Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
11 In maart 1915 kreeg ik een brief van mijn man van agter het front hoe is het met u laat iets weten met mij ga het goed ik hoop van u het zelfde na lijden komt verblijden ik moest voor dit briefje 5f betalen om te ontvangen eenige dagen daarna schreeft ik weder we hebben nu een meisje in volle gezondheid en ons oudste zoontje groet zeere alles goed mogt gij rap ’t huis komen weer 5fr om dat te verzenden nog een tijd nadien nog een briefje ontvangen weder 5 fr om te ontvangen en 5 om terug te sturen ik kreeg een portret van mijn man en ’t hans was het uit met schrijven geen nieuws nu ik werkte uit al mijn kragt op een hof ik moest op een groot stuk land pemen rapen gans alleen en ik dagt soms wat zoude ik gelukkig zijn moest mijn man opeens op mijn schouder kloppen en zeggen vrouw ik ben terug en moest hij t’hans een schoon werk vinden aan de post of iets aan de staat en dat ze nu tegen ons mijnheer en madam moesten zeggen. Nu altijd maar dat zelfde werk altijd zulk slegt brood en kosten hard en binste pap breedsel was bloeme geroerd vlees 100 gram per week geel vet zwijne vlees Wilson zulk geel smout uit kisten opgevuld met Wilson amerika
10 Nu einde oktober thans einde 30 november 1914 wierd er mijn dogtertje geboren ik bleef bij mijn moeder en ik wierd bij moeter en meter goed verzorgd elkeen kwam en zegde gij zijt gelukkig eerste een zoontje en nu een meisje t’is waar t(is zoo schoon en mijn vraag was waar blijft vader ik hoorde maar onder dag en nagt schieten altijd maar die rommel en gedruin en altijd maar mijn man is aan de ijzer alzoo schieten er zal daar geen mens overschieten allen zullen doodgeschoten worden. Nu er viel niet te treuren niets aan de doen ik en mijn 2 kindertjes een oude moeder en een zuster van mij we moeten eten dus we waren een lange tijd dat wij niet ontvingen van geld ik werkte in de fabriek maar de fabrieken vielen stil na een tijd ging ik bij een boer gaan werken ik kreeg mijn eten en 75 centiemen van 8 uur tot s’avonds drie getien op een dag, als het eens een geheele dag werken was kreeg ik 1 frank, na verscheiden keeren gevraagd te hebben om geld te krijgen van mijn spaarboekje van die 900frank zegden ze mij het is u man die dit geld kan krijgen gij zijn vrouw kunt er niets van hebben na eenige maanden kreeg ik soldaten geld 0,25fr per dag voor ieder kind en voor mij ik denk 0,50fr ik weet niet heel juist Nu alles kwam zoo duur zoo duur!
9 er is overal vergif aan die soldaten ze waren onze vijand mijn man was aan de ijzer en die soldat sliepen in mijn juis, er was nu een die zegde gemoet niet bang zijn van ons 4t zijn maar de engelsen die u zouden u handen afkappen Mijn broeder kwam bij ons goeden avond zeggen er was een soldat die mijn broeder een glas genever deed drinken. Die genever was zeer straf de tranen kwamen in de oogen van mijn broeder ik zegde tegen morgen vroeg zijt gij dood er is vergif in en zooBevreesd waren wij en die soldat bleef bij ons voor 8 dagen, maar blij dat we waren als ze weg waren. Mijn oudste zoontje kreeg de roode koorts de dokteur kwam en we kregen een stuk papier met de naam roode koorts er op geschreven, om op de deur te hangen de soldaten dierven thans niet binnen komen, maar we lieten maar alsan voort hangen, er was een soldat als hij bij ons binnen kwam die zegde geef mij eens een swiebel ik wist niet wat het was, kom mee buiten zegde hij het wasduister hij haalde een zaklamp te voorschijn ik kende dat niet hij ging in de logting en ik moest mede ik dagt dat hij mij ging doden en alsan een swiebel ik zag dat er vlees in die vleesdoos zat ik liep om een ajuin en dat was een swiebel onthoud het mijn leven lang , die soldaten gingen naar de pomp ieder kommetje gaan spoelen zij waren bang van mij en ik van hun ook.
