De Amerikaanse schrijver Nick McDonell werd geboren op 18 februari 1984 in New York. Zie ook alle tags voor Nick McDonell op dit blog.
Uit: Twelve
“And White Mike ran after them, barking and howling, and Hunter ran after him, and White Mike let them get away after a couple blocks. Hunter put White Mike in a cab, but he had to convince the cabbie to take White Mike, and pay him in advance. The cabbie was jumpy and looked in the mirror at White Mike the whole ride. White Mike had his head out the window, staring at the pedestrians. When White Mike got home and collapsed in his bed with his shoes and clothes still on, his last thought before sleep was Why not? He had been awake for three days. White Mike gets out of a cab on Seventy-sixth Street and Park Avenue. He looks at the number of the cab: 1F17. He memorizes the number every time he gets out of a cab, in case he leaves anything behind. This has never happened. Down Park Avenue there are Christmas lights wrapped around all the trees and bushes, and the wires give the snow better purchase, so the frost hangs low from the branches. When the lights turn on at night the trees almost disappear between the bulbs, and the disembodied points of light outline jagged constellations in the dark air. It is getting past dusk, and White Mike remembers one night, years ago, when his mother was still alive and she sat on the edge of his bed, tucking him in for the night, and told him about Chaos Theory. White Mike remembers exactly what she said. The story she told him was about how if a butterfly died over a field in Brazil and fell to the ground and made a mouse move or a tiny shoot of grass bend, then everything might be different here, thousands and thousands of miles away. "How come?",he asked. "Well, if one thing happens and changes something else, then that thing changes something else, right? And that change could come all the way around the world, right here to you in your bed." She tweaked his nose."Did a butterfly do that?" "Did the butterfly die?",he asked her back. The lights on Park Avenue suddenly turn on. White Mike can feel his beeper vibrating again.”
Nick McDonell (New York, 18 februari 1984) Chace Crawford als Mike in de film “Twelve” uit 2010
De Afro-Amerikaansschrijfster Toni Morrison werd geboren op 18 februari 1931 in Lorain, Ohio. Zie ook alle tags voor Toni Morrison op dit blog.
Uit: The Bluest Eye
“When, on a day after a trip to collect coal, I cough once, loudly, through bronchial tubes already packed tight with phlegm, my mother frowns. "Great Jesus. Get on in that bed. How many times do I have to tell you to wear something on your head? You must be the biggest fool in this town. Frieda? Get some rags and stuff that window." Frieda restuffs the window. I trudge off to bed, full of guilt and self-pity. I lie down in my underwear, the metal in the black garters hurts my legs, but I do not take them off, because it is too cold to lie stockingless. It takes a long time for my body to heat its place in the bed. Once I have generated a silhouette of warmth, I dare not move, for there is a cold place one-half inch in any direction. No one speaks to me or asks how I feel. In an hour or two my mother comes. Her hands are large and rough, and when she rubs the Vicks salve on my chest, I am rigid with pain. She takes two fingers' full of it at a time, and massages my chest until I am faint. Just when I think I will tip over into a scream, she scoops out a little of the salve on her forefinger and puts it in my mouth, telling me to swallow. A hot flannel is wrapped about my neck and chest. I am covered up with heavy quilts and ordered to sweat, which I do, promptly. Later I throw up, and my mother says, "What did you puke on the bed clothes for? Don't you have sense enough to hold your head out the bed? Now, look what you did. You think I got time for nothing but washing up your puke?"
Toni Morrison (Lorain, 18 februari 1931) Cover Time, 1998
De Nederlandse schrijver Robbert Welagen werd geboren in Dordrecht op 18 februari 1981. Zie ook alle tags voor Robbert Welagen op dit blog.
Uit: Het verdwijnen van Robbert
“Ik had het plan opgevat om halsoverkop te vertrekken. Mijn appartement was bijna leeg. Er stond alleen nog maar het nodige: een bed en een lamp. De meeste spullen die ik bezat, had ik verkocht of weggegooid. Wat ik overhield, paste in een koffer. Het was een grote koffer, dat wel. Ik had om één reden mijn spullen weggegooid: om op een dag spoorloos te verdwijnen. Het was met een hersenspinsel begonnen, nu beheerste het mijn leven. Vier dagen was ik bezig geweest om van mijn bezittingen af te komen. Best kort eigenlijk, als je bedenkt hoeveel jaren het heeft gekost om alles te verzamelen. Een antiquair kocht de Tsjechische tafel die ik op mijn achttiende verjaardag van mijn vader en moeder had gekregen. Het blad was versierd met een rode en gele rand, waarop bloemetjes waren geschilderd. Ik had Tsjechië eens bezocht en het eerste landelijke station dat ik zag, was op dezelfde wijze versierd. De tafel sloot wat betreft charme aan bij het lichtgroene dressoir met een marmeren blad. Ooit gekocht in een winkeltje toen ik in mijn eerste studentenkamer woonde. In de bovenste lade van het dressoir bewaarde ik souvenirs. Een donkerblauw betaalmuntje bijvoorbeeld, waarop ‘Boekenbal’ stond. Een jaartal ontbrak.”
