Ten jaren van ons Heer 1903 werd met man en macht gewerkt aan wat ooit een provisoire kerk zou worden alwaar men den Goddelijke dienst, door het herstellen der oude kerk belet, te kunnen voortzetten. Zijne Hoogwaardige Mgr. Waffelaert had aangeraden een gebouw in steen te zetten om het later tot nut te kunnen brengen( er zouden namelijk vier huizen kunnen uit gemaakt worden)Het welke gedaan werd, en met groot en nuttig vooruitzicht, aangezien zij na dat de kerk opnieuw werd in gebruik genomen werd dienst deed voor de Congregaties welke ontstonden. Later ook Patronage (jeugdverenigingen onder geestelijk toezicht) en vergaderzalenHet moet tussen haakjes, gezegd, dat in het jaar 1913, het lokaal de oude provisoire kerk verrijkt werd met een torentje waarin een klein klokje in hangt. Dit klokje werd geschonken door de gebroeders Alfons en Adolf Germonprez van Rollegem Tombroek. Dit sieraad was een soort bekroning, aan de congregatie. Het was den timmerman Jules Tillieux die de werken uitvoerde. Het klokje werd gegoten te Leuven bij O. Michaux. Voor de opbouw werd een lening aangegaan van tienduizend frank(10.000 fr.) bij de familie Bostijn van Geluwe, met een rente van 3% per jaar. In het jaar 1910 wenste de familie hun geld terug Om de teruggave te vergemakkelijken zou de familie Bostijn vierduizend franken als geschenk aan de kerk laten, mits jaarlijks twee solemnele missen te doen celebreren tot ziellafenis van Louis Herbau, de echtgenoot van Zulma Bostijn en dit levensdurend lang!Je kunt je indenken geachte lezer hoe tevreden de pastoor was met dit aanbod! Voor de andere zesduizend is hij ook waarlijk door de goddelijke voorzienigheid bijgestaan, want zie,de uitkering der lening in de oogst maand gevraagd, kon al gedurende de noveen van O.L.V. van Dadizele 1910 geschieden. Het waren de gezusters Baert ( Idonie en Febronie) dochters van Joos Baert-Delreu welke de gelden gaven. De familie Bostijn aanvaarden wel tot in 1923 de titel van eigenaars. Ze stonden deze echter zeer gaarne af aan de nieuwe maatschappij der parochiale werken zonder winst gevend doel in de dekenij Kortrijk. De gelden (6000 fr.) werden aan de pastoor gegeven in Geluwe voor grote werken ter verbetering van de kerk!
Met enkele noodzakelijke onderhoudswerken, waar onder het afbreken van het torentje, herstellen van het dak en het maken van de Bibliotheek, bleef de zaal zo ongeveer honderd jaar ter beschikking van de verenigingen der parochie.
Het was toen een één mans zaak!
Op zondag 12 maart 1993 streek hier een nieuwe pastoor neer. Het was de Salesiaan E.H.Dewulf afkomstig van Don Bosco en van de Marionetten. Hij zou zich tijdens zijn verblijf menig maal in de belangstelling weten brengen. Onze parochie kreeg een opflakkering in het culturele en parochiale bestaan. Zo ook voor het centrum welke altijd al onmisbaar is geweest. Vele verenigingen hadden er een stek, toneel, zangkoor enz. Hij zou voor de vierde maal iets bouwen en dan, word dat stilaan welletjes.
Hij stond er op dat alles van Rollegem bleef, Aalbeke en Bellegem hebben wel een ontmoetingscentrum, maar ze zijn afhankelijk van de stad Kortrijk.
We zijn in de periode van de “ronde van Frankrijk” wanneer dit word neer geschreven en men zou haast te durven spreken van het treintje van Tom Boonen, een teamwerk, dat op de rails zette! Zo was het ook, alle verenigingen werden er dan ook bij betrokken, ieder kon zijn zeg plaatsen van de vinkenmaatschappij tot om het even wie, dat moest dus lukken.
Ieder die wilde kreeg zijn taak, met als kopman Dewulf De, als voorlaatste man E.H. Dejaegere, den bouwheer (Hij had vele scholen helpen bouwen). Het duo Vandenberghe Jozef, Buysschaert Bernard, en het duo Vanbelle Dirk en Lucien Kints, (die gelater zult terug vinden bij St. Antonius.) Ieder had de specifieke taak, geld rond halen, Bouwzaken regelen, feest organiseren. De werken werden op zeven à acht miljoen geraamd. Al het geld, wat nodig was werd bij de Rollegemnaar gehaald, het zij met of zonder terug te betalen. (zelfs de gelden van het bisdom die kwamen van het stoelgeld, omhalingen in de kerk,) iedere Rollegemnaar had zijn steentje bij gedragen, op welke manier dan ook! Dewulf haalde zijn slag thuis ( die niet in de rij liep werd ontslagen, een ander, voor dit, of voor dat.) Hij had teamwerk opgezet maar bij het eindresultaat was er niet veel meer van te merken. De geplande zaken liepen fout en de pastoor trok zich terug op welverdiende rust. Het bisdom die ooit één provisoren, kerk ging bouwen, kon na honderd jaar haar plannen verwezenlijken.
Op de vooravond van de slag der gulden sporen werd zonder veel geroffel, kanongebulder of
Klokkengeluid het protocol der erfpacht en overdracht, getekend( de verblijvende diaken en dekenij) Rollegem zou voortaan in de rij komen met Aalbeke en Bellegem. Een stuk nostalgie verdwijnt, misschien een regiekamer, of een stek voor iedere vereniging, we hebben er in ieder geval schoon werk geleverd en wie weet binnen honderd jaar!
|