8Dus mijn man was naar de oorlog 1914 – 1918 Ik woonde op de plaatse mijn moeder woonde vijftien minuten verder ik en mijn schoonzus gingen s’avonds naar mijn huis gaan slapen. Na een week of vier zegde ik er zal niemand mijn beetje meubels stelen, ik ga ’t huis blijven bij mijn moeder en zuster eind october kwamen soldaten binnen bij ons ze kwamen uit Frankrijk .Ze hadden daar gevogten zegden ze. Ik Had nooit geen soldaten gezien en ik stond aan de deur te kijken en ze bleven stil staan en op eens kwam er een soldaat binnen en mijn oudste zoontje zat op mijn arm die soldaat gaf het kind chocolat te eten, het was zeer bevreest van de duitse soldaten en ik dagt dat er vergift aan was aan die chocolat van het kind die soldat was maar juist weg en ik nam die chocolat van het kind weg en wierp dat in het vuur. Tegen dat het avond wierd waren bij ons 6 soldaten binnen gekomen ze hadden stroo mede ze hadden geweren mede ze hadden geheel ons keukentje noodig om te slapen ze deden het vuur branden ons huisje was gedekt me stroo ik dagt er zal brand ontstaan, ze hadden vlees dozen mede ze hadden cafe boonen mede ze hadden lange broodjes mede ik kende daar al te mal niets van ik dagt.
7 We hadden samen gewerkt en gespaard we hadden meubels en kleren alles was betaald we hadden op een nieuw spaarboekje reeds 900f en mijn man ging juist 300f naar de post gaan maar moest moest weg naar de soldaten hij vertrok en zette mijn in een klein kammertje en ik weende weende uit al mijn kragt ik was beschaamd ik dagt dat ik maar zoo jong niet mogt getrouwd zijn? Mijn lieve moeder en zijn vader kwamen waar is onze zoon hij is weg met de trein van 6 uur al. Bossuit naar contig onder de wapens hij heeft geen goen avond gaan zeggen aan niemand. Sluit u deur en ga rap mede met ons er was een gebuurin die zegde in welke toestand is deze vrouw ik dagt bemoei u met u zaken. Ik ging bij mijn moeder en meter terug en ik dagt dat mijn man terug ware tegen datik een kind koop ik zegde dat eens aan mijn vriendinnen en ze antwoorden het zal al lang alleen lopen tegen dat hij ‘thuis komt Ik was zoo vrijeigen en gegenierd om het kopen van ‘tkind ik zegde nooit iets tegen mijn moeder en mijn meter, ik verborg eenige kleertjes in een hoek van de kleerkas.
6 Ik weet een huis op de piel ik zal gaan vragen om te huren dit was zijn antwoord van zijn vader,,de oudste broeder kwam met mijn verloofde en een fles genever het ja woord vragen aan mijn moeder. Ik zegde wij gaan bruiloft viern we trouwen. ’s Morgens om 7 uur en we gaan bij mijn tante naar Waterlo; de broeder van mijn verloofde zegde we vieren bruilof of ik ben geen trouw knegt, ik zegde ze zijn allen kwaad op mij bij u in de familie en ik ben niet rijk genoeg, maar er was bruiloft er was kermis bij mijn moeder ik moest aan zijn huis passeren en mijn man we gaan hier binnen bij mijn vader ik zegde ik durf niet maar we gingen tog eerst binnen en dan mijn huis en we waren allen samen zijn famieli en mijn famieli en er was veel plezier. Mijn oude moeder en mijn oudste zuster bleven alleen over in het ouderlijk huis allen waren uit getrouwd. Ik had mijn honderd vijftig frank uitgehaald met mijn spaarboekje ik kogt mijn zwart trouwkleed er was nog iets overschot om een frakje mijn zuster vroeg of ze het mogt hebben il ga nooit geen kleeren meer kunnen koopen zegde ze ik gaf die overschot van mijn trouwkleed.
