Vanuit Alcuéscar leidt de weg ons over een romeinse brug naar Casas de Don Antonio. Langs smalle straatjes paseren we nog enkele overblijvende romeinse palen (25 jaar na Christus). Over nog een romeinse brug bereiken we Valdesalor, de Alberque is hier dicht, de mogelijkheid tot slapen kan in een voetbalkantine, dit wel op de grond, onze Italiaanse amigos blijven hier. Wij trekken verder onder een brandende zon, nog 11 km naar Cáceres, hier is het zoeken naar de Alberque Los Veletas, maar met Herman is dit geen probleem. We overnachten in deze prachtige Alberque, 50 meter van het centrum, voor het avondeten hebben we nog tijd voor om wat rond te kuieren in de mooie stad. Cáceres is ook een werelderfgoedstad, het is Romeins en de wieg van de Orden van de Ridders te Paard van Santiago.
We lopen door de mooiste weilanden van Extremadura, en door het Parque Natural de Cornalvo. We paseren het Cruz de San Juan, wat verder bereiken we Alcuéscar. We slapen in het Covento Esclavos de Maria in afzonderlijke kamer, waar nog paters aan de pelgrims hun eisen stellen.
Bij het vertrek uit Mérida, even buiten de bebouwde kom zien we het romeinse waterreservoir, het grootste ooit in het romeinse Rijk. Na het waterreservoir loopt de weg verder door kurkeik, en zien we links en rechts de spaanse vechtstieren lopen. We komen aan in het dorpje Carrascalejo, hier is er niets, een 4 tal km verder komen we reeds in Aljucén, dit kleine dorp biedt ons te eten en te drinken. In een kleine Alberque kunnen we overnachten, we zijn met 6 pelgrims, onze amigos, ook nog een nieuwe pelgrim, Peter (Hamburg) gestart in Mérida.
Met een stralende zon lopen we over de romeinse brug Mérida binnen. Onze amigos zijn tevreden met de Alberque, maar wij zoeken een Hostal (Sereno) op om te overnachten en ons wat op te frissen. Mérida is een romeinse stad, gesticht door keizer augustus, het is ook een werelderfgoedstad. We bezoeken er el Templo de Diana, el Arco de Trajano, el Casa del Anfiteatro, Museo de Arte Romano, enz. Mérida is tevens een stad, waar de politieke beslissingen in Extremadura genomen worden. Al bij al heeft Mérida zijn kleine handelszaken tussen de wandelstraten weten te behouden.
Etapa 09; Villafranca de los Barros - Torremejía (27,6km) op 17-06
We nemen terug de romeinse weg die ons in rechte lijn naar Torremejía leidt. We lopen terug langs wijngaarden, (de boeren hier druk in de weer), tussen olijfbomen en korenvelden, soms door smalle straatjes. In Torremejía slapen we terug in een vroegere klooster, nu een prachtige Alberque Palacio de los Lastras, we zijn met ons 5, de 2 Italiaanse amigos, Steffen en wijzelf.
Etapa 08; Zafra - Villafranco de los Barros (20,7km) op 16-06
We verlaten Zafra en bereiken los Santos de Maimona. De kerk met een portaal in plateresca stijl en zijn gemeentehuis trekken onze aandacht. We lopen verder tussen olijfbomen en wijngaarden en komen aan in Villafranca de los Barros, met zijn kerk uit de 16' eeuw en met een interessant gothisch portaal. De wijn van de streek met dominatie (de Ribera del Guadiana) bezorgt aan de pelgrims een heerlijke voldoening. Hier was het zoeken voor overnachting (Alberque dicht wegens werken), na rond vragen vinden we een Hostal-Restaurante (La Marina), Michele, Vitaliano en wijzelf, slapen in afzonderlijke kamers, Steffen is spijtig achterop geraakt wegens kniepijn. Jammer dit Hostal is wel wat afgelegen van de camino en het centrum.
Na 7 dagen stappen is alles goed met ons. Schitterend weer, mooie etappes met prachtige natuur, het is kurkdroog, de beken lopen wij over op de stapstenen, (geen natte voeten). Voldoende water en -voeding nemen we mee op de etappes, want zelden paseren we een dorp. Dagelijks een stevig ontbijt, dit ter plekke of nabij gelegen bar, 's avonds een peregrinomenu en bij aankomst onze was, voor het drogen geen probleem. Extremadura = in 2 woorden extrema (uitzonderlijk) dura (zwaar) in de zomer heet en de winter zeer koud.
Etapa 07; Fuente de Cantos - Zafra (26,1km) op 15-06
We verlaten Fuente de Cantos langs de romeinse weg, en algauw bereiken wij Calzadilla de los Barros. Dit is een klein dorp met een versterkte - kerk, gebouwd in de 15' eeuw, waar één van de mooiste gothische renaisance retabels wordt bewaard van Extremadura. We zien terug hoeven met vee, olijfbomen en wijngaarden. We steken de spoorweg over en komen aan in het dorp Sancho Pérez, waar we een cafe con leche drinken, om terug op krachten te komen. We komen aan in Zafra, deze stad is gesticht door de Moren dit is een historische, artistieke stad. We slapen in het mooie klooster Covento San Francisco, in een afzonderlijke kamer, we zijn met ons 6, Michele, Vitaliano, Steffen nog een fietser en wijzelf.
