Katholieken gaan op kerstavond naar een middernachtmis in de kerk om de geboorte van Christus te vieren. Ook in steeds meer protestantse kerken wordt kerstavond gevierd met een kerkdienst. Veel mensen gaan dan naar de kerk. Het is vaak een van de drukste kerkdiensten van het jaar.
De gewoonte om op de avond voor de eigenlijke feestdag naar de kerk te gaan is zeer oud en stamt uit de Joodse traditie. In het Jodendom begint de dag namelijk met de nacht. De sabbat begint bijvoorbeeld op vrijdagavond na zonsondergang. Dit is in het Christendom in stand gehouden en viert men dus op de avond voor Kerst al het Kerstfeest.
Ik wens jullie allemaal een gezellige Kerstavond en Zalige Kerst
Bing Crosby groeide op met Al Rinker, de jongere broer van de zangeres Mildred Bailey. Crosby en Rinker hebben gebruik gemaakt van Bailey's verbindingen in de muziekwereld en na afloop van hun schooltijd werden zij dan ook lid van Paul Whiteman's Rhythm Boys. Crosby bezocht een Jezuïeten-College en studeerde rechten. Terwijl hij met collega's op zakenreis was, zong hij in bars en verklaarde, dat hij hiermee veel meer verdiende dan in zijn baan als advocaat. Hierop besloot hij zijn carrière als advocaat voor altijd op te geven en zich uitsluitend op zijn zangcarrière te storten.
Crosby was twee keer getrouwd. Aangezien zijn tweede vrouw, de actrice Kathryn Grant, aanzienlijk jonger was dan Crosby, had hij ook nog op latere leeftijd kinderen. Zijn kinderen uit beide huwelijken behoorden daarom tot verschillende generaties. Na het overlijden van Bing Crosby, schreef zijn oudste zoon uit het eerste huwelijk een omstreden biografie waarin hij zijn vader als autocratisch beschrijft. Twee van Crosby´s kinderen, Lindsay en Dennis, pleegden zelfmoord. De actrice Denise Crosby is een kleindochter en de actrice Mary Crosby is een dochter van Bing Crosby.
Bing Crosby - een fanatieke golfer - stierf in 1977 na een ronde golf in Spanje - hij was ingestort vanwege een zware hartkwaal. Hij werd op de begraafplaats Holy Cross in Culver City, Californië begraven. Enige onzekerheid bestaat er nog steeds over de geboorteplaats en het geboortejaar van Bing Crosby. De meeste bronnen geven het geboortejaar met 1903 aan, maar op zijn grafsteen staat - op aanwijzing van zijn familie - als geboortejaar het jaartal 1904.
In erkenning voor zijn inzet voor de golfsport werd Crosby 1978 postuum in de World Golf Hall of Fame opgenomen.
John Phillips, Cass Elliot, Denny Doherty en Michelle Phillips formeerden de groep nadat voorgaande pogingen tot het opzetten van een folk-groep hadden gefaald. Ze hadden al direct een reusachtige hit met California Dreamin' , wat nog steeds hun bekendste nummer is.
De naam werd geïnspireerd door een praatprogramma op televisie. Voor het uitbrengen van hun eerste album was de band bekend onder de naam The New Journeymen maar ze zochten een makkelijker in het gehoor liggende naam. Tijdens een brainstorm-sessie zette iemand de televisie aan. In het programma werd een gesprek gevoerd met een Hell's Angel. De eerste zin die ze hoorden was "Now hold on there, Hoss. Some people call our women cheap, but we just call them our Mamas". ("Ho even, Hoss. Sommige mensen betitelen onze vrouwen als 'goedkoop' maar wij noemen ze gewoon 'Mama'"). Cass sprong op en riep uit "Ja! Ik wil een 'Mama' zijn!" Michelle stemde daarmee in en wilde ook een 'Mama' zijn. John en Denny keken elkaar aan en John zei "Papas? Okay, probleem opgelost". De band had haar nieuwe naam.
In interviews geven de bandleden grif toe dat tijdens hun opnamesessies (en eigenlijk ook de rest van hun leven) veel gebruik werd gemaakt van drugs, er was altijd veel marihuana en andere populaire drugs uit die tijd voorhanden. Ze geven zelfs toe dat zij de drugs gebruikten voor de ogen van hun kinderen, die ook vaak bij de opnamesessies aanwezig waren.
Het verhaal van het einde van de band lijkt wel wat op het klassieke Koning Arthur verhaal, vanwege de intriges tussen, en het effect daarvan op, de bandleden. Al lang voor het ontstaan van de band waren John en Michelle getrouwd, toen zij pas zeventien jaar oud was. Vroeg in het bestaan van de band, toen ze nog The Journeymen heetten en Cass er nog niet bij was, begonnen Michelle en Doherty een verhouding. Dit wisten ze lange tijd voor de andere twee bandleden verborgen te houden. Tijdens een reis door Mexico vertelde Denny aan Cass over de verhouding. Cass was woedend omdat ze in stilte verliefd was op Denny. Enige tijd later betrapte John de twee op heterdaad en verliet het huis waar ze samen in woonden.
John kon niet langer samenwonen met Michelle en trok in bij Denny. Beiden heren waren nog steeds verliefd op Michelle en confronteerden haar op een dag met het verzoek om een keuze te maken. Na enige besluiteloosheid koos ze voor John en ging weer met hem samenwonen. Dit hield echter niet lang stand waarna Michelle haar toevlucht zocht in de armen van Gene Clark, lid van de bevriende en concurrerende band The Byrds. Na een concert waarbij Michelle kushandjes blies in de richting van Clark die op de eerste rij zat was de maat voor John Phillips vol. Hij zei dat hij niet langer met Michelle samen kon optreden. Samen met een advocaat stelden ze een verklaring op dat Michelle uit de band werd gezet.
Jill Gibson, een vriendin van hun producer, werd ingehuurd om de plaats van Michelle in te nemen. Gibson was geen zangeres (volgens sommigen was Michelle dat ook niet) maar leerde in enkele weken de nummers goed te vertolken. Haar belangrijkste bijdrage was echter dat ze vooral uiterlijk erg op Michelle leek: lang blond haar, slank, knap gezicht.
Al snel nadat ze weer begonnen op treden bleken de fans niet gelukkig met deze vervanging. Tijdens ieder optreden riepen de fans "Where is Mama Michelle?" en "We want Mama Michelle". Kort daarop werd Michelle weer in de band opgenomen en kon Jill vertrekken.
Alles leek weer bij het oude: John en Michelle waren weer samen en de band was weer aan het werk. Kenny Doherty was echter zwaar aan het drinken geslagen om Michelle maar te vergeten en had het er heel moeilijk mee haar samen met John te zien. De band trad aan als afsluiter van het eerste Monterey Pop Festival maar het optreden was geen succes.
De band probeerde te werken aan een nieuw album (wat ze contractueel verplicht waren) maar vorderden nauwelijks. Om hun creativiteit aan te slingeren maakten ze een trip naar Engeland. Op een feestje aangeboden door hun platenmaatschappij raakte Cass in gesprek met Mick Jagger. John kwam er bij en maakte een grove beledigende opmerking over haar ten overstaan van de aanwezigen. Beledigd en teleurgesteld rende Cass de kamer uit en verliet direct daarop de band. Als lapmiddel bracht de platenmaatschappij daarop een "Greatest Hits" album uit. Cass was contractueel verplicht mee te werken aan het volgende album en werkte dus mee aan The Papas & the Mamas.
Kort daarna, in juli 1968, hield de band op te bestaan.
Cass Elliot begon aan een zeer succesvolle solocarrière en toerde door de U.S. en Europa. Bij het nazien van de contracten besloot de platenmaatschappij dat ze nog een album te goed hadden van de band. Na bijna een jaar uit elkaar geweest te zijn kwamen de bandleden weer samen om hun laatste album"People Like Us (1971) op te nemen.
Hij had groot succes in 1963 met het lied "If I had a hammer". Het bereikte de eerste plaats in de hitlijsten in vijfentwintig landen, waaronder de Nederlandse Top 40. Het nummer stond op zijn debuutalbum "Trini Lopez Live at PJ's", dat verscheen op Reprise Records, het platenlabel van Frank Sinatra. Ook "La Bamba" van dezelfde lp werd een hit. Latere succesnummers van Lopez waren onder andere "This land is your land", "Kansas City" en "Adalita".
Met minder succes werkte Lopez ook als acteur. Zijn eerste film was "Marriage On The Rocks" (1965), waarin hij optrad naast Sinatra en Dean Martin. De bekendste film waarin hij speelde was "The Dirty Dozen" (1967).
Tegenwoordig treedt Trini Lopez nog steeds op. In 2005 nam hij deel aan een benefietconcert voor de slachtoffers van de Tsunami.
Blues is een muziekstijl die ongeveer tussen 1860 en 1900 is ontstaan en zijn oorsprong vindt in de muziek die slaven (uit Afrika afkomstige negers) in het Zuiden van de Verenigde Staten - onder andere in de Mississippidelta, tussen Memphis en New Orleans) - maakten. De voornaamste muzikale bronnen die tot het ontstaan van de blues hebben bijgedragen zijn de religieuze liederen (gospels, spirituals), de worksongs en de field hollers. Een typische variant van de blues is de cajunmuziek. Muziek maken met elkaar of alleen, met of zonder instrumenten, was voor hen vaak de enige manier om hun lijden uit te drukken en te verzachten. Omdat deze muziek een melancholische toon en inhoud had, werd ze 'blues' genoemd. Soms gebruikten de zangers 'scheldwoorden' die de bewakers niet kenden. Ze spraken bijvoorbeeld af dat 'hark' in hun liedje als 'zot' bedoeld werd. Zo konden ze de bewakers uitschelden zonder dat deze het merkten. Ze maakten zelf instrumenten en 's avonds zongen ze uit volle borst over de miserie die ze hadden. De aanduiding 'blue' voor rouw is afkomstig uit de zeilscheepvaart. Als een schip haar kapitein of een andere officier tijdens de reis verloor, voerde ze voor de rest van de reis een blauwe vlag en werd een blauwe band rond het hele schip geschilderd alvorens de thuishaven binnen te lopen. Toen vele zwarten rond de Eerste Wereldoorlog vanuit het Zuiden naar de steden in het Noorden (onder andere Chicago en Detroit) trokken, kreeg de blues een meer 'stedelijk' geluid, voornamelijk gekenmerkt door het gebruik van elektrisch versterkte instrumenten. Deze meer up-tempo variant van de blues zou later de weg bereiden voor rhythm and blues en rock 'n' roll. Deze laatste zouden de blues enigszins naar de achtergrond dringen, maar in de jaren '60 en '70 leefde het genre op doordat Britse (blanke) rockmuzikanten als Eric Clapton, de Rolling Stones en Led Zeppelin opnieuw blues gingen spelen. Alle stijlen van de jazz zijn sterk door de blues beïnvloed, van New Orleans Jazz tot en met cool jazz. Muzikale kenmerken Het kenmerkende aan blues is dat het een meest vast schema volgt van 12 maten die per strofe worden herhaald. Iedere strofe, d.i. een samengesteld geheel van versregels, omvat dan drie gezongen regels die elk weer gebonden zijn aan vier maten die begeleid worden door akkoorden. Bijna elk bluesnummer is herkenbaar aan dat akkoordenschema waaruit het is opgebouwd. Dit bluesschema bestaat veelal uit 12 4-kwartsmaten, waarvan de laatste maat/maten de zgn. 'turnaround' vormt: I | I of IV | I | I |IV | IV | I | I |V | IV | I | V | De Romeinse cijfers stellen de trappen van de toonladder voor. In C wordt het schema: C | C of F | C | C |F | F | C | C |G | F | C | G | Andere muziekgenres, zoals rock 'n' roll en in sommige gevallen ook jazz, zijn op een vereenvoudigde respectievelijk ingewikkeldere versie van dit schema gebaseerd. Schema's met andere aantallen maten komen overigens ook voor, bijvoorbeeld schema's met 16 maten. Melodie Heel kenmerkend voor de blues is het soleren. Zang wordt afgewisseld met instrumentale improvisatie, veelal in de van pentatonische toonladders afgeleide bluestoonladders. Er zijn 2 bluestoonladders: mineur (I-bIII-IV-bV-V-bVII) en majeur (I-II-bIII-III-V-VI). De mineurladder wordt het meest gebruikt. Het is mogelijk deze twee toonladders te combineren (I-II-bIII-III-IV-bV-V-VI-VII) maar dit gaat meer richting jazz. Heel belangrijk in de bluestoonladders zijn de zgn. blue notes. Er zijn 3 blue notes in de bluestoonladders: bij bIII, bV en bVII. Het gebruik van deze noten in een pentatonische toonladder is wat niet gebruikelijk is in Europese muziek. Bij blues worden deze noten vaak bereikt met instrumenten die tonen kunnen 'buigen', zoals gitaar, bluesharp en saxofoon. Op instrumenten waarop het niet mogelijk is tonen te buigen (zoals bij toetsinstrumenten), kan men een soortgelijk effect bereiken d.m.v. een voorslag; bijvoorbeeld door kort bIII voor III te spelen. Vaak wordt een harmonisch contrast gebruikt: het in mineur soleren of zingen over een majeur akkoordenschema. Bluesmuziek heeft vaak een wat rauwe, donkere zangpartij, geworteld in zwarte gospel. De zanglijn wordt gekenmerkt door herhaling en een vraag-en-antwoord-dialoog tussen de zanger en de muzikanten. [bewerken] Thematiek De blues vertelt over het leven van alledag. De nadruk daarbij ligt op negatieve gebeurtenissen, bijvoorbeeld ongeluk in de liefde. Door het zingen van de blues hoopt men troost voor deze problemen te vinden, naast de kracht om er weer bovenop te geraken. Een bluesmuzikant schuwt controversiële thema's, zoals alcohol, seks en geweld, niet. Wel worden deze vaak bezongen in verdoken termen, veelal afkomstig uit afro-Amerikaanse tradities, zoals de voodoo. [bewerken] Stijlen Elke bluesmuzikant heeft wel zijn eigen typische stijlkenmerken. Toch kunnen we in de blues onder andere de volgende stijlgroepen herkennen: African blues Atlanta blues Chicago blues Delta blues Detroit blues East Coast blues Kansas City blues Louisiana blues Memphis blues New Orleans blues Piedmont blues Swamp blues Texas blues West Coast blues Instrumenten De blues werd oorspronkelijk gespeeld op akoestische instrumenten als gitaar, piano en mondharmonica. Soms maakte de gitarist bovendien gebruik van een glad en hard voorwerp, zoals een mes of een flessenhals (vandaar de naam 'bottleneck', Engels voor 'flessenhals'), waarmee hij over de snaren gleed (vandaar de naam 'slide', Engels voor 'glijden'). Typische bluesinstrumenten zijn onder andere: contrabas / basgitaar gitaar (akoestisch, archtop, steelstring, elektrisch) mondharmonica of bluesharp piano
The Animals was de naam van een Engelse groep, die deel uitmaakte van de Britse beat-explosie van begin jaren zestig.
Ontstaan
De blikvanger van The Animals was zanger Eric Burdon, een klein mannetje met een gigantische stem, maar het muzikale genie achter de groep was onmiskenbaar Alan Price. Price vormde in 1961 in Newcastle, samen met bassist Chas Chandler, drummer John Steel en gitarist Hilton ValentineThe Alan Price Rhythm and Blues Combo. De leden kenden elkaar van school of uit het kleine jazz- en bluescircuit van Newcastle. Toen een jaar later Eric Burdon er als zanger bijkwam, veranderde men de naam in The Animals. De uitzonderlijke stem van Burdon plaatste hem al snel op de voorgrond.
Hits
The Animals beschouwden zichzelf als rhythm and bluesgroep. Hun eerste single, Baby let me take you home, was echter een middle-of-the road popnummer, dat de band nooit live heeft willen spelen. Het nummer kwam op 16 april 1964 uit, maar geraakte in Engeland niet verder dan de 21ste plaats. Twee maanden later volgde hun bewerking van de traditional House of the rising sun en daarmee stootten ze direct door naar de eerste plaats, ook in de Verenigde Staten, waar het nummer echter, zonder medeweten van de band, in een sterk bekorte versie werd uitgebracht. Het nummer viel op door het karakteristieke gitaarintro en door het feit dat het zes minuten duurde, hoewel daar in de VS ruim de helft af ging. De opvolgers I'm crying, het Nina Simone-nummer Don't let me be misunderstood, Boom Boom en Sam CookesBring it on home to me deden het iets minder goed, maar de groep had wel haar naam definitief gevestigd. Het succes eiste ook zijn tol. De band werd door het management in een strak schema de weg op gestuurd en toerde door het Verenigd Koninkrijk, de rest van Europa en de Verenigde Staten. Als zanger kwam Burdon steeds meer in het centrum te staan. Muzikale meningsverschillen, maar ook een vliegangst deden Price in de zomer van 1965 besluiten de groep te verlaten. Met zijn nieuwe formatie, 'The Alan Price Set' ging hij een heel andere weg in en scoorde hij grote hits als I Put a Spell on You (1966), het Randy Newman-nummer Simon Smith & His Amazing Dancing Bear (1967) en Don't Stop The Carnival (1968).
Menigeen dacht dat met het vertrek van Price een einde zou aan komen de successen van The Animals. Nadat korte tijd Mickey Gallagher achter de toetsen had plaatsgenomen en Zoot Money werd afgewezen, werd Dave Rowberry het nieuwe lid van de band. Ook met hem bleven de hits komen: We've gotta get out of this place en It's my life stonden wekenlang in de top tien.
Eric Burdon and the Animals
In 1966 stapte ook drummer John Steel uit de band. Zijn opvolger werd Barry Jenkins, die bij The Nashville Teens had gedrumd. Het waren de laatste maanden voor the Animals. Tijdens een televisieoptreden in de Verenigde Staten stortten zowel Burdon als Chandler in. In juni 1966 brachten The Animals nog Don't bring me down uit, dat de laatste hit voor de band werd. In september gingen de vijf uiteen. Burdon besloot zijn succes in Amerika uit te buiten en vertrok naar de VS. Zijn nieuwe band, met Jenkins nog steeds op drums, kreeg uit marketingoverwegingen een verwijzing naar the Animals. Aanvankelijk als als Eric Burdon and the Animals, in 1968 als the New Animals. Barry Jenkins bleef de band, waarin ook onder meer John Weider, Danny McCullough en Andy Summers speelden, tot het einde trouw. Burdon ging vanaf 1969 samenwerken met de Amerikaanse band War als Eric Burdon and War. When I was young (juni 1967) was in deze periode een wereldhit en ook de opvolgers Good Times, San Franciscan nightsSky PilotMonterey en Ring of fire haalden de charts, maar echte knallers kwamen er nooit meer voor Burdon. Hij was onmiskenbaar een fenomenale zanger, maar in zijn eentje miste hij blijkbaar dat "iets" dat hem met The Animals wel in het centrum van de aandacht bracht.
Reünies
In 1975 kwamen de vijf oorspronkelijke Animals toch weer bijeen om, in de studio's van Chas Chandler, intussen een succesvol manager en produces, een nieuw album op te nemen. Dit Before we were so rudely interrupted kwam pas in 1977 uit en bevatte twaalf nummers die naadloos aansloten bij het geluid dat de groep tien jaar eerder kenmerkte. Hoewel het album door de pers goed werd ontvangen, reageerde het publiek lauw. Dat was anders toen in 1983 het album Ark verscheen, waarop deze zelfde Animals een wat moderner geluid aansloegen. Het nummer The Night was goed voor een bescheiden hitnotering en de band ging, voor het eerst in zeventien jaar, op tournee. Naar aanleiding van die tournee verscheen in 1984 een live-album.
Hoeveel Animals?
Daarna kwam er niets meer van een reünie. De vijf Animals kregen in 1994 een plaatsje op de Rock 'n Roll Hall of Fame. In de jaren negentig trad Danny McCullough met een band op, die hij the Animals noemde en deze groep bracht zelfs een aantal cd's uit. Op de golven van de nostalgie meeliftend begonnen ook Valentine, Steel en Rowberry weer samen op te treden en deze groep had, met een nieuwe zanger en bassist, de meeste aanspraken op de naam the Animals. Nadat Valentine zich had teruggetrokken, bleven Rowberry en Steel met hun band optreden als Animals and Friends. Intussen had ook Burdon belangstelling voor de oude bandnaam. Hij hernoemde zijn oude begeleidingsband in The Animals en kreeg prompt een conflict met Steel, die zich als rechthebbende op die naam opwierp. De zaak kwam uiteindelijk voor de Engelse rechter, die Steel in 2008 in het gelijk stelde, mede omdat Burdon al in 1967 de bandnaam had laten vallen. In het Verenigd Koninkrijk is Steel momenteel de enige die een band The Animals mag noemen. Burdon toert intussen de wereld rond als Eric Burdon and the Animals en trad in die hoedanigheid in oktober 2009 nog in Paradiso in Amsterdam op.Burdon toert intussen de wereld rond als Eric Burdon and the Animals en treedt in die hoedanigheid in september 2011 in Tivoli op.
Humor is het vermogen om iets dat grappig, amusant of geestig is aan te voelen, te waarderen of tot uitdrukking te brengen. Humor kan ook een aanduiding zijn van de expressie van iets komisch of grappigs in woord, daad of geschrift. Er bestaan meerdere vormen van humor. Grappen zijn verhalen met een bedoelde humoristische of geestige strekking.
Algemeen
De term humor is, evenals als het woord humeur, afgeleid van het Griekse woord voor vocht of sap (χυμός). De oude Grieken meenden namelijk dat de lichaamssappen het menselijk temperament of stemming regelden. Humor kan ook gezien worden als een eigenschap van het menselijkdenken en menselijke emoties. Dit heeft betrekking op het kunnen begrijpen, aanvoelen of zelf bedenken van een bepaalde humoristische boodschap of grap. Wat hierbij een rol kan spelen is de mogelijkheid zichzelf (of de ander) als persoon, de opvattingen (en eventuele gebeurtenissen), zodanig te relativeren, dat men er tegelijkertijd deel van uitmaakt (en de zaak en de betrokken persoon dus serieus neemt), maar tegelijkertijd ook er buiten kan staan (en dus zich afstand kan permitteren tot de zaak en zichzelf, of de betrokken persoon). De double-bind die hierdoor in de hersenen ontstaat, leidt doorgaans tot lachen, al dan niet met tranen. Ook in mensapen kan de lach worden waargenomen, al zijn de wetenschappers het er nog steeds niet over eens of deze hominidae over een zodanig vermogen tot (zelf)bespiegeling beschikken, dat het een vergelijkbaar gevoel voor humor oplevert.
Gevoel voor humor
Gevoel voor humor is het vermogen om humor te begrijpen of aan te voelen. Hierbij spelen individuele verschillen een belangrijke rol, zoals verschillen in cultuur, leeftijd, opleidingsniveau en intelligentie. Zo blijken kinderen nogal gevoelig voor slapstick: een typische nogal grove vorm van humor vervat in tekenfilms, cartoons of poppenkast. Satire slaat daarentegen op een meer verfijnde vorm van humor die volwassenen beter begrijpen.
Slapstick als vorm van humor
Aanleidingen voor (elementen van) humor
Humor kan in de volgende situaties optreden:
Plotselinge opluchting of vermindering van spanning.
Bij een onverwachte (of verrassende) wending of een onverwacht antwoord op een bepaalde vraag
Bij sterke incongruentie, d.w.z. als twee gedachten of zaken op een lijn worden geplaatst, die qua betekenis of emotionele inhoud sterk van elkaar verschillen. Dit aspect komen we bijvoorbeeld bij een woordspeling tegen. Onverwachtheid en incongruentie zijn ook door de Frans filosoof Henri Bergson als kernelementen van humor benadrukt. Zie ook de discussie op een meer theoretisch vlak tussen John Morreall en Robert Latta over dit laatste aspect.
Als vorm van leedvermaak, d.w.z.als anderen fouten maken, zich dom of onhandig gedragen of pech hebben. Het voorbeeld van de clown sluit hierbij aan. Ook de Belgenmop kan gezien worden als een variant hierop.
Geschiedenis van humor in Nederland
Nederlanders hadden tot de 17de eeuw de reputatie een vrolijk volk te zijn, ze stonden toentertijd bekend om hun grote gevoel voor humor. In reisverhalen van buitenlandse schrijvers die Nederland bezochten, wordt gesproken over feestvierende Hollanders. Iedereen las kluchten en schilders zoals Jan Steen schilderden vrolijke taferelen. De Haagse jurist Aernout van Overbeke was dé humorist van de 17e eeuw, hij trok het land door en trad op op feesten en partijen. De Nederlanders raakten hun gevoel voor humor aan het einde van de 17e eeuw kwijt, met de opkomst van het calvinisme. De kerk vond lachen zondig en zo werden de Nederlanders een somber volk. Pas in de 20ste eeuw kwam de humor weer terug in het publieke leven.
Grappig of niet?
Niet alle soorten humor zijn voor ieder publiek plezierig. Sommige soorten humor wekken pijnlijke reacties op bij bepaalde mensen: wat voor de één grappig is, is voor de ander niet grappig. Humor die grappig is voor het ene soort publiek en juist kwetsend voor ander soort publiek is bijvoorbeeld racistische humor, tenzij er in die racistische humor een ironische ondertoon aanwezig is.
Het bezigen van grove humor kan een effectieve manier zijn om bijvoorbeeld een taboe-onderwerp bespreekbaar te maken maar omdat ironie vaak niet door iedereen als zodanig herkend wordt is het ook een risicovolle stijlfiguur, de kans dat er misverstanden ontstaan is groot.
Gezichtsuitdrukking
Bij humor is het vaak zo dat dat bij de mens een bepaalde uitdrukking in het gezicht oproept. Deze uitdrukking varieert van een voorzichtige glimlach waarbij alleen de mondhoeken omhooggetrokken worden tot vervormingen van het gezicht waarbij vrijwel alle spieren in het gezicht een rol spelen. Vooral het gebruik van spieren rond de ogen zijn belangrijk: dankzij de uitdrukking rond de ogen is vaak het onderscheid op te merken tussen een echte, welgemeende (glim)lach, die plezier aanduidt, en een die alleen voor de vorm wordt gedaan, zoals wanneer een foto wordt genomen.
Humor en hersenen
Onderzoek naar de relatie humor en hersenfuncties suggereert dat vooral dat de mediaal prefrontale cortex actief is als mensen naar gesproken grappen luisteren. Dit deel van de hersenen is ook actief bij beloning, en is vermoedelijk vooral betrokken bij het verwerken van de affectieve component van humor. Daarnaast blijken ook de taalgebieden in de temporale kwab actief. Dit deel van de hersenen lijkt vooral verbonden te zijn met de cognitieve kant van humor: dat wil zeggen het begrijpen van de betekenis van taalkundige grappen.
Humor in de literatuur
Ook in de literatuur wordt gebruikgemaakt van humor, soms als doel op zich, maar meestal als stijlmidddel om bijvoorbeeld de spanning wat te ontladen of sympathie voor een personage op te wekken. Geestigheid hoort net als intelligentie bij de persoonlijkheid van de schrijver, waardoor het ook in de producten van die schrijver zichtbaar zal worden. Het is dus best mogelijk dat die schrijver zich niet echt bewust is van zijn 'geestigheid'. Willem Elsschot die met Lijmen een van de geestigste boeken uit de Nederlandse literatuur schreef, beschouwde zichzelf geenszins als humoristisch.
Soorten en stijlen
"Uitgang voor lastige klanten" , en daaronder twee handen die uit het water steken. Een vorm van humor.
Practical joke: iemand met opzet in een grappige situatie lokken
Antihumor, het publiek verwacht een grap, en er komt iets gewoons, waardoor het weer grappig wordt
Onbedoelde humor
Vaak worden sommige vormen van "lol" buiten de definitie van humor gelaten met als argument dat het gelach niet veroorzaakt wordt door ingrijpen in het denkproces. Dat zou dan bijvoorbeeld gelden voor poep- en pieshumor. Die tweedeling is echter moeilijk te maken: er zijn veel tussenvormen en een fysiologisch onderscheid is niet te maken.
Een man klaagt tegen zijn vriend."Mijn elleboog doet echt pijn, ik denk dat ik maar eens naar de dokter moet". Zijn vriend antwoordt: "Nee,dat hoeft niet. In de supermarkt staat nu een computer die sneller en goedkoper een diagnose kan stellen!". "Je plaats enkel een urinestaal in die computer en die vertelt je onmiddellijk wat er met jou aan de hand is en hoe je het kunt verhelpen! En dat maar voor ene euro.
De man denkt, hierbij heb ik niets te verliezen en hij vulde een potje met urine en ging naar de supermarkt. Bij de ingang vond hij de computer. Hij goot het urinestaal in de machine en stak een euro in de daarvoor bestemde gleuf.
De computer maakte verschillende geluiden allerlei lichtjes begonnen te flitsen. Na een poosje gleed een smal strookje papier uit de automaat met daarop devolgende tekst: U hebt een TENNISELLEBOOG. Hou de arm enkele dagen warm en vermijd zwaar werk. Binnen twee weken zal de pijn verdwenen zijn.
Later op de avond, denkend aan de snelheid waarmee de technologie evolueert en hoe deze machine de medische wereld in de toekomst zal beïnvloeden, begint de man zich af te vragen of hij het apparaat niet in de war zou kunnen sturen. Hij besluit het er op te wagen........
Hij mengt wat afwaswater met een staaltje van de uitwerpselen van de hond, samen met de urinestaal van zijn vrouw en zijn dochter. Om het af te werken masturbeert hij nog eens in het mengsel, sluit het potje af en schudt alles goed door elkaar. Hij snelt naar de supermarkt en giet het mengsel in de machine, steekt een euro in de gleuf en wacht geduldig af.... De computer maakt weer dezelfde geluiden en print na een tijdje de volgende analyse:
Uw leidingwater bevat te veel kalk. Koop een waterverzachter !!! Uw hond heeft wormen. Geef hem vitamines !!! Uw dochter is aan de drugs. Help haar met een ontwenningskuur !!! Uw vrouw is zwanger en u bent niet de vader. Zorg voor een goede advocaat !!! En als u niet stopt met masturberen, zal uw tenniselleboog nooit genezen!!!
John Dymond (Beaky), Gitaar, geboren op 10 juli 1944 in Amesbury
Michael Wilson (Mick), Drums, geboren op 4 maart 1944 in Amesbury en
Ian Amey (Tich), Gitaar, geboren 15 mei 1944 in Salisbury
Ze traden sinds 1961 op als groep onder verschillende namen, waarvan de voorlaatste 'Dave Dee and The Bostons' was. In Duitsland (Star Club) en Engeland traden ze op, maar succes bleef vooralsnog uit. Totdat ze in de zomer van 1964 optraden als 'supporting act' van de Honeycombs, die destijds een hit hadden met Have I The Right.
De managers van de Honeycombs, Ken Howard en Alan Blaikley, zagen een optreden van Dave Dee & The Bostons en waren razend enthousiast. Een platencontract werd getekend en Howard & Blaikley gingen de songs componeren. Met hun eerste hit You make it move scoorden ze eind 1965 een bescheiden notering (# 26) in de Britse charts. De periode 1966-1968 werd echter heel succesvol. Hits als Bend it, Save me, Okay, Zabadak, The legend Of Xanadu en Last night in Soho bereikten allemaal de Britse top 10. In de Verenigde Staten kwam de groep weliswaar niet van de grond, maar in Duitsland waren ze op enig moment zelfs populairder dan de Beatles.
In september 1969 verliet Dave Dee de groep en probeerde het met een solo-carrière. Alleen zijn single My woman's man uit 1970 kreeg enige aandacht. In datzelfde jaar scoorden Dozy, Beaky, Mick & Tich (zonder Dave Dee) als DBM&T met Tonight today nog een laatste hit. In 1972 ging de groep uit elkaar.
De band maakte in de jaren tachtig een doorstart als oldies-act en trad nog regelmatig op. Zo zouden zij op 13 december2008 optreden in het Sportpaleis in Antwerpen. Echter, vlak voor het vertrek op een Londens vliegveld werd Dave Dee onwel en werd direct naar een ziekenhuis vervoerd. De overige bandleden traden wel op en de afwezige Dave Dee kreeg er een staande ovatie.
Dave Dee (65) overleed op 9 januari2009. Hij was al enkele jaren ziek.
Gerard de Vries is vooral bekend om zijn Parlando-muziek, waarin hij in de zestiger jaren van de 20e eeuw enkele grote hits scoorde. Bekende hits van hem zijn Het Spel Kaarten uit 1965 en Giddy up go uit 1966. Veel van zijn nummers hebben het leven als vrachtwagenchauffeur als onderwerp. Onder meer Giddy up go en Teddybeer zijn hier voorbeelden van. Vaak zijn deze nummers vertalingen van de populaire Amerikaanse zanger Red Sovine. Opvallend is dat de vertaalde nummers van de Vries niet rijmen, terwijl die van Sovine dat wel doen. De hits over het leven als vrachtwagenchauffeur zijn in de regel verhalend. De nummers van De Vries hebben vaak een moraliserende ondertoon.
Naast zanger was Gerard de Vries diskjockey. Hij presenteerde aanvankelijk bij Radio Veronica onder het pseudoniemCowboy Gerard en later bij de TROS onder eigen naam. Gerard de Vries baarde opzien door als eerste diskjockey openlijk voor zijn homoseksualiteit uit te komen. In 1972 praatte hij overLes Crane's Engelse tekst heen op diens single "Desiderata". Het werd de B-kant van de in Nederland uitgebrachte single. Op dit moment is Gerard de Vries actief bij de lokale omroep in Wijdemeren, Radio Wijdemeren.