5 Wij wonden in de zelfde straat eenige meters verscheen wij werkten in de zelfde fabriek hij kwam nooit in mijn huis, ik moest dagelijks aan zijn huis passeren, als wij een woord samen spraken als wij ‘’t huis kwamen we waren bekeven hij in zijn huis ik in mijn huis. Ik was niet wel genoeg wij waren kinders van een arme weduwe en die mensen waren welstellend zij hadden twee huizen die hun toebehoorden, mijn oudste broer zegde mijn susje is gelukkig ze kan een rijke trouwen hij heeft twee huizen die de zijne zijn nu de mensen zegden allen te gelijk ze vrijen te gaar? Maar die jongen kon soms spotten met mij, mijn broeders beminden mij , mijn broeder zegden dees schaverdijn zal ik in u kop slaan spottenen alzoo dat was mijn triestige verloving tijd. Nu aan alles komt een einde, die jongen van mijn nieuwe gebuur zegde, ik ga vragen aan mijn vader om met u te trouwen, , hij zal mij op staande voet van dag buiten stampen maar die vader zegde heel eenvoudig waar gaat gij wonen.
4 dus mijn eerste verdriet , ik was van alle ons geburen en mede mensen bemint en de nieuwe haaten mij er was niemand van geheel dit nieuwe gezin die mij aanspraak,, dus ik zegde ook niets tegen die mensen. Zoo wierd ik van langs om ouder, in de fabriekzegden mijn mede mensen gij zijt verliefd op die jongen van dit nieuwe gezin die is een jaar ouder dan gij dit is een schoon paar,,wijj mogten nooit tegen elkaar spreken of in mijn huis wierd ik bekeven en in zijn huis was het zelfde spel, nu die jongen wierd soldat , binst dat hij soldat was stierf zijn moeder, mijne moeder ging het lijk gaan groeten, en binst dat mijn moeder bij het lijk stond kwam die soldat te huis en zegde = ja ik wist het dat het ging gebeuren ze was zzo ziek als ik laatst t’huis was, mijn moeder kwam t’huis en zegde die soldat is t’huis gekomen hij weende niet hij zegde ja ik wist dat het zoo zou gaan!! De laatste maanden dat hij soldat was zond hij mij een kaart postkaart een heele schoon, kort daarna kwam hij in verlof hij gaf me zijn portret en ik gaf een portret van mij.
3 Het was rond het jaar 1901 er kwam een tweewoonst te koop in ons straatje er kwamen vreemde van een agterhoek die tweewoonst koopen werkmen een vader en een moeder en vijf dogters en drie zonen dus een groote famieli ik was seffens bevriend met het jongste meisje we schilden maar een jaar in ouderdom wij liepen samen naar school en naar de zondagschool wij waren egt gelukkige kinderen; Wij kwamen ouder en gingen samen naar de fabriek in de zelfde fabriek altijd goede kameraden, nu ik weet niet juist hoe oud ik was nu dat meisje had een broeder die was een jaar ouder dan ik. Er waren op onze gebuurte vele kinderen meisjes en knegten, en wij waren allen ondereen allen goed gebuurs. Nu ik kom t’huis van mijn werk en mijn lieve moeder zegt, deze moeder van dit nieuw gezin heeft mij aangesproken en ze zegt let op u meisje, ik zal op mijn zoon letten, ze mogen geen woord te zamen spreken. Ik vroeg mij af waarom? Er was niemand op geheel het gebuurte, die ons en mij zoo iets gezegd hadden ik wist niet dat ik iets kwalijk deed.
