Vers 37. Shri Bhagavan sprak: Begeerte en toorn geboren uit hartstocht verteren en bederven alles. Zij zijn de bron van alle kwaad en de grootste vijand van alle levende wezens.
Heer Krishna, de volmaakte Yogi die één is met de Allerhoogste, spreekt over de begeerte als het grootste kwaad in deze materiële wereld. De meeste mensen willen enkel hun begeerte, hun lust bevredigen. Wanneer hen dit niet lukt worden ze vertoornd met alle gevolgen vandien. De mens dient zijn plaats te kennen binnen dit Grote Kosmische gebeuren. Wanneer hij denkt gelijk te zijn aan God loopt het mis. Om de misleide mens de kans tot inzicht te geven heeft de Allerhoogste de materiële wereld gecreëerd. Alhier kan de in illusies gevangen mens zijn lusten botvieren tot hij uiteindelijk weer tot inzicht komt en het devotionele pad begint te bewandelen dat hem terug huiswaarts voert, in de schoot van de Allerhoogste, de Geliefde.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 3 Het pad van handeling (Karma yoga)
|