Na zijn carrière als zanger en diskjockey werd Gerard de Vries ondernemer in de paranormale branche.
In 2007 was De Vries kort te zien in het 'datingspektakel' van (de Nederlandse versie van) het televisieprogramma Man bijt hond; hij had gereageerd op een oproep van kandidaat 'Gijs', die een man zocht. De Vries bood Gijs een zelfgeschreven boekje aan met de titel De Nederlandse taal.
Beschrijving van de bekendste nummers van Gerard de Vries
Het Spel Kaarten
Een soldaat moet verantwoording afleggen aan zijn sergeant over het uitspreiden van een spel kaarten in een Franse dorpskerk. Hij overtuigt de sergeant ervan dat de kaarten niet bedoeld zijn voor vermaak, maar dat alle kaarten een betekenis voor hem hebben. De 'drie' staat bijvoorbeeld voor de heilige drie-eenheid, de 'tien' staat voor de tien geboden en de boer staat voor de duivel. Hij concludeert daarom dat zijn spel kaarten veel meer zijn dan een vermaaksmiddel: ze betekenen voor hem 'een bijbel, een almanak en een kerkboek tegelijk'.
Giddy up Go
Een vrachtwagenchauffeur laat zijn nieuwe truck aan zijn vrouw en zijn zoontje zien. Het kind, dat net kan praten, roept "Giddy up Go!". De chauffeur besluit zijn truck zo te noemen en schildert de naam achterop. Na een lange reis met zijn truck blijkt zijn vrouw verdwenen te zijn, samen met zijn zoontje. De chauffeur rijdt jaren alleen rond, tot hij een vrachtauto ziet rijden die ook 'Giddy up Go' heet. De chauffeur daarvan blijkt zijn verloren zoon te zijn die in de voetsporen van zijn vader was getreden en zijn truck ook 'Giddy up Go' had genoemd.
Teddybeer
Een jonge, gehandicapte jongen zoekt contact via de 27MC met vrachtwagenchauffeurs. De 27MC-'bak' heeft hij van zijn vader, die overleden is. Hij voelt zich eenzaam omdat zijn moeder de hele dag moet werken om de kost te verdienen. Uiteindelijk raakt hij aan de praat met een chauffeur, die hem uiteindelijk komt opzoeken met een aantal andere vrachwagenchauffeurs, en zijn droom om ook vrachtwagenchauffeur te worden even waar maakt door hem in hun trucks te laten zitten. Hierdoor heeft de jongen de dag van zijn leven.
Handen
Behalve de vertaalde nummers van Sovine schreef De Vries ook zelf nummers, onder meer het nummer Handen waarin hij een opsomming geeft van zowel de positieve als negatieve activiteiten die mensen met hun 'handen' kunnen uitvoeren. Zo kunnen mensen zowel met hun handen 'een kind vasthouden', maar ook 'een pistool of geweer omklemmen'. Hij besluit het nummer dan ook met 'Wij hebben zo erg veel in eigen hand'.
Voor Niets
Dit liedje gaat over een jongetje dat alles heeft opgeschreven wat hij die week gedaan heeft en het papiertje aan zijn moeder geeft. In totaal vraagt hij 14 gulden 75. Als zijn moeder dat gelezen heeft, draait zij het papiertje om, schrijft op de achterkant en liet het aan haar zoontje zien. Daarop leest het jongetje dat zijn moeder hem negen maanden bij zich heeft gehouden, hem getroost als hij verdrietig was, de dokter gebeld heeft als hij ziek was, tot zijn zesde heeft voorgelezen, naar hem toe is gekomen als hij bang was en altijd van hem houdt. In totaal vraagt zij niets. Het jongetje schrijft dan weer op de voorkant van het papiertje: alles afbetaald en heeft tranen van ontroering in zijn ogen.
Wim
Wim is een vertegenwoordiger die sinds jaren weer eens uit zou gaan met zijn vrouw. Maar die avond kwam er wat tussen. In het café belde hij zijn vrouw en zei hun afspraak af. Kwaad hing zijn vrouw op. Boos bestelde Wim de ene na de andere borrel. Na zijn zestiende borrel, stond Wim op en zei tegen de caféhouder dat hij opstapt. Deze raadde hem aan om een taxi te nemen. Wim deed dit en bestelde een taxi. Onderweg naar huis reed de taxi een vrouw aan; Wim's vrouw! Wim was op slag weer nuchter. Zijn vrouw werd naar het ziekenhuis gebracht en daar bezocht Wim haar de volgende morgen. Als zijn kind hem vraagt hoe dit kon gebeuren, zei Wim: "Als ik mij aan mijn belofte had gehouden, was dit nooit gebeurd."
Gilbert 'OSullivan,deze uitzending dateerd van 37 jaar terug in top off the pops
Gilbert O'Sullivan
Gilbert O'Sullivan (pseudoniem van Raymond O'Sullivan) (Waterford, 1 december1946) is een Iers zanger en songwriter.
O'Sullivan werd geboren in Ierland. Hij verhuisde in 1960 naar Swindon waar hij geïnteresseerd raakte in muziek. In 1967 tekende hij een vijfjarig platencontract bij CBS Records Eind jaren '60 maakte hij zijn eerste plaatopnamen, maar met weinig succes. Wel namen The Tremeloes enkele nummers van hem op ('You' en 'What can I do?'). In de jaren '70 had hij zelf wereldwijd succes met nummers als
Nothing Rhymed
Underneath the blanket go
Alone Again (Naturally)
No matter how I try
Clair (opgedragen aan het dochtertje van zijn manager)
Get Down
Ooh-Wakka-Doo-Wakka-Day
I'll believe it when I see it
We Will
Matrimony
I don't love you but I think I like you
Christmas Song
What's in a kiss
Zijn debuutalbum 'Himself' stond wekenlang aan de top. Zijn populariteit in Japan heeft er in de jaren '90 voor gezorgd dat hij in de muziek kon doorgaan.
Zijn muziek wordt gekenmerkt door soepele melodieën die gekoppeld worden aan een zeer kunstig samengestelde tekst. Zijn bescheidenheid en teruggetrokken leven (wars van 'showbusiness') hebben voorkomen dat hij in de schijnwerpers bleef. O'Sullivan woont anno 2009 op Jersey in de gemeente Saint Mary, maar schrijft nog steeds muziek, maakt nog steeds CD's en treedt nog steeds op.
In 2003 verscheen zijn jazzy-CD 'Piano Foreplay', in juni 2005 gaf hij 13 uitverkochte concerten in Japan en in oktober 2006 verscheen zijn nieuwste album 'A scruff at heart'. Op 26 oktober 2009 stond hij weer in de Royal Albert Hall.
Vermaard zijn O'Sullivans aanvankelijke crisisimage (met bloempotkapsel, streepjesdas en 3/4-broek) en zijn proces tegen de manager die hem beroemd maakte Gordon Mills. Hij won zijn proces en kreeg de rechten terug van zijn sublieme, miljoenenverkopende nummers. In de muziekindustrie is deze uitspraak een precedent geweest voor vele andere artiesten.
Op 26 augustus 2010 verbindt Gilbert zich aan platenmaatschappij Hypertension (waar o.a. ook Gerry Rafferty, Chris DeBurgh, Joan Armatrading, Leo Sayer en Fleetwoord Mac onder contract staan).
Op 31 januari 2011 verscheen zijn nieuwste album 'Gilbertville' (met 14 nieuwe composities en een door Harry Hill voorgedragen gedicht) en in 2011 tourt Gilbert door Engeland, Ierland, Denemarken, Noorwegen, Duitsland en Nederland.
Vermaard zijn O'Sullivans aanvankelijke crisisimage (met bloempotkapsel, streepjesdas en 3/4-broek) en zijn proces tegen de manager die hem beroemd maakte Gordon Mills. Hij won zijn proces en kreeg de rechten terug van zijn sublieme, miljoenenverkopende nummers. In de muziekindustrie is deze uitspraak een precedent geweest voor vele andere artiesten.
Op 26 augustus 2010 verbindt Gilbert zich aan platenmaatschappij Hypertension (waar o.a. ook Gerry Rafferty, Chris DeBurgh, Joan Armatrading, Leo Sayer en Fleetwoord Mac onder contract staan).
Slade is een Britse rockgroep, die in het midden van de jaren 70 van de twintigste eeuw in Groot-Brittannië zeer populair was: in de jaren 1971 tot en met 1973 hadden ze daar zes nummer 1-hits, waarvan de laatste drie (Cum on feel the noize, Skweeze me pleeze me en Merry Xmas everybody) alle vanuit het niets op de toppositie belandden.
Allen zijn afkomstig uit het Midden-Engelse industriestadje Wolverhampton.
Geschiedenis
Slade begon als The 'N Betweens in 1966, een typische modband. Op aanraden van Chas Chandler, bassist bij The Animals en manager van Jimi Hendrix, ging de band vanaf 1969 verder als skaband Ambrose Slade, met millimeterkapsels. Het grote succes kwam er echter nog niet van.
Begin1970 werd de band - vanaf dan Slade geheten - het zat en begon blues te spelen in een stijl die tegen hardrock aan zat. De band werd enorm populair in het clubcircuit en in de zomer van 1971 scoorden ze hun eerste hit: Get down and get with it, nummer 15 in de Britse hitlijsten, nummer 6 in Nederland, dankzij steun van zeezender Radio Noordzee, waar de single Treiterschijf was.
Jimmy Lea vond dat de band beter in kon haken op de glamrage die door T-Rex op gang was gekomen. Noddy en Dave vonden dat hun arbeidersklasse- en bluesachtergrond erin verweven moest worden, waarop de hit Coz I luv you gemaakt werd, dat in november 1971 een regelrechte Engelse nummer 1-hit werd. Samen met producer Chas Chandler was een sound uitgevonden die tot in 1974 gehandhaafd bleef: harde, makkelijk in het gehoor liggende muziek met alledaagse in streekaccent gezongen teksten, waarvan de titel bijna fonetisch geschreven werd. Een rij van tien top 10-hits volgde in Engeland, ook in Europa scorend, maar de Verenigde Staten raakten niet overtuigd, ook al werd Merry Xmas everybody in New York City opgenomen.
In de zomer van 1974, toen The bangin' man in de hitparades stond, besloot de groep een andere, ingewikkeldere sound te gebruiken, in de hoop op trans-Atlantisch succes. Toch scoorden Far far away (uit de film Slade in Flame) en volgende hits nog steeds niet in de VS. Tegelijkertijd verliep het succes van de glamrock in het thuisland en Slade raakte uit de gratie.
Comeback
In 1980 was hardrock, inmiddels heavy metal genoemd, in navolging van de hardcore punk, opnieuw populair geworden in Groot-Brittannië. Hét heavy metal-festival bij uitstek, het Reading Festival, zocht invallers voor de plots verhinderde band van Ozzy Osbourne. Het om de hoek wonende Slade bood zich aan. Tot grote verbazing van de muziekpers was het publiek vanaf de opkomst van Slade op het podium reeds verkocht, niet alleen uit nostalgie, maar ook door de nieuwe nummers, waarvan We'll bring the house down een Engelse top tien-hit werd.
Vanaf Lock up your daughters in 1981 scoorde de groep ook weer hits in Europa. Zelfs Merry Xmas everybody werd in 1983 opnieuw een hit in Engeland, toen My oh my aldaar nummer 2 stond.
In de VS begon het succes onverwacht toen heavymetalgroep Quiet Riot met hun bewerking van Cum on feel the noize nummer 2 in de Billboard Hot 100 stond. Ook andere hardrockgroepen als het Finse Hanoi Rocks gingen Sladesongs in hun repertoire opnemen. Run runaway werd de eerste Amerikaanse hit voor Slade en behaalde in 1984 de top 20.
Na 1984 hield Noddy het toeren voor gezien, moe geworden van al het reizen. Hij begon voor ITV programma's te presenteren, maar maakte tot in 1991 nog wel enkele platen met Slade. De single Radio wall of sound (met een cameo-optreden van BBC Radio 1-diskjockeyMike Read) werd in dat jaar nog een hit voor Slade. De week nadat Radio wall of sound uit de hitparade was verdwenen, kwam Merry Xmas everybody opnieuw binnen.Ook Jim Lea stapte in 1991 uit de band.
De rest van de band speelt en toert nog steeds in het gouwe ouwe-circuit, met name in West-Europa, Scandinavië en Rusland onder de naam Slade II.
Noddy Holder - met zijn bijzonder karakteristieke stemgeluid - verliet de band in 1991 en werd opgevolgd door Steve Whalley , die op zijn beurt op 30 juni 2005 bekendmaakte Slade te verlaten. Diens opvolger is Mal McNulty (die The Sweet versterkte van 1985 tot in 1992).
Frankie Laine, pseudoniem van Francesco Paulo LoVecchio (Chicago, 30 maart1913 - San Diego, 6 februari2007) was één van de meest succesvolle en invloedrijke Amerikaanse zangers uit de twintigste eeuw. Zijn bijnamen zijn onder andere "Mister Rhythm", "Old Leather Lungs" en "Old Man Jazz". Wereldwijd verkocht hij ongeveer tweehonderdvijftig miljoen grammofoonplaten.
Zangstijlen
Laine vierde successen met nummers als "Answer me", "I Believe", "Hey Joe", "Granada", "Jealousy", "Mule Train", "Cool Water" en "That Lucky Old Sun".
Hij was gezegend met een zeer krachtige stem en kon hallen vullen zonder microfoon. Hij was één van de grootste 'hitmachines' uit de jaren veertig en vijftig, met meer dan zeventig hitnoteringen, éénentwintig gouden platen en alleen al in de Verenigde Staten honderdvijftien miljoen verkochte platen en albums. Laine was van origine een door blues beïnvloede jazz-zanger, maar beheerste nagenoeg iedere muziekstijl. Hij maakte dan ook muzikale uitstapjes naar gospel, folk, country, americana en rock 'n roll. Zijn bijnaam "Mister Rhythm" dankt hij aan zijn pompende jazzy stijl.
Laine liet zich inspireren door de zwarte muziek, en zijn zangstijl leek aanvankelijk niet aan te slaan. In plaats van zich keurig aan de 'maat' te houden, plaatste Laine juist graag de nadruk op de downbeat, in tegenstelling tot zijn tijdgenoten. Ook zijn voorkeur voor een melodielijn die niet exact dezelfde was als de melodie van de muzikale begeleiding zorgde ervoor dat het publiek erg aan Laine moest wennen. Echter toen het publiek hem eenmaal had omarmd, werd Laine ook een echte superster.
Hij werd wel "de eerste blauwogige soulzanger" genoemd, waarmee bedoeld wordt dat hij als blanke muziek ging maken die oorspronkelijk door zwarten werd gemaakt. Hiermee baande hij de weg voor zangers als Frank Sinatra, Elvis Presley en Tony Bennett.
In de jaren vijftig maakte Laine een soort tweede carrière door een flinke lijst titelsongs voor Hollywoodfilms in te zingen. Zijn gepassioneerd en energiek vertolkte versie van de (oorspronkelijk door Tex Ritter gezongen) titelsong van de westernfilm "High Noon" (uit 1952, van Fred Zinnemann, met Gary Cooper en Grace Kelly als sterren) leverde hem op slag grote internationale bekendheid en popularititeit op. In Nederland wist Joop de Knegt met een cover van die grote hit flink van het succes mee te profiteren. Andere films waarvoor hij zong waren "Gunfight at OK Corral" en "Bullwhip". Zijn vertolking van de titelsong van de Mel Brooks-film "Blazing Saddles" leverde hem zelfs een Oscarnominatie. Laine zong ook de begintune van de televisieserie "Rawhide" uit de jaren zestig in; dit werd één van de meest bekende televisietunes aller tijden.
Beginjaren
Laine werd geboren als oudste van acht kinderen. Zijn ouders, Giovanni en Cresenzia Lovecchio, waren geëmigreerd vanuit Monreale op Sicilië. Laine's vader werkte in Little Italy, zoals Chicago wel genoemd werd, enige tijd als persoonlijke kapper van de beruchte gangsterAl Capone.
Laine maakte kennis met de muziek door op de lagere school in het kerkkoor te zingen. Toen hij Al Jolsons film The Singing Fool zag wist hij zeker dat hij muzikant wilde worden, en ging hij van school af. Op zeventienjarige leeftijd zong hij voor een zevenduizendkoppig publiek, en werd hij vijf maal teruggeroepen voor een toegift. Maar echt succes als zanger was toen nog zeventien jaar verder.
Late carrière
Laines carrière omspant meer dan zeventig jaar. Zijn laatste single nam hij op naar aanleiding van de aanslagen op 11 september 2001. Hij droeg het nummer Taps/My Buddy op aan de brandweermannen van New York. In 1996 kreeg hij een Lifetime Achievement Award. Op zijn tachtigste verjaardag werd hij door het Amerikaanse National Congress uitgeroepen tot National Treasure.
Huwelijken
In 1953 trouwde Laine met actrice Nan Grey. Hij adopteerde Grey's twee dochters. In juli 1993 stierf Grey, Laine hertrouwde in 1999 met Marcia Ann Kline.
Laatste jaren
Laine woonde in San Diego (Californië). Hij heeft nog tot op zeer hoge leeftijd opgetreden, o.a. in 2005 voor een muziekspecial van TV-zender PBS. Ondanks het feit dat hij kort daarvoor een lichte TIA had gehad, klonk zijn vertolking van "That's My Desire" nog zeer krachtig. Hij overleed op 93-jarige leeftijd in het Mercy Hospital in San Diego aan een hartinfarct
De Engelse band Cream werd in 1966 gevormd op initiatief van drummer Ginger Baker. De band zou de standaard zetten voor rockbands die bestonden uit een drummer, een bassist en een gitarist, zogenaamde powertrio's.
Baker kende bassist Jack Bruce uit bands als de Graham Bond Organisation en de band van Alexis Korner. Bruce had enige tijd met Eric Clapton gespeeld in John Mayall's Bluesbreakers. De beslissing om met elkaar een band te beginnen werd genomen na een jamsessie bij Baker thuis. Naar eigen zeggen vond ieder bandlid de andere twee leden de beste muzikanten die hij kende, bovendien waren ze niet tevreden over de bands waarin ze tot dan speelden. Voor Eric Clapton gold dat hij graag een goeie bluesgitarist, als Buddy Guy, in een bluesband wilde zijn en daarvoor een goede ritmesectie zocht. Deze ambitie moest hij weldra bijstellen, omdat Jack Bruce en Ginger Baker sterke persoonlijkheden bleken te zijn en muzikaal zeer veel in de melk te brokkelen hadden.
Het drietal koos de naam 'Cream' omdat ze, als ze dan toch een supergroep gingen oprichten, niet bescheiden hoefden te doen over hun pretenties: ze vonden zichzelf het neusje van de zalm, oftewel the Cream of the crop.
Eric bleef de belangrijkste muzikant. Ook al zou de band zonder de composities van Jack Bruce wellicht niet die superstatus hebben veroverd. Het geluid van de band ontwikkelde zich snel. De gitaar van Clapton had al de scherpte die hij had ontwikkeld bij John Mayall's Bluesbreakers, maar zou zich verder ontwikkelen mede door de technologie. Er kwamen steeds zwaardere gitaarversterkers. Daarbij komt dat het podiumgeluid wel hard moest zijn. Zeker als opgetreden moest worden in grotere ruimtes. Er bestonden nog geen P.A. systemen, die het zaalgeluid voor hun rekening konden nemen. Ook de persoonlijkheden van de drie muzikanten zelf zorgden ervoor dat er steeds luider werd gespeeld. In een trio is het aandeel van elk van de drie muzikanten even belangrijk. Jack Bruce experimenteerde met het geluid van en type basgitaar. Toch bleef er controle over het geluid.
De band besloot in 1968 uit elkaar te gaan. Clapton had daar op aangedrongen nadat hij een recensie had gelezen in het muziekblad Rolling Stone. De band werd daarin sterk bekritiseerd. Clapton trok zich de kritiek erg aan en zou later zeggen dat hij vond dat de band stil had gestaan in zijn ontwikkeling.
Na een afscheidstournee door de VS traden ze nog eenmaal op in eigen land. Het afscheidsconcert in de Royal Albert Hall heeft een legendarische reputatie.
Toen de band uit elkaar ging was Clapton 23 jaar oud, Bruce 25 en Baker 29. Eric Clapton en Ginger Baker vormden na Cream samen met Steve Winwood en Rick Grech de band Blind Faith.
Op 2, 3, 5 en 6 mei 2005 kwam The Cream bij elkaar op een reünie-concert in The Royal Albert Hall in Londen.
Als een jonge man ontmoette Walker Blind Lemon Jefferson, een andere grote blueslegende, die hem muziek leerde. Walkers debuut was "Wichita Falls Blues" / "Trinity River Blues", opgenomen in 1929 voor Columbia Records. Zijn kenmerkende geluid ontdekte hij zelf pas in 1942, toen Walker "Mean Old World" opnam voor Capitol Records. Zijn elektrische guitaarsolo's waren een van de eerste die men kon horen op moderne bluesopnames, en zijn vandaag nog een standaard.
Veel van Walkers muziek is opgenomen van 1946-1948 voor het labelBlack & White Records, zoals zijn "Stormy Monday Blues" uit 1947 met de beroemde openingszin "They call it stormy Monday, but Tuesday's just as bad". Hij vervolgde met zijn "T-Bone Shuffle": "Let your hair down baby, let's have a natural ball". Beide liedjes worden beschouwd als bluesklassiekers. B.B. King zegt dat "Stormy Monday" hem inspireerde om gitaar te leren.
Na zijn werk voor Black & White, werkte hij van '50 tot '54 voor Imperial Records (bijgestaan door Dave Bartholomew). Walkers enige opname in de 5 daarop volgende jaren was T-Bone Blue, opgenomen over drie weidverspreidde sessies in 1955, 1956 en 1959, en uiteindelijk uitegegeven door Atlantic Records in 1960.
In de vroege jaren 60 vertoonde Walkers carrière enige vertraging, desondanks zijn verschijning op het Amerikaanse Folk Blues Festival in 1962 met onder andere Memphis Slim en Willie Dixon. Enkele albums volgden nog, zoals I Want a Little Girl, en Good Feelin', waarvoor hij een Grammy won in 1970.
Een wapenstilstand of bestand betreft een officieel tussen de oorlogvoerende partijen afgesproken staakt-het-vuren.
Een wapenstilstand gaat vaak vooraf aan de officiële vredessluiting; in sommige gevallen duurt een wapenstilstand voor onbepaalde tijd voort. Een voorbeeld hiervan is de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 die resulteerde in een langdurige wapenstilstand tussen enerzijds Israël en anderzijds Egypte, Jordanië, Syrië en Libanon. Met Egypte en Jordanië sloot Israël in de jaren zeventig respectievelijk negentig een vredesverdrag, met Syrië en Libanon werd tot op heden nog steeds geen vredesverdrag gesloten.
Ook in de Koreaanse oorlog (wapenstilstand sinds 1953) is nooit een vredesverdrag getekend.
Een beroemde wapenstilstand die het feitelijke einde van een oorlog inluidde was de wapenstilstand van 11 november1918 waardoor de gevechten van de Eerste Wereldoorlog ophielden. In diverse deelnemende landen is dit een officiële feestdag geworden zoals in België (Wapenstilstand) en Frankrijk.
De band werd in 1997 door Andy McCluskey van Orchestral Manoeuvres in the Dark opgericht en bestond uit de zangeressen Elizabeth McClarnon, Kerry Katona en Heidi Range (later lid van de Sugababes). Andy richtte zich op het schrijven van de liedjes en de muziek. De band werd eerst "Honeyhead" genoemd maar de naam is later gewijzigd in "Automatic Kittens" en afgekort tot "Atomic Kitten". Toen Heidi Range in 1999 de band verliet werd zij vervangen door Natasha Hamilton.
In deze formatie scoorde de groep zijn eerste hit in december 1999 in het Verenigd Koninkrijk met "Right Now". Het bijbehorende album, ook genaamd Right Now, had een bescheiden succes. Atomic Kitten scoorde zijn eerste nummer 1-hit met "Whole again". In het liedje en de video voor "Whole Again" deed oorspronkelijk Kerry Katona mee, maar zij had net daarvoor in januari 2001 de band verlaten vanwege haar zwangerschap en was vervangen door Jenny Frost. Het succes was dusdanig dat er besloten werd de video en het album opnieuw op te nemen en ook buiten Groot-Brittannië uit te brengen. In de zomer van 2001 heeft Atomic Kitten ook in Nederland een nummer 1-hit met Whole again.
De volgende single, "Eternal Flame", een coverversie van de hit uit 1988 van The Bangles, die niet op het oorspronkelijke album stond, wordt ook een hit. Er wordt spoedig een nieuw album opgenomen, Feels So Good en de video voor "It's Ok!", de eerste single, wordt in Zuid-Afrika opgenomen. Hoewel deze single redelijk succesvol was, is het "Tide Is High (Get The Feeling)", een cover van de hit uit 1980 van Blondie (oorspronkelijk nummer was uit 1965 van The Paragons), waarmee ze een hit scoren.
Daarna volgden nog Be With You (gebaseerd op een sample van ELO's Last Train To London) en het voor een Kool & The Gang-tribute-album opgenomen Ladies Night. Maar op 23 januari2004 besloot Natasha rustig aan te doen en een tijdje niet in de schijnwerpers te staan, omdat het combineren van de band met haar privéleven te veel voor haar werd en ze meer tijd met haar zoon wilde doorbrengen. Er werd dus niet officieel gebracht dat Natasha uit de band stapte of dat de band stopte. Ze namen alleen geen platen meer op. Op 29 maart2004 zou hun laatste single Someone Like Me en als met op de b-kant het opnieuw uitgebrachte Right Now 2004 uitkomen. Maar in Groot-Brittannië zijn er sindsdien nog twee singles uitgebracht, re-realeses van Cradle en All Together Now. Zowel Jenny Frost als Liz McClarnon hebben gekozen voor een solocarrière.
Op 11 december2006 werd er bekend gemaakt dat Atomic Kitten een comeback gaan maken. Bij een speciaal optreden op een kerstliefdadigheidsconcert in 2006 vonden ze het weer erg gezellig. Daarom zouden ze vanaf januari 2007 weer optreden en zouden ze opnieuw de studio's induiken voor nieuw materiaal voor een vierde studioalbum. In april 2007 zou er een nieuwe single uit, namelijk Nothing In The World. Deze single staat ook op het album Ladies Night, maar zou opnieuw worden ingezongen. Later wordt deze come-back toch geannuleerd.Solocarrieres
Na de zomer van 2007 werd bekend gemaakt dat de meiden in januari 2008 een come-back zouden gaan maken, maar ook ditmaal kwam het er niet van. Jenny werd presentatrice van het BBC-programma Snog Marry Avoid waarin vrouwen een make-under krijgen. Liz heeft in 2010 een soortgelijk programma gekregen (Hotter Than My Daughter) over moeders met dezelfde kledingstijl als hun dochters.
Kraftwerk is een Duitse band uit Düsseldorf die in 1970 gesticht werd en nog steeds actief is. Zij hadden een grote invloed op de ontwikkeling van elektronische muziek.
Geschiedenis
In 1970 brachten Ralf Hütter en Florian Schneider-Esleben - toen nog onder de naam Organisation - het album Tone float uit. Een half jaar later werd de naam veranderd in Kraftwerk. In eerste instantie concentreerde de groep zich meer op avant-gardemuziek, later pas op elektronica en het maken van eigen, elektronische instrumenten waaronder speciale drummachines waar Florian Schneider patenten op heeft. Tussen 1970 en 1973 had de groep verschillende bezettingen, in 1972 is zelfs Ralf Hütter even uit de groep gestapt. In 1973 maakten ze met zijn tweeën een lp (Ralf + Florian), om vanaf 1974 langzaamaan de groep te vormen waarmee ze jaren bekend zijn geweest: Ralf Hütter, Florian Schneider, Karl Bartos en Wolfgang Flür.
De doorbraak voor Kraftwerk kwam in 1974 met het album Autobahn, waarbij voor het eerst gebruik werd gemaakt van de Minimoog, zeker in die tijd een extreem duur apparaat. De 22 minuten durende, gelijknamige openingstrack belandde wereldwijd in de hitparades en was een duidelijk teken dat synthesizers niet meer waren weg te denken uit de muziek.
Ook in de daaropvolgende jaren bleven de bandleden experimenteren en op zoek gaan naar de mogelijkheden die elektronische muziek bood en tijdens optredens werd er ook geëxperimenteerd met computeranimaties. De groepsleden werden live ook vaak vervangen of "geassisteerd" door robots die voor honderd procent lookalikes waren.
Opmerkelijk is dat de meeste albums in eerste instantie met Duitse teksten en titels uitgebracht werden, hoewel er achteraf vaak ook Engelstalige uitgaven verschenen.
Vanaf ongeveer 1981 werd het wat stiller in de Kling-Klangstudio van Kraftwerk in Düsseldorf. De re-release van The Model in 1982 leverde echter een nummer 1-hit op in het Verenigd Koninkrijk. In 1986 verscheen het album Electric Café en verliet Wolfgang Flür de groep en werd vervangen door de plaatselijke geluidstechnicus. In 1991 werden de grootste hits opnieuw uitgebracht op het album The Mix en vertrok Karl Bartos, om door een andere technicus uit de Kling-Klangstudio vervangen te worden.
In 2003 bracht Kraftwerk het eerste nieuwe album in 15 jaar uit, volledig gewijd aan de obsessie van Ralf Hütter met de Ronde van Frankrijk. Dit album was deels al geschreven in de tijd van de Tour de France-12-inch (1983). Het bestaat dus uit oud (opnieuw bewerkt) en nieuw materiaal.
Tussen 1995 en 2000 begon de formatie weer met liveoptredens en in 2004 startte een wereldwijde tour. 21 maart 2008 overlijdt slagwerker Klaus Dinger, vlak voor zijn 62e verjaardag.
In januari 2009 komt het bericht naar buiten dat mede oprichter Florian Schneider na 40 jaar de band verlaat. Toch heeft de groep in 2009 nog diverse optredens gedaan, zij het in een andere opstelling, met Hütter als enige van de oude bezetting. Zo opende Kraftwerk in maart voor de Radiohead tournee in Zuid-Amerika. In augustus trad de groep met succes op tijdens het Belgische Pukkelpop-festival. Verdere toekomstplannen zijn niet bekend.
Trivia
Kraftwerk heeft veel invloed gehad op Britse new wave-synthpop-groepen als Depeche Mode en Soft Cell. Het nummer Talk van de band Coldplay (2005) gebruikt de melodie van Computer Liebe (Computer Love) uit 1981. Walk Away van Franz Ferdinand (band) heeft een gedeelte dat duidelijk 'geleend' is van The Model.
U2 heeft het nummer Neon Lights gecoverd. Deze staat als B-kant op de single Vertigo.
Andy McCluskey en zijn band Orchestral Manoeuvres in the Dark hebben op hun CD Sugar Tax ook een versie van Neon Lights gezet, voorzien van een lieve meisjesstem en een flinke beat...
Alhoewel het geluid van het koor en de strijkers op Radioaktivität en Trans Europa Express erg veel lijkt op dat van een mellotron, maakte Kraftwerk in werkelijkheid gebruik van een orchestron. Deze is door Ralf Hütter in 1975 in de Verenigde Staten aangeschaft, toen ze daar op de Autobahn-tournee waren. Later zijn ze overgegaan op samples.
De Duitse metalband Rammstein coverde het nummer "Das Model
Er was een Belg zijn dakgoot aan het verven en telkens klom hij naar beneden om zijn kwast in de verf te dopen en weer omhoog om te verven enz. Toen kwam er een Nederlander langs, hij bleef even staan kijken en zei toen: "He, waarom neem je die pot verf niet mee naar boven, dan hoef je niet de hele tijd omhoog en omlaag te klimmen." "Nee," zei de Belg, "dat kan niet, want dit is grondverf!"
De volgende dag wordt Allerzielen gevierd. Het is aannemelijk dat men tijdens de kerstening van Europa, het feest van Allerheiligen is gaan vieren rond de periode dat voordien een heidens feest ter nagedachtenis van de doden werd gehouden. In 837 riep Paus Gregorius IV 1 november uit als de katholieke gedenkdag.
Allerheiligen is ook een merkeldag en hierbij hoort de weerspreuk: Allerheiligen is een waterken of een winterken.
Allerheiligen is een vrije dag in vele landen, waaronder België, Frankrijk en delen van Duitsland. In Nederland werd deze vrije dag afgeschaft in de jaren 1960.
In de beeldende kunst is Allerheiligen een voorstelling van heiligen om de Drieëenheid, volgens de tekst in Openbaring 5 en 7. Een bekend schilderij Aanbidding van de Drieëenheid door de Civitas Dei van Albrecht Dürer bevindt zich in het Kunsthistorisches Museum te Wenen.
Vandaag staan we even stil bij onze dierbaren die van ons heen zijn gegaan in de loop dertijden,en laten we ook onze bloggertjes niet vergeten die er niet meer zijn,
een man ligt op zijn bed in het ziekenhuis wat rond te kijken. Plots komt de dokter binnen en zegt: "ik heb goed nieuw en slecht nieuws" het goede nieuws is dat je nog 12 uren te leven hebt. De man antwoord: "oooh, bere goe! wat is dan het slechte nieuws? Antwoord de dokter: " dat ik u dat gisteren al had moeten vertellen!"