2Ik was iets van agt jaar als ik naar school ging en ik moest wel kommissis doen voor boeren en geburen en ik kreeg thans een sens= 2 cintiemen en ik moest alles sparen dat ik mijn eerste Communie moest doen mijn moeder zegde als gij veel geld hebt kunnen wij u een nieuw kleed koopen en ik spaarde op een spaarboekje en tegen dat ik elf jaar was mogt ik mijn eerste communie doen en moeder zegde ge moet dit spaarboekje niet meebrengen ’t zal wel in orde zijn Ik was de lieveling en kreeg een wit kleed en een zwart kleed dus ik was gelukkige van ons gezin die schoon gekleed was moede meter en broeders waren opregt gelukkig dat ze door hun arbeid tot daar geraakt waren. Korte tijd nadien mogt ik mede met mijn zuster meter naar de fabriek en ik maakte garnie spoelen bij mijn zuster en ik won al rap 8 tot 12 fr per week er was wel niet veel werk op de spoel molen en ik vroeg aan den directeur om te weven ik mogt weven en ik won dan tot 16f per week dan mogt ik op de scheermolen boven en won daar gewoonlijk 15f per week, ik kreeg 5 centiemen per frank zakgeld en ik spaarde bij dat zelfde spaarboekje en als op mijn drie en twintigste jaar was had ik honderd vijfank spaargeld ik was spaarzaam.tig fr
Ik ben geboren 19 oktober 1890 ik had een zuster en drie broers vader en moeder,, men heeft mij altijd gezegd dat ik wilkom was een meisje geboren mijn zuster was iets van 15 jaar en ze mogt meter zijn van mij. Ik was de lieveling van alle, een klein meisje er kwam een strenge winter het begon te vriezen op St Catarien en het vroos dertien weeken zoo koud, en mijn moeder moest mij beddeke onder de stoofbuis zetten of het kindje ging dood van de koude zoo dikwijls hoorde ik in mijn levensloop dit vertelling als ik , iets van vijf of zes jaat oud was stierf mijn vader dus mijn lieve moeder was weduwe met vijf kinderenin die jaren moest mijn moeder neerstig werken, mijn zuster spelde werken mijn broeders rap bij de boeren gaan werken als ze hun eerste Communie gedaan hadden moesten zij de koeien bewaken op de wijde en thans in de koe en zwijnstallen gaan werken als zij groter wierden met de peerden het land gaan ploegen, mijn oudste broeder werkte een gans jaar om de pagt van ons huisje te betalen mijn lieve moeder ging zelfs ook mede bij de boer gaan werken op het land en het jongste kind ik moest mede op het land stil zitten of liggen want in die tijden was het lastig weduwe zijn.
Ivo kent u reeds, toch ook zijn vrouw Maria heeft den oorlog meegemaakt.
Aan de hand van haar dagboek, welke ik onlangs tegenkwam wil ik het Jullie niet onthouden. Ik ben bijna overtuigt dat mijn meter Magdalena( Madeleine), het geweest is, die haar overtuigt heeft om alles op te schrijven. Meter Madeleine , den jongste telg ,was mijn meter, daar mijn grootmoeder van vaders kant, mijn doopmeter overleed, toen ik pas vijf jaar was. Ik weet dat ze zeer geïnteresseerd was in wat haar ouders in den eerst Wereldoorlog hebben mee gemaakt, daar ik haar handtekening had gezien toen ik ook in het jubelpark was.
Ik ben overtuigt dat u ook mij zult blijven volgen in dit aangrijpend verhaal van Maria Vandenbulcke. U kan het verhaal lezen zoals zij dat heeft neer gepend.
1944 op 18 maart viel een bom op Rollegem op het huis van Tant in de Markestraat.
Ook op de waterval Bellegem op een zondagavond, een huis werd zwaar getroffen, er was foor te Moeskroen.
Op 12 mei groot bombardement op Kortrijk, veel mensen hadden de stad verlaten, het aantal inwoners te Rollegem was dan bijna verdubbeld, door Kortrijkzanen die naar Rollegem kwamen en hier hun intrek namen.
Op 19 juli viel een bom dicht bij de Zevenkote er was veel schade.
Op zaterdagavond 2 september was er een schermutseling op de plaats te Rollegem, tussen het geheim leger en de terugtrekkende Duitsers. 5 leden van het geheim leger sneuvelden. Ook op de Kwadebrug vielen 2 doden van de witte brigade. De wegwijzers waren uitgetrokken en het terugtrekkende legers bleven daar haperen.
