Vers 7. Mijn hart voelt zwaar en hulpeloos aan en mijn geest is verward wat betreft Dharma. Thans zoek ik mijn toevlucht tot U en ben Uw leerling. Daarom, smeek ik U, onderricht me en zeg me duidelijk wat te doen.
Arjuna is zich thans volledig bewust dat hij het dilemma waar hij voor staat niet zelf kan oplossen. Dharma, waar Arjuna naar verwijst zijn binnen de Vedische samenleving de leefregels waaraan men zich als goed mens dient te houden (*zie noot hieronder). Arjuna geeft zich volledig over aan Heer Krishna, die hij nu als zijn spirituele leraar erkent, en vraagt hem te onderrichten over de juiste beslissingen die hij in deze netelige situatie dient te nemen.
* Overgave aan de Schepper, matigheid, reinheid, echtelijke trouw, zelfbeheersing, eerlijkheid, kennis van de geschriften, kennis van de overziel
Categorie:Bhagavat Gita - Hoofdstuk 2
|