Haar vader werkte bij Texaco Oilcompany en haar moeder was administrateur. Joplin bezocht in de vroege jaren 60 enkele universiteiten, maar studeerde nooit af. De muziek trok haar meer en dan met name de blues, rock-'n-roll en soul. Grote voorbeelden voor haar waren Odetta, Leadbelly, Bessie Smith en "big mamma" Thornton. In 1963 woonde Joplin enige tijd in San Francisco, maar keerde al snel terug naar Port Arthur.
In 1966 vertrok Joplin opnieuw naar San Francisco op uitnodiging van de impresario van Big Brother and The Holding Company, Chet Helms. In het begin was de band niet succesvol, maar de grote doorbraak kwam met het optreden op het Monterey Pop Festival in 1967. Met het album dat daarna verscheen, Cheap Thrills, vestigde Joplin definitief haar naam als blueszangeres. Joplin besloot Big Brother and The Holding Company te verlaten en begon The Kozmic Blues Band en later The Full Tilt Boogie Band. Met deze laatste band maakte ze het album Pearl. Haar laatste opnames waren het lied Mercedes-Benz en een verjaardagswens voor John Lennon. Janis Joplin overleed op 27-jarige leeftijd aan een overdosis.
Dat de dood van Janis veroorzaakt was door een overdosis drugs kwam misschien niet echt als een verrassing. Een groot deel van haar leven had zij te kampen met een drugs- en alcoholprobleem. Zo kreeg zij als kind al de bijnaam 'speedfreak'. En dat was zeker niet voor niets; op haar dieptepunt woog zij nog maar 40 kilo. Gelukkig bood toen de uitnodiging om naar San Francisco te komen om bij Big Brother and the Holding Company te gaan zingen, uitkomst. Helaas was die redding maar van korte duur. Terwijl de band steeds meer successen boekte, steeg niet alleen Janis' inkomen maar ook de druk om te presteren. Deze grote druk kon Janis niet aan. Zij greep meteen weer terug naar de alcohol en drugs. Uiteindelijk werd Janis Joplin op 4 oktober 1970 dood gevonden in haar hotelkamer in Los Angeles, overleden aan een overdosis heroïne. Wat Janis niet wist is dat haar dealer de heroïne deze keer niet eerst zelf getest had en dat het onversneden (pure) heroïne bleek te zijn. Janis nam een voor haar gebruikelijke hoeveelheid van de drugs in wat haar fataal werd
Het album Pearl verscheen postuum in 1971. Haar bekendste nummer was Me and Bobby McGee, geschreven door Kris Kristofferson en uitgebracht na haar dood in 1971
Joplin wordt nog steeds beschouwd als een van de invloedrijkste blueszangeressen van de jaren '60. Vooral haar optreden in Woodstock (1969) wordt nog steeds als klassiek beschouwd. Joplins teksten weerspiegelen een gevoel van pijn en eenzaamheid van een vrouw die een laag zelfbeeld had en gekweld werd door een gebrek aan zelfvertrouwen. Dit zal ongetwijfeld ten grondslag hebben gelegen aan haar succes als blueszangeres.
Joplin wordt nog steeds beschouwd als een van de invloedrijkste blueszangeressen van de jaren '60. Joplins teksten weerspiegelen een gevoel van pijn en eenzaamheid van een vrouw die een laag zelfbeeld had en gekweld werd door een gebrek aan zelfvertrouwen. Dit zal ongetwijfeld ten grondslag hebben gelegen aan haar succes als blueszangeres.
De Gibson Guitar Corporation is een Amerikaanse firma die onder meer gitaren bouwt. Ze specialiseert zich niet in een bepaald type zoals de gitaarbouwer Martin die zich toelegt op de bouw van akoestische gitaren maar biedt alle categorieën aan.
Een bekende gitarist die op Gibson-gitaren speelt is Slash van Velvet Revolver en Guns 'n Roses, die in zijn privécollectie meer dan 100 Les Paul-gitaren heeft. Kenmerkend voor de Gibson-gitaren is het gebruik van zogenaamde dubbelspoel-elementen ("humbuckers"), die ervoor zorgen dat deze gitaren een relatief vol en 'warm' geluid geven. Een ander voordeel is dat deze spoelen magnetische stoorvelden elimineren. Dé grote concurrent van Gibson, Fender, gebruikt enkelspoel-elementen(beter bekend als single-coil elementen).
Geschiedenis
Orville H. Gibson (geboren in 1856 te Chateagay, New York) verhuisde in 1881 naar Kalamazoo en werkte daar als schoenmaker. Maar door zijn grote liefde voor houtbewerking en muziek begon hij de bouw van gitaren en mandolines te onderzoeken. Voor zijn eerste mandolines en gitaren, die uitkwamen in 1894, gebruikte hij ideeën uit de vioolbouw, en ook nieuwe ideeën.
Omdat er meer vraag was dan hij had verwacht, was Orville genoodzaakt een bedrijf op te starten dat zijn instrumenten zou maken. Zo ontstond op 11 oktober 1902 "Gibson Mandolin - Guitar Co., Ltd". In 1919, een jaar na de dood van Orville, kwam Lloyd Loar, mandolinist en akoestisch ingenieur, voor Gibson werken. Hij verfijnde de originele ontwerpen van Orville en bracht de eerste gefrette instrumenten met f-gaten uit: de F-5-mandoline en de L-5-gitaar.
In 1924 ontwierp Loar een prototype voor een elektrische bas, maar omdat dit ontwerp niet werd aanvaard door het management van Gibson, nam hij nog datzelfde jaar ontslag.
In de catalogus van 1937 stond er voor het eerst een elektrische gitaar, de ES-150 (Electric Spanish).
Les Paul-model
Gitarist Les Paul experimenteerde in de werkplaats van Epiphone om een nieuwe massieve gitaar te ontwerpen. Toen hij iets had klopte hij met zijn ontwerp bij Gibson aan, die zijn ontwerp in eerste instantie verwierp als iets waardeloos. In 1950 kwam Gibson echter terug op haar besluit en Les Paul en Gibson sloten een contract. Na zo'n 60 prototypen werd in 1952 de eerste Gibson Les Paul in productie genomen. In het begin wou Gibson zijn naam niet vermelden op de gitaren, maar Gibson kwam op die beslissing terug en de nieuwe gitaar werd een succes.
Les Paul wilde zijn gitaren een lange klankduur (sustain) meegeven en daarom waren de gitaren relatief zwaar en gemaakt van mahoniehout.
Les Paul Junior - Dit is een Gibson Les Paul met maar één pick-up namelijk de brug pick-up. Hij is onder andere bekend geworden door Billie Joe Armstrong.
Melody maker- gelijkaardig aan de junior maar dan aan een zeer lage prijs. Voorheen model met twee pick-ups maar momenteel geproduceerd met een pick-up. Onder andere bespeelt door Joan Jett.
ES-modellen (Electric Spanish, thin-line semi-akoestische gitaren) - onder meer bekend geworden door B.B.King en vele andere bluesartiesten: ES 325, ES 330, ES 335, ES 340, ES 345, ES 347, ES 355, ES 369, etc. Van dit model bestond ook een basuitvoering, de EB-2.
SG - onder meer bekend geworden als de gitaar van Angus Young (AC/DC), Frank Zappa, Pete Townshend, Robby Krieger en Jack Black (deze gitaar is ook te zien in de film School of Rock). Dit model is ook als basgitaar gemaakt (de EB-0 en EB-3) en genoot eind jaren zestig enige populariteit (o.a. Jack Bruce van de Cream en Andy Fraser van Free). Begin 21e eeuw is er van dit model bas een re-issue uitgebracht onder de naam SG Bass. De SG werd geïntroduceerd in 1960 als vervolg van de Les Paul-serie, maar na enkele jaren verdween de aanduiding Les Paul van deze gitaren. De bekendste modellen zijn de SG Standard, de SG Special en de SG Custom.
EDS 1275 - eigenlijk een SG-model met twee halzen, de ene met zes snaren, de ander met 12 snaren, bekend geworden door Jimmy Page die deze gitaar gebruikte bij live optredens voor Stairway to Heaven
Explorer: een gitaar waarvan de body lijkt op een soort Z-vorm, deze serie werd samen met de Flying V in de future klasse gedaan. Deze gitaar is bekend geworden dankzij Metallica zanger James Hetfield die deze na zijn Flying V in gebruik nam. Geïntroduceerd in 1958.
Flying V - een gitaar waarvan de body een V-vorm heeft. Kortstondig populair bij diverse hardrockbands, onder meer bij UFO, Michael Schenker, James Hetfield, Kirk Hammett, en Jack Black (ook deze gitaar is te zien in de film "School of Rock"). Geïntroduceerd in 1958.
Hele series elektrische gitaren met een dikke, holle klankkast: de zogeheten hollow body gitaren, die m.n. populair zijn onder jazzgitaristen. Voorbeelden zijn de Citation, de Johnny Smith, de Byrdland, de ES-175(bespeeld door Shifty-Foo Fighters) en de ES-295.
Firebird - Heeft qua uiterlijk een beetje weg van de Explorer, maar heeft wat rondere vormen. Bekende gitaristen die op een Firebird spelen/speelden zijn o.a. Johnny Winter en Paul Stanley van (Kiss)en natuurlijk Dave Grohl. Er is ook een basgitaar versie van de Firebird, maar dan onder de naam "Thunderbird". Bekende Thunderbird bassisten zijn Tom Hamilton van Aerosmith, en Pete Way van UFO. Geïntroduceerd in 1963.
Een minder bekend model is de RD-serie, geproduceerd van 1977-1979. Een kruising tussen Les Paul, X-plorer en Firebird modellen. De gitaar-elektronica van de RD Artist werd ontwikkeld in samenwerking met Moog en later ook in andere types gebruikt (Les Paul Artist, Es 335 Artist). Later is er nog een re-issue serie uitgebracht.
Robot Guitar - De eerste zelfstemmende gitaar, ook het onthouden van bepaalde stemming is mogelijk. Gitaar wordt in beperkte oplage gemaakt.
The Paul - Ook een minder bekend model is de "The Paul". De "The Paul" is een soort van eikenhouten versie van de Les Paul en krijgt daarom ook wel flauwe bijnamen zoals: De Beukenboom en De Walnoot.
Epiphone
In 1957 nam Gibson de firma Epiphone uit New York over (hoewel de productie rond die tijd na een arbeidsconflict inmiddels plaatsvond in Philadelphia). Geleidelijk werd de productie van Epiphone gitaren door Gibson naar Kalamazoo verplaatst, zodat er tussen de Gibson en Epiphone gitaren uit de jaren '60 nauwelijks verschil is. Zo heeft de Epiphone Casino (bekend van o.a. The Beatles) dezelfde specificaties als de Gibson ES 330. Alleen aan de specifieke, smalle Epiphone kop was de Casino te herkennen. Eén van de typische Epiphone onderdelen die Gibson in zijn eigen instrumenten integreerde is de mini-humbucker. Dit gitaarelement -dat oorspronkelijk op Epiphone gitaren als de Broadway en de Riviera zat- werd later gebruikt voor o.a. de Gibson Les Paul Deluxe (1969-heden) en de Gibson SG Special (jaren '70). Vanaf 1971 is de productie van Epiphone naar Azië overgebracht. Aanvankelijk Japan, later Korea en tenslotte China en Indonesië. Sinds begin jaren '90 van de vorige eeuw werden met name kopieën van Gibson gitaren onder de naam Epiphone verkocht. Incidenteel zijn er in de V.S. en Japan gefabriceerde Epiphones op de markt gebracht. Voorbeelden zijn de Amerikaanse Epiphone Spirit en Special in de jaren '80 en de Japanse Elitist versies van de Casino.
Overige instrumenten
Naast gitaren en mandolines heeft Gibson ook luiten, mandola's en violen gebouwd. Na de Eerste Wereldoorlog legde men zich, omwille van de gewijzigde vraag naar muziek, toe op de bouw van banjo's. In de jaren '60, '70 en '80 werden versterkers op de markt gebracht onder de naam Gibson.
Rhythm-and-blues (ook bekend als R&B of RnB) is een muziekgenre met invloeden uit jazz, gospel en blues, oorspronkelijk ontstaan bij de Afro-Amerikaanse artiesten. De term werd in 1947 ingevoerd door Jerry Wexler van Billboard magazine. Het moest de plaats van race music (rassenmuziek) innemen, een term die beledigend opgevat werd door de zwarte gemeenschap in de Verenigde Staten.
Geschiedenis
RnB was een van de voorgangers van rock-'n-roll. Het bevatte sterke invloeden uit de jazz, jumpblues en gospel, maar beïnvloedde op zijn beurt ook de jazz. RnB, blues en gospel werden gecombineerd met bebop om hardbop te maken.
De meeste Rnb-muzikanten waren jazzmuzikanten en vele muzikanten op Charlie Mingus' bekende jazz-opnames waren RnB-professionals. Lionel Hamptonsbigband van het begin van de jaren 40 legde de basis voor vele beboplegendes van de jaren 50.
De periode jaren 50 was het begin van de klassieke RnB. De bekende Chuck Berry was een van deze RnB-gitaristen. Overlappend met andere genres als jazz en rock-'n-roll ontwikkelde RnB regionale specialisaties. Een sterke stroming langs de "blues-kant" kwam van New Orleans en was gebaseerd op een vloeiend piano-spel, gelanceerd door Professor Longhair. Tegen het einde van de jaren 50 scoorde Fats Domino met "Blueberry Hill" en "Ain't That a Shame". Andere artiesten die een Louisiana-touch gaven aan RnB waren o.a. Clarence Henry, Frankie Ford, Irma Thomas, The Neville Brothers en Dr. John.
Aan het begin van de jaren 60 nam RnB meer en meer invloeden over van gospel met artiesten zoals Ray Charles, Sam Cooke, James Brown en Aretha Franklin, en kreeg het de naam soul. Barry Pearson schreef dat dit een naam was die door de zwarte gemeenschap aan de muziekindustrie opgelegd werd. Hoe dan ook, een goede 10 jaar later had de RnB een ware comeback. In de loop van de jaren zestig steeg het aantal blanken dat het label RnB op hun muziek kleefden (en soms ook blue-eyed soul, terwijl het eerder naar de rock-'n-roll neigde), zoals The Yardbirds, The Rolling Stones, The Pretty Things, The Small Faces, The Animals, The Spencer Davis Group en The Who.
Breck studeerde machinebouw. Na het einde van zijn studies werd hij ontdekt als zanger. In 1972 had hij zijn eerste hit met Überall auf der Welt, waarvan de melodie gebaseerd was op een lied van het slavenkoor uit Nabucco van Giuseppe Verdi. Het bezorgde Freddy Breck meteen zijn eerste gouden plaat. Daarna zouden nog meer hits volgen die gebaseerd waren op bekende klassieke melodieën.
In april 1974 bereikte hij met een Engelstalige single een notering in de Britse hitparade. So in love with you behaalde er de 44ste plaats.
Vanaf de jaren '80 begon hij zich meer toe te leggen op het componeren van liedjes voor andere zangers. In die periode trad hij in het gezelschap van Dennie Christian, Mieke en later ook Micha Marah tevens op in Vlaanderen en Nederland en zong daarbij in het Nederlands. Vanaf 1990 legde hij zich weer meer toe op het (solo) zingen, maar hij zou zijn eerdere succes nooit meer evenaren.
In 1998 richtte hij samen met zijn vrouw Astrid de platenfirma Sun Day Records op en zong hij met haar als het duo Astrid & Freddy Breck.
Eind 2008 overleed Freddy Breck omringd door zijn familie op 66-jarige leeftijd in zijn huis aan de Beierse Tegernsee aan longkanker.
Aimee Anne Duffy (Nefyn, 23 juni1984) is een Welshe zangeres en songwriter. Haar stem wordt vaak vergeleken met die van Dusty Springfield en Amy Winehouse. Met haar soulnummers wordt ze getipt als een groot doorbrekend talent in 2008.
Biografie
Duffy werd in 1984 geboren in het stadje Nefyn. Haar ouders scheidden toen ze tien jaar oud was en ze verhuisde met onder andere haar moeder en tweelingzus naar een andere stad. Toen Duffy vijftien jaar was, zong ze in verschillende lokale bands. In 2003 deed ze mee aan Wawffactor, een alternatieve versie van Idols en eindigde als tweede. Na die deelname was ze een graag geziene artiest in de lokale jazz- en bluescafés. Een platencontract volgde en haar doorbraak was in november een feit, toen ze mocht optreden in de BBC2-show Later with Jools Holland.
Sinds maart 2008 ligt haar debuutalbum Rockferry in de winkels. Daar staat onder andere de eerste single Mercy op. De single was Megahit op de radiozender 3FM en bereikte de nummer 1 positie in de Nederlandse Top 40. Ook wordt deze single gebruikt in het voetbalspel FIFA 09.
In mei 2008 werd de tweede single Warwick Avenue uitgebracht. De derde single was Rain On Your Parade, gevolgd door de vierde single van het album: Stepping Stone.
Lavigne werd opgevoed door conservatieve ouders. Ze groeide op met het zingen van countrymuziek en in een kerkkoor en leerde zichzelf gitaar spelen. Toen ze 16 jaar oud was tekende ze een platencontract bij Arista Records, onderdeel van BMG. Ze verhuisde naar New York City om aan een album te werken.
Haar pogingen om met behulp van anderen nummers te schrijven die aan haar wensen voldeden mislukten. Daarom ging ze naar Los Angeles om te schrijven met hulp van Cliff Magness en een schrijversteam, The Matrix genaamd, dat eerder al nummers had geschreven voor Sheena Easton en Christina Aguilera.
Op 4 juni2002 bracht ze haar eerste album Let Go uit. Binnen zes maanden haalde ze met de verkoop van het album een viervoudig platina. Van het album verschenen "Complicated", "Sk8er Boi", "I'm With You" en "Losing Grip" op single. Van het album Let Go werden wereldwijd 15 miljoen exemplaren verkocht. Het album vertoonde poprock, alternative en grunge invloeden. Ruim een maand na de release verkreeg Let Go midden augustus in de Verenigde Staten de platina status. Daarmee is het het op vier na beste verkochte album in 2003. In december 2003 is het ruim 6.6 miljoen keer verkocht in de Verenigde Staten en ruim 16 miljoen keer wereldwijd.
Under My Skin
Op 25 mei2004 verscheen haar tweede album Under My Skin, grotendeels geschreven in samenwerking met de Canadese zangeres Chantal Kreviazuk. Daarnaast zijn een paar tracks geschreven door Ben Moody (oprichter Evanescence), Butch Walker van Marvellous 3, haar voormalige leadgitarist Evan Taubenfield en haar voormalige drummer Matt Brann. Kreviazuk's echtgenoot, Raine Maida (voorman van Our Lady Peace) co-produceerde het album samen met Butch Walker en Don Gilmore.
Deze cd bevatte meer rocknummers dan haar eerste album met poppunk en zachte post-grunge geluiden. Het debuteerde in dertien landen op één. Er verschenen vier singles van dit album: leadsingle "Don't Tell Me", "My Happy Ending", "Nobody's Home" en "He Wasn't". Op dit album stond ook het nummer "Slipped Away" ter herinnering aan haar overleden opa.
Lavigne ging, ter promotie van het album, in 21 steden touren in de Verenigde Staten en Canada. Elke optreden van deze "Live and by Surprise" tour bestond uit een paar korte live-akoestische nummers van het album. Ze werd vergezeld door haar gitarist Evan Taubenfield. De optredens werden binnen 48 uur voor het begin van het concert bekendgemaakt. De toer was erg populair en succesvol als promotiemiddel. Selecties van deze toer staan op haar EPAvril Lavigne Live Acoustic.
The Best Damn Thing
.
Avril Lavigne maakte op 2 december 2004 bekend dat ze in maart 2005, na het afronden van haar Japanse tour, de studio zou gaan voor opnamen voor haar derde album. Een groot deel van de nummers hiervoor had ze al geschreven tijdens de Europese tour in de herfst van 2004. Een ander deel had ze al op haar antwoordapparaat ingezongen.
Lavigne heeft een contract bij modellenbureau Ford Models en stond model voor de make-uplijn van Chanel van herfst 2006. Ze heeft een filmrol in de misdaadfilm The Flock en een rol als serveerster in The Fastfood Nation gespeeld. Ook heeft ze de stem van Heather, een buidelrat in de animatiefilm Over the Hedge, ingesproken. Ook heeft ze het nummer Keep Holding On voor de film Eragon ingezongen. Deze staat op haar album The Best Damn Thing. Lavigne's derde album, The Best Damn Thing, verscheen midden april. De eerste single daarvan was "Girlfriend". Avril beschrijft haar album als ondeugend, up-tempo, fris, maar vooral één met een eigen stijl. Lavigne, die in het begin van haar carrière zich afzette tegen alles en iedereen, begint nu wat rustiger te worden; ze heeft haar stropdassen ingeruild voor haute couture-jurkjes van Gucci en is naast zangeres nu ook actrice.
Lavigne verkocht in totaal rond de 30 miljoen albums wereldwijd waarvan bijna 10 miljoen in de Verenigde Staten. Haar tweede single van The Best Damn Thing was "When You're Gone", een rockballad. Het derde nummer was "Hot" en kwam uit op 5 oktober2007. De videoclip hiervan is 8 september 2007 opgenomen in New York City. Op 4 maart 2008 ging haar 'Best Damn Tour' van start. Ze begon haar tour in de Verenigde Staten en ging daarna naar Europa en Azië. Ze stond op 20 juni2008 in de Heineken Music Hall in Amsterdam. Op 9 september kwam de dvd The Best Damn Tour uit, met daarop een concert geregistreerd in Toronto, Canada.Parfum
Sinds eind 2009 heeft Lavigne een parfum, Black Star. Het geurtje ruikt naar bloemen en fruit. In juni 2010 kwam er een nieuw geurtje uit: Forbidden Rose.
Abbey Dawn
Sinds 2008 heeft Avril heeft een eigen kledinglijn, Abbey Dawn. Die heeft ze zelf opgestart en ze verzint de ontwerpen zelf. Abbey Dawn is een onderdeel van Kohl's. De naam Abbey Dawn komt van haar opa die haar vroeger zo noemde. Eerst waren er alleen in Amerika en in Tokio (Japan) Kohl's-winkels. Maar sinds een tijdje is er in Nederland een webshop. Lavigne heeft ook een Alice in Wonderland-collectie.
John en zijn broer Tom Fogerty vormden een bandje in El Cerrito, Californië, aan het eind van de vijftiger jaren, als Tommy Fogerty and the Blue Velvets. De naam werd, door toedoen van de platenmaatschappij die hen wilde contracteren (Fantasy), veranderd in The Golliwogs in 1964.
In 1968 bracht de band hun eerste album uit onder de naam Creedence Clearwater Revival. Deze naam had de band in 1967 aangenomen. Hierop stonden onder andere covers waaronder Susie Q en I Put A Spell On You, dat hun eerste hits werden. Nadien volgde vele hitsingles waaronder Proud Mary, Fortunate Son, Up Around The Bend, Green River, Down On The Corner, Travelin' Band, Lookin' Out My Back Door, Bad Moon Rising, en Who'll Stop The Rain.
Door spanning onderling vertrok Tom na het zesde album Pendulum. De andere bandleden wilden meer invloed in de composities en uitvoering, aangezien John de bepalende factor was. Dit experiment duurde één album, Mardi Gras, en de groep ging in 1973 uit elkaar.
Solo
John Fogerty bracht nadien enkele soloalbums uit. In 1973 brengt hij Blue Ridge Rangers uit met country-covers, waarbij hij alle instrumenten zelf bespeelt. In 1975 brengt hij John Fogerty uit waar onder andere Rocking All Over The World op staat, dat later een grote hit zal worden voor Status Quo. Ondertussen ruziet Fogerty met Fantasy Records over de royalty's van zijn CCR-songs. In 1985 komt Centerfield uit. Dit wordt een succes in de VS. Op dit album staat het nummer The Old Man Down The Road. De oud-collega's van CCR klagen Fogerty aan omdat dit nummer teveel zou lijken op Run Through The Jungle van CCR. Fogerty wint het proces door de songs voor te spelen in de rechtszaal. Hierbij weet hij de rechter ervan te overtuigen dat het wel degelijk een andere song is. Maar de mogelijkheid op een eventuele reünie is voor altijd verkeken, zoals Fogerty in interviews benadrukt. Dit wordt versterkt door het overlijden van Tom Fogerty in 1990. Een jaar later komt het teleurstellende Eye Of The Zombie uit. In 1993 wordt Creedence Clearwater Revival in de Rock and Roll Hall Of Fame opgenomen. Fogerty weigert met zijn oud-collega's op te treden tijdens deze huldiging en speelt enkele CCR-nummers samen met Bruce Springsteen. Pas in 1997 komt Fogerty met een nieuw album, Blue Moon Swamp en wordt bekroond met een Grammy Award. In 1998 komt het live-album Premonition uit waarbij hij onder andere weer zijn oude CCR-songs ten gehore brengt. In 2004 wordt het album Deja Vu (All Over Again) uitgebracht. Inmiddels zijn Fogerty en Fantasy Records weer verzoend met elkaar, wat Fogerty weer de gelegenheid geeft zijn oude repertoire op te pakken. De reden is dat Fantasy is verkocht en het nieuwe management de zaak met Fogerty schikt. In 2006 wordt onder het label van Fantasy een verzamelalbum uitgebracht van CCR-songs en songs van Fogerty zelf, genoemd "The Long Road Home". Fogerty heeft in september 2007 een nieuw studio-album uitgebracht en gaat weer op wereldtournee. Dit nieuwe album heet "Revival". Als onderdeel van de "Revival Tour" trad Fogerty op 20 juni 2008 op in Ahoy Rotterdam.Op 2 september 2009 komt er een nieuw album uit. Het is een vervolg van de "blue ridge rangers" uit 1973 en heeft als titel 'Blue ridge rangers rides again'. Het betreft hier wederom covers uit de country en western scene van o.a John Denver & Ricky Nelson. Ook staat hier een eigen cover op 'Change in the weather' van het album 'Eye of the zombie' uit 1986.
John de Songwriter
In songs als Who'll Stop The Rain, Have You Ever Seen The Rain en Fortunate Son levert Fogerty kritiek op de Vietnamoorlog. Vandaar dat deze muziek prominent aanwezig is in de populaire tv-serie Tour of Duty. Met het album Deja Vu (All Over Again) levert Fogerty kritiek op de Irak-oorlog en wijst op de vergelijking (Deja Vu) met de Vietnamoorlog.
Veel liederen gaan over het diepe zuiden van Amerika. Fogerty kende dit deel van zijn land alleen uit verhalen, die hij als kind gretig tot zich nam, aangezien hij in een voorstad van San Francisco is geboren en getogen. Het mysterieuze van het moerasland inspireerde hem tot songs als Walking On The Water, Green River, Born On The Bayou, Bad Moon Rising en It Came Out Of The Sky. Fogerty zingt hierom met een aangedikt 'Southern' accent en draagt vaak een houthakkersblouse.
Er gaan geruchten dat met Proud Marymari(y)huanna bedoeld wordt. Fogerty zelf verklaart dat het verhaal draait om een stoomboot en dat hij vaak woorden en teksten achter elkaar zet omdat ze lekker klinken en niet altijd een verhaal te vertellen hebben. Zo is Willy and the Poor Boys, de naam van een CCR-album én een zin in het refrein van Down On The Corner, gebaseerd op Winnie de Poeh. Hieruit blijkt dus dat Fogerty niet altijd zijn teksten voor een onderliggende boodschap gebruikt.
Een perfecte man en een perfecte vrouw leren elkaar kennen in een perfecte discotheek. Na een relatie van 1 jaar, gaan ze trouwen en ze hebben een perfect huwelijk. Na 5 perfecte jaren, zijn ze onderweg in hun perfecte auto.
Onderweg zien ze Sinterklaas in panne staan met z'n paard. Ze besluiten hem mee te nemen en de Goede Man stapt met z'n speelgoed in hun perfecte auto, bij het perfecte koppel.
Nu gebeurt er een tragisch ongeval?
Wie overleefde?
Sinterklaas? NEE
De perfecte man? NEE
De perfecte vrouw? JA
De Sint en de perfecte man bestaan niet, dus kan de perfecte vrouw de enige overlevende zijn.
ENKEL MANNEN LEZEN VERDER!
Dit wil echter ook zeggen dat de vrouw reed, vandaar het ongeluk!
The Troggs zijn een Engelserockband, die een aantal hits hadden in de jaren zestig, waaronder "Wild Thing", "With a Girl Like You" en "Love is All Around". De band wordt beschouwd als één van de eerste garagerockbands. "Trogg" is een afkorting van "troglodiet", wat holbewoner betekent.
The Troggs werden in 1964 opgericht in de Zuid-Engelse plaats Andover. De vier jongens, onder leiding van zanger Reg Presley, konden echter nauwelijks een instrument spelen. Het simpele gitaargeluid van de band groeide uit tot hun handelsmerk en bleek van grote invloed op de latere garagerock en punk. Mid-jaren zestig tekende de groep een contract bij Larry Page, de manager die The Kinks onder zijn hoede had.
The Troggs werden beroemd met de hit "Wild Thing" uit 1966, geschreven door de Amerikaanse countryzanger Chip Taylor. Het nummer werd wereldwijd een grote hit, waaronder nummer één in de Verenigde Staten en nummer vijf in Nederland. Een jaar later speelde Jimi Hendrix het nummer aan het einde van zijn optreden op Monterey Pop.
In de Verenigde Staten nam de populariteit van de band na 1966 af, maar in Europa bleef de groep razend populair, met door henzelf geschreven hits als "With a Girl Like You" (nummer één in het Verenigd Koninkrijk en Nederland) en "I Can't Control Myself". Door de sensuele teksten werden de nummers van de band door de meer behoudende radiostations geweerd, met als gevolg dat ze gematigder teksten schreven. Met de powerballad "Love Is All Around" uit 1968 hadden ze weer een internationale hit, die ook in de VS de top tien haalde. Het was echter hun laatste grote hit.
De bandleden bleven ook na 1970 bij elkaar, maar wisten geen successen meer te behalen. Ze bleven echter nog wel optreden. Op een gegeven moment dook een beruchte opname op, bekend onder de naam "The Troggs Tapes", waarop te horen is hoe de bandleden, onbewust dat ze werden opgenomen, onderling aan het ruzie maken. De opname werd wijd verspreid in de muziekwereld en kreeg een cultstatus. Een scène uit de komische film This Is Spinal Tap zou gebaseerd zijn op deze opnames.
De band kwam weer opnieuw in de aandacht toen R.E.M. het nummer "Love Is All Around" coverde. In 1992 werkten drie leden van R.E.M. mee aan hun album Athens Andover. Het nummer werd in 1994 eveneens een hit voor Wet Wet Wet, voor de soundtrack van de film Four Weddings and a Funeral.
Johann Georg Martin was een Duitser die in zijn gemeente (Markneukirchen in Saksen) als timmerman voor een gilde van vioolbouwers werkte. Toen hij voor het eerst een gitaar hoorde besloot hij er zelf een paar te maken en die te verkopen.
Zijn zoon Christian Friedrich trad in dienst bij de Weense viool- en gitaarbouwer Johann Staufer en bouwde later samen met zijn vader gitaren. De gildebouwers voelden zich zo bedreigd dat ze allerhande druk uitoefenden waardoor vader en zoon Martin naar de Verenigde Staten uitweken. Ze openden in 1833 een winkel in New York (Hudson Street 196); in 1839 verhuisden ze naar Cherry Hill (Pennsylvania). Frank Henry Martin (1866-1948), kleinzoon van Christian Friedrich maakte de fabriek groot door in te spelen op de populariteit van de banjo, ukelele en mandoline. Momenteel (in 2009) verlaten enkele tienduizenden gitaren jaarlijks de fabriek.
In de gitaarwereld werd zijn Dreadnought , die in 1931 op de markt kwam, alombekend. Ze laten, door hun groter formaat, een wat zwaardere toon klinken en werden door veel fabrikanten geïmiteerd. Men beschouwt het model D-45 als de top van de fabriek. Martin bouwde ze speciaal voor Gene Autry in 1933; tot oktober 1942 beliep de productie 91 stuks toen de aanmaak werd stopgezet omwille van de Tweede Wereldoorlog. Er volgde zoveel vraag dat de D-45 in 1968 opnieuw werd uitgebracht.
Spears werd opgevoed als een Southern Baptist in Kentwood (Louisiana). Ze is de dochter van James Parnell Spears en Lynne Irene Bridges. Haar broer, Bryan (geboren in 1977) is een van haar managers, en haar zusje, Jamie Lynn (geboren in 1991) is actrice en zangeres. Britney zelf is geboren op 2 December in 1981.
Carrière
Op zeventienjarige leeftijd bereikte Spears in 1999 de eerste plaats van de hitlijsten in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk met haar single Baby One More Time. Ook in Nederland behaalde dit nummer de nummer 1-positie. Haar eerste album, genaamd ...Baby One More Time verkocht wereldwijd miljoenen exemplaren. Ook haar tweede album Oops!... I Did It Again zorgde voor een groot aantal verkochte platen en hits. Het derde album van Spears, dat luisterde naar de naam Britney was ook een groot succes.