Op 3 september werd Doornik bevrijd en in de namiddag Brussel.
Op 4 september maandag voormiddag hevig gevecht te Kooigem tussen de witte bende en Duitse troepen, waar vliegtuigen ter hulp gekomen zijn voor de witte bende.
Op 19 september heeft hier te Rollegem de eerste gemeenteraad plaats na de bevrijding.
17 oktober Gutt operatie, alle geld moet ingeleverd worden. 5000fr per gezin wordt onmiddellijk uitbetaald het overige blijft geblokkeerd en wordt later in delen terugbetaald na aftrek van de belastingen.
1945 /25 april overleed Achiel Vanhoutte gemeenteraadslid.
1945 op zaterdag 12 mei worden brandstichtingen en plunderingen gedaan te Rollegem onder andere bij Alfons Vandewalle(onderwijzer) Louis Vandendriesche (landbouwer) en bij Maurits Castelein( oorlogsburgemeester)
Op dinsdag 8 mei werd de wapenstilstand getekend om 3 uur.
Op 22 juli vredestoet in de gemeente: vertrek om 3 u te Tombroek langs de Tombroekstraat , Aalbeeksestraat, Lampe terug naar de Aalbeeksestraat en Kerkstraat.
Op 31 januari 1946 overlijd Declercq Charles-Louis, lid van den onderstand sedert 19 september 1925 oud 89 jaar en 5 maanden.
Op 13 november overlijd te Moeskroen Jozef Vandeghinste echtgenoot van Depoortere Madeleine oud 71 jaar schatbewaarder van de kerkfabriek en gemeenteraadslid en 25 schepen.
Op 11 maart 1947 overlijd Alberic Moreau Oud-strijder 14/18 rustend veldwachter met 27 dienst .
Op 29 juni 1947 aanstelling van burgemeester Polydoor Declercq. Om 10 u plechtige hoogmis met Te Deum, s’ namiddags prachtige stoet met 27 nummers waarna plechtige ontvangst op het gemeentehuis en banket.
Op 9 juli honderdste herdenking gevierd van de geboorte van monseigneur Waffelaert. Een gedenksteen werd geplaatst in de voorgevel boven de deur van het geboortehuis gelegen in de Tombroekstraat
Op 7 juli begrafenis van Frans Vandeghinste, overleden bij een ongeval als soldaat, hij was geen 21 jaar.
Op 7 september gouden jubileum van Camiel Vandevenne Leona foulon.
Op 26 november werd het wekelijks schepencollege ingevoerd om 7 uur ’s avonds.
21 mei Rollegem is gereed om te vluchten maar niemand weet waarheen. Tevens offensief aan de schelde. De Engelse soldaten komen de gemeente voorbij bij het achter uit trekken. St Denijs, Helkijn, Spierre, Dottenijs en Bellegem ontruimen. Ook op Rollegem is men gereed maar niemand weet waar geen.
23 mei de eerste Duitsers met zware motoren en sidecars en gewapend met mitrailletten komen de gemeente binnen. Er is geen elektriciteit meer.
Op 24 mei werd de gemeente bezet. Er wordt hevig gevochten langs de Leie, waar grote bombardementen plaats vinden, bruggen vliegen in de lucht.
Op zaterdag 25 mei werden de gemeenten Rollegem en Bellegem met artillerie geschut beschoten, er vallen wel geen slachtoffers, wel is er veel schade aangericht.
Om 11 u wordt den toren van de kerk te Wevelgem afgeschoten en werden vele Belgische soldaten in de streek omsingeld.
Op 27 mei Hevige beschieting uit Frankrijk op Rollegem; obussen vallen op de hofstede Vandaele en bij Barbe.
Op 28 mei Het Belgisch leger geeft zich over.
In de nacht van 29 en 30 mei vallen opnieuw bommen op Kortrijk.
Op 4 juni is er opnieuw elektrisch licht.
Op 8 juni wordt de Duitse tijd ingevoerd, dus een uur vervroegd.
In de nacht van donderdag 14 november grote storm, met veel schade.
