Naar we vernamen is Gaspard enkele jaren na het verschijnen van het artikel overleden
Onze innige deelneming, maar het goede nieuws is dat moeder Elza nog zou leven we, we wensen ze van hier uit nog veel gelukkige jaren bij haar kinderen
Ten einde raad staat geschreven in 1976, emigreerde de West-Vlaamse boer Gaspard Stichelbout in 1956 naar Canada. In de landelijke gemeente Sabrevois, een uur rijden van Montreal. Sabrevois ligt naar we opzochten onooglijk verloren in de eindeloze vruchtbare vlakte langs de Sint-Laurensrivier. De eentonige horizontlijn wordt af en toe onderbroken door enorme silo’s. Zoals hun collega’s in Amerika, hebben de boeren in Canada de gewoonte hun naam op de silo’s te schilderen. Wie waar woont hoef je niet te zoeken op naamplaatjes onder de beldeur, je ziet het op ruime afstand..
Jaren lang heeft hij er bloed onder zijn nagels vandaan gewerkt. Maar hij heeft het gemaakt. Ze mochten hem twintig jaar later in zijn gloednieuw landhuis gaan bezoeken. Er was tijd voor een babbeltje want, Gaspar had tijd, de kalfjes waren op het droge. Wat voor hem zogoed als letterlijk waar was.
Geboren te Rollegem, hij was de oudste zoon uit een gezin van acht kinderen. Hij kreeg dus de voorkeur om het bedrijf van zijn vader over te nemen, een landbouwersbedrijf van veertien hectaren ruim gemeten.
Daar wroette hij met Elza, zijn vrouw en vier kinderen, om zijn brood te verdienen. Zijn leven leek rimpelloos. Iedere week zeven op zeven, met als onderbreking de zondagsmis en een partijtje biljart. Zijn Elza was net zo vruchtbaar als de West-Vlaamsen grond, drie jongens en een meisje.
Het was wat men noemt een pachthof, de familie had het bedrijf niet in eigendom. Zoals gezegd het werd van generatie op generatie gepacht. Ter wille van een erfeniskwestie veranderde de hoeve van eigenaar en de nieuwe besloot er zelf te komen wonen.
Van den ene dag op de andere was Gaspard zijn broodwinning kwijt. Hij kreeg weliswaar een uitwinningpremie, omdat het pachtcontract moest afgekocht worden mat dat was lang niet genoeg om te overleven. Hij stond voor de keuze werken op een fabriek, of uitwijken.
Een bloedeigen neef was drie daar voor de plas overgestoken om zich in Canada te vestigen.
Na wikken en wegen, hakte hij de knoop door, de spaarcenten werden omgezet in Canadese dollars en hij stapte met vrouw en kinderen op de boot om de oversteek te maken welke 10 dagen duurde, en niet zoals verkeerdelijk gezegt met het vliegtuig.
De eerste zes maanden werkte hij op de tabakplantage van zijn neef alwaar hij ook onderdak had gevonden..
Hij keek ondertussen uit om op eigen benen te kunnen staan.
|