Haar vierde album verscheen op 18 november 2003 en had de naam In the Zone. Met een nummer van dit album, Toxic, heeft Spears in 2005 haar eerste Grammy Award weten te bemachtigen voor 'Best Dance Recording', waarbij ze Kylie Minogue een haarlengte voorbleef. Tijdens het maken van een videoclip van Outrageous (waarbij ze samenwerkte met Snoop Dogg) heeft ze een zware knieblessure opgelopen, waardoor ze haar wereldtournee, 'The Onyx Hotel Tour', niet kon afmaken. In november 2004 heeft ze haar vijfde album gelanceerd onder de titel Greatest Hits: My Prerogative waarvan ze de gelijknamige single ook heeft uitgebracht (in deze clip is o.a. een rol voor haar inmiddels ex-man Kevin Federline weggelegd). Nadat het album was uitgekomen liet Spears via haar officiële site weten een rustpauze in te lassen van minimaal een jaar vanwege haar eerste zwangerschap.
Na die rustpauze waren er veel geruchten dat er een nieuw album zou komen, maar dat werd uitgesteld vanwege haar zwangerschap. Mona Lisa, Chaotic, Someday (I Will Understand) en Over to You Now waren toen al klaar voor het nieuwe album. In plaats van een nieuw album werd B in the Mix: The Remixes door Jive Records uitgebracht om de fans wat 'nieuw' materiaal te geven. De vier nummers kwamen op een bonus-cd van Spears' persoonlijke dvdBritney & Kevin: Chaotic.
Haar zesde album B in the Mix: The Remixes werd uitgebracht op 25 november 2005 door Jive Records. Dit album is niet zo groots uitgebracht als de andere albums van Spears, waardoor het ook niet een zeer groot succes is geworden. Desondanks werden er meer dan 1 miljoen exemplaren van dit promotieloze album verkocht.
Sinds het zesde album is Spears bezig geweest met het opnemen van een nieuw album. In mei 2007 gaf ze een aantal mini-concerten onder de naam The M & M's . In augustus werd door verschillende media bekend gemaakt dat het album op 13 november en de eerste single, Gimme More, in september zou worden uitgebracht. Echter, in de laatste week van augustus werd bekend gemaakt dat de single zou debuteren tijdens een opening van een nachtclub. Spears opende de MTV Video Music Awards van 2007 met een optreden van Gimme More. Er waren hoge verwachtingen van het optreden, maar het viel tegen. Britney leek niet geïnteresseerd en zenuwachtig.
Op 5 oktober werd bekend gemaakt dat Blackout de titel is van het nieuwe album . Gimme More, de eerste single van Spears' nieuw album deed het redelijk. De single bereikte nr. 1 in iTunes, maar kwam in de Nederlandse Top 40 niet verder dan een 32e plaats. De andere singles van dit nieuwe album haalden de top 40 niet eens. In de buitenlandse hitlijsten doen ze het over het algemeen wel wat beter. Een paar weken voordat Blackout uitkwam, lekten vele nummers uit, waardoor er een 'Rush-Release' was voor 30 oktober. Er werd officieel aangekondigd dat Piece Of Me de tweede single was. De clip van Piece Of Me werd veel gunstiger ontvangen, mede omdat Britney er veel beter uitzag. Een paar weken later werd aangekondigd dat Break the Ice de nieuwe single zal worden. Op 26 januari won Britney een NRJ music award voor 'Best Album International' voor Blackout. Ze versloeg Amy Winehouse met 'Back To Black', James Blunt met 'All The Lost Souls', Mika met 'Life In Cartoon Motion' en Rihanna met 'Good Girl Gone Bad'. Op 14 maart ging Spears nieuwe single Break the Ice in première op een site die speciaal voor de gelegenheid ontworpen was, waar fans de videoclip konden bekijken en over praten in een chatruimte. Break the Ice was eveneens Spears' eerste nummer met een geanimeerde videoclip waarin zij als een heldin voorgesteld wordt en komaf maakt met iedereen die in haar weg komt.
In 2008 had Spears een gastrol in de televisieserie How I Met Your Mother waarin ze een receptioniste speelde, ze kreeg positieve recensies voor haar optreden in de serie en bracht de serie haar hoogste kijkcijfers ooit . In mei keerde ze terug in de televisieserie waarin ze de verhaallijn open hield voor een terugkeer in de toekomst .
In mei 2008 bevestigden producenten J.R. Rotem en Sean Garrett in People dat Spears in de studio bezig is met een nieuw album . Op 15 september werd bekend gemaakt dat Spears haar zesde studioalbum Circus op 2 december, haar 27ste verjaardag, zal uitbrengen. De eerste single genaamd Womanizer werd op 22 september uitgebracht. . Spears zal een gastoptreden geven in het Britse televisieprogramma X Factor . Tijdens een radioprogamma op Z-100 op 29 september kondigde Spears een wereldtour aan voor 2009 .
Stijl
Het door Britney Spears uitgevoerde werk wordt vaak als schoolvoorbeeld van hitparadepop aangevoerd: popmuziek waarbij het succes zich in de eerste plaats in de verkoop en airplay van individuele hitsingles laat meten, die (althans voor een belangrijk deel) door professionele producers wordt gemaakt en die vooral op jonge tieners gericht is. Met name haar eerste twee albums, geproduceerd door de Zweed Max Martin, voldoen aan dit profiel. Ondanks (of mogelijk juist dankzij) de hoge verkoopcijfers was de kritiek van de poppers over deze albums vernietigend.
Haar derde en vierde album vertoonden echter een duidelijke evolutie naar een andere stijl: de songs, onder andere geproduceerd door The Neptunes en voor het eerst ook met muzikale bijdragen van Spears zelf, waren gedurfder en haar imago werd veranderd. Dit leidde tot een navenant gunstiger beoordeling bij invloedrijke popcritici. Ook Britney's laatste album Black out werd bejubeld door critici..
Spears is recordhouder als 'jongste artiest die ooit (op 17-jarige leeftijd) met haar eerste single en eerste album nieuw op nummer één in de Billboard-lijsten kwam'.
...Baby One More Time is de best verkochte single in Groot-Brittannië in 1999 en staat op nummer 24 in de lijst van best verkopende singles in Groot-Brittannië aller tijden.
Er is meer dan $145 miljoen verdiend met concertkaartjes. Meer dan $30 miljoen aan spullen werden verkocht bij haar concerten (souvenirs etc.), wereldwijd meer dan 42 miljoen dollar aan singles en meer dan 47 miljoen dollar aan uitgebrachte albums.
Ze was zes keer de persoon die het meest via Yahoo.com bezocht werd gedurende een jaar (2002, 2003, 2005, 2006, 2007 en 2008).
Britney won haar eerste Grammy in 2005 voor 'Best Dance Song' met het nummer Toxic.
Spears is de best verkopende vrouwelijke artiest van 2000 (2000-2005); ze werd tot 'Vrouw van de eeuw' benoemd door VH1.
Volgens Forbes is de nettowaarde van Spears ongeveer 800 miljoen dollar. Het begrip nettowaarde moet niet worden verstaan als de verwachte opbrengst bij verkoop; bedoeld wordt de grootte van haar vermogen (net worth).
Britney Spears heeft op enig moment voor 2004 een tijd een relatie gehad met Justin Timberlake, een zanger die bekendheid kreeg als lid van de boyband *NSYNC. Deze relatie eindigde in een breuk. Spears heeft na haar derde succesvolle hitalbum een tijdje vrij genomen om in 2002 de film Crossroads op te nemen en tot rust te komen na haar breuk met Justin Timberlake. Crossroads liep redelijk. Aanvankelijk was Spears populair onder het conservatieve deel van de Amerikaanse bevolking, omdat ze verklaarde als maagd in het huwelijk te willen treden. Enige tijd later verklaarde haar ex-vriend Justin Timberlake dat hij haar ontmaagd had. Een andere opmerkelijke gebeurtenis waar lang over nagepraat werd, was een tongzoen met Madonna tijdens de live-uitzending van de MTV Video Music Awards in 2003.
2004-2006: Huwelijk, kinderen en scheiding
Begin 2004 veroorzaakte Spears ophef door op 2 januari in een dronken bui te trouwen met haar jeugdvriend Jason Alexander en op 5 januari na amper 55 uur getrouwd te zijn, weer te scheiden. Op 18 september trad ze voor de tweede maal in één jaar in het huwelijk met danser Kevin Federline (26), die uit een voorgaande relatie met Shar Jackson al twee kinderen heeft . Op 12 april 2005 maakte Spears bekend dat ze zwanger was . Op 14 september 2005 beviel zij van een zoon genaamd Sean Preston Federline.
Op 9 mei 2006 maakte Spears bekend dat ze zwanger was van een tweede kind. Haar tweede zoon, Jayden James Federline, werd geboren op 12 september 2006. Nog geen twee maanden later, op 7 november 2006, vroeg ze een scheiding aan met als reden 'onoverkomelijke meningsverschillen' .
2007-2008: Persoonlijke problemen
Spears werd op 16 februari 2007 in een afkickkliniek opgenomen, kort daarop verliet ze de kliniek. De dag erna reisde Spears naar Los Angeles om daar in een kapsalon eigenhandig haar hoofd kaal te scheren, ook nam zij dezelfde avond nog twee nieuwe tatoeages . Daarna is ze voor de derde maal in de kliniek gebleven. Op 21 maart 2007 werd Spears uit de kliniek ontslagen waar ze vanaf 25 februari in had gezeten toen ze haar behandeling succesvol had voltooid . Gedurende juli en augustus vertoonde Spears ook controversieel gedrag, waaronder een aanval met een paraplu op een paparazzo. Na een maandenlange rechtszaak bevond de rechtbank in september dat Spears zich schuldig had gemaakt aan "volhardend, veelvuldig en aanhoudend gebruik van drugs". Ze werd gedwongen om mee te werken aan onaangekondigde drugs- en alcoholtesten, en naar gezinstherapie te gaan. Spears en Federline hielden beiden voogdij op een voorwaardelijke basis. Een paar dagen later werd Spears officieel beschuldigd van een misdrijf vanwege het doorrijden na een ongeval en rijden zonder rijbewijs . Op 1 oktober werd bekend dat Spears vanaf 3 oktober tijdelijk de voogdij over haar kinderen moest afstaan aan Federline .
Op de avond van 3 januari 2008 werd politie ingeschakeld om een familieconflict over haar kinderen op te lossen, enige tijd daarna werd ze door een ambulance afgevoerd naar het Cedars-Sinai Medical Center omdat ze er werd van verdacht onder de invloed te zijn van een onbekende substantie . Life & Style maakte later bekend dat bloedtesten uitwezen dat ze niet onder invloed was . Hierna werd ze nog een dag vastgehouden voor psychologische observatie .
Op 21 januari werd James Spears tot bewindvoerder over zijn dochter benoemd, samen met advocaat Andrew Wallete is hij ook curator over haar financiën . De gebeurtenissen veroorzaakten een crisis in Spears's psychische problemen in verband met haar zoontjes en op 31 januari 2008 werd ze met een ambulance naar een ziekenhuis gebracht. De bedoeling was, dat de popster 14 dagen ter observatie in de psychische kliniek zou worden opgenomen , op 6 februari 2008 mocht ze het ziekenhuis echter alweer verlaten.
Nadat Federline op 4 januari door een rechter de volledige voogdij toegewezen kreeg over Jayden James en Sean Preston werden Spears en haar kinderen op 23 februari met elkaar herenigd . Op 18 juli kwamen Spears en Federline overeen dat Federline de volledige voogdij behoudt en dat Spears een omgangsregeling kreeg .
In augustus 2007 botste Spears tegen een geparkeerde auto, ze bleek toen niet in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs voor de staat Californië. Toen de jury het niet eens werden over het wel of niet schuldig zijn van Spears werd op 21 oktober de rechtszaak geseponeerd .
In april 2009 uitte Spears haar steun aan het homohuwelijk in de media, dit gebeurde na een controversieel incident bij de verkiezing van Miss USA waar deelneemster Carrie Prejean, vertegenwoordigster van de staat Californië, haar afkeuring uitsprak over het homohuwelijk. Spears liet een bericht op Twitter met de inhoud "Liefde is liefde! Mensen zouden in staat moeten zijn om te doen wat ze gelukkig maakt!".
In mei 2010 werd door een vertegenwoordiger van Spears bevestigd dat ze een relatie heeft met haar agent Jason Trawick, en dat ze hun professionele relatie zouden beëindigen om zich meer te kunnen concentreren op hun privérelatie.
Sony Music Entertainment bevestigde al vroeg dat het nieuwe album in de winkel zal liggen in begin 2011. Het is ook bevestigd dat Britney de release verplaatst had naar 2011 omdat ze wil dat het nieuwe album perfect is. Daarnaast bevestigde Pharrel Williams (NERD) dat hij aan een nieuwe song bezig is voor Britney genaamd 'My Big Secret', deze naam staat ook al in de BMI Music lijst samen met 'Downtown'. Verder werken aan dit album (schrijvers,producers): Ryan Tedder (OneRepublic), Darkchild, Max Martin, DJ Tiesto, Dr. Luke, The Outsyders, Danja en David Guetta. Zij hebben allemaal bevestigd in/op interviews, tweets, facebook dat ze meewerkten. Britney hield ook een 'Writing Camp' voor haar nieuw album, waar producers en schrijvers voor haar kwamen en een vergadering.
The Cousins is een Belgischegitaarband ontstaan eind jaren vijftig die onder meer de single Kili Watch uitbracht.
De band startte onder de naam Les jeunes équipes, maar tijdens een optreden in een Brusselse club wijzigden ze de naam naar The Cousins. In 1960 werd de band ontdekt door platenbaas Jean Kluger. Ze scoorden dat jaar een hit met Kili Watch, waarvan ze een miljoen singles verkochten. Het nummer was een adaptatie van een indianenliedje dat bassist Gus Derese bij de scouts leerde. Het succes van de single zorgde voor onenigheid in de band omtrent de royalties. Componist Derese verliet de groep. Hij stichtte later de minder succesvolle band The Killy Jacks.
Voortbouwend op Kili Watch bleef de band een vijftal jaar gelijkaardige singles uitbrengen, zoals Kana Kapila (1961), Dang Dang (1961) en Pepermint Twist (1962). Het succes van Kili Watch evenaarden ze niet meer. De andere singles haalden ook buiten België de hitlijsten zoals in Duitsland, Italië, Frankrijk, Denemarken, Argentinië en Zaïre. In Argentinië namen The Cousins de verspaanste naam Los Primos aan en verkregen ze de status van halfgoden.Eind 1966 vond de band het mooi geweest. Gedurende twintig jaar kwamen The Cousins sporadisch nog samen, onder meer ter gelegenheid van de Golden Oldies en de Diamond Awards.
Beste blogmaatjes, ik ga dit blog een tijdje stop zetten door gebrek aan tijd,mijn blog blijft wel bestaan en later ga ik er mee verder als de tijd het terug toe laat,tot later lieve vrienden,groetjes Rudy
Middle of the Road is een band uit Glasgow (Schotland) die in 1971 doorbrak met de hit Chirpy Chirpy Cheep Cheep. Deze plaat was op dat moment ook een hitsucces van Lally Stott.
De bezetting bestond uit zangeres Sally Carr (28 maart1945) een voormalig kapster, Ken Andrew (drums) en de broers Eric (basgitaar) en Ian McCredie (gitaar).
Ontstaan
De band ontstond halverwege de jaren zestig onder de naam Part Four. Later noemden ze zich Los Caracas. Pas in 1970 werd de naam van de band Middle of the Road.
Voordat Middle of the Road wordt opgericht, verdienen de leden hun brood als kapster (Sally), cameraman (Ken), vertegenwoordiger (Eric) en opzichter (Ian). Op uitnodiging van een Argentijnse manager - die zegt in zijn geboorteland te beschikken over belangrijke contacten met grote tv-maatschappijen - vertrekt de groep in het voorjaar van 1970 naar Italië met de bedoeling daar aan te monsteren op een cruiseschip naar Argentinië. Eénmaal in de haven van Genua beland, komt men tot de ontdekking dat er helemaal geen cruiseschip naar Argentinië vertrekt. Ook de Argentijnse manager is opeens verdwenen en, veel erger, met hem de laatste spaarcenten van de groep.
Ontdekking
Om toch aan geld te komen, treedt Middle of the Road op in diverse lokale clubs in Florence en Rome. Het is in die laatste stad dat de groep bij toeval wordt ontdekt door een Italiaanse A&R-manager. Hij biedt de groep een platencontract aan en brengt hen in contact met producer Giacomo Tosti. Via hem wordt Middle of the Road gevraagd een duet op te nemen met Sophia Loren voor haar film "La Moglie Del Prete" (de vrouw van de priester).
In 1971 deed de band mee aan het San Remo festival in Italië. Door dit optreden kreeg de formatie een platencontract bij RCA. Hun eerste plaatopnamen vonden plaats in Studio One van RCA in Rome. Hun doorbraak kwam met "Chirpy chirpy cheep cheep" na een optreden in het televisieprogramma Top of the Pops van de BBC. In totaal worden er ruim tien miljoen exemplaren verkocht. Veel hits volgden waaronder Soley Soley, Sacramento en Talk of the USA. In de Daverende Dertig werd Sacramento de hit van het jaar. De belangrijkste albums voor RCA waren Acceleration en Drive on.
In 1973 verbrak de band het platencontract met RCA en sloot een overeenkomst met het Duitse label Ariola Eurodisc. Het eerste album onder dit label verscheen in 1973 onder de titel Music Music.
In 1976 nam de band haar laatste album op. In dat jaar vertrok ook zangeres Sally Carr uit de band en begon een solo-carrière. In 1978 verliet ook Ken Andrews de band. De overgebleven bandleden maakten een doorstart met een nieuwe zangeres, Linda Carroll.
Revival
Begin jaren '80 had de band een revival dankzij de Stars on 45. Dit was een muzikaal project van producer Jaap Eggermont. Hij maakte een hitmedley van de band waardoor de band weer volop in de aandacht stond.
Tegenwoordig treedt Middle of the Road weer op in de originele bezetting en zijn er plannen om een dvd uit te brengen.
Donna Summer (pseudoniem van LaDonna Adrian Gaines), (Boston, 31 december1948) is een Amerikaansezangeres, songwriter en artiest. Ze is het bekendst van haar discohits uit de jaren zeventig, die haar de bijnaam "Koningin van de disco" opleverden. Als één van de weinige disco-sterren is ze er ook in geslaagd om later met andere genres, zoals de R&B, hits te blijven scoren.
Beginjaren
Als kind treedt ze al op in een kerkkoor. Tijdens haar schooltijd doet ze modellenwerk en zingt ze veel. Gaines verlaat de school enkele maanden voor het afstuderen om in Duitsland te gaan zingen in de musicalHair. Later vestigt ze zich in Europa, waar ze in verschillende musicals meezingt (Hair, Porgy and Bess, Showboat, The Me Nobody Knows) en zich aansluit bij de Weense Volksopera (Die Volksoper Wien).
de jaren '70
Nadat ze in München is gaan wonen, trouwt Gaines met de Oostenrijke acteur Helmuth Sommer. In deze periode neemt ze haar artiestennaam Donna Summer (een verengelsing van het Duitse woord Sommer (zomer) aan. In 1971 komt ze in Nederland met haar eerste solosingle Sally Go Round the Roses, maar haar eerste grote internationale hit scoort ze in 1974 met The Hostage. Summer tekende daarvoor een albumcontract in Nederland, Lady of the Night heette het album uit 1974, met daarop de internationale hit The Hostage en de vooral in Nederland succesvolle single "Lady of the Night" (eigenlijk een Engelstalige smartlap over een hoer/escortmeisje). Met deze laatste single breekt ze in Nederland in 1974 door. Het is haar eerste doorbraak als solo-artieste, dankzij optredens met de singles Lady of the Night en The Hostage in de in die jaren satirische en vaak controversiële televisieshow van Dolf Brouwers alias Sjef van Oekel. Bovendien werd Nederland in die tijd als belangrijk trendsettend land gezien voor de popmuziek. Nederland is min of meer de bakermat van haar succes. Haar eerste album wordt echter al met al een matig succes.
Summer brengt de volgende jaren veel singles uit. In 1975 wordt Love To Love You Baby uitgebracht in veel landen. Het nummer slaat in als een bom. Het orgasmische gekreun, dat Summer in dit nummer ten gehore brengt, is een tijd lang het gesprek van de dag. Het nummer schiet in veel landen naar de eerste plaats in de hitlijsten. In de VS wordt het nummer eerst niet uitgebracht, maar wel door een paar radiozenders gedraaid als import uit Europa. Uiteindelijk wordt het ook in de Verenigde Staten uitgebracht en ook daar een grote hit. Een aantal radiozenders boycot de single echter wegens de obscene geluiden. Haar naam is dan echter wel gevestigd. Op dezelfde leest als Love to love you baby worden Could it be magic (1976) en Down deep inside (1977) geschoeid. De laatste is de titelsong uit de film The deep met in de hoofdrollen o.a. Nick Nolte geproduceerd door John Barry (o.a. James Bond).
In de jaren daarna brengt Summer meerdere singles uit. Al die singles worden grote hits. Er wordt in die periode gezegd dat "alles wat Donna Summer aanraakt verandert in goud". Ze krijgt in 1975-1976 de officiële titel Queen Of Disco en de officieuze titel Queen Of Love; de laatste mede vanwege de vele min of meer erotisch getinte love songs van haar in die periode. Ze is één van de weinige disco-artiesten die ook veel aandacht aan LP's besteedt. Een greep uit de vele singles die ze uitbrengt;
"Hot Stuff", "Bad Girls" en "No More Tears (Enough is Enough)" (1979).
"No More Tears (Enough is Enough)" is een duet samen met Barbra Streisand. Het werd een wereldhit en de eerste platinum maxi single in de Verenigde Staten. Bekend is dat beide diva's zo onder de indruk van elkaar waren dat beiden zelf (ondanks eerdere pogingen) het nummer apart hebben ingezongen. Het langzame intro is zelfs door de songwriters voor Barbra geschreven omdat disco toch meer Donna's ding was. Summer heeft in 1978-1979 vier nummer één hits op rij weten te scoren in de Billboard Hot 100. Dat was toen een unicum en voor zover bekend is dat nadien door geen enkele andere artiest geëvenaard.
Daarna volgt nog eind 1979 de grote hit "On the Radio", waarna Summer compleet instort. De enorme druk van haar grote successen wordt ondragelijk en ze krijgt psychische klachten en gezondheidsklachten. Ze keert terug tot het geloof (christendom) en krabbelt weer uit haar diepe dal omhoog begin jaren '80.
De jaren '80
Ze is na dit herstel begin jaren '80 een geheel andere weg ingeslagen, zowel persoonlijk als artistiek. Dit wellicht omdat ze meer het eigen heft in handen neemt wat haar imago en muzikale richting betreft. Dat is ook duidelijk terug te vinden in haar nummers. Er staan vanaf dan regelmatig nummers op haar albums met invloeden van de gospel. Regelmatig benadrukt ze dat ze haar inspiratie put uit haar geloof en God. Er ontstaat een onbewezen gerucht[1] dat Donna Summer zich tegen de gays heeft uitgelaten, wat nooit echt is bewezen en zelfs publiekelijk door haar is ontkend. Toch blijft dit gerucht regelmatig de kop opsteken. Vermeld dient hier wel te worden, dat zij daarna mee heeft gedaan aan vele benefietoptredens en donaties voor de homoseksuelen. Haar carrière leeft vervolgens weer wat op, maar vervalt weer in midden jaren '80. Donna Summer is nog steeds verbonden als "Queen of Disco" met haar glorieuze discoperiode en kan zich na het einde van de discohype moeilijk daarvan lostrekken. Of zijn het de fans die Donna als discokoningin blijven zien? Wel is zij de enige superster die de Discoperiode blijvend heeft nagelaten.
Het nieuwe album "The Wanderer" in 1980 is een matig succes, het volgende album, "I'm a Rainbow", wordt niet uitgebracht in 1981, maar pas in 1996. De reden is dat David Geffen van Geffen Records de plaat niet goed genoeg vond, en hierna Donna combineerde met Quincy Jones. Het is de bedoeling van de producers dat dat haar hoogtepunt zal gaan worden in haar carrière. Verder eindit in die tijd de oude samenwerking met Giorgio Moroder en Pete Belotte. Het album dat dan in 1982 uitkomt heet "Donna Summer". Met het nummer State of Independence (oorspronkelijk van Vangelis en Jon Anderson) scoort ze in 1982 een nummer 1-hit in de Top 40. In de Nationale Hitparade komt het tot de derde plaats. Grote namen die in het achtergrondkoor zitten zijn o.a. Michael Jackson, Lionel Richie, Dionne Warwick, Quincy Jones, Stevie Wonder, Christopher Cross en Brenda Russell. Het album verkocht uiteindelijk goed, maar is niet het best verkochte album van haar geworden; dat is nog steeds het album "Bad Girls" uit 1979. Verdere hits van het 1982-album zijn "Love Is In Control (Finger on the Trigger) en "The Woman In Me".
In 1983 scoort ze nog een hit met "She Works Hard for the Money". De overige singles uit 1982 en 1983 scoren nog redelijk. Het album uit 1984 ("Cats Without Claws") met o.a. de matig scorende hit "Supernatural Love" en "There Goes My Baby" scoort ook als album redelijk. Wel krijgt ze een Grammy voor het gospel nummer "Forgive Me", het volgende album uit 1987 ("All Systems Go") scoort zelfs matig, evenals de twee singles daarvan ("All Systems Go" en "Dinner with Gershwin"). Steeds meer neemt het succes af, tot ze eind jaren '80 gaat samenwerken met Stock, Aitken & Waterman. Van dit album komen de grote hits "I Don't Wanna Get Hurt", "Love's About To Change My Heart" en "This Time (I Know It's For Real)".
De jaren '90 en daarna
Halverwege de jaren '90 scoort ze een grote hit met een remix van I Feel Love, de rest van de in de jaren '90 uitgebrachte singles verkopen aanzienlijk minder. Een aantal namen daarvan zijn "Work that Magic" (1991), "Melody of Love (Wanna be Loved)" (1994), clubremixes van "The State of Independence (1996), "Carry On" en "I Will Go With You" (1999) en voor de film "Pokémon" het nummer "The Power of One" (2001). Ook zong ze voor de DisneyfilmDe Klokkenluider van de Notre Dame, uit 1996, de soundtrack genaamd 'Someday' en een duet met Liza Minelli "Does He Loves You". De meeste van deze nummers scoren echter wel hoog in de dance charts wereldwijd. Met de single "Carry On" (een hernieuwde samenwerking met Giorgio Moroder) wint zij de eerste Grammy in de Categorie Dance. In 1994 komt er een compleet kerstalbum uit, genaamd "Christmas Spirit". Dit album ontvangt veel positieve recensies, de verkopen echter zijn ook hier niet erg hoog. Verder volgen in de jaren '90 nog o.a. optredens bij Oprah Winfrey en de Diva's III concerten.
Begin 21e eeuw brengt ze een cd/dvd uit "Live & More, Encore!" van een concertregistratie in New York, waarop ze ook een paar nieuwe nummers ten gehore brengt. Verder schildert ze al vanaf de jaren '80; hiermee treedt ze in de 21e eeuw steeds meer mee naar buiten. Ook schrijft ze begin 21e eeuw nog een boek over haar eigen leven en volgt er een daarop gebaseerde musical, genaamd "Ordinary Girl". In de jaren daarna toert zij nog regelmatig door Amerika en is ze in Europa te zien op "Night of the Proms"-concerten.
Op 20 mei 2008 verschijnt, na een stilte van 17 jaar, weer een compleet nieuw studio-album, getiteld 'Crayons'. Met drie nummers "I'm A Fire", "Fame (The Game)" en "Stamp Your Feet" haalt ze wederom de nummer 1 positie in de Dance Charst in de VS. Ze treedt in verschillende programma's op (o.a. American Idols). In 2009 maakt ze een grote concerttour met haar nieuwe album door Amerika en doet ook Europa aan (Parijs, Berlijn, Lokeren). Momenteel is zij diverse keren voorgedragen voor de "Rock and Roll Hall of Fame" maar nog niet toegelaten. Eind 2009 trad zij op bij de uitreikingsceremonie van de Nobel Prijzen in Stockholm.
Indeling carrière in fasen
Terugkijkend op haar carrière kunnen drie fasen worden onderscheiden. In de jaren '70 is zij de sensuele en aantrekkelijke wat wilde jonge zangeres die veel meisjes als voorbeeld dient en ook door veel jongens als aantrekkelijke vrouw wordt gezien. Het succes wordt haar teveel (overigens waardeert zij het zelf helemaal niet dat ze in die periode wordt afgeschilderd als een soort seksbom, vooral met en n.a.v. nummers als "I Love to Love You Baby", "Try Me, I Know We Can Make It", "I Feel Love", "Deep Down Deep Inside" en "Hot Stuff"). De combinatie van haar sensuele verschijning, haar stem met een hoog en breed bereik en de samenwerking met producers Pete Bellotte en Giorgio Moroder zorgt voor de rest; ze wordt een ster, een idool. De samenwerking van Summer met Giorgio Moroder en Pete Bellotte is een belangrijke bijdrage geweest aan het doorbreken van zowel de disco als de latere techno. Met name het nummer "I Feel Love" was zijn tijd (1977) ver vooruit. Elk nummer op dat betreffende album, "I Remember Yesterday", belichaamde de muziekstijl van een decennium uit de 20e eeuw. I Feel Love was het laatste nummer van dat album en moest de jaren 90 belichamen. Achteraf gezien heeft het grote invloed gehad op enkele muziekstijlen uit de jaren 90, met name de techno en house. Een later album, uit 1980, "The Wanderer", is samen met het album "Bad Girls" uit 1979 van invloed geweest op de muziekstijlen van andere grote namen later uit de jaren 80, waaronder David Bowie, Billy Idol, Whitney Houston, Cyndi Lauper en Madonna.
Na de discoperiode, Donna's grootste tijd, worden veel van haar liedjes in de jaren '80 echter minder onstuimig, deels in de geest van de tijdsperiode van de jaren '80, deels waarschijnlijk vanwege haar eigen rustigere levensfase. Ze blijft wel nog steeds haar eigen songs schrijven en verdient miljoenen aan royalty's van haar oude hits. Haar nieuwe albums en singles verkopen nog steeds redelijk tot goed.
In de jaren '90 scoort ze echter vrijwel geen grote hits meer. Wel is ze met nieuwe singles in de Dance Charts nog steeds succesvol. Grote aantallen worden er echter niet meer verkocht van haar nieuwe album(s) en de verschillende nieuwe singles. Veel van haar nieuwe singles bevatten een groot aantal verschillende remixes van hetzelfde nummer. Na 14 jaar (gerekend vanaf haar laatste nieuwe album uit 1994), in 2008, is er weer een nieuw album van Donna, hiermee een record vestigend van hits (twee nummers van dit album krijgen een nummer één notering in de Amerikaanse Dance Charts) over een periode van meer dan 40 jaar. Met dit laatste album lijkt ze door te gaan op haar muzikale weg. Ze schrijft haar nummers nog steeds grotendeels zelf, in plaats van te rusten of alleen nog maar evergreens op te nemen. Ze blijft hiermee een kennelijk talent in de muziekbusiness.
Verkopen en onderscheidingen
Tot nu toe zijn er ruim 130 miljoen albums verkocht van Donna Summer. Ze heeft Grammy Awards gewonnen in 1978 (Last Dance), 1979 (Hot Stuff), 1983 (He's a Rebel), 1984 (Forgive me) en 1997 (Carry On). Ook heeft ze een Oscar ontvangen, naast andere onderscheidingen. Ze heeft inmiddels een eigen ster op de Walk of Fame.
Trivia
Summer heeft nooit deel uitgemaakt van de Three Degrees, in tegenstelling tot wat sommige mensen denken. Ook worden Donna Summer en Diana Ross weleens door elkaar gehaald.
Summer stond in de jaren zeventig in de Sovjet-Unie op een lijst met ongewenste buitenlandse personen, wegens haar volgens de regering van dat land te erotisch getinte nummers.
Haar stem uit haar nummers wordt ook nu nog gebruikt door andere producers, dj's en remixers voor eigen nummers. Een voorbeeld is het Franse duo Cassius met het nummer "1999" (remix, radio edit); hierin is de stem van Summer uit "If it Hurts Just a Little" van het album "Donna Summer" uit 1982 gesampled.
Donna Summer heeft drie dochters: Mimi, Brooklyn en Amanda.
Donna Summer is de enige artiest die achter elkaar nummer 1 in Amerika heeft gestaan met dubbel albums: "Once Upon A Time", "Live & More", "On The Radio" en "Bad Girls".
Donna Summer heeft als enige zangeres in elk van de laatste vier decennia (nummer 1) hits op haar naam staan.
Men schat het totale aantal verkochte platen van Donna Summer op 130 miljoen.
Naast zangeres is Donna ook songwriter. Ze heeft het grootste deel van haar songs en hits zelf (mee)geschreven en ontvangt hiervoor nog steeds grote bedragen aan royalty's.
Soulsister is een Belgischeband bestaande uit Jan Leyers en Paul Michiels. Soulsister (ook wel bekend als SoulSister, The Soul Sisters en Leyers, Michiels and SoulSister) waren actief tussen 1986 en 1995 een mix van soul en pop.
Geschiedenis
Tot 1985 zat Paul Michiels bij de Brits-Belgische rockbandOctopus, waarna hij enkele solosingles had uitgebracht. Na een optreden in Heist-op-den-Berg, de geboorteplaats van Michiels, stelde Jan Leyers zich aan hem voor. Dit leidde maanden later tot het opnemen van enkele singles. Guy Brulez van platenfirma EMI Group beluisterde de demo en liet, op voorwaarde dat beide mannen meer aan hun imago gingen werken, het nummer You Get To Me op single uitbrengen. Dit was in 1986 het debuut van Michiels en Leyers, onder de naam The Soul Sisters.