In Rollegem werd Robert Desmet aangesteld als bediende der gemeente en werd de rantsoenering ingevoerd.
Alles gaat met zegels, afzonderlijk voor ieder gebruik en volgens aantal personen. Het werd ingericht in de bovenzaal van het gemeentehuis.
In Bellegem is gans de winter bezet door Duitsers, de soldaten lagen in de nieuwe klaslokalen van het klooster. Nieuwe paardenstallen worden gebouwd in de Rollegemstraat op de gronden van Debusschere Beenhouwer Bellegem.
1940/45 In den toren van de parochiezaal zat een sirene, welke bij een eventueel alarm gebruikt kon worden, het werkte op elektriciteit de knop laag verscholen in het keldergat naast de straat. Op een dag hebben kinderen het alarm toch aan gezet gans het dorp stond in rep en roer. Ook in de zelfde zaal hebben Duitser overnacht.
Meester Degroote was hoofd van den burgerwacht, in de kelder van de knechtenschool hadden ze hun depot waar veel matreaal was opgeslagen zoals gasmaskers schoppen enz.
1941 Benzine wordt gerantsoeneerd, auto’s werden opzij gezet.
Op 14 januari overleed Polydoor Carette, raadslid van 1985 tot 1910 schepen van 1910 tot 1921 waaronder 1 jaar burgemeester, was 25 jaar gemeenteraadslid en 11 jaar schepen dus 30 jaar in de gemeente dienst.
Op 10 april werd Maurice Castelein benoemd tot burgemeester, Versteele Sylvain en Vandaele Camiel schepen.
Op 3 september wordt schepen Jozef Vandeghinste ontslagen door den bezetter.
1942 langdurige vorst begon op 10 januari en zal beëindigen op 15 maart.
Vanaf 1 januari wedde verhoging voor de secretaris 22,250fr.
In de zitting van de gemeenteraad van 19 februari werd het eervol ontslag aanvaard van Sylvain Versteele gemeente onderwijzer.
Op 23 januari was het kwik gedaald tot -20, ook sneeuwstorm;
Op 28 mei wordt de bevoegdheid van de gemeenteraad overgebracht op het schepencollege.
Op 9 oktober bommen op St-Anne, vrouw Clochet erg gekwetst.
1943 op 4 september rond 6 u luchtgevecht boven Rollegem; Duits vliegtuig naar beneden gehaald. Piloot kwam neer bij het huis bewoond door Nabor Degroote, hij was zwaar gekwetst aan de neus. Het vliegtuig stortte te pletter naast het huis van Maurits Castelein. Jerome Lesaffre werd aangesteld als hulpveldwachter.
In de nacht van 8 op 9 oktober werd er ingebroken bij Polydoor Declercq
Op 18 mei overleed Jules Cossement geboren te Rollegem op 12 mei 1870 in den ouderdom van 64 jaar gemeenteraadslid van 16 januari 1904, 2de schepen sedert 7 juni 1921 en 1ste schepen sedert 3 januari 1933. Was 31 jaar in gemeente dienst.
1937 Op Palmzondag overleed schielijk op het gehucht den Os te Dottenijs De burgemeester Eugene Everaert. Geboren te Rollegem op 8 maart 1884 oud 53 jaar.
Gemeenteraadslid sinds 7 juni 1921 en 1ste schepen. Burgemeester benoemd op 12 december 1921, hij was 6 maanden gemeenteraadslid en 1ste schepen. 15 jaar en 3 maanden burgemeester.
18 mei 1937 grote overstroming in de Kortrijkstraat, tevens aan de tramstatie door de Bondillebeek en de Weimeersbeek.
Verbetering werken aan de wegen. Kerkstraat en rond de plaats, riolering en onteigening der huizen die buiten het alignement staan.
Aalbeeksestraat tot aan de Lampe, Kortrijkstraat tot aan ’t Kasteel tot aan het kasteel. Deze plannen waren gemaakt door ingenieur Stubbe van Kortrijk goed gekeurd met 6 stemmen.
