Etapa 23; Salamanca - El Cubo de la Tierra del Vino (35,4km) op 02-07
Zonder ontbijt verlaten we rond 6,15uur het hotel, het is 24 graden, via de Plaza Mayor en de plaza de toros. We lopen tussen oneindige graanvelden en komen na ongeveer 3,5 uur stappen aan het derde dorp (Calzada de Valdunciel) en vinden er een bar om te ontbijten. Onze tocht zetten we verder, links oneindige velden met mais- of graanvelden, en rechts volgen we de autobaan die naar Zamora leidt, enig richtpunt is het uitzicht op de gevangenis van de Topas, links van de autobaan. El Cubo del Vino is het eerste dorp in de provincie Zamora, we vinden rust in de Alberque, na een lange zware tocht.
Tegen 8 uur s' morgens moeten we klaar zijn om de Alberque te verlaten, (in een Alberque kan men maar één nacht slapen). Wat verderop logeren we in Hotel Paris en kunnen we genieten van deze bijzondere mooie stad en bezoeken deze prachtige gebouwen. In 2002 waren Brugge en Salamanca de culturele hoofdstad van Europa. Om 19, uur deze avond, onze laatste afspraak met Steffen, Marit en Albert die stoppen hier hun pelgrimstocht, morgen zetten wij onze pelgrimstocht verder.
Etapa 22; San Pedro de Rozados - Salamanca (24,8km) op 30-06
Na het verlaten van de Alberque gaan we richting Morille, na een 15 tal km bemerken we reeds de torens van de cathedralen van Salamanca. We wandelen over de romeinse brug en komen aan de universiteit met zijn wereldbekende gevel in plateresca stijl (spaanse bouwkunst), we zien het huis met de schelpen en de kathedralen, de nieuwe in gothische stijl, de oude in romaanse stijl. In de oudste universiteitstad van Spanje vinden we een aangename Alberque, met een duitse hospitalero, Dietmar, er zijn 8 pelgrims, we hebben weer geluk, mogen alleen slapen.
Alles is goed met ons, weten soms niet meer welke dag we zijn. Reeds 3 weken gestapt van dorp naar dorp, soms heel eenzaam, soms geen winkel, toch altijd een mooie slaapplaats voor de pelgrim. De extreme hitte (tot 43 graden) in Extremadura is achter de rug, in Castilla y León is het aangenaam wandelweer, s' morgens wel koud.
Etapa 21; Fuenterroble de Salvatierra - San Pedro de Rozados (29km) op 29-06
We trekken onze warme trui aan om te vertrekken, want het is hier zeer koud, maar we zijn tevreden, hierdoor is de beklimming naar de hoogste top van de Via de la Plata, niet zo zwaar. Op de top zien we een groot ijzeren kruis, vanuit dit punt zien we gans de streek van Castilla y León. Na onze afdaling is het weer stalend weer, we lopen hier door prachtige landschappen. We slapen in een mooie Alberque, met ons 4, Steffen, Marit en wijzelf.
Etapa 20; Calzada de Béjar - Fuenterroble de Salvatierra (20,3km) op 28-06
We vertrekken uit Calzada de Béjar, lopen tussen kastanjebomen en eiken, paseren een paar dorpen, waar we geen enkele bar vinden. Na 20 km komen we in Fuenterroble de Salvatierra, één van de meest vriendelijke dorpen, wat betreft de ontvangst voor het verwelkomen van de pelgrim. We slapen in de Alberque, maken kennis met de eerste pelgrim ALBERT uit West-Vlaanderen (Kortrijk), we zijn met 5.
Etapa 19; Aldenueva del Camino - Calzada de Béjar (22,3km) op 27-06
We verlaten het Hostal via de drukke weg richting Baños de Montemayor, bekend voor zijn romeinse termen (baden), we lopen verder omhoog langs de opnieuw aangelegde romeinse weg. Op dit punt laten we Extremadura achter ons, en komen in Castilla y León, aan de Puerto Béjar op een hoogte van 1000 meter. We genieten van de prachtige natuur, soms maakt de schaduw van de bomen het ons wat gemakkelijker om te stappen, hier staan nog heel veel romeinse palen. Na een steile klim van ongeveer 1,6 km bereiken we Calzada de Béjar, hier worden we verrast door de middeeeuwse architectuur. We slapen in de Alberque Alba Soraya (genoemd naar de 2 dochters), hier maken we kennis met MARIT uit Zweden, welke gestart is in Granada, we zijn met ons 4, en nog enkele fietsers.