Hierop volgden de zelfgeschreven songs Talk About It en Like A Mountain. De hit The Way To Your Heart uit 1988 was de grote doorbraak voor The Soulsisters. Om verwarring te vermijden was de naam reeds veranderd in Soulsister. In diverse Europese landen werd het nummer een superhit en klom in de Billboard Hot 100 tot de 41ste plaats. In hetzelfde jaar kwam hun eerste album uit, It Takes Two. Wereldwijd werden er ruim 700.000 verkocht en ze tourden door heel Europa en de Verenigde Staten (oktober1989).
In 1990 volgde het tweede album genaamd Heat, waarvan er in België al meer dan 100.000 werden verkocht. Meer dan een jaar stond het album in de Top 50. In 1992 volgde het album Simple Rule, in samenwerking met David Werner en Jules Shear geschreven. Na dit album volgden nog diverse hits, waaronder Changes dat later door Tom Jones werd opgenomen.
In 1993 nam Sting Soulsister op in het voorprogramma van zijn Europese tournee Ten summoner's tales. Een jaar later nam Soulsister het laatste album Swinging Like Big Dogs op. Hierna volgde nog een Duitse tournee, maar Soulsister had door dat het voorbij was. In 1995 werd voor een laatste keer opgetreden in Beringen.
In 1997 werd met de uitgave van de compilatie-cd The Way To Your Heart aangekondigd dat dit het laatste album van Soulsister was. In 1999 kwam de tweede compilatie-cd uit, Try Not To Cry - The Singles Collection met als titelsong een niet eerder uitgebracht nummer en nieuwe hit.
Hierna scheidden de wegen van Paul Michiels en Jan Leyers zich. Michiels ging verder met zijn solocarrière en had nog enkele hits. Jan Leyers werkte na de scheiding nog aan enkele muziekprojecten, waarna hij de televisiewereld in ging.
In 2006 had Leyers Michiels te gast in zijn tv-programma Zomer op één. Na de show speelden ze samen nog wat oude nummers. Beiden hadden het gevoel dat het goed zat. Dit had tot gevolg dat er op 1, 7 en 8 maart2008 een concert in het Antwerpse Sportpaleis werd gegeven.
Van 19 oktober tot 11 november2007 was Soulsister te gast op Night of the Proms. Dit feest in het Sportpaleis was een opwarmertje voor het reünieconcert 2008. Ook werd er eind 2007 met slechts bescheiden succes een nieuwe single uitgebracht: Back In A Minute. Met de opvolger, How many waterfalls, haalde Soulsister in 2008 voor het eerst sinds bijna 10 jaar wel weer de hitlijsten.
Leden
Door de jaren heen waren de volgende personen lid van Soulsister:
Mariah Carey werd geboren op 27 maart 1970 op Long Island, New York en was het derde kind van Patricia Hickey (Ierse) en Roy Alfred Carey (Afro-Venezolaan). Patricia en Alfred hadden al een zoon, Morgan en een dochter, Alison. Op 30 April 2008 is Mariah getrouwd met Nick Cannon ( o.a. bekend van Wild'N Out en diverse films ). Na 5 a 6 weken een relatie te hebben, heeft Nick haar ten huwelijk gevraagd.
Ontdekking
Nadat ze haar diploma op de high school had binnengehaald, verhuisde Carey naar New York om haar kansen om zangeres te worden te vergroten. Om aan geld te komen had ze diverse baantjes. Zo werkte ze een korte periode in een kapperswinkel. De Amerikaanse zangeres Brenda K. Starr vroeg Carey als achtergrondzangeres voor haar platen. Toen Starr erachter kwam dat Carey over een geweldige stem beschikte en zelf ook erg graag zangeres wilde worden, zorgde zij ervoor dat Carey met de juiste mensen in contact kwam. Tijdens een feestje in november1988 werd Carey door Brenda aan Tommy Mottola (directeur van platenmaatschappij SONY Music) voorgesteld. Die luisterde naar een demo van de zangeres en was meteen in de ban van haar stem. Enkele dagen later had Carey een platencontract op zak en konden de opnames voor haar debuutalbum beginnen.
Debuutalbum
Er werd veel aandacht en geld gestoken in het eerste album van Carey. Samen met Ben Margulies schreef ze alle 11 nummers van de plaat. Als eerste single verscheen in mei 1990 de ballad Vision Of Love. Door SONY Music werd ze neergezet als de blanke Whitney Houston. Kort na de release van de single werd het debuut van de zangeres, simpelweg Mariah Carey geheten, uitgebracht. De combinatie van talent, goede marketing, goede looks en een portie geluk liet haar ster snel omhoog schieten. Vision Of Love maakte een lage intrede in de Amerikaanse Billboard Hot 100, maar dankzij veel promotie klom het nummer steeds hoger, en eindigde uiteindelijk op de eerste plaats. Het album werd al vrij snel na de release met platina bekroond.
In september volgde de tweede single Love Takes Time, opnieuw een ballad, eigenlijk voor haar tweede album gepland. Het nummer werd door haar label echter zo goed bevonden, dat ze besloot om het alsnog op haar debuut te zetten. Een goede zet, want de single werd haar tweede nummer 1-hit in Amerika. In Europa verkocht Love Takes Time stukken minder, maar haar album ging wel als warme broodjes over de toonbank. In Nederland kreeg met name de b-kant "Sent From Up Above" veel airplay, doordat het door de AVRO werd uitgeroepen tot AVRO's Radio 3 Tip. Ook kwam Mariah naar Nederland voor promotie en zong ze "Love Takes Time" live in Countdown. Begin 1991 werd Careys derde single Someday uitgebracht, ditmaal geen ballad maar een funky-achtige dansplaat. Dit wilde Carey zelf graag, aangezien ze niet gezien wilde worden als zangeres die enkel ballads kon zingen, maar ook een wat wildere kant had. De single werd Careys 3e Amerikaanse nummer 1-hit.
Na Someday verscheen er wederom een ballad, I Don't Wanna Cry. Met deze single wist de zangeres opnieuw de eerste plaats van de Billboard Hot 100 te bereiken. Hiermee vestigde Carey een record. Nog nooit eerder was het iemand gelukt om vier keer achter elkaar een nummer 1-hit te scoren, met singles die allemaal van hetzelfde album afkomstig waren. Van Mariah Carey gingen wereldwijd zo'n 17 miljoen stuks over de toonbank, waarvan 9 in Amerika alleen al. Daarnaast leverde het album de zangeres twee Grammy's op in 1991. In Europa werd niet "I Don't Wanna Cry", maar "There's Got To Be A Way" als vierde single uitgebracht. Helaas werd dit de minst succesvolle single van het album.
Emotions
Tussen alle promotiewerkzaamheden en optredens door, werkte Carey zoveel mogelijk aan nieuw materiaal. Het beste daarvan eindigde op haar tweede album Emotions, dat in september 1991 verscheen. De eerste single ervan met dezelfde naam, werd Careys vijfde Amerikaanse nummer 1-hit, waarmee ze de eerste zangeres was die dit voor elkaar had gekregen. Voor de remix voegde Mariah een nieuw intro aan het nummer toe. De verkoop van het album Emotions was, in tegenstelling tot het eerste album, een stuk minder. Toch had Carey een grote schare fans gekregen. De daaropvolgende singles Can't Let Go en Make It Happen haalden respectievelijk de tweede en vijfde plaats in de Billboard Hot 100. Van het album gingen er wereldwijd 12 miljoen stuks over de toonbank, waarvan 5 miljoen in de VS.
MTV Unplugged
De Unplugged-reeks op muziekzender MTV was sinds eind jaren 80, begin jaren '90 een grote hype. Artiesten werden door een intieme setting en uitgeklede versies van hun nummers vaak kwetsbaar neergezet. In 1992 kreeg Carey de kans om haar eigen Unplugged-album op te nemen. Naast haar eigen werk koos ze ervoor een nummer op te nemen van The Jackson 5: I'll Be There. In eerste instantie stonden er geen singles voor het live-album gepland, maar nadat het concert meerdere malen op tv was vertoond, werd SONY overladen met verzoeken of Careys versie van I'll Be There op single uitgebracht kon worden. Dat gebeurde en, wat niemand verwachtte, het eindigde op nr. 1 in de VS. Van MTV Unplugged gingen zo'n 6 miljoen stuks over de toonbank.
Music Box
Na de release van MTV Unplugged nam Carey even wat gas terug en concentreerde ze zich op haar privéleven. Op 5 juni 1993 trad ze in het huwelijk met de man die haar naar de top had gebracht, de 20 jaar oudere Tommy Mottola. Na hun huwelijksreis maakte Carey haar derde studioalbum af, waar ze al enige tijd mee bezig was geweest. In augustus verscheen de nieuwe single Dreamlover, een zomerse plaat die na enkele weken de eerste plaats haalde in de Billboard Hot 100. Dit was Careys 7e nummer 1-hit. Wereldwijd sloeg de single ook aan. Tot op heden is Dreamlover een van Mariah's succesvolste singles op radiostations in Europa. Het nieuwe album, getiteld Music Box, verscheen in september. Carey had, net als op haar voorgaande platen, de teksten grotendeels zelf geschreven. De zangeres ging nu voor de eerste maal op tournee. Diverse grote concertzalen in de Verenigde Staten werden aangedaan. Ondanks het succes leidde de tour de zangeres niet naar Europa, Azië en Australië.
Van Music Box werden na Dreamlover nog de singles Hero, Without You en Anytime You Need A Friend uitgebracht. Hero werd Carey's achtste Amerikaanse nummer 1-hit en vanwege de songtekst groeide het nummer uit tot een publieksfavoriet. Without You verscheen in 1994 en was een van de best verkochte singles van dat jaar in Europa. In veel landen behaalde Carey met deze coverversie van Harry Nilsson de nummer 1-positie. Without You kwam in de VS - ondanks enorme airplay op Amerikaanse radio- & tv-zenders, niet hoger dan nr. 3 in de Billboard Hot 100. Wel bleef het nummer erg lang in de Amerikaanse hitlijsten hangen. Waarschijnlijk ook om het feit, dat het daar een dubbele a-kant was met "Never Forget You", dat voor de maxi-cdsingle gemixt werd. De verkoop van de daaropvolgende single Anytime You Need A Friend was teleurstellend. Voor de eerste maal bereikte Carey met een single niet de top 10. Het nummer bleef steken op de 12e plaats in Amerikaanse hitlijsten. De fans waren echter allang blij, omdat Mariah (net als bij "Dreamlover") het nummer opnieuw had ingezongen voor de dance-mixen. Music Box groeide uit tot een enorm succes. Het schijfje ging maar liefst 30 miljoen keer over de toonbank. Wat trots werd bekend gemaakt door Sony Music destijds omdat dit Carey schaarde onder slechts enkele artiesten die met één album meer dan 30 miljoen stuks wist te verkopen. Het werd in de VS wegens 10 keer platina bekroond met een Diamond Award. Tot op heden is dit Careys meest succesvolle album en best verkochte plaat.
Merry Christmas
Een lang gekoesterde wens van Carey, een kerstalbum opnemen, ging in 1994 in vervulling. Halverwege het jaar dook de zangeres de studio in om aan dit project te gaan werken. Naast bekende traditionele kerstliedjes schreef de zangeres zelf 3 nieuwe composities voor dit album, waaronder All I Want for Christmas Is You. Dit nummer verscheen als eerste single van de plaat in november '94 en werd overal (met uitzondering van de VS waar de single niet commercieel werd gelanceerd) een groot succes. Velen zien All I Want For Christmas als een echte kerstklassieker. Jaarlijks wordt het nummer tijdens de feestdagen veel gedraaid op radio en televisie. Van het album Merry Christmas werden wereldwijd ongeveer 16 miljoen stuks verkocht, wat dit het best verkochte kerstalbum ooit maakte. In diverse landen werd de verkoop van het album gestimuleerd door de releases van promotiesingles, zoals Jesus Born On This Day, O Holy Night en Miss You Most (At Christmas Time). Australië kreeg "Joy To The World" (inclusief nieuw ingezongen remixes) als extra single. Het album werd in 2005 opnieuw uitgebracht. Dit keer als dualdisc met aan de ene kant het complete album plus een nieuw ingezongen remix van "Santa Claus Is Comin'To Town" en met aan de andere kant al haar kerstclips.
Daydream
Een groot deel van 1995 besteedde Carey aan het maken van haar volgende album. Als voorloper van het project verscheen in september de single Fantasy. Het nummer had veel weg van Dreamlover, maar was wel meer georiënteerd op hiphop en r&b. De single was wederom een mijlpaal in Careys carrière. In Amerika scoorde ze er haar 9e nummer 1-hit mee. De remixversie van de single (opgenomen met rapper Ol' Dirty Basterd) was eveneens een groot succes. De videoclip behaalde grote airplay op MTV. Mariah's nieuwe album Daydream verscheen in oktober. Qua sound was te horen dat Carey een iets andere kant was opgeslagen, zoals ze in Fantasy al had aangegeven: meer hiphop en r&b. Vlak voor Kerstmis dat jaar verscheen de tweede single van het album, One Sweet Day. Het was een duet tussen Carey en de Amerikaanse soulgroup Boyz II Men. De zangeres was al jaren een groot fan van de band. Het nummer was gebaseerd op het overlijden van David Cole (een songwriter met wie zij veel samenwerkte) en de manager van Boyz II Men. In Amerika wist het nummer vanuit het niets nieuw binnen te komen op de eerste plaats van de Billboard Hot 100. Uiteindelijk bleef het 16 weken op die plaats staan. Opnieuw een record voor de zangeres. Nog nooit eerder hield een single zo lang de eerste plaats bezet in de Amerikaanse charts.
Terwijl Daydream overal als een trein liep, ging Carey voor de eerste maal op wereldtournee. De Daydream World Tour leidde Carey van Europa naar Australië, van Azië naar de VS. Nederlandse fans konden haar zien in Ahoy Rotterdam. Tijdens de tour werden diverse singles van het album uitgebracht, waaronder Open Arms, Always Be My Baby en Forever. Als laatste single stond "Underneath The Stars" gepland, maar verscheen uiteindelijk alleen als promo. Always Be My Baby werd Careys 11e Amerikaanse nummer 1-hit. Tijdens een optreden in het Amerikaanse Madison Square Garden werden opnames gemaakt voor een VHS-cassette, die onder de titel Fantasy: Mariah Carey at Madison Square Garden in 1996 werd uitgebracht. Daydream werd - na Music Box - Careys best verkochte album ooit met een verkoop van 25 miljoen stuks wereldwijd. In Amerika won ze er haar tweede Diamond Award mee.
Butterfly
Zakelijk ging het Carey voor de wind, maar in haar privéleven ontstonden er nogal wat problemen. Haar echtgenoot Tommy Mottola bleek filmaanbiedingen voor de zangeres verborgen te houden. Daarnaast was hij het niet eens met het feit dat Carey zich steeds uitdagender ging kleden. In 1998 kondigden Carey en Mottola (na 5 jaar huwelijk) hun scheiding aan. Dit had effect op haar carrière. Ze kleedde zich sexy, en qua muziek ging ze ook steeds meer de r&b- en hiphopkant op. Dit was duidelijk hoorbaar op het zesde studioalbum Butterfly, dat half 1997 verscheen. De eerste single Honey werd een wereldhit en leverde Carey haar 12e Amerikaanse nummer 1-hit op. Het album viel qua verkoop - in tegenstelling tot haar voorgaande platen - wat tegen (15 miljoen exemplaren wereldwijd), maar Carey zelf was gelukkig met het album. Ze had het idee dat ze vrijer was dan ooit en muzikaal een enorme groei had doorgemaakt. Van Butterfly werden diverse singles uitgebracht, waarvan enkele in een aantal geselecteerde landen. Zo werden nummers als Butterfly, en The Roof enkel in Europa door Sony gelanceerd, terwijl in Amerika My All een groot succes werd en daar de eerste plaats bereikte. "Breakdown" verscheen alleen in Australië als single.
#1's
In april 98 deelde Carey het podium met Celine Dion, Shania Twain, Gloria Estefan en Aretha Franklin tijdens het benefietconcert VH1 Divas Live. Van dit concert verschenen een cd, VHS en dvd die allen uitgroeiden tot grote successen. Gezien al haar Amerikaanse nummer 1-successen werd besloten om een verzamelalbum uit te brengen, met daarop de desbetreffende hits. Het album verscheen onder de titel #1's, eind 1998 en bevatte - naast alle Amerikaanse nummer 1 -singles - ook enkele nieuwe opnames, waaronder Sweetheart met Jermaine Dupri, I Still Believe (een ode aan zangeres Brenda K. Starr die dit nummer in de jaren 80 voor het eerst opnam) en een duet tussen Carey en aartsrivale Whitney Houston. Het nummer, getiteld When You Believe, was tevens de titelsong voor de animatiefilm The Prince of Egypt. Mariah liet haar fans weten dat het bij #1's niet om een greatest hits-album ging, maar dat het een bedankje was voor het feit dat ze zoveel nummer 1-hits had kunnen scoren door de jaren heen. Een greatest hits-cd zou in een later stadium uitkomen. Bovengenoemde nieuw opgenomen tracks verschenen afzonderlijk op singles in 1998 en 1999. Opzienbarend was dat het duet tussen tussen Carey en Whitney Houston in Amerika niet hoger kwam dan nr. 15 in de Billboard Hot 100, ondanks dat de single gepaard ging met veel airplay. Het leverde de zangeressen zelfs een Oscar op voor Best Original Song. Buiten de VS was When You Believe wel een groot succes. In veel landen wisten de diva's (die door de jaren heen telkens met elkaar werden vergeleken en dus volgens velen wel een hekel aan elkaar zouden hebben, hetgeen nu niet waar bleek te zijn) de top 10 te behalen. Nieuwe nummers die niet op single verschenen, waren de duetversie van "Whenever You Call" en de cover "Do You Know Where You're Going To". Het album verkocht wereldwijd tot op heden ca. 17 miljoen exemplaren.
Rainbow
1999 was het jaar waarin Carey haar zoveelste studioalbum lanceerde. Rainbow was weer een typische Mariah Carey-plaat à la Daydream en Butterfly en had wederom de juiste ingrediënten om een succes te worden. De eerste single Heartbreaker was een samenwerking tussen Carey en rapper Jay-Z en werd Careys 14e Amerikaanse nummer 1-single. Hiermee werd ze de enige zangeres in de Amerikaanse muziekgeschiedenis die zoveel nr. 1-singles had weten te scoren. Het album Rainbow verscheen kort na de release van de single en was een succes, maar wist de eerste plaats in de VS niet te halen. Na Emotions werd dit haar minst verkochte album. Wereldwijd werden er van het schijfje 10 miljoen stuks verkocht. De tweede single werd Thank God I Found You, dat Carey opnam met zanger Joe en boyband 98 Degrees. Het werd haar 15e nummer 1-hit in Amerika, opnieuw een record voor de zangeres. Sinds haar debuut in 1990 was het haar gelukt om ieder jaar een nummer 1-hit te scoren in Amerika, wat haar de best verkopende artiest van de jaren 90 maakte. Eind 1999 werd bekend dat Carey wereldwijd zo'n 80 miljoen albums had verkocht: een unicum. Met Rainbow ging Carey voor de tweede keer op wereldtournee. Ze behaalde er opnieuw grote successen mee. Helaas stelde Carey haar Nederlandse fans teleur, toen bleek dat de Rainbow World Tour haar niet naar Nederland zou brengen. Wel gaf Carey een uitverkocht optreden in België.
De breuk met SONY Music
Na de wereldtournee besloot Carey om het nummer Can't Take That Away als volgende single uit te brengen. Het nummer had een speciale betekenis voor haar en om die reden wilde ze het graag delen met haar fans. Bij Sony Music was men niet zo blij met haar keuze. Men vond daar dat de nieuwe single een uptempoliedje moest worden, een single die de verkoop van het album beter zou stimuleren. Carey kreeg het gevoel dat het label haar niet begreep. De zangeres was een goudmijn, die als artieste moeilijk te doorkruisen was en dat was iets wat Sony goed wist. Carey kreeg haar zin en Can't Take That Away verscheen op single. De relatie tussen Carey en Sony verslechterde en de scheiding tussen Carey en Mottola leek hier grotendeels mee te maken te hebben. Carey begon berichtjes op haar website te plaatsen waarin ze haar fans verzocht om Can't Take That Away zoveel mogelijk aan te vragen op hun lokale radiostation. Een van de desbetreffende berichten:
"Basically, a lot of you know that the political situation in my professional career is not positive. It's been really, really hard. I don't even know if this message is going to get to you because I don't know if they want you to hear this. I'm getting a lot of negative feedback from certain corporate people. But I am not willing to give up."
De acties van Carey bleken niet te helpen. Het nummer bleef steken op nummer 28. SONY, die Mariah niet helemaal haar zin had willen geven, had van de single een dubbele a-kant gemaakt. "Crybaby" ging ook vergezeld van een clip en zo stond Mariah voor het eerst in Amerika in de hitlijsten met een dubbele a-kant. In Nederland werd "Crybaby" een dubbele a-kant met de cover "Against all odds". De single was nauwelijks de top 40 uit of het kwam al opnieuw de top 40 binnen. Dit keer als duetversie met Westlife. Ten slotte kwam ook "Can't Take That Away" op single in Nederland, dat met name op Sky Radio veel airplay kreeg. De zangeres was intussen bezig met de voorbereiding van haar eerste speelfilm Glitter en de bijbehorende soundtrack, maar ze had sterke twijfels of Sony dit project goed wilde promoten. Halverwege 2000 werd bekend dat het platencontract bij SONY Music was ontbonden, en dat terwijl Carey nog één album had moeten opnemen voordat haar contract ten einde liep.
Glitter
Na haar vertrek bij Sony ondertekende ze een contract bij EMI-Virgin voor 100 miljoen dollar, voor de komende 4 cds. Dit werd gezien als de allergrootste platendeal uit de geschiedenis van de muziek. De langverwachte speelfilm Glitter en de gelijknamige soundtrack verschenen op 11 september 2001. Als eerste single werd het nummer Loverboy uitgebracht. Wegens de aanslagen in de VS op 11 september werd de presentatie van het album uitgesteld, maar achteraf gezien bleek dat het album niet de juiste capaciteiten had om een succes te worden. Zowel de film als de soundtrack flopten genadeloos. Er gingen van het album slechts 2 miljoen stuks over de toonbank, wat erg weinig is voor een artiest die altijd meer dan 5 a 10 miljoen stuks van ieder album weet te verkopen. Hierna stortte Carey (wegens een overvolle agenda) volledig in, zowel fysiek als emotioneel. Vervolgens werd de zangeres een poosje in een rusthuis verpleegd. Concerten die ze in Japan en Australië had gepland, werden om die reden afgezegd. Rond diezelfde periode bracht SONY Music een Greatest Hits-album op de markt, waarvan een magere 3 miljoen exemplaren wereldwijd werden verkocht. Voor de speelfilm Wise Girls (waarin Carey haar tweede filmrol had) werd de promotie wegens Careys instorting stopgezet. Wel werd er nog een tweede single van het album uitgebracht. Het werd de de dubbele a-kant "Never Too Far", "Don't Stop (Funkin' For Jamaica)". In Amerika kwam de medley "Never Too Far/Hero" op single met een nieuw nummer op de b-kant. Als volgende single stond "Last Night A DJ Saved My Life" gepland, maar dit werd uiteindelijk niet uitgebracht, ondanks dat Mariah wel al begonnen was met promotie voor het nummer. In 2002 bleek dat Emi-Virgin van de zangeres af wilde, omdat het project Glitter was geflopt. Het label kocht het contract van Carey voor een fractie van het oorspronkelijke bedrag af. Ook verloor de zangeres in dat jaar haar vader.
Charmbracelet
In 2002 tekende Carey een platencontract bij Universal Music. Hierna legde ze zich toe op het maken van een nieuw album dat haar een comeback moest bezorgen. Aan het eind van het jaar verscheen de single Through The Rain, een autobiografische ballad waarin Carey zong over de slechte periode die ze had meegemaakt. Het nummer werd in eerste instantie alleen buiten Amerika uitgebracht. In veel landen scoorde Carey er een hit mee. In 2002 werd de single alsnog in de VS uitgebracht maar bereikte geen hoge positie in de Billboard Hot 100: nummer 81. Een danceversie van het nummer was op de Amerikaanse radiozenders populairder dan het origineel. Het nieuwe album Charmbracelet zag net voor Kerstmis het daglicht. De verkoop viel tegen. Er gingen 2,5 miljoen stuks van over de toonbank. De daarop uitgebrachte single "Boy (I Need You)" wist het album niet naar een hoger niveau te krijgen. Toch ging Carey met dit album in 2003 op wereldtournee, een tour waarmee ze diverse kleinere zalen aandeed. Er gingen geruchten dat het publiek niet warm liep voor de tickets, maar Carey ontkende dit en verklaarde dat ze juist in kleinere zalen wilde optreden om zo een meer intieme sfeer met haar fans te krijgen. Tijdens deze tour bezocht de zangeres voor de tweede keer Nederland. In Ahoy Rotterdam gaf ze een avondvullende show. Halverwege de tour scoorde Carey een hit met het nummer I Know What You Want, wat ze opnam met rapper Busta Rhymes. In België verscheen als laatste single van het album de cover "Bringin' On The Heartbreak". In oktober verscheen er een dubbelalbum met daarop remix-versies van Careys succesvolste singles onder de titel The Remixes. Na de tour lastte de zangeres een lange rustpauze in.
The Emancipation Of Mimi
Medio 2005 liet de zangeres weer van zich horen met de single It's Like That, afkomstig van het nieuwe album The Emancipation Of Mimi. De single bereikte de 16e plaats van de Amerikaanse hitlijsten. Het nieuwe album kwam - een week na de release - nieuw binnen op de eerste plaats. Om op het succes verder te liften verscheen er al vrij snel een tweede single: We Belong Together. Wegens airplay op radio en televisie in de VS, bereikte Carey (na 5 jaar) de eerste plaats van de Billboard Hot 100, haar 16e Amerikaanse nummer 1-succes. Het album werd meerdere malen met platina bekroond en was wereldwijd een groot succes. Met We Belong Together scoorde Carey haar grootste hit sinds jaren. Haar carrière zat duidelijk weer in de lift. Van The Emancipation Of Mimi verschenen in een later stadium nog de singles Shake It Off (in Amerika), Get Your Number (in Europa), Don't Forget About Us (Careys 17e Amerikaanse nummer 1-hit), en Fly Like A Bird (alleen als promo single). Het album kreeg acht nominaties voor de Grammy Awards. Ondanks dat wist Carey slechts 3 van de nominaties te verzilveren. De teller van dit album staat momenteel op 10 miljoen verkochte exemplaren wereldwijd. Het album werd twee keer uitgebracht. De latere (platina) editie bevat vier nieuwe nummers, waaronder de hit "Don't Forget About Us".
E=MC²
In april 2008 verscheen het nieuwe album van Mariah Carey genaamd E=MC² naar de natuurkundige formule van Albert Einstein. De eerste single afkomstig van het album Touch My Body leverde Mariah direct een record op doordat zij het record van de meeste nummer 1 hits afnam van Elvis Presley (17). De teller van Mariah staat nu op 18 en die van The Beatles op 20. Mariah is de enige nog actieve artiest die nu kans maakt om het record te breken van The Beatles. Het album kwam in de Amerikaanse hitlijst binnen op nummer 1 met een openingsverkoop van 462.971. Dit is niet alleen de beste openingsweek van Mariah, maar ook de beste openingsweek voor een vrouw dit jaar. Als tweede single werd in Amerika Bye, Bye uitgebracht, echter door de zwakke promotie haalde het nummer slechts de 19e positie. De reden van de zwakke promotie was Mariah's privé geluk. Ze trouwde met de comediant/deejay Nick Cannon. Als derde single in Amerika en als tweede single voor Europa is het nummer I'll Be Loving U Long Time uitgebracht. Helaas sloeg het nummer nergens goed aan, dit wederom door matige promotie. In Europa was er zelfs geen sprake van promotie. Het nummer heeft dan ook geen echt boost aan de album sales kunnen geven. De vierde single release was "I Stay I Love" waarvan de videoclip overal te zien was in Amerika. De videoclip werd geregisseerd door haar man Nick Cannon. De video is een combinatie van "Breakdown" en "Bringin' on the Hearbreak".
Het album staat momenteel wereldwijd op een verkoop van 2,5 miljoen albums. Waarvan alleen al in Amerika 1.2 miljoen werden verkocht. In januari 2009 is er een nieuw verzamelabum uitgekomen getiteld "The Ballads".
Toekoms
Een van Mariah's opkomende projecten is de speelfilm Tennessee. De film is geregisseerd door Aaron Woodley, in de film speelt Carey Krystal, een karakter die haar man ontvlucht om haar droom na te jagen. Voor de film schreef Carey samen met Willie Nelson het nummer: Right to dream. Dit nummer is speciaal voor het karakter Krystal geschreven en is Careys eerste country-nummer. De film wordt eind dit jaar in de theaters verwacht.
Na de succesvolle launch van Mariah's eigen geur "M" is nu ook een tweede geur verschenen met de naam "Luscious Pink". Ook deze geur wordt weer gedomineerd door exotische geuren.
Er is ook een nieuw album op komst: "Memoirs of an imperfect angel". Het album wordt tegen het einde van de zomer verwacht.Nieuw kerstalbum en zwangerschap (2009-huidig)
Mariah Carey op de 82ste Academy Awards (Oscars), 7 maart 2010. Carey was bij de ceremonie namens de film Precious. Voor haar rol in deze film ontving ze lovende kritieken.
Memoirs Of An Imperfect Angel en filmrol
In dezelfde periode dat haar vorige album verscheen, lanceerde Carey haar eigen parfum genaamd "M" wat later werd gevolgd door een tweede geur onder de naam "Luscious Pink". In september 2010 lanceerde de zangeres wederom een nieuw album: Memoirs Of An Imperfect Angel. De singles Obsessed en I Want To Know What Love Is (coverversie van de Rockgroep Foreigner) werden grote hits alleen de verkoop van het album viel met 1,5 miljoen exemplaren wereldwijd tegen.
Voor 2009 was er in eerste instantie het plan om een remix-album uit te brengen onder de naam Angels Advocate. Er werden al 2 singles van uitgebracht: Up Out My Face en Angel's Cry maar deze presteerden in de charts zo slecht, dat de uiteindelijk release van het album gecancelled werd. Wel vond de Angels Advocate Tour plaats die haar naar diverse Amerikaanse steden bracht en daarbuiten ook enkele shows in Zuid Amerika, Azië en Afrika aandeed. Europa werd overgeslagen.
Carey maakte in 2009 opnieuw een opwachting op het witte doek, ditmaal in de speelfilm Precious, waar ze een maatschappelijk werkster speelde in een zwarte achterstandsbuurt van New York. De film was een commercieël en kwalitatief succes. In een groot contrast met Glitter kreeg Carey lovende kritieken voor haar rol; vooraanstaand filmcriticus Roger Ebert noteerde dat Carey een acteerprestatie neerzette die identiek was in kwaliteit als de voor een Oscar genomineerde hoofdrolspeelster Gabourey Sidibe.
Zwangerschap
Tijdens de Angels Advocate-tour doken er telkens geruchten op dat Carey en haar man Nick Cannon in verwachting waren van hun eerste kind, maar dit werd door beiden telkens ontkracht. Comedienne en talkshowpresentatrice Ellen DeGeneres zette tijdens een interview in haar show de zangeres voor het blok door te vragen of ze daadwerkelijk zwanger was, waarop Carey niet echt duidelijk antwoord gaf. Om de zangeres uit de tent te lokken voor een eerlijke reactie, besloot DeGeneres met champagne te toasten op het feit dat Mariah niet zwanger was, dit tot grote verbazing van de zangeres zelf en hilariteit bij het aanwezige publiek. Hierop werd de zwangerschap tenslotte bevestigd; Carey voegde er later aan toe dat zij en Cannon voorzichtig waren geweest met het nieuws aangezien Carey eerder een miskraam had gehad. Ze bevestigde op natuurlijke wijze zwanger te zijn geworden. Carey is uitgerekend in voorjaar 2011.
Merry Christmas II You
Carey had al diverse malen aangegven graag een tweede kerstalbum te willen maken. Half 2010 dook ze de studio in met onder meer Randy Jackson en Dallas Austin om aan dit project te werken. Het album verschijnt half november wereldwijd onder de titel Merry Christmas II You en bevat (net als haar vorige kerstalbum) een selectie van bekende kerst classics en nieuwe geschreven liedjes waarvan Oh Santa! de eerste single is.
Mariah Carey weer thuis met tweeling van onze redactie
AMSTERDAM - Mariah Carey kan haar geluk niet op, haar tweeling Monroe en Moroccan slapen vanaf nu in hun eigen bedjes.
De zangeres laat via Twitter weten dat ze na een verblijf van twee weken in het ziekenhuis eindelijk weer thuis is. "Veel aan het Twitteren want eindelijk thuis met baby's, man en honden", zo schrijft ze.
En de kinderen genieten sinds hun geboorte van de zangkunsten, in de verloskamer werd de live versie van Mariah's hit Fantasy gedraaid, van hun moeder: "De baby's aka Roc + Roe slapen vredig. Ik heb net zachtjes voor ze gezongen, voel me gezegend."
