En nu in mijn hart eens kijken. Even voor ik slapen ga. Of ik vandaag geen enkel hart heb pijn gedaan. Of ik niemand heb doen schreien, geen weemoed op een wezen lei. Misschien dat ik aan liefdeloze mensen een woord of zo van liefde zei ? En ja, ik weet het zeker, dat ik een droefenis genas. Dat ik mijn armen heb gewonden rondom een hoofd dat eenzaam was. Ze zijn niet meer jong mijn lippen, toch geef ik een avondzoen. Nog even in mijn hart gaan kijken, met een gerust gemoed het gordijn toedoen.