Heer Vanassche had de zaal verlaten. In 1937 waren er 2534 inwoners.
1938 op zaterdag 11 juni om 11.58 aardbeving in onze streek.
Op zondag 12 juni nieuwe schok in de namiddag. Maandag morgen om 4 u laatste schok.
Op den omegang van 26 juni en volgende dagen had in het lokaal een Vlaamse kermis plaats voor de missie van Damme Marie Sylvain Broekaert.
Op donderdag 11 augustus, het was een zeer warme dag. Een geweldig onweer en een wolkbreuk die de streek in korte tijdsspanne onder water zette. Vele kelders liepen onderwater. Schoven spoelden weg. Er was veel schade en volgens gegevens de meeste overstroming welke we ooit gekend hebben.
Op 16 oktober gemeente verkiezing: er waren 2 lijsten.
1929 René Hoornaert koopt zijn eerste autobus “Ford” type AA.
1929 Rollegem telde 2245 inwoners en in 1930 waren er 2271 inwoners.
Op 30 april lande een leerling vlieger van Wevelgem op het land van Alfons Dujardin (Knok) in de voormiddag in de namiddag kon hij opnieuw opstijgen.
1930/40 Stond er tegenover de kerk een blinde muur, met daarbij toiletten voor heren. In die zelfde omgeving de roepsteen van de Belleman. Belleman van dienst was toen Alberic Moreau, die was toen veldwachter. Ook was er eens plaats waar doods- en ander berichten konden worden uitgehangen. De taak van de omroeper of Belleman verdween met het Duitse bewind.
22 juni 1930 provincie verkiezing. In alle kerken van het bisdom moest er een brief voorgelezen worden, om de gelovigen aan te zetten niet voor de nationalisten te stemmen. De heer Geerardijn onderpastoor weigerde dit te doen.
De maandag werd den onderpastoor naar de dekenij van Kortrijk geroepen, en dan naar het bisdom, waar hij verklaarde Nationalist te zijn. Hij werd in zijn functie van onderpastoor ontgeven en mocht geen bedieningen meer uitoefenen in het bisdom. Hij week uit naar Nederland waar hij les gaf in de hogeschool, hij was namelijk hogeschoolstudent geweest. Binst den oorlog was hij aan front geweest bij de strafkolonie der houthakkers. Er werd door de omliggend nationalisten protest aangekondigd en een manifestatie werd voorzien op 6 juli. Op 5 juli werd er bekend gemaakt dat op 6 juli een staat van beleg was te Rollegem. Men mocht met geen 5 personen samenscholen op dien beruchte zondag. Alle straten en hoeken werden bezet door gendarmen van omliggende, uit Ieper en Doornik, alles moest in paraatheid staan om onmiddellijk Rollegem binnen te vallen. Maar niets gebeurde die dag, alles bleef kalm maar zoals altijd werden enkele verdachte naar het gemeentehuis gebracht.
Het elektriciteitsnet werd uitgebreid tot de knok en de Suikerij waar een cabine werd geplaatst.
In het schoolhuis werd een achterkeuken bij gebouwd
Op 7 mei 1931 overleed plots Gustaaf Deconninck geboren te Heule op 7 juni 1835 gemeenteraadslid sinds 5 september 1905. Was 25 jaar en 7 maanden gemeenteraadslid geweest.
In de maand juli ging de muziekmaatschappij naar de Panne waar Koning Albert I voorbij kwam als herdenking toen 100 jaar geleden dat koning Leopold I te de Panne in het land kwam.
Op 18 december overleed te Brugge Monseigneur Waffelaert bisschop van Brugge, geboren te Rollegem op 27 augustus 1847.
In 1931 waren er 2421 inwoners in 1932, 2460 inwoners.
1932: Julien Preester, auto, “Citroën”.
1933 op 16 november overleed Alouis d’ Hooghe rusten schoolhoofd in den ouderdom van 72 jaar en 9 maanden.