De zangeres kreeg onlangs nog de schrik van haar leven toen ze in het ziekenhuis oog in oog stond met de kinderbescherming. "Een verpleegster deed de suggestie dat mijn vrouw misschien een klein beetje Guinness bier kon drinken omdat het gist daarin goed is voor borstvoeding. Waarschijnlijk heeft iemand dat gehoord en zo het verhaal de wereld in geholpen dat mijn vrouw verslaafd is", vertelde haar man Nick Cannon hierover.
Ze werd geboren op een schip, als dochter van een binnenvaartschipper. In 1966 werd ze ontdekt tijdens een concert van Peter Koelewijn, toen ze als 17-jarig meisje op het podium een lied mee mocht zingen. In 1967 kreeg ze via Koelewijn een platencontract en maakte ze onder de artiestennaam Bonnie St. Claire haar eerste single.
In de eerste helft van de jaren 70 scoorde ze enkele solohits, aanvankelijk nog Engelstalig en onder meer met Tame me, Tiger dat doet denken aan de destijds populaire Troggs en het balladachtige nummer I won't stand between them. Ook deed ze mee met een Duitsschlagerfestival. In 1972 ging ze samenwerken met de groep Unit Gloria (voorheen Gloria), waarmee ze verschillende hits in Nederland en in het buitenland scoorde. In 1975, na de minihit Rocco don't go, stopte de samenwerking. Later dat jaar deed ze mee met het artiestenensemble van het label Philips dat de KersthitEen heel gelukkig Kerstfeest de top tien in zong. In 1976 scoorde ze een grote Nederlandstalige hit met Dr. Bernard, waarop Ron Brandsteder te horen is als dr. Bernard, en in 1977 met de Conny Vandenbos-coverIk ben gelukkig zonder jou. In 1980 deed ze mee met een ensemble op Het grote sprookjeslied.
Ook in de eerste helft van de jaren '80 scoorde St. Claire enkele grote hits in Nederland, waaronder Pierrot, Bonnie kom je buiten spelen, Jij en ik en Sla je arm om mij heen. Met zangeres José zong ze bovendien enkele duetten, vooral Nederlandstalige covers van hits van ABBA, waaronder Zoals vrienden doen en Cassandra, en in 1982 deed ze mee met de benefietsingleEen kind een kind.
Hierna brak een periode aan waarin St. Claire geen hits meer scoorde. Deze periode werd in 1991 onderbroken door twee Top 40-hits. Sinds 1991 scoorde ze geen hits meer, ondanks dat ze nog enkele singles uitbracht. Wel bleef ze actief optreden. In 1992 scheidde Bonnie na een huwelijk van veertien jaar van Unit Gloria-gitarist en platenpluggerAlbert Hol.
In 2004 kwam St. Claire negatief in het nieuws, toen ze door de rechter veroordeeld werd tot 20 dagen gevangenisstraf omdat ze in 1997 voor de derde keer een auto-ongeluk zou hebben veroorzaakt terwijl ze onder invloed van alcohol was. Eerder had ze al een taakstraf gekregen voor het veroorzaken van een ongeluk onder invloed van alcohol.
In december 2004 trouwde St. Claire met haar 19 jaar jongere vriend Arne-Jan Jongebloed. Bijzonder was dat dit huwelijk rechtstreeks op de Nederlandse televisie (door SBS 6) werd uitgezonden.
In het programma Koefnoen wordt zij vaak gepersifleerd, waarin vooral het accent wordt gelegd op het van haar geschetst beeld als zou zij vaak dronken zijn. Tijdens het Televizier Ring Gala 2006 bekende ze dat ze de eerste keer dat ze de persiflage zag, dacht dat ze naar zichzelf keek .
Op 17 januari 2007 nam St. Claire deel aan De Nationale IQ Test, georganiseerd en op televisie uitgezonden door de omroep BNN. Volgens de test had zij een IQ van 52. St. Claire beweerde enkele dagen later dat de stemkast waarmee zij de antwoorden invulde kapot was. Volgens de redactie van het programma functioneerde het kastje echter prima, maar was ze vaak te laat met het indrukken van het juiste antwoord. Op 23 januari maakte ze bekend nog een IQ-test te willen doen, om de eerste te weerleggen.
Daarna was St. Claire wekelijks samen met Viola Holt te zien in het Tien-programma Het glas is halfvol waarin de twee samen feestjes afstruinden. Dit programma werd al snel van de buis gehaald.
In oktober 2008 was Bonnie te zien als bijrolletje in de Halloween film "Eddie the Movie" van Eddie de Clown, hierin speelt Bonnie een cameo als character van het pretpark Walibi World.
In november 2008 werd St. Claire met een ernstige leverbeschadiging
In het begin van de jaren 90 speelde Sarah samen met haar broer Gert in een amateurbandje, The Basement Plugs. Broer en zus werden hierdoor ontdekt en kregen een platencontract aangeboden. Onder de naam The Choice brachten ze hun debuutalbum uit. Later werd de naam veranderd in K's Choice, waarmee ze nog drie studioalbums maakten en enkele grote hits scoorden, zoals Not an addict.
Toen K's Choice in 2003 besloot om een jaar rust te houden, ging Sarah aan het werk om een soloalbum te maken. Allereerst bracht ze het minialbum Go uit en in maart 2005 verscheen het volledige album Scream, met daarop o.a. de singles Not Insane en Stay. In 2005 schreef ze ook voor het eerst een Nederlandstalig nummer genaamd Leef, wat tevens de titelsong werd van de gelijknamige film Leef!. Op 23 januari 2006 verscheen een duet van Sarah Bettens en Stash op single, genaamd I need a woman.
In december 2006 tourde ze samen met muzikale duizendpoot Tom Kestens door Vlaanderen met de theatertour From Scream to Whisper. In 21 dagen speelde ze 17 concerten die allemaal uitverkocht waren.
Op het album 2007 van The Scene, waarop de band een aantal van zijn eigen nummers opnieuw opneemt, is ze gastzangeres in het nummer Blauw.
Op 28 september 2007 had het nieuwe album van Sarah Bettens moeten verschijnen, getiteld Shine. De Vlaamse krant 'De Morgen' besliste echter om in samenwerking met Universal Music het album op 13 oktober 2007 gratis in 120.000 exemplaren bij de krant te geven. Deze actie bleek een succes en de krant moest nog 60.000 keer bijgedrukt worden. De Belgische winkeleditie van Shine bevat zes extra live-tracks die tijdens een showcase in de KVS werden opgenomen. Van Shine verschenen twee promosingles, Daddy's gun en I can't get out.
Eind 2008 tourde Sarah door West-Europa met de theatertour Never say goodbye. Hierbij speelde zij louter akoestische liedjes, waaronder een stel covers van onder andere Stevie Wonder (Don't you worry 'bout a thing), Otis Redding (Sitting on the dock of the bay), Jacques Brel (Ne me quitte pas), The Commodores (Three times a lady) en Abba (Money money money). De tournee startte op 26 november in Verviers en leidde vervolgens naar Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zwitserland en Luxemburg. Bij de concerten was exclusief de cd Never say goodbye verkrijgbaar. Hierop staan voornamelijk akoestische nummers die live zijn opgenomen bij de From Scream to Whisper-tournee van 2006. Twee van deze nummers zijn covers: Cry me a river van Julie London en I can't make you love me van Bonnie Raitt. Ook staan er drie nieuwe studioliedjes op van Sarah zelf, I can do better than you, Slow you down en Win me over.
Sarah zingt ook mee op het album Oktober van Bløf, dat op 1 oktober 2008 verscheen. Sarah is te horen in de nummers Van veraf was het zo mooi, Labrador en Hoe lang blijf je binnen?.
Devadip Carlos Santana (Autlan de Navarro, 20 juli1947) is een Mexicaansegitarist. Hij werd beroemd met Santana, de band die zijn achternaam draagt en al succesvol is sinds het eind van de jaren zestig. De band viel op door de mix van Latijns-Amerikaanse instrumenten met het gitaarspel van Carlos Santana.
Biografie
Santana werd geboren in het Mexicaanse Autlan de Navarro (Jalisco). Hij kwam al vroeg in aanraking met muziek: zijn vader speelde viool in een mariachiband. Toen hij acht jaar was begon Santana gitaar te spelen. Het gezin verhuisde naar Tijuana, waar Santana in clubs en bars speelde, en begin jaren zestig verhuisde het gezin naar San Francisco.
In 1966 was hij één van de oprichters van de Santana Blues Band. De band droeg zijn naam, omdat het vanwege de muzikantenvakbond verplicht was om een band te vernoemen naar de muzikale leider. De band had echter geen muzikale leider, het was meer een collectief. Na een tijdje werd de naam ingekort tot Santana en op 16 juni1968 maakte de band zijn debuut in the Fillmore. In 1969 maakte Carlos Santana zijn albumdebuut op The Live Adventures of Mike Bloomfield and Al Kooper van Mike Bloomfield en Al Kooper, waar hij op enkele nummers gitaar speelde.
In de tussentijd kreeg Santana een contract bij Columbia Records en bracht de band een eerste album uit, Santana genaamd. De band trad op op Woodstock, en bracht begin jaren zeventig enkele succesvolle albums en singles uit. In 1971 viel de band echter als gevolg van muzikale meningsverschillen uit elkaar.
In 1972 trad Carlos Santana solo op met Buddy Miles. Datzelfde jaar kwam Caravanserai uit, het vierde album van de Santana band. Dit album betekende een nieuwe beweging van de band richting fusion. Ook bestond Santana vanaf toen niet meer uit vaste muzikanten (met uitzondering van Carlos), maar uit bijdragen van gastmuzikanten.
Onder invloed van goeroe SriChinmoy veranderde hij zijn naam in Devadip Carlos Santana, wat "het oog, de lamp, en het licht van God" betekent. Samen met John McLaughlin, gitarist van Mahavishnu Orchestra en mede-volgeling van Chinmoy, bracht hij het album Love Devotion Surrender uit. In 1974 werkte hij samen met Turiya Alice Coltrane, de weduwe van John Coltrane.
Gedurende de jaren zeventig bracht hij meer albums uit met Santana, maar het succes nam af. In 1979 kwam zijn eerste soloalbum uit, Oneness/Silver Dreams Golden Reality. Later wisselde hij soloalbums af met albums van de band. In 1987 bracht hij het album Blues for Salvador uit, waarvoor hij een Grammy Award voor Beste Instrumentale Rockperformance kreeg. In 1990 stapte Santana over naar een nieuw label, Polydor, waar hij een eigen label kreeg, Guts and Grace.
In 1999 bracht Santana het album Supernatural uit, wat mede door de hits Smooth en Maria, Maria en de samenwerking met enkele succesvolle artiesten (waaronder Wyclef Jean, Lauryn Hill, Eric Clapton, Rob Thomas van Matchbox 20 en Everlast) uitgroeide tot de grootste hit uit zijn carrière. Santana stond vanaf dat moment weer volop in de belangstelling. Deze succesformule zette hij voort op zijn volgende albums, Shaman uit 2002 (onder andere met de hit The Game of Love met Michelle Branch) en All That I Am uit 2005 (met onder andere Steven Tyler van Aerosmith). In 2007 was hij te horen op de hit Illegal van Shakira. In 2007 werkte hij ook samen met Chad Kroeger van Nickelback; samen brachten zij de hit Into the Night uit.
Een breedsmoelkikker gaat naar een fotograaf om een foto te laten maken. Ineens zegt de fotograaf : Je smoel gaat er niet op ! IK tel tot 3 en jij zegt het woordt confituur, zodat je lippen naar voren komen in plaats van opzij, ok? 1 2 3 jelei!!!!!!!!!!
Verjaardag, verjaardag, verjaardag Dat is die dag, die je nooit vergeten mag Die dag, toen je voor het eerst het licht zag en voor het eerst op moeders buik lag Op die dag, toen jij je voor het eerst liet horen en iedereen blij was dat jij was geboren Dat was allemaal op die dag, die dag die je nooit vergeten mag
Vandaag wordt Roxaan 14 jaar, namens de hele familie en vrienden wensen we haar een gelukkige verjaardag
Toontje Lager werd in 1978 onder de naam Maandverband opgericht door Hermelink. In 1979 werd de naam gewijzigd in Toontje Lager. Met zanger Bert Vermaas werd in 1980 de eerste (titelloze) elpee uitgebracht. Het nummer Kontaktrock genoot enige bekendheid doordat het op de verzamelelpee Uitholling Overdwars verscheen. Het nummer is op single uitgebracht, als B-kant van Ja Verrek.
Nadat Vermaas de band verlaten had, trad Erik Mesie als nieuwe zanger toe. Vermaas zou later van zich doen spreken in de Nijmeegse band Het Beest. De albums Erop of Eronder (1982) en Stiekem Dansen (1983) waren vrij succesvol, mede dankzij het feit dat Nederlandstalige popmuziek op dat moment hot was. In 1982 werd In Gedachten, de B-kant van de single Ben Jij Ook Zo Bang, door luisteraars van radiozender Hilversum 3 uitgeroepen tot B-kant van het jaar.
De groep ging in 1985 uit elkaar. Erik Mesie maakte sindsdien twee soloalbums. Bert Hermelink trad op als cabaretier. In 1988 schrijft hij zich in voor het Leids Cabaret Festival en bereikt hij de finale. Hij speelde tot 2007 regelmatig in de Nederlandse theaters. Hermelink heeft nu een eigen muziekstudio in Deventer en produceerde in 2005 het debuutalbum Dingen Te Doen van zanger Martin Groenewold, waarop ook verscheidene Hermelink-composities staan. In maart 2008 volgt een tweede cd, met de titel Zoiets Moet Het Zijn.
In het najaar van 2008 werd Mesie benaderd voor een aantal optredens in het kader van de Ze Zijn Terug!!-tour, een concertreeks met verschillende Nederlandstalige groepen uit de jaren tachtig. Door financiële problemen van de organisator werd deze tournee echter al na één optreden afgeblazen.
Knowles maakte, samen met Kelly Rowland en Michelle Williams, deel uit van de vrouwensoulgroep Destiny's Child maar treedt tegenwoordig als soloartiest op de voorgrond. In haar solocarrière treedt haar vader Mathew Knowles op als haar co-producent, en haar moeder Tina Knowles als stylist. In totaal heeft Beyoncé tien Grammy's gewonnen, drie Grammy's met Destiny's Child en zeven als solozangeres. Ze heeft ook vele MTV awards gewonnen.
Biografie
In 2003 bracht Beyoncé het album Dangerously in Love, dat wereldwijd meer dan twaalf miljoen keer verkocht werd. Voor dit album werkte ze samen met onder andere Missy Elliott, Sean Paul en Jay-Z. Beyoncé werd wereldwijd bekend door haar meidengroep 'Destiny's Child'. Op 13 juni 2005 werd bekend gemaakt dat Destiny's Child uit elkaar zou gaan. Het laatste optreden vond plaats op 10 september 2005 in Vancouver.
Tweede soloalbum
Haar tweede album kwam in 2006 uit en heette B'Day. Een toepasselijke titel, want Knowles vierde op 4 september dat jaar haar 25ste verjaardag. Het album werd binnen twee weken na de voltooiing van de opnames van de film Dreamgirls opgenomen. Het album kwam in de Amerikaanse Billboard 200 op nummer 1 binnen met meer dan 541.000 verkochte kopieën in de eerste week. In april 2007 bracht ze B'Day opnieuw uit onder de naam B'Day Deluxe Edition, dat een iets andere tracklist dan de eerste versie van het album heeft. De Deluxe Edition bevat onder andere Spaanstalige liedjes en er staat een duet op met zangeres Shakira, Beautiful Liar. Het bijzondere aan de release van dit album is, dat Beyoncé voor elk lied een videoclip maakte. Beyoncé was hiermee de eerste Afro-Amerikaanse zangeres die dit heeft gedaan (50 Cent was haar voor; hij was de eerste mannelijke Afro-Amerikaanse artiest). De clips staan op de bijbehorende dvd van het album, getiteld B'Day Anthology Video Album. Om haar album te promoten startte Beyoncé 10 april 2007 met haar wereldtournee: The Beyoncé Experience.
Op 4 april 2008 trouwde Beyoncé in besloten kring met Jay-Z in New York.
I Am.. Sasha Fierce.
In november 2008 bracht Knowles haar derde soloalbum I Am... Sasha Fierce uit. In een interview met producer Rodney Jerkins zei hij dat de stijl van het album steeds verandert en dat het album is geïnspireerd door de film Cadillac Records waarvoor Beyoncé is gecast om de rol van Etta James te vertolken. Het album is onderverdeeld in 2 cd's. Het eerste deel van het album 'I am..' bevat vooral rustige nummers waarin Knowles vocale prestaties de boventoon voeren. Het 2e deel van het album 'Sasha Fierce' bevat uptempo-nummers. Ook in het fotoboekje bij de cd wordt een onderscheid gemaakt tussen de Beyoncé en Sasha Fierce. Voor het 'I am..' deel poseert ze rustig in sobere kledij, terwijl ze voor 'Sasha Fierce' motorjackets en met zwaardere make-up lustig in de camera kijkt. In oktober 2008 kwamen de eerste twee singles van het album uit: If I Were a Boy (I am...) en Single Ladies (Put a Ring on It) (Sasha Fierce). Beyoncé was daarmee een van de eerste artiesten die 2 singles tegelijkertijd uitbracht. De singles hadden beide hun videopremière op het internet. De volgende singles zijn Halo (I am...) en Diva (Sasha Fierce). Ze is nu bezig met I Am ... Tour en is op 2 en 3 mei 2009 in Nederland geweest en op 7 mei in België. Haar I Am ... Tour eindigt in november.
Films
De laatste jaren is Knowles ook actief als actrice. Zo speelde ze onder andere een hoofdrol in het derde deel van Austin Powers en in 2006 de remake van The Pink Panther. In 2006 kwam Dreamgirls uit in de bioscoop. In deze film speelt Beyoncé samen met Eddie Murphy, Jamie Foxx en American Idol finaliste Jennifer Hudson. Onlangs heeft Beyoncé de film "Cadillac Records" gefilmd waarin zij de rol van blueszangeres Etta James vertolkt. Voor deze rol werd zij gecoacht door de enige echte Etta James zelf. Voor deze film moest ze zeker 8 kilo bijkomen. De film kwam eind december 2008 uit in Amerika. In 2009 kwam de film 'Obsessed' uit. Een thriller waar Beyoncé de hoofdrol vertolkt als Sharon.
Knowles, een mezzosopraan met een bereik van maar liefst 3 en een halve octaaf , is altijd leadzangeres van Destiny's Child geweest. Jon Pareles van de Amerikaanse krant The New York Times sprak uit dat Beyoncé de stem heeft die de groep compleet maakt. James Anthony van de The Guardian noemt haar stem snel, met bijna hikkende vocale technieken. The Cove Magazine plaatste Beyoncé's stem op nummer zeven in hun top 100 van de beste pop vocalisten wereldwijd. Dit betekent dat Beyoncé 48 punten kreeg voor haar stem, terwijl het maximaal te behalen punten 50 was.
Beyoncé's muziek wordt beschreven als een moderne vorm van R&B, maar het bezit ook invloeden van muziekgenres als dancepop, pop en soul. Ook nam de zangeres een aantal liedjes op in het Spaans voor de re-release van haar tweede soloalbum B'Day. Met Destiny's Child had zij al eerder een Spaans nummer opgenomen. In haar jeugd kreeg Beyoncé op school Spaanse les, maar tegenwoordig spreekt zij slechts een paar woorden Spaans. Voor de opname van de Spaanse nummers werd zij per telefoon gecoacht door Rudy Perez. Beyoncé heeft ook een keer in het Frans gezongen tijdens de Oscars.
In 2010 lanceerde Beyoncé haar eigen parfum genaamd Heat. Eerder speelde ze al een rol in televisiereclames voor parfums van Tommy Hilfiger en Emporio Armani.
Deep Purple is een Britsehardrockband. De groepsnaam is afgeleid van de jazzklassieker Deep Purple, het favoriete nummer van de moeder (of de grootmoeder, naargelang de bron) van gitarist Ritchie Blackmore.
Geschiedenis
Begin
Jon Lord startte in 1968 met een band onder de naam "Roundabout" met gitarist Ritchie Blackmore, maar veel succes had hij niet en al snel vertrokken de drummer en de bassist. Via twee mensen die manager van de groep wilden worden kreeg hij Nick Simper als bassist en Ian Paice als drummer. Rod Evans sloot zich bij de groep aan als zanger.
De groep wijzigde haar naam in Deep Purple, en nam een eerste single op: "Hush". Dit was meteen de eerste hit. De single werd gevolgd door een cover van "Kentucky Woman" van Neil Diamond, waarna de eerste LP volgde: Shades Of Deep Purple. De plaat was matig succesvol. De band besloot daarom zo snel mogelijk de volgende plaat, The Book of Taliesyn, uit te brengen. Deze LP had wel succes, en de weg voor Deep Purple lag open. De samenstelling van de groep was Ritchie Blackmore op gitaar, Rod Evans zang, Jon Lord op de keyboards, Ian Paice op de drum en Nick Simper op bas. In deze samenstelling werd een titelloos album uitgebracht, waarop Deep Purple voor het eerst samenwerkte met een orkest in April. In hetzelfde jaar schreef Jon Lord Concerto For Group and Orchestra, waarop de band samenwerkte met de Royal Philarmonic Orchestra onder leiding van Malcolm Arnold. Op het album zijn Gillan en Glover voor het eerst te beluisteren.
Succes
Met het overkomen van Roger Glover en Ian Gillan van Episode Six naar Deep Purple slaat de groep een andere weg in. Het succes komt met het album Deep Purple in Rock. Deep Purple zette haar naam als hardrockgroep. Samen met groepen als Led Zeppelin en Black Sabbath hebben zij deze stijl ontwikkeld. In het begin van de jaren '70 stond de band bekend als "progressief" of als "underground". Black Night werd een hit in Nederland, maar kwam niet op het album te staan. Na In Rock volgde Fireball, waarvan de verkoopcijfers enigszins tegenvielen. In de VS komt de klassieker Strange Kind of Woman op het album te staan in plaats van Demon's Eye. Groter succes komt er als Child In Time (verdeeld over twee singlekanten) op single verschijnt in de Benelux. Het nummer zou later zeven jaar op nummer 1 staan in Veronica's Top 100 aller tijden. Machine Head wordt zowel artistiek als commercieel een groot succes. In de VS is de groep een mega-act geworden en Smoke on the Water is vaker op de Amerikaanse radio te horen dan het volkslied. Veel tracks van dit album komen in hetzelfde jaar op het dubbellivealbum Made in Japan. De samenstelling van de groep op deze albums was Ritchie Blackmore, Ian Gillan, Roger Glover, Jon Lord en Ian Paice (MK2). In 1973 verscheen voorlopig het laatste album in deze bezetting op Who Do We Think We Are. Woman From Tokyo wordt wereldwijd op single gezet. Japan(!) kiest verrassend voor een liveversie van Black Night als A-kant.
Uiteenvallen
Nadien werden Ian Gillan en Roger Glover vervangen door David Coverdale en bassist Glenn Hughes die om de lead-vocals streden. Burn is een sterk album met klassiekers als Burn en Mistreated. De songs evolueerden weg van de heavy rock en invloeden uit de blues en de soul vonden hun weg. Uiteindelijk verliet Ritchie Blackmore met slaande deuren de band en Amerikaanse wonderboy Tommy Bolin nam zijn plaats in. Na enkele live-miskleunen en een knappe Bolin-gesigneerde LP Come taste the Band legde Purple er tijdelijk de bijl bij neer. Bolin maakte, na het sublieme Teaser, nog een tweede LP met zijn eigen Bolin-band en overleed kort daarna aan een overdosis drugs op het moment dat hij met zijn eigen band het voorprogramma ging verzorgen voor Jeff Beck.
Van de originele leden, Nick Simper en Rod Evans, bracht alleen Simper op een Duits label nog een collector's item-album (Slipstreamer) uit, gevolgd door een veel te snel opgenomen miskleun. Alle andere Purple-leden bouwden een vrij populaire carrière uit, maar het succes van Deep Purple wist niemand te evenaren. Mr Universe Ian Gillan, Rainbow Ritchie Blackmore, Mr. Hammond Jon Lord, Love is all Roger Glover en Whitesnake David Coverdale waren de voorbeelden van de huidige rockhelden.
Come-backs
In 1980 vormde Rod Evans met enkele andere muzikanten een nieuwe line-up van Deep Purple. Bij hun optredens speelden ze voornamelijk songs van de Mark-2 bezetting. Ritchie Blackmore ging toen naar de rechter die bepaalde dat de naam Deep Purple slechts gevoerd kon worden door een band met tenminste twee leden uit de Mark-II bezetting. Bovendien verloor Evans al zijn rechten op royalty's.
In de jaren '80 volgde een MkII-reüniealbum: Perfect Strangers, waarmee de groep er weer stevig tegenaan ging. Maar ook hier liep het weer uit op onderlinge problemen, met Gillan die de band verliet. Op het album'Slaves and Masters´, is Joe Lynn Turner (ex-Rainbow) op zang te horen. Op het navolgende album ' The Battle Rages On' keerde Ian Gillan terug. Tijdens de tournee voor dit album stapte Blackmore op en werd Joe Satriani tijdelijk zijn opvolger.
De laatsten die de groep versterkten waren Don Airey en Steve Morse. Het eerste album met Morse: Purpendicular werd goed ontvangen. In 1999 werd na 30 jaar weer opgetreden met een orkest. Met de London Symphony Orchestra onder leiding van Paul Mann werd het Concerto uit 1969 opnieuw gespeeld. Op het album en dvd die verschijnen zijn vele gasten te horen zoals Ronnie James Dio en Sam Brown.
Tegenwoordig
De huidige samenstelling (2006) is Airey / Gillan / Glover / Morse / Paice, en in deze samenstelling treden ze nog steeds op. In januari 2006 is Deep Purple begonnen aan de ongeveer twee jaar durende Rapture of the deep-worldtour. Op 18 april 2006 werd de nieuwe Ian Gillan-cd/dvd Gillan's Inn uitgebracht. Op 9 juni2006 speelden ze voor de tweede keer op het Arrow Rock Festival te Lichtenvoorde. Tijdens de uitvoering van het nummer "Smoke on the Water" speelde de gitarist Neil Schon van Journey ook mee.
De grootste hit van de band is "Child in Time". Dit nummer staat in elke Tijdloze 100 in de bovenste regionen geklasseerd. Hetzelfde geldt voor "Smoke on the water".
Deep Purple zou op 27 juli 2006 een concert geven in Libanon. Het concert werd afgelast vanwege de oorlog met Israël. Op 13 november 2006 gaf Deep Purple een eenmalig concert in muziektempelNikaïa in Nice in zuid-Frankrijk. Voorlopig is Deep Purple aan hun drie jaar durende Rapture Of The Deep-tour. Hierbij zijn ze in de Lotto Arena in Antwerpen geweest.
Deep Purple is in 2003 uitgeroepen tot beste live-band en trekt sindsdien overal ter wereld weer volle zalen en stadions. Ze doen op dit moment zo'n 150 concerten per jaar en zijn daarmee een van de drukste bands ter wereld. Gitarist Steve Morse(sinds eind 1993) is een waardige opvolger van Ritchie Blackmore en heeft ook echt nieuw leven in de band geblazen. Hij is in America ook vijf jaar lang uitgeroepen als beste gitarist en hangt ook in "The Hall of fame". Hij speelt ook nog steeds in zijn eigen band "The Steve Morse band" en in de "Dixie Dreggs". Deep Purple was op 15 juli 2006 ook de afsluiter van het Montreux Jazz Festival, dat dat jaar 40 jaar bestond. Deep Purple deed daar voor de derde keer mee, ook vanwege hun speciale band met Montreux door het nummer "Smoke on the water". Deep Purple heeft ook zijn eigen monument aan de boulevard in Montreux. Volgens de laatste berichten komt er in 2008 weer een nieuwe cd uit.
In de jaren '60 keerde Newton-John terug naar Groot-Brittannië. In 1970, op 21-jarige leeftijd, begon ze haar muzikale carrière in de groep Toomorrow, afgeleid van haar tweede film Toomorrow. Ondanks dat deze groep geen commercieel succes werd, slaagde Newton-John er snel in een solocarrière te beginnen. Ze scoorde haar eerste hit in 1971 met de Bob Dylan-compositie If not for you. Ze had een relatie met Bruce Welch, gitarist van The Shadows, en trad op in de wekelijkse show van Cliff Richard. In 1974 vertegenwoordigde ze Groot-Brittannië op het Eurovisie Songfestival met Long live love. Rond deze tijd was ze één van de populairste zangeressen van Groot-Brittannië.
Korte tijd later verhuisde ze naar de Verenigde Staten. Ook daar kreeg ze een succesvolle zangcarrière. Ze scoorde er vijf nummer-1 hits en won vier Grammy's.
Als actrice kreeg ze grote bekendheid in de film Grease, waarin ze de hoofdrol vervulde naast John Travolta. Latere films van haar werden een minder groot succes. Wel scoorde ze in Nederland nog een nummer 1-hit met Xanadu, de titeltrack van de gelijknamige film waarin ze speelde.
Newton-John is tussen 1984 en 1995 getrouwd geweest met Matt Lattanzi. Uit dit huwelijk werd één kind geboren, dochter Chloe (1986).
In 1992 kreeg ze borstkanker, waarvan ze recent hersteld is. Sinds 1996 woonde ze samen met cameraman Patrick McDermott, die in 2005 op mysterieuze wijze verdween tijdens een vistrip.
Sinds 2008 is ze getrouwd met zakenman John Easterling
Enrique heeft vanaf 2002 een relatie met de Russische tennisster/model Anna Koernikova. Ze leerden elkaar kennen op de set van de videoclip voor zijn hit Escape. Geruchten dat de relatie zou zijn verbroken bleken een grap te zijn van Kournikova en haar vriend zelf; Anna en Enrique zijn verloofd. Desondanks werd Enrique in september 2005 gekroond tot 'meest sexy vrijgezel' door het Spaanse tijdschrift People en Espanol. Hij werd geprezen om zijn 'smeulende uiterlijk en zijn succesvolle cross-over uitstraling'. In juni 2007 verscheen zijn nieuwe album Insomniac waarvan de eerste single 'Do You Know (Ping Pong Song)' een grote hit werd. Op 19 november 2007 gaf hij zijn tweede concert in Nederland in Ahoy Rotterdam. Eerder stond hij in 2002 in dezelfde zaal.
In de voetsporen van zijn vader, die in de jaren '70 en '80 grote successen kende met liederen in meerdere talen, breidde ook Enrique zijn repertoire uit met songs in het Frans. In 2002 bracht hij de single Tes larmes sont mes baisers uit. Enkele jaren later bracht hij in 2007 samen met de zangeres Nâdiya het nummer Laisse le destin l'emporter.
In december 2008 werd hij door "The Daily Mail" zoenend vastgelegd toen hij een 17-jarige fan op het podium uitnodigde tijdens het zingen van "Hero".
René Froger (5 november 1960) werd geboren en groeide op in de Amsterdamse wijk de Jordaan. Zijn vader, Bolle Jan, had een café in de Staatsliedenbuurt. Net als zijn muzikale ouders, die optraden als het Duo Jan & Mien, begon ook René als kind al te zingen in het café van zijn vader. Als jongeman won hij een talentenjacht en als prijs mocht hij meedraaien met Ted de Braak en Mini en Maxi.
In 1979 mocht Froger op kosten van zijn vader zijn eerste stappen zetten in de platenindustrie en nam hij zijn eerste single op, Disco a la carte.
In het voorjaar 1984 kwam de officiële debuutsingle van Froger uit, My hitparade, een medley van Tony Christie-hits. De single deed echter niets en werd later in het jaar nogmaals uitgebracht, met een Nederlandstalige B kant van de single titel. In 1985 tekende Froger bij het platenlabel CNR Records en bracht de single Ik zie het wel zitten uit. Ook deze single bracht geen succes. In 1987 kwam Frogers wens uit om een engelstalig album op te nemen en werd de tipparade gehaald met Love Leave Me. Een jaar later scoorde hij zijn eerste hit met Winter in America (een cover van Doug Ashdown). De single bereikte de vijfde plaats in de Top 40. Froger kwam na het succes van Winter in America met zijn debuutalbum Who Dares Wins in 1988. Het album werd goed ontvangen en ging eind 1988 voor de 50.000e maal over de toonbank, Froger mocht zijn eerste gouden plaat in ontvangst nemen. De vervolgsingles van het album kwamen echter niet verder dan de Tipparade.
Froger's tot nu toe enige nummer één-hit in Nederland scoorde hij in 1989 met het nummer Alles kan een mens gelukkig maken, samen met Het Goede Doel. Van de single werden 300.000 exemplaren verkocht, waarvoor Froger een driedubbele platina single in ontvangst mocht nemen. Gezien het succes van de single was de druk van de platenmaatschappij om een Nederlands album op te nemen groot, Froger zag de single slechts als uitstapje en met het oog op een eventueel internationale carrière voelde hij er meer voor weer verder te gaan als engelstalig artiest. Enkele maanden later kwam Froger's tweede album You're my everything uit, het album werd redelijk ontvangen. De singles die van het album uitkwamen haalden slechts de Tipparade. Begin 1990 liep Frogers contract bij CNR Records af. Hij tekende een contract bij John van Katwijk. De eerste taak van Van Katwijk was Frogers laatste single voor CNR te laten remixen door Pete Waterman van het PWL Label. De gemixte versie van Are you ready for loving me werd een redelijke zomerhit in 1990 en het album You're my everything bereikte de gouden status. Het kleine Dino Music werd zijn nieuwe platenmaatschappij. Manager Van Katwijk profileerde zich samen met Marcel Schimscheimer ook als producer en songwriter van Frogers volgende album. De eerste single Just say hello werd een top 10 hit. Het album Midnight man werd al snel bekroond met een Gouden plaat voor meer dan 50.000 verkochte exemplaren. Frogers eerste concerten in Carré te Amsterdam en het Circustheater te Scheveningen waren snel uitverkocht. Alle van het album gehaalde singles werden minimaal een top 20 hit.