Etapa 18; Oliva de Plasencia - Aldeanueva del Camino (25km) op 26-06
Monica van de Alberque voert ons terug naar her het eindpunt van de vorige etappe waar we onze etappe kunnen verderzetten, ondertussen vertelt ze aan Herman een beetje haar leven, ze weet ons te vertellen dat er hevig onweer op komst is. Vandaag lopen we op aangename paden, stappen onder de Arco de Cáparra, hier zoekt men naar overblijfselen van een romeinse stad. Onderweg is het terug hekkens openen en sluiten waar hoofdzakekelijk koeien grazen, we lopen door prachtige natuur, over plassen en weten soms niet, wat voor voet eerst te plaatsen. We komen in Aldeanueva del Camino, hier bevindt zich een hospitaal dat gebouwd werd in de 15´ eeuw, vanaf hier zijn de huizen meer aangepast aan de koude en de regen. We slapen in Hostal Montesol op en drukke weg met ons 3, Steffen en wijzelf. Herman spreekt tegenwoordig meer spaans dan nederlands. Geen onweer gehad.
Etapa 17; Galisteo - Oliva de Plasencia (29km) op 25-06
We vertrekken uit Galisteo over de middeleeuwse brug, van waaruit we prachtig zicht hebben op de stad. Een geasfalteerde weg met weinig verkeer leidt ons naar Aldehuela del Jerte, waar we iets kunnen eten en drinken. De weg loopt verder naar Carcabosa met zijn kerk gewijd aan Santiago, hier wacht Michele ons op, heeft reeds enkele dagen hevige maagpijn en wil naar de dokter. We stappen verder en vanaf hier zien we meer stromend water en alles is groener geworden, lopen door grote weiden met kurkeik waar koeien ons de weg versperren, die ons wat begint te vervelen. We komen aan een drukke weg, waar we kunnen afwijken van de Via de la Plata, naar een Alberque in Oliva de Plasencia, (ongeveer 6 km). Hier wacht Steffen ons op, het was een heel zware etappe, vooral door de drukkende hitte, we slapen hier met ons 3, wij beneden en Steffen boven.
Na het kruisen van de N 630, lopen we tussen kurkeiken, waar men bezig is met het ontmantelen van het kurk van de bomen (na 9 jaar weer kapklaar) dit gebeurt met grote bijlen. Onderweg is het heel veel hekkens openen en sluiten, in de verte zien we koeien met grote gekrulde horens, die ons de weg dwarsbomen, rustig verjaagt Michele de koeien, en we kunnen terug verder. We lopen door de prachtige natuur, hier lopen we terug Steffen tegen het lijf, welke aan het laatste klooster is doorgestapt. We komen in Galisteo, met zijn muur van 3 meter breed en 11 meter hoog die de stad omringt. We slapen en een prachtige nieuwe Alberque, we zijn met ons 4.
Etapa 15; Casar de Cáceres - Cañaveral (35km) op 23-06
We nemen zoals altijd voldoende voeding en water mee, want er wacht ons een lange zware tocht. Links en rechts zien we weiden met geelgekleurd gras, waar koeien en schapen grazen. We lopen door Cote Privado De Caza (gebieden om te jagen), wat verder komen we aan een stuwmeer, deze constructie heeft het dorp volledig doen onderlopen met water, alleen de toren van de kerk steekt nog uit, wanneer het water op zijn laagste pijl staat. Op een drukke weg laten we de Alberque in Alconétar links liggen, en steken de drukke weg over, lopen over een slechte weg naar omhoog, richting Cañaveral. Reeds lang zien we het dorp liggen, maar het duurt uren, voor we aan het Hostal komen, en ons naar de Alberque kunnen begeven, waar Michele reeds ligt te slapen. We slapen hier met ons drie, Vitaliano daagt niet op.
Met ons is alles O.K. Naargelang de mogelijkheid bestaat om te slapen, worden de lange etappes gewijzigd, het is in de namiddag veel te warm, om te stappen, sommige nemen hier ook wel de bus. Herman is een echte spaanse gids.
Etapa 14; Cáceres - Casar de Cáceres (11km) op 22-06
Vooraleer we hier vertrekken, maken we er gebruik van om de historische stad nog eerst te bezoeken. We verlaten Cáceres, paseren de plaza de torres en gaan richting El Casar bekend voor zijn uitstekende kaastaarten. In El Casar, op de Plaza Espána stoppen we aan de Alberque om te overnachten, hier zijn we ook afgesproken met de amigos, het was een heel korte etappe.
