Hallo,ik ben rollingstone,een geboren en getogen Terhagenaar en sinds twee jaar woonachtig te Boom,een produkt van de Rupelstreek dus. Het is de bedoeling om van dit blog,aan de hand van foto's en een beetje tekst en uitleg de geschiedenis van deze streek een beetje te verduidelijken voor mensen die haar niet, of alleen van de naam "Rupelstreek" kennen. Uiteraard ga ik nog wat zoekwerk hebben om dit op een deftige manier te kunnen doen,maar omdat ik nu met pensioen ga,kan ik daar een beetje mijn hobby van maken en denk ik wel dit tot een goed einde te kunnnen brengen. Mag ik jullie geduld nog eventjes op de proef stellen?ik hoop te kunnen starten met mijn eerste aanmaak aan het einde van de maand januari 2006.
Als men over de Rupelstreek spreekt,dan heeft men het in feite over de rechteroever van de Rupel,tussen Rumst,waar de Rupel de nete en de dijle samenkomen,en Rupelmonde aan de samenvloeiing van de schelde en de Rupel. De gemeenten Rumst,Terhagen,Boom en Niel zijn het eigenlijke centrum van deze streek.
De rupelgrond behoorde tot de oligocene terreinen van Belgie. In haar loop naar het westen,heeft de zee,van Noord duitsland komend,een hele reeks bezinksels verlaten,waaronder zand en klei, die de rupelgrond deels uitmaakten. Deze klei komt boven langs de waterlopen in de streek,namelijk de Nete de Rupel en de Schelde.Een groot deel bevond zich boven het laagwatergetij der rivieren. De Boomse klei werd ontgonnen op 12 tot 20 m.dikte.Die kleilaag was bedekt door een laag zavel of kwartszand van 3 tot 5m. dikte, onder de humusaarde.
BELANGRIJKHEID VAN DE NIJVERHEID. Deze nijverheid mag als één der voornaamste van Vlaanderen worden gezien,alsook zéér belangrijk onder de Belgische exportnijverheden in die bloeiende jaren. Op produktief gebied,dit in vergelijking met andere gewesten, zoals de Kempen,de omstreken van Brussel,West-Vlaanderen en anderen, kwam de Rupelstreek met haar intense produktivieit zeker aan de spits van de steennijverheid. Nog een belangrijk punt was dat de klei zich boven het laagwaterpeil bevond,wat zich vertaalde in een gevoelige besparing in de ontginningskosten. De aanwezigheid van de klei is de oorzaak geweest van de industrialisatie van deze streek,zeker ook omdat de kleilagen zich op de rechteroever van de natuurlijke waterwegen bevonden,wat een gunstige factor was tot uitbreidingvan de industrie. Waarom de Rupelstreek ook nog bekend was ,de eigenaardigheid van de handfabrikatie,waardoor de nijverheid haar oud karakter en tradities behouden heeft. De baksteenbedrijven waren helemaal vergroeid met de bewoners van de streek.Het zou geen vreemde lukken er een onderneming te runnen, juist omdat hij niet vertrouwd was met de kleine bijzonderheden die héél belangrijk waren in die tijd.
Ontstaan van de nijverheid. Het baksteen maken werd in de provincie Antwerpen ingevoerd rond het jaar 1235,en dit door de paters van de St.Bernardusabdij in Hemiksem. Die waren zich hier komen vestigen,en maakten er de eerste bakstenen voor het bouwen van hun abdij.De stenen die toen gemaakt werden waren van afmeting:300x145x70mm. Het bedrijf bleef bijna één eeuw het monopolie van de paters,zij hadden immers grote oppervlakten grond langsheen de Schelde in bruikleen gekregen. DE omliggende bossen mochten vrij ontgind worden,daarvan gebruikten zij het harde hout,voor het bakken van de steen. Einde 14e eeuw nam het bedrijf een grotere uitbreiding,en van toen werd van het maken van de grote steen afgestapt,vanaf dan werd deze vervangen door een kleiner formaat,toen de "derdeling" genaamd,met een grote van 150x 70x40mm. Van de particulieren die zich met steenbakken bezighielden,en geen vrije bosontginning hadden,werd verondersteld dat zij zich in Zeeland turf moesten aanschaffen voor het bakken van de baksteen. Turf was in die tijd de meest goedkope brandstof die voorhanden was. Maar omdat turf niet zo een hoog calorie vermogen had dan hout,moest de steen van omvang verkleinen,om spoedig een goedkope en evengrote bak te verkrijgen.