In het klooster wordt een nieuwe kapel gebouwd van 37,50 meter lang en 10 meter breed
In 1933 Festival te Rollegem: ter ere van Albert Vandeghinste als dertig jaar voorzitter van het muziek. Twintig verschillende muziekcorpsen kwamen er spelen.
Op 17 februari plotseling overlijden van koning Albert I
Zaterdag 24 februari begrafenis te Brussel van Koning Albert zeer mottig weer.
In 1934 op 26 maart 2de devaluatie, verschillende banken stoppen hun betalingen, er is weer paniek. Een opslag van 28% wordt ingevoerd. Het zijn crisisjaren met zeer veel werkloosheid.
1918 waren er 56 sterfgevallen In 1919: 42 en 1920 waren er 40 merendeels door de Spaanse griep en enige gevallen van tyfus.
1920,op 21 april overlijden van Leo Herbau in den ouderdom van 79 jaar en 9 maanden Hij was 31 jaar gemeenteraadslid en 20 jaar burgemeester, dus 51 jaar gemeente dienst.
Januari 1920 werd de gemeente getroffen door een orkaan vele daken vielen als slachtoffer. Ook het dak van Victor Beaucaerne.
In de zomer van 1920 werd het H.Hart beeld geplaatst op het oorlogsmonument, ook de namen werden er in gebeiteld. Volgende namen: Desire Beyls, Honore D’Hooghe, Alfons Corselles, Edmond Dendievel, Maurits Carette, Henri Vandemaele, Oscar Demuynck, Alois Verfaille, Camiel Sagaert, Alfons Castelein, Ernest Rondaert, Jérome Barbe.
De civielarbeiders waren Leopold Desfossez, Alois Devos, Denis Desmet, Cyriel Libeer, Hector Vancauwenberghe, Henrie Cossaert.
Als burgerlijk slachtoffer: Gaston Deconninck
In het zelfde jaar werd de eerste elektrische leiding geplaatst in het centrum van de gemeente.
1920 21/5 in het bisdom Brugge groot feest.
1921, op 24 april: eerste naoorlogse verkiezing, op 2 lijsten
Op 12 december werd Eugene Achiel Everaert zoon van Alouis en Zulma Glorieux benoemd. Hij werd geboren te Bellegem op 8 maart 1884 gemeenteraadslid van 7 juni 1921.
De inhuldiging gebeurde op 18 december 1921
1923: Wordt er een nieuw internaat gebouwd. Kostprijs 800.000 à 900.000Fr. Het Klooster heeft nog steeds zijn eigen hofstede.
Het nieuwe pensionaat heeft een lengte van 30 meter en een breedte van 9,5 meter. Bevattende kelders, op gelijkvloers refter en speelzaal. Op het eerste verdiep 4 klassen, 2de verdiep slaapzaal en opperste zolder. Dit alles onder leiding van P.F. Van Nerom Bouwkundige te Brussel. Het werk werd uitgevoerd door een aannemer uit Brussel voor een bedrag van 800.000 à 900.000fr.
1924 op 1 januari grote ijzel niemand kon buiten komen. Het had de avond er voor geregend om 11 u. Bevolking te Rollegem 2236 inwoners.
1925 op 23 juli overleed Gaston Vandeghinste eresecretaris der gemeente en commissie van de openbare onderstand. Geboren te Rollegem op 12 oktober 1868 zoon van Charles en Eulalie Duthoi. Echtgenoot van Laura Seynaeve in den ouderdom van 56 jaar en 10 maanden.
1 mei 1925 grote watersnood waarbij de Leie stond tot tegen de markt in Kortrijk. Er woonden toen 2245 mensen op de gemeente
1926 De eerste Ford in de gemeente, eigendom van Victor Beaucaerne.
1926 ook het jaar van de devaluatie, een nog niet gekend woord voordien. Het begon in mei. Banken hadden moeilijkheden en waren verplicht hun instelling te sluiten. De eerste die verplicht was te sluiten in Kortrijk was de bank van credit Anversois, verscheidene andere instellingen volgden. Er kwam paniek onder de mensen iedereen wilde zijn geld uittrekken. Door de verlaging van de koopkracht werd alles duurder.