Vanuit Alcuéscar leidt de weg ons over een romeinse brug naar Casas de Don Antonio. Langs smalle straatjes paseren we nog enkele overblijvende romeinse palen (25 jaar na Christus). Over nog een romeinse brug bereiken we Valdesalor, de Alberque is hier dicht, de mogelijkheid tot slapen kan in een voetbalkantine, dit wel op de grond, onze Italiaanse amigos blijven hier. Wij trekken verder onder een brandende zon, nog 11 km naar Cáceres, hier is het zoeken naar de Alberque Los Veletas, maar met Herman is dit geen probleem. We overnachten in deze prachtige Alberque, 50 meter van het centrum, voor het avondeten hebben we nog tijd voor om wat rond te kuieren in de mooie stad. Cáceres is ook een werelderfgoedstad, het is Romeins en de wieg van de Orden van de Ridders te Paard van Santiago.
We lopen door de mooiste weilanden van Extremadura, en door het Parque Natural de Cornalvo. We paseren het Cruz de San Juan, wat verder bereiken we Alcuéscar. We slapen in het Covento Esclavos de Maria in afzonderlijke kamer, waar nog paters aan de pelgrims hun eisen stellen.
Bij het vertrek uit Mérida, even buiten de bebouwde kom zien we het romeinse waterreservoir, het grootste ooit in het romeinse Rijk. Na het waterreservoir loopt de weg verder door kurkeik, en zien we links en rechts de spaanse vechtstieren lopen. We komen aan in het dorpje Carrascalejo, hier is er niets, een 4 tal km verder komen we reeds in Aljucén, dit kleine dorp biedt ons te eten en te drinken. In een kleine Alberque kunnen we overnachten, we zijn met 6 pelgrims, onze amigos, ook nog een nieuwe pelgrim, Peter (Hamburg) gestart in Mérida.
Met een stralende zon lopen we over de romeinse brug Mérida binnen. Onze amigos zijn tevreden met de Alberque, maar wij zoeken een Hostal (Sereno) op om te overnachten en ons wat op te frissen. Mérida is een romeinse stad, gesticht door keizer augustus, het is ook een werelderfgoedstad. We bezoeken er el Templo de Diana, el Arco de Trajano, el Casa del Anfiteatro, Museo de Arte Romano, enz. Mérida is tevens een stad, waar de politieke beslissingen in Extremadura genomen worden. Al bij al heeft Mérida zijn kleine handelszaken tussen de wandelstraten weten te behouden.
Etapa 09; Villafranca de los Barros - Torremejía (27,6km) op 17-06
We nemen terug de romeinse weg die ons in rechte lijn naar Torremejía leidt. We lopen terug langs wijngaarden, (de boeren hier druk in de weer), tussen olijfbomen en korenvelden, soms door smalle straatjes. In Torremejía slapen we terug in een vroegere klooster, nu een prachtige Alberque Palacio de los Lastras, we zijn met ons 5, de 2 Italiaanse amigos, Steffen en wijzelf.
Etapa 08; Zafra - Villafranco de los Barros (20,7km) op 16-06
We verlaten Zafra en bereiken los Santos de Maimona. De kerk met een portaal in plateresca stijl en zijn gemeentehuis trekken onze aandacht. We lopen verder tussen olijfbomen en wijngaarden en komen aan in Villafranca de los Barros, met zijn kerk uit de 16' eeuw en met een interessant gothisch portaal. De wijn van de streek met dominatie (de Ribera del Guadiana) bezorgt aan de pelgrims een heerlijke voldoening. Hier was het zoeken voor overnachting (Alberque dicht wegens werken), na rond vragen vinden we een Hostal-Restaurante (La Marina), Michele, Vitaliano en wijzelf, slapen in afzonderlijke kamers, Steffen is spijtig achterop geraakt wegens kniepijn. Jammer dit Hostal is wel wat afgelegen van de camino en het centrum.
Na 7 dagen stappen is alles goed met ons. Schitterend weer, mooie etappes met prachtige natuur, het is kurkdroog, de beken lopen wij over op de stapstenen, (geen natte voeten). Voldoende water en -voeding nemen we mee op de etappes, want zelden paseren we een dorp. Dagelijks een stevig ontbijt, dit ter plekke of nabij gelegen bar, 's avonds een peregrinomenu en bij aankomst onze was, voor het drogen geen probleem. Extremadura = in 2 woorden extrema (uitzonderlijk) dura (zwaar) in de zomer heet en de winter zeer koud.