Robbert Welagen (Dordrecht, 18 februari 1981)
De Nederlandse dichter Bart FM Droog werd geboren in Emmen op 18 februari 1966. Zie ook alle tags voor Bart FM Droog op dit blog.
HET ZUUR
Het zuur marcheert in vaste kolommen waggelt in statements om het hardst ja, het is wijs en alwetend en –machtig
maar ongrijpbaar blijft dat ogenblik van bliksemflits van hier naar daar wanneer het publiek juicht
omwille van wat geen wetenschap is en dat deert het zuur, het zuur wil weten determineren en afdoen, afdoen
rangschikken, beoordelen en tot slot in boeken bergen, opsluiten en vooral vergeten, dat wil het zuur.
HET IS MEI EN HET REGENT
Het is mei en het regent en ik denk aan jou en jij aan mij op deze dag in mei dat het regent en vogels krijsen in het struweel en het regent het regent, in mei, in mij, in mei
in mei zeiden we goodbye, voorgoed, voorgoed voorbij in mei ging onze liefde voorbij en het regent en het regent in mei, in mij in jou en mij voorgoed voorbij
die mei met jou en mij, zij aan zij als het regent in mij denk ik aan die mei dat jij mij zei mijn lief, mijn zoet, die dag die dag in mei zo lang zo lang voorbij.
Bart FM Droog (Emmen, 18 februari 1966)
De Nederlandse dichter,vertaler en schilder Huub Beurskens is geboren in Tegelen op 18 februari 1950. Zie ook alle tags voor Huub Beurskens op dit blog.
Uit: Buitenwegen (Herfst in Rome)
“Kom, op een late, zonnige oktobermiddag wandelen we door Rome. We hebben het Forum Romanum bezocht en waren verre van alleen, zijn toen met vele anderen achter langs het Senatorenpaleis omhoog gelopen naar de Campidoglio, hebben daar staan kijken over een deel van de stad om te zien hoe we weldra, beneden, meerdere malen een veilig heenkomen zouden moeten proberen te vinden, laverend door het in rijen toeterende en blauw dampende verkeer dat zich voortdurend schijnt te verwarren en ontknopen rondom een in smetteloos wit gestoken, druk gebarende en fluitende agent op de Piazza Venezia. We wilden nog een stukje verder dan dat plein en dat is ons uiteindelijk gelukt. Terwijl het Italiaanse verkeer, ondanks deze prachtige, milde dag, van geen ophouden weet, richting Termini of Porta Pia dendert en tegelijkertijd op identieke wijze uit beide richtingen stroomt, gaan we, een onmiddellijke oase vermoedend, een kleine kloosterkerk binnen. San Silvestro in Monte Cavallo. We komen niet bedrogen uit. Alle verkeer is weg wanneer de zware deur achter ons dichtvalt. We kijken, langzaam wennend aan het betrekkelijke donker, naar boven, om ons heen. Bij een zijdeur ontwaren we een klein gezelschap, er wordt zacht gepraat, je zou haast zeggen dat er wordt geconverseerd. Men opent de deur. Een bundel licht valt in de kerk. We zijn zo nieuwsgierig en volgen de mensen, acht of tien in getal, en komen in een kleine kloostertuin met grasperkjes, heesters en cipressen, omsloten door een oude kruisgang. De herfstzon valt nog net aan de oostzijde binnen. Enkelen zijn daar tussen de zuiltjes op het muurtje gaan zitten, anderen staan, een zit er in het gras.”
Huub Beurskens (Tegelen, 18 februari 1950) Herfst in Rome
De Vlaamse dichter en schrijver Gaston Burssens werd geboren in Dendermonde op 18 februari 1896. Zie ook alle tags voor Gaston Burssens op dit blog.
Jespers
De avond is zo stil als ’t wezen kan Nog stiller dan bij ’t luiden van de vespers Een wandeling door het land van Jespers Is stiller dan ik zeggen kan
De zee is niet zeer ver Iets verder dan de verste horizonnen Als wij haar ruisen voelen her en der Is ’t wonder van haar stilte reeds begonnen
De velden liggen lauw in dit geruis De mestlucht met de mist heft ons omhangen We horen vele vogelzangen We zien één enkele vledermuis
De wilgen zijn nog stiller dan ze krom zijn Verdoezeld in de stilt’ en bijna zwart De boeren zitten stiller dan ze stom zijn En onze geest staat stil en wij zijn zonder hart
De weiden liggen niet ze hangen ze hangen aan de mist en ’t is de mist die ligt Wij hebben ei zo na niet één verlangen Wij horen een gedicht
De koeien o de koeien Toen Onze Lieve Heer de koe geschapen heeft Wist hij wel dat haar loeien Een klacht zou zijn die om de stilte beeft
De maan want ja het maantje bidt zijn vespers Stil als een wit konijn En ik en Jespers Wij luisteren naar de maneschijn
Gaston Burssens (18 februari 1896 – 29 januari 1965) “Strand “ door Floris Jespers, ca. 1914
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e februari ook mijn blog van 18 februari 2012 deel 1 en eveneens deel 2.
|