Het leek een doodgewone avond Maar dat veranderde op slag. Er klonk muziek,ik keek naar buiten Het was een sprookje dat ik zag. Een bonte stoet van kinderen met glunderende gezichtjes. Allen dragend een lampion verspreidend zo hun lichtjes. Een baby in 'n verlichte kribbe toonde het beeld van Vrede. De rij sloot met de Kerstman Een paard trok de arreslede.
De vreugde welde op in mij KERST kwam aan mijn raam voorbij.
|