In 1991 scoorde Froger een reeks top 10 hits en werd zijn album Matters of the heart met goud bekroond. In 1992 werd de plaat bekroond met de Edison Award voor het beste album nationaal en een platina plaat voor meer dan 100.000 verkochte exemplaren.
Froger kondigde begin 1992 aan met een theatertournee het land in te gaan en deze af te sluiten met een concert in het Rotterdamse sportpaleis Ahoy. De vraag naar tickets was zo groot dat er twee extra concerten werden ingepland, die ook werden uitverkocht. Met de concerten vierde Froger zijn vijfjarige jubileum, ter gelegenheid waarvan er in het najaar van 1992 een verzamelalbum uitgebracht werd, Sweet hello's & sad goodbyes, met vier nieuwe songs en zijn hitsingles sinds 1987. Op oudejaarsavond 1992 werd er bij Veronica een compilatie uitgezonden van Frogers Ahoyconcerten. Niet lang na deze uitzending schoot de verkoop van "Sweet hello's & sad goodbyes" omhoog. Het album behoort met zijn vijf maal platina tot één van de best verkochte Cds in de Nederlandse muziekgeschiedenis.
De verwachtingen van het album The power of passion (1993) waren zo hoog dat het in de voorverkoop al werd bekroond met een Gouden plaat. Datzelfde jaar mocht Froger uit handen van Celine Dion de Edison Awards voor beste album en beste zanger nationaal in ontvangst nemen. Het album werd uiteindelijk 200.000 maal verkocht, dubbel platina. In 1994 gaf Froger tien uitverkochte shows in Ahoy, wat tot op dat moment nog niet eerder door een Nederlands artiest was vertoond. Met meer dan 100.000 bezoekers aan de concerten in Ahoy, een reeks van top 10 hits (onder andere: Here in my heart en Why Goodbye), de verkoop van meer dan 200.000 exemplaren van het album Walls of emotion en wederom de Edison Awards voor beste album en zanger nationaal stond Froger aan de top van de Nederlandse muziekindustrie. Een door CNR Records uitgebrachte budget cd, met een compilatie van Frogers eerste twee albums, verkocht 100.000 stuks.
Op 24 en 25 juli 1995 stond Froger twee avonden als eerste Nederlandse act in een uitverkocht Feijenoordstadion. Halverwege 1995 waren er plannen voor een buitenlandse lancering van Froger. Eerst werden er twee singles in Duitsland uitgebracht: Frogers succes Top 40 hit uit 1992 Woman, Woman en een gemixte versie van Can u feel it. Beide singles hadden daar geen succes. Mede door de Kuipconcerten en Frogers topverkopen van platen was er belangstelling uit Amerika om daar een album te lanceren. Froger vertrok samen met manager Van Katwijk naar New York om te gaan werken aan een nieuw internationaal album, in samenwerking met producers die voor Celine Dion en Mariah Carey hadden gewerkt. De Amerikanen legden veel druk op Froger en er was kritiek op het feit dat Froger in hun ogen te perfect zong en een te Amerikaanse indruk maakte; ze wilden dat hij zn haar kort knipte, kilos afviel en een baard liet staan om een meer Europees uiterlijk te benaderen. Ondertussen moest Froger hals over kop vanuit New York terugkeren naar Nederland omdat zijn vrouw op het punt stond te bevallen. Op aandringen van zowel Amerikaanse als Nederlandse zijde hervatte Froger in Nederland de opnamen van zijn nieuwe album. Kort daarna kwam de single Wild Rhythm uit, welke een redelijke hit werd. Door verschillende oorzaken dreigde Froger in een burn-out te raken, waarna hij en manager Van Katwijk besloten de samenwerking te stoppen en de stekker uit het Amerikaanse plan te trekken. Froger nam enkele weken rust en overwoog zelfs geheel te stoppen met zijn zangcarrière. Na de rustperiode was het Frogers vrouw Natasja die de zanger weer wist te motiveren om aan de slag te gaan. In het najaar van 1996 werd Illegal Romeo part 1 uitgebracht samen met de al eerder in New York opgenomen nummers en was de gelijknamige tour door het land in een mum van tijd uitverkocht. Illegal Romeo part 1 werd weer een succes. Er is echter tot op heden nooit een Illegal Romeo part 2 uitgebracht.
In 1997 werd er op veler verzoek een reeks concerten toegevoegd aan de Illegal Romeo tour. Na de zomer keerde Van Katwijk terug als manager. In de winter van 1997 kwam Froger met een nieuwe single, de ballad Im coming home again, geschreven door de Amerikaanse songwriter Diane Warren die sinds 1991 minimaal één nummer aanleverde voor elk Froger album. Het origineel is zo lang dat een passage in het nummer werd ingekort. Het nummer bevond zich enkele weken voor kerst in de Tipparade, maar Diane Warren was het niet eens met deze versie en gaf uiteindelijk, nadat het nummer al in de schappen lag, geen toestemming om het nummer uit te brengen, waardoor Music genoodzaakt was om de al in verkoop zijnde single terug te halen. Met spoed werd er naar een alternatief nummer gezocht, er werd gekozen voor een door manager Van Katwijk geschreven ballad, Never fall in love. Im coming home again werd een collectorsitem. Ondanks dat Im coming home again nu ontbrak aan het nieuwe album, hield dat wel de titel Home again. Begin januari werd de zangcarrière van Froger overschaduwd door roddels over een vermeende liefdesaffaire met de Vlaamse tv presentatrice Phaedra Hoste. Hierdoor kwam het in de week dat Frogers nieuwe album uitkwam tot een tijdelijke breuk tussen Froger en zijn vrouw. Volgens sommige critici was het een publiciteitsstunt om Frogers nieuwe cd te promoten. Froger zat persoonlijk in een dal maar zijn carrière stond weer op de rails: in de eerste week dat Home again uitkwam werden er 50.000 exemplaren verkocht en kwam de cd binnen op nummer 1 in de Album charts. De televisiespecial over het album trok bij RTL 4 1 miljoen kijkers, waardoor de cd platina werd. In België werd het album goud en de theatertournee verliep succesvol. Na een periode van huwelijkscounseling blijven de Frogers bij elkaar.
Na zijn concerten in de Amsterdam ArenA (2004/2005) ging Froger eind 2005 met zijn nieuwe tour Pure & More weer de theaters in. Sinds 2005 vormde hij met collega's Gerard Joling en Gordon de gelegenheidsformatie De Toppers waarmee jaarlijks werd opgetreden. Sinds november 2008 is Gerard Joling weg en is Jeroen van der Boom daarvoor in de plaats gekomen. In september 2007 kwam Froger weer met een Nederlandstalige plaat: Doe maar gewoon. Ook is er een gelijknamig album uitgekomen.
In mei 2009 vertegenwoordigden De Toppers Nederland tijdens het Eurovisie Songfestival in Moskou. De groep haalde de halve finale niet. Wel was er veel publiciteit rondom de pakken van de toppers: de peperdure outfits bevatten elk meer dan 1.000 LED lampjes maar werkten niet. Voor de concerten op 12 en 13 juni 2009 in de Amsterdam Arena zorgde lichtontwerper Rogier van der Heide dat de pakken goed functioneerden.
In november 2008 ontpopten René en Natasja zich als de drijvende kracht achter de Voedselbank. Er kwam een realityserie met de Frogers: "De Frogers: Effe Geen Cent Te Makken". Op 11 december 2008 was er als afsluiting een benefietavond op RTL 4. Deze avond leverde ruim 2.000.000 euro op. Linda de Mol presenteerde het geheel. Ook het liedje uit de realitysoap werd een hit (De zon schijnt voor iedereen).
René Froger heeft als acteur enkele gastrollen gespeeld. Zo had hij een klein rolletje in de film Filmpje! (1995) van Paul de Leeuw en heeft hij een keer meegespeeld in de Nederlandse detectiveserie Baantjer, waarin hij een doodgeslagen duivenmelker speelt. Ook speelde hij in Ellis in Glamourland en had hij in 2009 een gastrol als zwerver in Zeg 'ns AAA
Gezondheid
Op 6 juni 2005 werd door het management van Froger bekendgemaakt dat de zanger prostaatkanker had. De kanker was in een vroeg stadium ontdekt en kon goed behandeld worden. In het najaar van 2006 kreeg Froger last van zijn luchtwegen, waardoor hij de kerstoptredens in Ahoy moest afzeggen.
Privé
René Froger is sinds 31 december 1991 getrouwd met Natasja Froger-Kunst, die nu bekend is als tv presentatrice bij SBS 6.
Ze hebben twee kinderen: zoon Maxim (1995) en zoon Didier (1997). Didier deed in 2007 mee aan Kinderen dansen op het ijs dat gepresenteerd werd door Gerard Joling en Nance Coolen. Een jaar later deed Maxim ook mee, hij won deze wedstrijd samen met Shana. Uit een eerder huwelijk heeft Froger nog twee kinderen: dochter Natascha en zoon Danny. Froger is ook opa.
Froger staat bekend als een fervent Ajax-supporter.
Zijn beide ouders overleden kort na elkaar, beide op 67-jarige leeftijd. Zijn moeder overleed op 8 april 2009 en zijn vader overleed op 22 juni 2009. De bijnaam van de vader van René Froger was Bolle Jan en hij was de eigenaar van het gelijknamige café in Amsterdam.
In 2008 zette hij met zijn gezin zich in voor het goede doel en televisieprogramma De Frogers: Effe geen cent te makken dit was voor de voedselbank, dat is een stichting die mensen in de bijstand leven een voedselpakket geeft. Op 22 oktober 2009 waren de Frogers op tv met het programma De Frogers: Helemaal Heppie om geld op te halen voor stichting Heppie dat kinderen die niet op vakantie kunnen een vakantie geeft.
Begin jaren zestig besloten twee broers uit Muswell Hill (Noord-Londen), Ray en Dave Davies, een professionele band te beginnen. Eind jaren vijftig hadden de broers in de pub The Clissold Arms hun debuut gemaakt als duo. Terwijl oudere broer Ray vervolgens de kunstacademie bezocht probeerde Dave met buurtgenoot en vriend Pete Quaife een band op te richten. De naam van de groep wisselde voortdurend en was vaak afhankelijk van diegene die een optreden wist te regelen. Af en toe werden ze door Ray bijgestaan op de piano. Nadat in de zomer van 1963 Ray definitief toetrad tot de band en drummer Mick Avory werd aangenomen noemde de band zich The Ravens, wat in het voorjaar van 1964 op advies van manager Larry Page veranderde in The Kinks. Volgens Ray was de naam afgeleid van een uitspraak van Page nadat hij Ray op een dag in een eigenaardige kledingcombinatie in de studio zag binnenlopen: You look like a Kink!
Al gauw boekten ze succes met liedjes als You Really Got Me en All Day And All Of The Night. The Kinks scoorden veel hits in Nederland en België, waaronder Tired Of Waiting, Set Me Free, Till The End Of The Day, Dedicated Follower Of Fashion, Dandy, Dead End Street, Waterloo Sunset, Autumn Almanac, Wonder Boy en Days. Hun grootste succes hadden zij echter in de zomer van 1966 met Sunny Afternoon.
Na afloop van hun tournee door de VS in de zomer van 1965 werd hen door de Amerikaanse regering vanwege unprofessional behaviour voor een periode van vier jaar verboden weer naar de VS te komen. Dit zorgde ervoor dat The Kinks werden uitgesloten van de grootste markt voor muziek ter wereld op een moment dat in de VS de zogenaamde Britse invasie op zijn hoogtepunt was. Ook kwamen The Kinks enigszins buiten het hele hippiegebeuren van de late jaren '60 te staan.
Ray Davies, de bandleider en liedjesschrijver, ging vanaf 1966 steeds meer nostalgische en introspectieve nummers schrijven. Muzikaal werden de liedjes van The Kinks steeds minder bepaald door ruige R&B-invloeden en meer door typisch Britse muziektradities als musichall en Engelse volksmuziek. Deze verandering van oriëntatie betekende geenszins dat de kwaliteit van de muziek van The Kinks erop achteruitging. In de periode 1966-1971 maakten ze volgens velen zelfs hun beste werk. The Kinks was een van de eerste bands die een zogenaamd conceptalbum maakten, te weten The Village Green Preservation Society uit 1968.
In 1970 hadden de Kinks een grote wereldhit met Lola. In 1972 scoorden ze opnieuw met het nummer Supersonic Rocketship, maar het superieure Celluloid Heroes ging roemloos ten onder. Veel diskjockeys vonden de lengte van het nummer bezwaarlijk, een vreemd argument als je bedenkt dat het nummer qua lengte niet veel verschilt van Hey Jude van The Beatles of Like A Rolling Stone van Bob Dylan. De meeste albums van The Kinks tot 1975 waren conceptalbums en rockopera's. Daarna gingen ze zich opnieuw meer op hardrock richten. Precies 10 jaren na het laatste singlesucces met Supersonic Rocket Ship scoorde de groep in de Verenigde Staten een top 10-hit met het nummer Come Dancing. Hierna volgden ook het Verenigd Koninkrijk en Europa. Het singlesucces werd niet op deze schaal gecontinueerd, al had de groep met de opvolgende single Don't Forget To Dance in 1983 een top 10-hit in Oostenrijk. Beide voornoemde singles kwamen van het album State Of Confusion. Dit album was tevens een afsluiting van een zeer succesvolle periode die begon in 1977 met de release van het Sleepwalker-album. Toen in 1984 het album Word Of Mouth uitkwam was de relatie tussen de broers Ray en Dave zo slecht dat Dave weigerde te touren. Hierdoor stagneerde de opgaande succesvolle lijn die de groep had gekend vanaf 1977. Ondanks alles bleven ze tot in de jaren '90 goede albums maken, maar het niveau van de jaren '60 en vroege jaren '70 zouden ze niet meer halen.
Momenteel geeft Ray Davies nog steeds regelmatig soloconcerten.
Robert Peter (Robbie) Williams (Stoke-on-Trent, 13 februari1974) is een Britse popzanger. Van 1990 tot en met 1995 maakte Williams deel uit van Take That. Na die periode ging hij solo en werd een zeer succesvolle Britse solo-zanger.
Take That
Williams' carrière begon met Take That, een band die gevormd was door zanger en componist Gary Barlow. De in 1990 opgerichte band bleek zeer succesvol, met acht nummer 1-hits in Groot-Brittannië. Hun populariteit leidde tot een succes van soortgelijke bands in Groot-Brittannië. Hoewel het goed ging leek gaan met de band, bleek Williams totaal niet in de groep te passen en maakte hij veel ruzie met de bandleden en het management. In 1995 vertrok Williams uit Take That. Dat riep bewondering en verwarring op, want Take That was toen de beroemdste jongensband. De algemene opinie is dat hij de opgelegde 'schone' levensstijl die de jongens moesten volgen (niet drinken/niet roken/geen drugs) niet langer kon volhouden. Na het verlaten van de band stortte Williams zich in een leven vol drank en vechtpartijen en maakte hij zijn oude band veelvuldig zwart.
In 1996 was Williams klaar om te starten met een nieuwe carrière. Zijn eerste single "Freedom", een cover van George Michael uit 1990, kwam uit in augustus 1996. Na een tijd in een afkickkliniek kwam in 1997 de single "Old Before I Die". Beide singles waren successen in Engeland. Dit zorgde voor de komst van zijn eerste soloalbum, Life Thru a Lens, later dat jaar.
Life Thru a Lens bevatte zijn single "Old Before I Die" en flopte omdat de rest (bijvoorbeeld "Lazy Days" en "South of the Border") niet echt goed ontvangen werd.
Het laatste lied dat van Life Thru A Lens, uitgebracht zou worden was "Angels". Dit lied zorgde voor de internationale comeback van Williams.
"Angels" is in februari 2005 door de Engelsen, tijdens de Britse muziekprijzen, gekozen tot beste lied van de afgelopen 25 jaar. Ook stond het op plaats 11 in de top 2000 van 2005.
Ook in Nederland is dit nummer een enorm grote hit geworden. (En het valt nog steeds goed in de smaak. Zo stond dit nummer in december 2007 op nummer 1 in de Qmusic top 1000.)
Williams werd een bekendheid in Europa terwijl hij in de Verenigde Staten amper doorbrak.
Zijn tweede album, "I've Been Expecting You", kwam uit in 1998. Het album werd voorafgegaan door de single Millennium, gebouwd rondom het James Bondthema "You Only Live Twice". Dit nummer was in Europa een grote hit en behaalde in de Verenigde Staten nummer 72.
Op de tweede single, No Regrets, kreeg Williams vocale ondersteuning van Pet Shop Boys-zanger Neil Tennant en Neil Hannon van The Divine Comedy. Andere singles van het album waren Strong en She's The One.
In 1999 werkte hij samen met Tom Jones voor een cover van het Lenny Kravitz-nummer "Are You Gonna Go My Way" dat op het album Reload kwam. Ook leverde Williams dat jaar een bijdrage aan een album met nummers van Noël Coward. Op dit album, Twentieth Century Blues, zingt hij "There Are Bad Times Just Around The Corner".
Het album dat werd uitgebracht in 2000 bevatte de hit "Rock DJ". De clip zorgde voor kritiek vanwege de gewaagde striptease die Williams deed. De clip werd een grote hit, maar het nummer haalde Nederland "slechts" een 6e plaats in de top 40. Het lied sloeg aan in de Verenigde Staten, maar Williams haalde niet de bekendheid zoals hij die in Europa had. Omdat de clip als schokkend werd gezien, werd dit gezien als het tijdelijke einde van Williams' carrière in de VS, hoewel de clip wel werd genomineerd voor de MTV Video Music Award.
In 2001 bracht Williams een cd uit. In deze cd coverde hij vele nummers uit de jaren 50 en 60. Op de cd stonden nummers als Ain't That A Kick In The Head, Things en Mack The Knife. Er stond ook het duet Something Stupid op met Nicole Kidman, origineel gezongen door Frank Sinatra en Nancy Sinatra. De cover van Bobby DarinsBeyond the Sea werd de soundtrack van de film Finding Nemo.
In 2002 stopte Williams de samenwerking met zijn schrijver Guy Chambers. Dit was echter maar voor korte duur, want een half jaar later werkten ze alweer samen aan Williams' nieuwe album Escapology, het album dat in 2002 uitkwam. Escapology kent meer rockinvloeden dan eerder werk van Williams. De eerste single ervan, Feel, was een hit in Europa. In de zwart-wit clip speelde Darryl Hannah mee. Het album verkocht echter veel slechter dan verwacht. In de album top 1000 allertijden van Radio Veronica in 2006 eindigde Escapology op nummer 78.
De clip van de volgende "Escapology" single, Come Undone, werd gecensureerd door MTV Networks Europe, omdat Williams in de clip seks had met twee vrouwen, hoewel ze gekleed waren. Er waren reptielen en insecten te zien die in de mond van de vrouwen lagen. De plotselinge wending kwam waarschijnlijk door de breuk tussen Williams en Guy Chambers.
Dit album kwam uit in Berlijn op 9 oktober 2005. Het kwam op tv en is uitgezonden vanaf speciale plaatsen, zoals bioscopen en theaters. Hoewel het album eerst niet in de VS uit zou komen had iTunes het toch mogelijk gemaakt om hem te bestellen, vanwege het succes in Europa. De eerste single van dit album was Tripping en werd wereldwijd een hit. Make me Pure werd gereleased als promo. De clip van Advertising Space toont Robbie verkleed als Elvis Presley. Sin Sin Sin is de laatst verschenen single en toont Williams als goeroe.
De eerste single van het album, Rudebox, kwam op 4 september2006 uit. Op Rudebox rapt hij het grootste gedeelte, met alleen een gezongen brug. De tweede single van het album is Lovelight, die op 21 oktober 2006 uitkwam. Dit nummer is een cover van Lewis Taylor.
De derde single die van het album werd uitgebracht is She's Madonna. Dit nummer werd ook weer een grote hit voor Robbie met een #2-notering in Nederland.
Op 5 augustus 2009 kondigt de officiële website de langverwachte comeback aan van Robbie Williams. Op maandag 9 november zal het nieuwe album, dat de naam Reality Killed the Video Star draagt, in de winkelrekken liggen. Een maand eerder, op 12 oktober om precies te zijn, zal de voorloper van het album, de single Bodies, al op single verschijnen. Trevor Horn produceerde zowel het album als de single.
Huidige carrière
In 2002 werd Williams door de Britten gekozen tot een van de 100 grootste Britten ooit. Later zou hij op plaats 17 eindigen in Channel 4's lijst van verschrikkelijkste Britten ooit.
Een biografie over Williams, geschreven door Chris Heath, genaamd "Feel", werd uitgebracht in 2004. In 2003 gaf Williams optredens samen met Duran Duran en ex-Take That lid Mark Owen.
Sinds de breuk met Chambers heeft Robbie Williams laten zien dat hij er niet op achteruit is gegaan. Zo schreef hij oa. samen met ex-Duran Duran-zanger Stephen Duffy de hits als "Radio" en "Misunderstood".
Beide nummers kwamen op het album "Greatest Hits", dat uitkwam op oktober 2004. In februari 2005 werd het nummer "Angels" gekozen tot beste lied van de afgelopen 25 jaar en kreeg hiervoor de British music industry's award.
Williams trad ook op tijdens Live 8. Hij zong zijn meest bekende nummers 'Let Me Entertain You,' 'Feel' en 'Angels,' en hij begon zijn optreden met 'We Will Rock You', zoals Freddie Mercury dat 20 jaar eerder deed.
Op 13 februari 2007, zijn verjaardag, laat hij zich opnemen in een afkickkliniek in de VS vanwege een medicijnenverslaving. Op 7 maart 2007 komt hij uit deze kliniek. Hij laat zich veelvuldig fotograferen met nieuwe kleren aan en hij blijkt nog niet gestopt te zijn met roken ook al heeft hij wel aangekondigd dit graag te willen.
Begin 2008 maakt hij in een blog op zijn officiële website bekend dat hij geen nieuw materiaal zal uitbrengen dit jaar. Misschien, zegt hij, zet hij wel alle B-sides op één album. Het blijft enige tijd stil op zijn website tot begin april, als hij foto's in zijn blog post van enkele reizen die hij maakte met zijn vriendin Ayda Field. Eind juni 2008 wordt er in de pers gesuggereerd dat Ayda Field een eind maakte aan hun relatie van een jaar.
Op 6 oktober 2008 liet Williams' manager Tim Clark weten dat begin 2009 zijn nieuwe album uitkomt. Dat werd enkele maanden later ook bevestigd op de officiële website van Robbie Williams toen die meldde dat zijn fanclub, Inner Sanctum, (tijdelijk?) de deuren sluit. Hij bevestigde dat hij in januari 2009 weer de studio induikt om nieuw materiaal op te nemen en dit nog voor de zomer gereleased wil hebben. Als het materiaal vroeger klaar is, zal de plaat ook sneller in de winkelrekken liggen.
Hij vertelde in datzelfde bericht ook dat hij er aan had gedacht om te stoppen met zingen en een rustig leventje wou gaan leiden met zijn vriendin Ayda Field in Los Angeles. Na een bezoek aan Engeland besefte hij dat hij het zingen toch miste.
Momenteel wonen Williams en Field weer in het Verenigd Koninkrijk. Begin april drukte hij via z'n blog op de officiële website de geruchten dat Ayda niet graag in het Verenigd Koninkrijk zou wonen de kop in. Hij is ook een ambassadeur van Unicef in het VK.
In 2010 zingt Williams mee met o.a. Take That, Kylie Minogue, Mariah Carey, Susan Boyle en Rod Stewart in het benefietnummer voor Haïti na de aardbeving aldaar: een cover van Everybody Hurts van R.E.M.
Na 15 jaar afwezigheid is Williams weer terug bij Take That. Hij zal een jaar lang concerten geven met zijn oude band.
Op zaterdag 7 augustus trouwde Williams met Ayda Field tijdens een intieme plechtigheid in het huis dat ze samen delen in Los Angeles.
In een interview bij Van Der Vorst Ziet Sterren zei Williams dat hij nooit meer als soloartiest een concert wil geven.
The Pretenders is een Britserockgroep rond de Amerikaanse zangeres, gitarist en songwriterChrissie Hynde, die met een mix van punk, New Wave en popmuziek (voornamelijk in de jaren tachtig) een reeks hits scoorde, waaronder "Brass in Pocket", "Back on the Chain Gang", het kerstnummer "2000 Miles", "Don't Get me Wrong" en "I'll Stand By You".
De band nam een versie op van "Stop Your Sobbing" van Ray Davies, geproduceerd door Nick Lowe. Het nummer werd in Groot-Brittannië een hit, evenals de twee volgende singles, "Kid" en "Brass in Pocket". Begin 1980 kwam het debuutalbum uit, Pretenders, dat zowel in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten een grote hit werd. "Brass in Pocket" groeide uit tot een wereldwijde hit.
In de lente van 1981 bracht de band een EP uit, Extended Play, gevolgd door een tweede album, Pretenders II, in de zomer van dat jaar. Toentertijd werd het album niet goed ontvangen door de critici, maar door enkele hitsingles verkocht het album vrij goed. In juni 1982 werd bassist Peter Farndon door Hynde uit de band gezet, vanwege zijn drugsproblemen. Twee dagen later, op 16 juni1982, stierf gitarist Honeyman-Scott aan een overdosiscocaïne. Farndon stierf in 1983 aan een overdosis, vlak nadat Hynde was bevallen van haar eerste kind met Ray Davies.
Hynde vormde een nieuwe band, bestaande uit haarzelf, Chambers, bassist Malcolm Foster en gitarist Robbie McIntosh (voormalig lid van Manfred Mann's Earth Band). In deze nieuwe samenstelling brachten the Pretenders december 1983 een nieuwe single uit, het melancholische kerstnummer "2000 Miles", gevolgd door een nieuw album, Learning to Crawl, begin 1984.
In 1985 traden the Pretenders op op Live Aid. Hynde zelf was dat jaar te horen op UB40's versie van Sonny & Cher's "I Got You Babe". Op Get Close uit 1986 waren enkel Hynde en McIntosh te horen, de andere bandleden werden ontslagen en ingeruild voor sessiemuzikanten. De single "Don't Get me Wrong", afkomstig van Get Close werd een wereldwijde hit.
Packed!, het album uit 1990, werd geen succes. In 1994 kwam de band weer terug met het commercieel succesvolle Last of the Independents, mede door de goed ontvangen ballade "I'll Stand By You", die veelvuldig op de radio te horen was. Na het live-album The Isle of View uit 1995 werd het stil rond de band. In 1999 keerde de band terug met het album Viva el Amor. In 2002 kwam er weer een nieuw album uit, Loose Screw, op Artemis Records. In maart 2006 is de boxset Pirate Radio uitgekomen.
Liliane Saint-Pierre, geboren als Liliane Keuninckx (Diest, 18 december1948) is een Vlaamse zangeres.
Keuninckx' carrière begon in de jaren '60 met het liedje We gotta stop, dat ondanks de Engelstalige titel in het Nederlands was. Ze zou ook liedjes in het Engels en Duits opnemen (o.a. "I'm having a party" en "Leider, leider, leider") maar voor de rest was haar repertoire voornamelijk Nederlandstalig. Ze heeft zelfs ook ooit een Italiaans plaatje gemaakt.
Eind jaren zestig werkt ze samen met producer Claude François (Clo-Clo) en neemt ze een twintigtal nummers in het Frans op. Hij herdoopte haar tot "Liliane Saint-Pierre" en gaf haar een nieuwe look. Ze oogst succes in Frankrijk en treedt op in de Olympia te Parijs. Geruzie tussen haar ontdekker en tevens schoonvader, Milo De Coster, en Claude François leidde tot het einde van de samenwerking.
Begin jaren zeventig draait Saint-Pierre mee in de bijbelmusical "Glory Halleluja 2000" van Group Miloscope. Hiermee treedt ze op in kerken in Vlaanderen, Nederland, Duitsland en Noord-Frankrijk. Eind jaren zeventig sukkelt Saint-Pierre in een muzikale impasse. Het scheelt geen haar of ze kiest voor het leger. Saint-Pierre: «Het was bijna zover toen Bobbejaan Schoepen me belde voor een reeks optredens in zijn park. Plots had ik een dik jaar werk. De beslissing was dus snel genomen. Gelukkig maar, het leger strookte eigenlijk niet met mijn opvattingen.»
Haar Eurovisiesongfestival-avontuur begint in 1978, wanneer ze deelneemt aan de voorrondes van Luxemburg met het nummer "Mélodie". In 1981 waagde ze haar kans in de Vlaamse voorronde Eurosong met het liedje Brussel, maar ze haalde het toen net niet. In 1987 was het wel raak in Eurosong met Soldiers of Love. Het liedje haalde de 11de plaats, wat erg behoorlijk is in Vlaanderen (en zelfs het beste Vlaamse resultaat in 25 jaar). Midden jaren '90 zat haar carrière wat in het slop, maar ze maakte een geslaagde comeback met Ik wil alles met je doen, een cover van Dusty SpringfieldsIn Private.
Ze werd als juryvoorzitter voor Eurosong gevraagd in 1999; daar won Vanessa Chinitor die op een haar na (12de) Saint-Pierres resultaat evenaarde. Het zou niet de enige keer zijn dat Saint-Pierre in de jury zou zitten van een liedjeswedstrijd; eind 2005 zat ze in X Factor, waar ze het opnam tegen Jean Blaute en Kris Wauters. In het begin van het programma ging ze vaak in de clinch met eerstgenoemde als die een opmerking over haar kandidaten maakte, maar na een tijdje ging die storm liggen.
Tijdens de zomer van 2006 treedt Saint-Pierre tijdens de zomermaanden bijna iedere avond op in Het Witte Paard te Blankenberge. Ze deed mee in de revue "Crazy Circus" in een regie van Jan van Dycke.
Saint-Pierre woont samen met de weduwnaar van zangeres Ann Christy.
Sinds 2010 staat Liliane Saint-Pierre op het podium met haar liveband Major Five.
Saint-Pierre is weduwe sinds juli 2010. Ze was getrouwd met Marc Hoyois, zelf de weduwnaar van zangeres Ann Christy.
Alhoewel zijn geboorte officieel in de archieven staat als 24 oktober, is hij eigenlijk op 23 oktober geboren. Zijn vader liet hem een dag later inschrijven, omdat hij voor een zondagskind natuurlijk geen vrije dag kreeg.
Al jong bleek zijn talent voor tekenen. Hij volgde de ULO, en volgde daarna een driejarige avondcursus Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Manders was onder andere actief als reclameschilder en ontwerper van affiches. Later ontwierp hij ook decors voor toneel en cabaretvoorstellingen. Tot zijn vaste opdrachtgevers behoorden Theater Carré, Lou Bandy, Heintje Davids en Wim Kan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Manders in Duitsland tewerkgesteld, maar na een half jaar ontvluchtte hij zijn schildersbaantje. Door Kan kwam Manders op het idee zelf cabaret te gaan doen, net als zijn oudere broer Kees.
Vanaf 1953 was Manders betrokken bij de inrichting en programmering van Carel Kamlags revue-café Saint-Germain-des-Prés aan het Rembrandtplein in Amsterdam. Manders trad daar zelf op als een typetje dat zou uitgroeien tot de zwerver Dorus. Toen hij van de VARA de uitnodiging kreeg iets voor tv te doen, liet hij het café nabouwen in de studio, en startte een succesvol televisieprogramma dat enkele jaren te zien zou zijn.
Tussen 1956 en 1962 werkte Manders samen met organist Cor Steyn ("meneer Cor Steyn") voor het programma De Showboat. Samen waren zij verantwoordelijk voor nummers als Twee motten, M'n volkstuintje, De crocus en de hyacint, Als ik wist dat je zou komen, Bij de marine en Figaro.
Het pand aan de Mauritsstraat 65 in Rotterdam, waar tot in 1960 de Chemicaliënhandel v/h E. Schuddebeurs NV was gevestigd, werd in 1967 tot het Cabaret Dorus omgebouwd, dat helaas in 1970 alweer moest sluiten. Nu staat er op die plaats een wooncomplex dat sinds 1 november 1985 de naam Tom Mandershof draagt.
Manders raakte in de financiële problemen toen hij probeerde Dorus-films te produceren. In 1967 won hij een Zilveren Roos, en begon hij een nieuw programma, Bij Dorus op schoot. Legendarisch en ontroerend is de scène van 18 november, met het driejarige meisje Corrina Konijnenburg dat Poessie Mauw eindeloos blijft zingen. Toen in 1970 de Rotterdamse club sloot, stopte ook het programma. In 1971 kwam Dorus nog één maal terug op de tv tijdens een programma met een verborgen camera, waarbij hij mensen de stuipen op het lijf joeg als wassen beeld in Madame Tussauds. In hetzelfde jaar had hij nog een hit met "In de hemel is geen bier".