Etapa 06; Monesterio - Fuente de Cantos (21,9km) op 14-06
Op het einde van het langgerekte dorp lopen we tussen muren van opgehoopte stenen, en tussen uitgestrekte graanterreinen. Opeens zien we in de verte Fuente de Cantos, maar het duurt nog uren voor we het dorp bereiken. Voor ons bemerken we dan de kerk van de Maagd van Granada. Fuente de Cantos is de geboorteplaats van de schilder Zubarán. We slapen in de Alberque Covente Frailes (prachtig klooster) waar het heerlijk ruikt naar wierook, er zijn 8 pelgrims. Deze avond eens geen peregrinomenu, onze amigo Michele maakt voor ons spaghetti op zijn Italiaans klaar in de plaatselijke keuken. Het is terug zeer warm, bij de 40 graden.
Etapa 05; El Real de la Jara - Monesterio (20,7km) op13-06
We paseren een oud kasteel waar volgens de legende een guardia woonde, die de camino verdedigde. Een sterke helling van ongeveer 800 meters leidt ons naar het hoogste punt van de Sierra Morena. We komen aan in Monesterio, waar een klooster staat uit de 15' eeuw, ter herinnering aan de overwinning van de christenen op de Moren. Monesterio is een groot dorp met een grote industrie, wat betreft de zwarte zwijnen is het de ideale plaats om te proeven van de jambon ibérico.Hier maken we kennis met Steffen uit MARBURG (Duitsland),we slapen in Hostal Extremadura, 5 pelgrims, Michele, Vitaliano en Steffen.
Etapa 04; Almadén de la Plata - El Real de la Jara (16,6 km) op 12-06
Een korte, mooie maar zeer moeizame etappe. We lopen langs de weg, die ons leidt naar de stierenarena, wat later lopen we tussen de wilde zwijnen, we bemerken patrijzen en kruisen konijnen. Het dorp dankt zijn naam aan de camino Real die de verbinding is tussen Andalusia en Extremadura. Het is een wit dorp met een kerk in mudéjarstijl. We slapen in Hostal Los Molinos, in afzonderlijke kamers, we zijn met 6 pelgrims, Michele, Vitaliano en nog 2 Duitsers. In de namiddag is het hier bijna 40 graden.
Etapa 03; Castilblanco de los Arroyos - Almadén de la Plata (29,5 km) op 11-06
We vertrekken langs de hoofdweg (niet zo druk) naar Almadén de la Plata. We hebben voldoende water en voeding bij, want tot Almadén is er niets om ons te bevoorraden. Na 16 km langs de hoofdweg (niet druk) zien we aan onze rechterkant het natuurgebied van El Berrocal, de 14 km die we nog moeten stappen zijn een van de mooiste van de Via de la Plata. Almadén de la Plata werd veroverd op de Moren door de ridders van de orde van Santiago. De kerk uit de 16 eeuw, een romeinse neocrópolis trekt onze aandacht. Het dorp is ook gekend voor zijn jamon en embutidos (gevulde worsten). We slapen in een Alberque het is weekend, er zijn heel veel fietsers. Ik ben de enige vrouw en op aanvraag mag ik alleen slapen, zelfs zonder Herman.
Etapa 02; Guillena - Castilblanco de los Arroyos (19,0 km) op 10-06
Guillena, met zijn kerk in mudéjar stijl van de 15 eeuw zegt ons vaarwel, we kruisen een industriezone, soms vult de rivier zich met water en moet men gebruik maken van de brug. We lopen door olijfbomen, appelsienbomen en kurkeik. Een 5 tal km voor we aankomen in Castilblanco,moeten we onze weg verder zetten, parallel met de asfaltweg (zeer druk). Voor ons zien we het monument van Servantes, dit dorp bevindt zich aan de poorten van het Parque Naturel de la Sierra Norte de Sevilla, waar de economie draait op de veehouderij, de imkers, landbouw-activiteiten en weiland. We slapen in een Alberque naast de garage, Herman en ik afzonderlijk, we zijn samen met 6 pelgrims, Michele, Vitaliano, en nog 2 Duitsers (vader en zoon van 16 jaar, maar die fietsen de camino). De temperatuur is in stijgende lijn...30 graden.
Onze wandeltocht begint aan de cathedraal van Sevilla, het grootste gotische gebouw van de christelijke wereld. Na 30 minuten stappen nemen we afscheid van Sevilla. Voor ons zien we de muur van Jacobus en de mijlpaal van ongeveer 1000 km die nog overblijven voor we Santiago de Compostela bereiken. We kruisen de Guadalquivir, en begeven ons naar Santiponce, voor ons zien we de toren van het monasterio van Isidoro del Campo. In de hoofdstraat zien we winkels en bars, waar we ook een lekkere cafe con leche drinken. Onderweg ontmoeten we de eerste pelgrim, Michele uit SICILIA (Italie). We komen aan op de archeologische site Italica, het Romeins imperium werd gesticht in het jaar 206 voor Christus. Samen met Michele bezoeken we er het anfitheater, het aquaduct, de huizen en de termen, prachtig.Terug op straat moeten we nog een lange weg afleggen tot in Guillena. We logeren in een mooie nieuwe Alberque, Bar El Pole, hier ontmoeten we nog een pelgrim, Vitaliano uit CATANZARO (Calabria) Italie.
In Sevilla eerst onze credencial halen, het was wel zoeken, voor onze stempel te bekomen in de kathedraal (gesloten wegens werken tot 13 juni), maar is toch gelukt. De Alberque Triana is gereserveerd, maar is vol met studenten, hopelijk een rustige nacht. Sevilla is een mooie stad, maar hier veel te druk, en jaren terug toch al bezocht. Morgen starten we onze eerste tocht.
Op woensdag 8 juni, om 9,25uur in Zaventem met Vueling Airlines. Na een vlucht van 1,55uur, aankomst in Barcelona, hier ongeveer 3uur wachten. Rond 16,10uur aankomst in Servilla, na een vlucht van 1,35uur.