuur van Alexander. Vroegere leermeesters noemen hem een van de grootste talenten die de regio ooit had. Hij woont nu ongeveer een jaar in Leuven, hij combineert zijn oefenstonden met lesgeven. Zopas verscheen van hem een eerste cd.