Begin februari 1972 kreeg Manders een auto-ongeluk. In het ziekenhuis werd geconstateerd dat hij kanker had. Drie weken later stierf Manders aan een hartaanval.
Musical
Het was de bedoeling dat in het seizoen 2009/2010 Albert Verlinde een musical over het leven van Tom Manders zou produceren, onder de titel Dorus, de musical. Karel de Rooij en Peter de Jong (beter bekend als Mini & Maxi) zouden er de hoofdrollen in spelen. Op 21 september2009 werd echter bekend dat de musical niet door gaat. Het script, geschreven door Lars Boom en Dick van den Heuvel, bood volgens de beoogde hoofdrolspelers, te weinig aanknopingspunten om hun unieke talent over te brengen op het publiek. Peter de Baan was benaderd als regisseur.
The Shadows in de Men Arena te Manchester op 18-10-2009
The Shadows was een instrumentale muziekgroep, actief vanaf de jaren 50 van de 20e eeuw, tot het begin van de 21e eeuw. Als band legden ze de basis voor de klassieke bandbezetting, bestaande uit een sologitaar, een slaggitaar, een basgitaar en drums. The Shadows was jarenlang de vaste begeleidingsgroep van Cliff Richard en het voorbeeld voor talloze gitaristen, onder wie Tony Iommi, Mark Knopfler, Pete Townshend, Frank Zappa en Brian May.
De manager van Cliff Richard ontdekte hen in de Two I's Coffee Bar, destijds het mekka van de Londense muziekscène, en bood hen een contract aan om Cliff, die intussen met de hit Move it in Engeland bekendheid kreeg, te begeleiden. Later sloten Jet Harris (basgitarist) en Tony Meehan (drummer) zich bij hen aan. Ze vormden een band onder de naam The Drifters en brachten snel een single uit, met daarop twee vocale nummers: Feelin' Fine en Don't be a Fool with Love.
Toen de Amerikaanse groep The Drifters zich verzette tegen het gebruik van hun naam in de Verenigde Staten, veranderden zij die in The Shadows.
Toen Jerry Lordan hen een melodie aanbood kwam hun carrière pas echt van de grond. Apache stond in Engeland gedurende zes weken op de eerste plaats en werd een wereldhit, behalve in de Verenigde Staten, waar men de groep te saai vond maar een coverversie wel scoorde. Kon-Tiki, Wonderful Land, Dance On en Foot Tapper waren de vier volgende nummer één-hits in Engeland. Behalve de vier Shadows, moet ook zeker Norrie Paramor genoemd worden. Deze orkestleider/arrangeur wordt ook wel de vijfde Shadow genoemd. "Wonderful Land" is een klassiek voorbeeld van zijn invloed. Veel later trok de band Cliff Hall aan, die op synthesizer de orkestpartijen voor zijn rekening nam.
In september 1961 werd drummer Tony Meehan vervangen door Brian Bennett, terwijl The Shadows in niet geringe mate bijdroegen tot het succes van de film Summer Holiday. In april 1962 verliet Jet Harris de groep voor Brian Locking. Toen Locking in april 1963 voorrang gaf aan zijn religieuze werk voegde een zeer getalenteerde basgitarist zich bij de groep: John Rostill. Deze zou tot 1969 deel uitmaken van The Shadows.
Jet Harris en Tony Meehan zouden nog zo'n tien jaar als duo optreden en zelfs twee Britse Nummer-Eén hits in Shadows-stijl scoren. Meehan kwam in 2005 op 62-jarige leeftijd om het leven als gevolg een val in huis.
Rostill schreef enkele zeer succesvolle composities. Tragisch genoeg kon hij het succes ervan niet meer meemaken. Toen Welch hem in zijn studio opzocht bleek Rostill daar te zijn overleden door elektrocutie. Hij werd opgevolgd door Alan Jones, en later door Mark Griffiths.
De jaren die volgden werden gekenmerkt door incidentele optredens als groep (1975: Eurovisie Songfestival met Let me be the one) en het vocale experiment Marvin, Welch & Farrar (1971). Door dit laatste experiment kwam men de Australische countryster Olivia Newton-John tegen, hetgeen jaren later leidde tot enkele songs voor Grease en het Xanadu-project. In 1979 werden de Shadows opnieuw erg populair dankzij hun cover van de John Williams-instrumental Cavatina, beter bekend als Theme from 'The deerhunter' , hun enige Nederlandse Nummer-Eén hit.
Na hun Engelse hit Ghost riders in the sky (1980) werd het allengs stiller op het hitsingle front. Wel verscheen elk jaar een album, dat steeds zeer hoog in de hitlijsten terecht kwam. De groep bewerkte in die tijd bekende hits. Hank Marvin vertolkte die op zijn zo karakteristieke wijze. Alan Jones is op veel van die opnamen te horen op bas en voornoemde Ciff Hall op toetsen. Eind 1990/begin 1991 viel het doek definitief. Hank Marvin ging solo toeren en bracht solo-cd's uit. Bekend zijn zijn "tribute"-albums, gewijd aan Cliff Richard, Buddy Holly, Lloyd/Webber en filmmuziek. Zijn CD The Guitar Player, waarop hij en akoestische Favino-gitaar bespeelt, stond in 2002 nog in de top tien in Engeland. Samen met zijn zoon Ben en Warren Bennett (de zoon van Brian) gaf hij in 2001 een concert in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Waarschijnlijk onder druk van de talloze fans en het naderend 45-jarig jubileum besloten de heren nog eenmaal als Shadows een "final tour" te maken.
In 2004 gingen ze op tournee door het Verenigd Koninkrijk met een reeks van 37 concerten (The Final Tour) om op die manier een 45-jaar durende carrière af te sluiten. Wegens het grote succes kreeg de concertreeks een vervolg in 2005 met in totaal 27 optredens in Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland, Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk. Hank Marvin woont sinds november 1986 in het Australische Perth en heeft daar een eigen studio, genaamd "Nivram Studios". ('Nivram' is een anagram: de letters 'Marvin' omgekeerd gespeld.)
Naar aanleiding van het 50-jarige artiestenjubileum gaan Cliff en de Shadows gezamenlijk een tour maken door Europa. Deze zal plaatsvinden eind september 2009 tot maart 2010.
Antwoordapparaat van een warenhuis: 'Als u een bestelling wilt opgeven, druk dan 5. Als u een klacht heeft, druk dan 85339855037874899. Een prettige dag verder.'
ZZ Top is een Amerikaansesouthern rockband uit Houston (Texas), opgericht in 1970 door Billy Gibbons. Ze behaalde haar grootste successen in de jaren '70 en '80. De bandleden zijn Billy Gibbons (zang en gitaar), Dusty Hill (basgitaar) en Frank Beard (drums). De band valt op door haar speciale look: Gibbons en Hill dragen altijd een zonnebril, een trenchcoat, en een lange baard. Beard (Engels voor baard) heeft in tegenstelling tot zijn naam geen baard.
Gitarist Billy Gibbons staat bekend om zijn onmiskenbare sound, "brown tone". Hij speelt voornamelijk op een classic 1959 Gibson Les Paul-gitaar, die hij Miss Pearly Gates noemt. Hij speelt met een "peso"-munststuk als plectrum, en maakt veelvuldig gebruik van "flageolets" of "harmonics", zo eigen aan de sound van ZZ Top.
De band werd in 1970 opgericht in Engeland, waar de leden, zoons van Amerikaanse legerofficieren, toen woonden. Het titelloze debuutalbum uit 1972 was in de Verenigde Staten meteen een groot succes. De singles I need you, A Horse with No Name en Sandman werden internationaal grote hits. Hierna verhuisden de leden terug naar de Verenigde Staten, waar het tweede album, Homecoming werd opgenomen, met daarop de hit Ventura Highway. In 1977 verliet Peek de band en gingen Beckley en Bunnell verder als duo. Ze hadden hierna nog twee hits met You can do magic en The border en speelden in 1982 op de soundtrack van de tekenfilm The Last Unicorn.
Richard Starkey - Artiestennaam Ringo Starr - ontmoette de andere Beatles (die toen nog Pete Best als drummer hadden) in Hamburg. Hijzelf was toen nog de drummer van de band Rory Storm and the Hurricanes. Op 18 augustus 1962 speelde hij voor het eerst als officieel lid van The Beatles.
Op 11 februari 1965 trouwde Ringo met zijn vriendin Maureen Cox. Op 13 september 1965 werd hun zoon Zak geboren. Op 19 augustus 1967 volgde Jason en op 11 november 1970 werd Lee geboren. Ringo en Maureen gingen officieel uit elkaar in 1975.
Al voordat The Beatles uit elkaar gingen had Ringo twee soloalbums gemaakt: Sentimental Journey en Beaucoups of Blues. In die periode speelde hij ook mee op een plaat van George Harrison en een van John Lennon en Yoko Ono. Naast de films met de Beatles speelde hij in drie films: Candy, Caveman en The Magic Christian. Hij speelde ook samen met zijn vrouw in de film van Paul McCartney uit de jaren '80 genaamd Give My Regards To Broad Street.
In de jaren die volgden bracht Ringo een aantal soloalbums en singles uit (zijn grootste hits waren It Don't Come Easy, Photograph en You're Sixteen) en speelde hij nog regelmatig met de andere drie ex-Beatles (maar nooit met zijn vieren).
In 1980 ontmoette Ringo tijdens de opnamen van de film Caveman ex-Bond-girl Barbara Bach. Een zwaar auto-ongeluk (waar Ringo en Barbara levend uit kwamen) en de dood van John Lennon maakten het een zwaar jaar. In 1981 trouwden Ringo en Barbara.
In de zomer van 1992 ging Ringo op tournee met zijn All Starr Band, waarin zijn zoon Zak de tweede drummer was.
1994 was een zwaar jaar voor Ringo. In dat jaar overleden zijn goede vriend Harry Nilsson, zijn stiefvader Harry Graves en zijn ex-vrouw Maureen, waarmee hij nog goed contact had (hij was bij haar toen ze stierf).
In 1995 besloten de overgebleven drie Beatles samen met John Lennon's weduwe Yoko Ono dat de tijd rijp was om twee nieuwe Beatles-singles uit te brengen. Free As A Bird en Real Love (oude nummers van John Lennon) werden met moderne technieken in een nieuw jasje gestoken en de Beatles beheersten opnieuw wereldwijd de hitlijsten.
Ringo en Barbara zijn in Monte Carlo gaan wonen en nog elk jaar tourt Ringo door de Verenigde Staten met zijn band.
Per 20 oktober2008 gaf Ringo aan geen fanmail meer te willen ontvangen.
Roderick David (Rod) Stewart (Londen, 10 januari1945) is een Britse rockzanger bekend om zijn rauwe bluesy stem. Hij wordt de witte met de zwarte stem genoemd of ook wel eens de laatste "song and dance man" vanwege zijn podiumpersoonlijkheid.
Rod Stewart is CBE (Commander of the order of The British Empire), een onderscheiding die hij met kerst 2006 (New Year's Honours) kreeg uitgereikt door Elizabeth II voor zijn culturele en artistieke verdiensten aan het Verenigd Koninkrijk. Hij is ook opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame.
Biografie
Op jonge leeftijd wilde Stewart voetballer worden en kwam terecht bij Brentford F.C.. Rod had gedurende deze tijd meerdere baantjes, waarvoor geen speciale vaardigheden vereist waren en werkte als grafdelver, afrasteringenbouwer en bezorger. Hij schakelde al snel over naar een carrière in de muziek en sloot zich begin jaren zestig bij de folkzanger Wizz Jones als straatzanger aan. Rod, Wizz en company reisden door Europa tot ze in Spanje gearresteerd werden wegens landloperij en omdat er vastgesteld werd dat hun paspoorten verlopen waren, werden ze al spoedig Spanje uitgezet en teruggestuurd naar Engeland.
"Every Picture Tells a Story" uit 1971 betekende de echt grote doorbraak voor Rod Stewart en vanaf dat moment genoot hij internationale bekendheid. Toen het B-kantje Maggie May vaak op de radio werd gedraaid kreeg hij met het album en de single gelijktijdig een nummer 1 in de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië, iets dat in de geschiedenis van de populaire muziek nooit eerder was voorgekomen en sindsdien nog door niemand is geëvenaard. size=2>[bron?]
Het album "Every Picture Tells A Story" is opgenomen in de befaamde "Rock & Roll Hall of Fame" en bekleedt daar de zeventiende plaats in de top 500 van albums die de meeste invloed en verandering hebben teweeggebracht in de twintigste eeuw.
"A Nod's As Good As A Wink To A Blind Horse", ook al uit 1971, bracht The Faces in deze tijd hun enige top 10-hit in de VS met het nummer Stay with me. In 1972 verscheen "Never A Dull Moment", Stewarts vierde soloalbum. Samen met The Faces bracht hij ook nog eens "Ooh La La" uit waarop enkele nummers van de hand van Ronnie Lane. "Sing It Again", de verzamelaar uit 1973 had onvoldoende ruimte om alle hits van de vier eerste soloalbums te herbergen. The Faces brachten dat jaar ook een verzamelaar uit, "Snakes And Ladders", waarop hun laatste nummer 1-hit in het Verenigd Koninkrijk, "Pool Hall Richard" echter waren ze toch de populairste liveband in het Verenigd Koninkrijk tot ze in 1974 uit elkaar gingen. Cindy Incidentally en Pool Hall Richard stonden er weken op de eerste plaats. In 1974 brachten The Faces ook nog "Coast To Coast-Averture and Beginners" uit, een livealbum.
Succesrijke soloperiode
1974 betekende voor Stewart ook zijn laatste soloalbum voor Mercury Records, het uit "Smiler" gesponnen lied "Farewell" was niet toevallig vermits Rod de grote stap over de Atlantische Oceaan reeds plande en zijn creatiefste periode uit zijn leven afsloot om te beginnen aan zijn "lucratiefste". Het grote geld ging nu pas komen. In 1975 werd de verzamelaar van The Faces, "Snakes and Ladders" heruitgebracht in het zog van het succes van "Atlantic Crossings", het eerste soloalbum bij Warner Bros/Atlantic.
De albums "An Old Raincoat", "Gasoline Alley", "Never A Dull Moment", "Smiler", "A Nod's As Good As A Wink To A Blind Horse" en "Ooh La La" kunnen gezien worden als belangrijke rockalbums. [bron?]
Na de periode, waarin Rod Stewart op zijn populairst was, volgde niet zijn creatiefste. [bron?] Hij had intussen onderdak gevonden bij "Warner Bros, Atlantic". Zijn contract hield in dat alle rechten op zijn songs totaal in eigen handen bleven, Warner streek enkel procenten op voor de verkoop van platen en niet voor auteursrechten, waardoor Warner zich natuurlijk dubbel zo hard inspande voor de promotie van Rods platen. Sailing uit "Atlantic Crossings" (1975), en Tonight's The Night uit "A Night On The Town", dat zestien weken op nummer 1 stond in de Amerikaanse Billboard in 1976. Uit "Footloose And Fancy Free" (1977) stamt de rocker "Hot Legs.
Aan het eind van 1978 uit het album "Blonds Have More Fun" had hij nog een hit met het nummer Do Ya Think I'm Sexy?, waarschijnlijk het meest verguisde nummer uit zijn carrière, dat een nummer 1-hit werd over de hele wereld. Het bracht Stewart echter financieel niks op, want alle rechten werden geschonken aan het kinderfonds van Unicef.
Jaren 80
1980 bracht nog het album "Foolish Behaviour", 1981 "Tonight I'm Your's" en in 1982 het dubbele livealbum "Absolutely Live" waar hij Tina Turner opnieuw aan het grote publiek voorstelde. Het optreden in de L.A.Forum bezorgde Tina Turner de start van haar comeback en bevestigde Rod Stewart als een van de grootste rockperformers aller tijden. Uit de tachtiger jaren herinneren we nog de albums "Body Wishes", 1983, "Camouflage", 1985, en dan weer hoopgevend "Every Beat Of My Heart", 1986, "Out Of Order", 1988, waarin hij weer helemaal terug was met de massieve hit "Infatuation". 1989 bracht de vierdelige verzamelaar "Storyteller".
Jaren 90
Daarna nam zijn productiviteit wat af en stond hij meer bekend als rockster, dan om zijn muzikale talent. Uit die periode de kwamen twee rocksongs Hot Legs en Foolish Behaviour, niet te vergeten "I Was Only Joking" een zelfreflectie met de nodige humor en emotie.
In 1993 nam hij samen met Sting en Bryan Adams de hit All for Love op voor de film The Three Musketeers. Dit werd door sommige fans als een groter dieptepunt dan "Do Ya Think I'm Sexy" in zijn carrière gezien.
Rod Stewart gaf in 1994 een gratis concert op het strand van Copacabana, dat meer dan 3,5 miljoen bezoekers trok. Dit werd vermeld in het Guinness Book of Records. Er moet bij worden gezegd dat het ook New Year's Eve (Oudejaarsavond, 31 december) was en alle mensen die op het strand aanwezig waren en feestvierden werden meegeteld.
In 2002 keerde Rod terug in de top van de albumlijsten met It Had To Be You, een verzameling van oude klassiekers van Cole Porter tot Nat King Cole uit de jaren '20 en '30 . De verkoop staat op 4.200.000 exemplaren wat een unicum is in de jaren van downloaden. Geen enkele andere artiest van zijn generatie heeft hem dit nagedaan.
Eind 2003 keert hij weer terug met het album As Time Goes By waarmee hij de tweede plaats bezet in de Amerikaanse en de Canadese en de eerste in de Australische albumhitlijst in november 2003.
2004 luidt voor Rod Stewart, financieel, het meest succesvolle jaar in zijn lange carrière tot nu toe in. Hij gaat op tournee in de Verenigde Staten en Canada met een volledig uitverkochte stadiontournee die loopt van januari tot augustus, getiteld "From Maggy May to the Great American Songbook". De show bestaat uit twee delen: een eerste deel van goed anderhalf uur rock, en afsluitend een half uur Amerikaanse klassiekers. Rod krijgt voor iedere avond, gemiddeld 22 avonden per maand en dit voor acht maanden, een miljoen Amerikaanse dollars binnen.
Na de tour zal Rod samen met Ronnie Wood in de studio duiken voor de afwerking van hun album "You'll Strut, I'll Sing".
19 oktober 2004 verscheen de derde en laatste in de serie Great American Songbooks, genaamd "Stardust", dat meteen doorstoot naar de nummer 1-positie in de Amerikaanse albumcharts. Gasten zijn onder andere Eric Clapton, Stevie Wonder en Dolly Parton.
Paul Cook en Steve Jones van de Sex Pistols hebben jaren na hun punkglorie toegegeven dat het nummer Pool Hall Richard (1973) van de hand van Rod Stewart en Ron Wood voor hun de eerste echte Britse punk-song was, de tekst Bang go the Queen, she's so obscene, her hands are dirty but her image clean, Pool Hall Richard, kid you're wicked, whe now! zegt genoeg.
Privéleven
Rod Stewart is tweemaal getrouwd geweest en gaat na de scheiding van zijn tweede vrouw voor de derde keer in het huwelijksbootje stappen. Hij heeft zeven kinderen.
Zijn eerste kind is zijn dochter Sarah Thubron (41 jaar), ze was het resultaat van een tienerromance. De moeder is Susannah Boffey. Toen Sarah geboren werd was Rod 18 jaar.
Als hij van Rachel Hunter gescheiden is, wil hij voor de derde keer gaan trouwen, en wel met Penny Lancaster. Op 26 mei2005 werd bekend dat Penny in verwachting is. Op 27 november 2005 werd zijn derde zoon geboren, Alastair. Op 16 juni 2007 is Rod getrouwd met Penny Lancaster in La Cervara nabij Portofino, Italië. Op de bruiloft waren ongeveer 100 familieleden en vrienden getuige van hun huwelijk. De receptie vond plaats in Santa Margherita alwaar men uitzicht had over de kust. Diner, feest en vuurwerk duurden tot in de kleine uurtjes toen het bruidspaar, dat erin slaagde hun speciale dag privé te houden, vertrokken voor een Mediterriaanse vakantie.
In augustus 2010 maakte het paar bekend dat Penny weer zwanger is. Het gaat om Rod Stewarts achtste kind.
Robert William Gary Moore is geboren op 4 april 1952 te Belfast, Noord Ierland en was één van in totaal vijf kinderen. Zijn vader, Robert (ook wel: Bobby) Moore, was een lokale concertpromoter. Zijn moeder Winnie was huisvrouw. Zodoende groeide Gary op met het luisteren naar muziek van Ierse bands, live spelen en country-, rock- en popmuziek uit die tijd. Op 6-jarige leeftijd, in 1958, trad Gary al voor het eerst op. Gekleed in een korte broek en staand op een stoel om bij de microfoon te komen, zong hij samen met de showband een nummer dat Sugartime heet.
In 1962, Gary was toen 10 jaar, koopt zijn vader een gitaar van een muzikant. Dit was een gigantisch grote acoustische gitaar (een Framus). De snaren waren erg hard, moeilijk af te stemmen en de gitaar was hiermee dus erg moeilijk te bespelen. Toch heeft Gary in de eerste week al een aantal Shadows-liedjes onder de knie weten te krijgen. Hij had zichzelf wat akkoorden aangeleerd met behulp van een boek, keek naar andere mensen die gitaar speelden, luisterde naar platen en kreeg zo het gevoel van het gitaarspelen. Hoewel hij linkshandig is, begon hij te spelen met een rechtshandige gitaar, simpelweg omdat hij andere gitaristen dat ook zag doen.
Een jaar later trad Gary op onder de naam Little Gary. Weer twee jaar later, het was toen 1965, speelt Gary in een bandje genaamd The Beat Boys in zijn vaders club net buiten Belfast. Later speelden ze in hotels en balzalen en qua repertoire speelden ze feitelijk alles wat het publiek maar wilde horen.
Zijn eerste soloalbum bracht Moore in 1973 uit als de Gary Moore Band.In 1979 startte hij, met hulp van Phil Lynott, een echte solocarrière. De combinatie van Moores gitaarspel en Lynotts stem leverden de single Parisienne Walkways (van het album Back On The Streets) op dat in april 1979 de Britse top tien haalde.
Na een serie stevige rock albums keerde Moore terug naar de blues met het album Still Got the Blues, met daarop bijdragen van B.B. King, Albert King en Albert Collins. Dit album was een geweldig succes. Moore bleef bij de blues tot 1997, toen hij besloot te gaan experimenteren met moderne dancebeats in Dark Days In Paradise. Dit zette vele fans, en ook de muziekpers, danig op het verkeerde been. Met het album Back to the Blues keerde Moore uiteindelijk terug op het vertrouwde bluesstramien. Zijn meest recente album is Bad for you baby.
Gary woont momenteel in , en heeft 4 kinderen: Saoirse, Jack, Gus en Lily.
Er is een getrouwd stel waarvan de man gek is op Brigitte Bardot. De dag voordat ze 25 jaar getrouwd zijn laat ze op beide delen van haar kont een grote B zetten. Dus de volgende dag gaan ze hun trouwdag in bed vieren en zegt de vrouw vlak voordat ze beginnen: "Kijk eens schat, ik heb extra voor jou een naam op mijn kont laten tatoeëren, weet je wie 't is?" Zegt de man: "BoB, wie is BoB???"
Ze is de dochter van Broadway musicalster John Raitt. Ze begon gitaar te spelen toen ze twaalf jaar oud was. Na de middelbare school begon ze in Rhythm and Bluesclubs te spelen. In 1983 werd ze geloosd door haar platenlabel, Warner Bros. Records, onder andere vanwege alcohol- en drugsgebruik, maar verdween allerminst uit de muziekscene.
Na meer dan 20 jaar opnames en optredens, bereikte Bonnie Raitt succes met haar tiende album. "Nick of Time" kwam in de top te staan in de Verenigde Staten en won drie Grammy Awards. Tegelijk kreeg ze een vierde Grammy voor haar duet "In the Mood" met John Lee Hooker op zijn album "The Healer".
Hierna kreeg ze nog drie Grammy Awards voor haar album uit 1991, "Luck of the Draw", waarna ze in 1994 nog twee Grammy's kreeg met haar album "Longing in Their Hearts".
Paul McCartney werd geboren in het Walton ziekenhuis (waar zijn moeder Mary Mohin McCartney werkte als vroedvrouw), niet ver van zijn ouderlijk huis in Liverpool. Toen zijn moeder in 1956 stierf aan borstkanker, stortte Paul zich op de rock-'n-roll.
1957-1970 The Beatles
In 1957 leerde hij via een gemeenschappelijke vriend John Lennon kennen, werd lid van diens band The Quarrymen en schreef samen met hem, George Harrison en Ringo Starr geschiedenis als lid van The Beatles. Hij schreef veel van het materiaal van de Beatles samen met John Lennon, alhoewel ze maar af en toe samen een lied schreven - meestal schreef de een het grootste stuk en maakte de ander het af. Hun relatie was meer een wedstrijd dan een samenwerking, maar door een afspraak die ze al vroeg maakten kregen alle songs voor de Beatles Lennon-McCartney als credit.
Paul werd over het algemeen gezien als de knapste van de vier Beatles en had de grootste vrouwelijke aanhang. Hij had een lange relatie met de actrice Jane Asher voordat hij Linda Eastman, een fotografe, ontmoette. Hij trouwde met Linda in 1969. Samen kregen ze drie kinderen: Mary, Stella en James. Linda had al een dochter, Heather, uit een eerder huwelijk.
Een van McCartney's bekendste composities, Yesterday, is opgenomen door een recordaantal artiesten, en staat hiervoor genoteerd in het Guinness Book of Records. Andere ballades die ook een universele aantrekkingskracht hebben zijn onder andere Hey Jude, Let it be en The long and winding road.
1970-1980 Solocarrière & the Wings
Nadat de Beatles in 1970 uit elkaar gingen begon Paul onmiddellijk aan een solocarrière en bracht het album McCartney uit met daarop het bekende Maybe I'm Amazed. Daarna volgde het album Ram dat slecht werd ontvangen. Feitelijk was dit album door zijn low-fi aanpak zijn tijd ver vooruit en tegenwoordig wordt Ram beschouwd als één van zijn beste albums. In 1971 richt Paul McCartney een nieuwe band op: Wings. Ondanks de vele personele wisselingen was Wings erg succesvol in de jaren 70. De enige drie constante leden van Wings waren Paul McCartney, Linda McCartney en Denny Laine. Wings maakte een aantal succesvolle albums zoals Band on the Run en Venus and Mars. Ook werd een aantal grote hits gescoord met onder andere My Love, Live and Let Die, Band on the Run, Listen To What The Man Said, Silly Love Songs en With a Little Luck. Het nummer Mull of Kintyre, opgenomen als ode aan het gelijknamige schiereiland in Argyll, Schotland, waar Paul McCartney een huis heeft, werd de grootste hit. Deze single was de meest verkochte single ooit tot hij in 1984 voorbij werd gestreefd door Do They Know It's Christmas van Band Aid. Tot op de dag van vandaag blijft Mull of Kintyre één van de meest verkocht platen die niet voor liefdadigheid werd gemaakt. Plannen voor een nieuwe wereldtournee van Wings in 1980 worden afgelast in januari 1980 wanneer Paul McCartney op het vliegveld van Tokio wordt gearresteerd voor het bezit van drugs. Hij wordt na 10 dagen vrij gelaten, maar de tournee wordt toch afgezegd. In 1980 werkt Wings door aan nieuwe nummers, maar die worden niet uitgebracht. Laurence Juber en Steve Holly verlaten daarom Wings. Uiteindelijk wordt op 27 April 1981 bekend gemaakt dat ook Denny Laine Wings zal verlaten en dat daarmee Wings ophoudt te bestaan. Vanwege zijn arrestatie in Tokio, en de moord op John Lennon, besluit Paul McCartney voorlopig niet meer op tournee te gaan.
1980-heden
Pas sinds1989 gaat McCartney weer volop op tournee. Begin jaren '80 schreef hij nummers met Michael Jackson. Uit deze samenwerking ontstond het nummer The Girl Is Mine. Het nummer belandde op Jacksons album Thriller, en het werd als single meteen een nummer 1 hit. Later maakten de twee nog het nummer Say, say, say waarvan nu verschillende remixes gemaakt zijn. Ook werkt hij samen met Stevie Wonder. Uit deze samenwerking ontstond de hit Ebony & Ivory, dat op McCartney's album Tug Of War terecht kwam in 1982. Op dat album staat ook het indrukwekkende Here Today, dat Paul speciaal heeft geschreven als eerbetoon aan John Lennon.
Paul en zijn vrouw waren uitgesproken vegetariërs en dierenrechtenactivisten. In 1991 introduceerde Linda haar eigen serie vegetarische gerechten op de Britse markt.
Nadat Linda in 1998 was overleden aan borstkanker, trouwde hij Heather Mills, een ex-model en anti-landmijnactivist in juni 2002. Samen kregen ze op 28 oktober 2003 een dochter genaamd Beatrice Milly. In mei 2006 werd bekend dat de twee besloten hebben te gaan scheiden.
In 2008 ging McCartney weer op wereldtournee - het was eigenlijk voor 2007 gepland maar eerst wilde hij zijn echtscheiding van Heather Mills afronden. Op 17 maart2008 besloot de rechtbank dat McCartney 24,3 miljoen pond (30,9 miljoen euro) aan Heather Mills moet betalen. Ook moet hij ten behoeve van de opvoeding van hun kind 35.000 pond per jaar betalen.
Pseudoniemen
Door de jaren heen heeft McCartney ook werk onder pseudoniemen uitgegeven. In de meeste gevallen ging het om experimenteel of minder commercieel werk. In 1968 produceerde hij "I'm the Urban Spaceman" van de Bonzo Dog Doo-Dah Band. Op het album staat McCartney echter vermeld als "Apollo C. Vermouth".
In 1977 bracht McCartney een orkestuitvoering uit van het album Ram onder de naam Percy "Thrills" Thrillington.
Als Bernard Webb schreef hij in 1966 het nummer "Woman" voor Peter & Gordon, omdat hij benieuwd was of het publiek een liedje van hem ook zou waarderen als niet bekend was dat het een McCartney-nummer betrof. Het nummer werd geen hit.
Onder de naam Paul Ramon (een naam die hij ook af en toe gebruikte voordat hij met The Beatles doorbrak, en die de inspiratie vormde voor de naam van de groep The Ramones) speelde hij in 1969 mee op het nummer "My Dark Hour" van de Steve Miller Band.
In de jaren '90 bracht hij twee experimentele albums uit als The Fireman, in samenwerking met Youth van (oa) Killing Joke. Met name het tweede album "Rushes" is zeer geslaagd. Of The Fireman wel echt Paul McCartney was, was aanvankelijk vrij schimmig: Bandnaam en plaattitel verwijzen in combinatie met elkander naar het Beatlenummer "Penny Lane" (`...the fireman rushes in..') Het label, Juggler Records, verwijst naar het vignet van McCartney Productions Ltd (mpl), waarop een jongleur staat afgebeeld. Verder staan er enkele vervormde geluiden op die aan McCartney's stem doen denken en een foto op de binnenhoes van een naakte dame die erg lijkt op McCartney's dochter Mary. Tijdens de wereldtournee van 2002-2003 werd muziek van The Fireman gebruikt als voorprogramma. Tot dat moment was zelfs bij de fans nauwelijks bekend dat het hier om werk van Paul McCartney gaat.
Bij latere tournees stond de DJ Freelance Hellraiser in het voorprogramma, die diverse nummers uit de solocarrière van McCartney Mixte. McCartney en hij brachten in 2005 een dubbel-LP uit vol met dit soort mixen. Zowel de LP als de artiesten kreeg de naam "Twin Freaks" mee.
In 2008 wilde McCartney weer op wereldtournee - het was eigenlijk voor 2007 gepland maar eerst wilde hij zijn echtscheiding van Heather Mills afronden. Op 17 maart2008 besloot de rechtbank dat McCartney 24,3 miljoen pond (30,9 miljoen euro) aan Heather Mills moest betalen. Ook moest hij ten behoeve van de opvoeding van hun kind 35.000 pond per jaar betalen.
Op 22 oktober 2009 werd bekend dat Paul McCartney in december 2009 een korte tournee doet door Europa. De tournee heeft de titel The Good Evening Europe Tour. Hierbij heeft hij op 9 december 2009 een optreden gegeven in het GelreDome in Arnhem. Dat was tevens voor het eerst in zes jaar dat Paul McCartney weer naar Nederland kwam. Hij heeft hierbij een paar nummers voor het eerst in Nederland gespeeld, waaronder Mrs Vanderbilt van het album Band on the Run, waarvan hij overigens bijna de helft speelde. Het concert kreeg zeer goede recensies van verschillende kranten. Vanaf maart 2010 ging McCartney in de Verenigde Staten verder met de Up and Coming Tour.
De samenstelling van de McCartney-band is Paul Wickens (keyboards), Abe Laboriel Jr. (drums), Rusty Anderson en Brian Ray (gitaren).
Kort geleden onthulde McCartney dat hij in 2011 een nieuw album gaat uitbrengen.
Trivia
In 1969 ging het gerucht dat Paul McCartney in 1966 bij een auto-ongeluk om het leven was gekomen en sindsdien door een dubbelganger was vervangen. De meeste uiteenlopende aanwijzingen in de liedjes en elpeehoezen van de Beatles zouden dit gerucht bevestigen. Zie ook Paul is Dead.
Ik ben Rudy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Rud.
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 13/07/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Humor en mooie meiden..... .