We ontbijten in het pension en wandelen terug langs de nu rustige terrasjes naar de prachtige haven, waar we terug de pelgrimsroute volgen, we stijgen op de weg langs de zee, na diverse kruisingen voorbij het dorpje San Juan tot bij de N-632, hier is er een omleiding en moeten naar rechts. Door de aanleg van de Cantabrische autosnelweg in 2008, moest het tracé van de camino tussen Rellayo en Concha de Artedo afgesloten worden, de wegwerkzaamheden nemen een heel stuk in beslag. Een heleboel km's erbij tot het eind van de etappe, we volgen deze lange weg, lopen een natuurpad omhoog door boeredorpjes, en zien terug de gele pijlen, het is er rustig en kunnen weer genieten van prachtige panorama´s, door een groot bos dalen we naar Soto de Luiña, en stoppen aan een bar om te eten, in vroeger tijden liepen de wandelaars door deze plaats die de belangrijkste is in deze regio en sliepen dan een pelgrimshospitium dat altijd naast de kerk van Santa Maria gestaan heeft. Voorbij het kerkhof is er een splitsing, over de weg, of naar omhoog, de historische route met stukken die overwoekerd zijn door struikgewas, we lopen rechtdoor over een lange weg. In Santa Marina is er een bar met avondmaal en ontbijt, met pension PRADA aan de overkant, waar we overnachten, het is er zeer rustig.
We ontbijten in een bar aan de overkant, nu nog onze rugzakken halen in het pension, en terwijl we Avilés verlaten genieten we nogmaals van deze oude stad. Met voortdurende hoogteverschillen lopen we door een aantal dorpen, het is stijgen en dalen, waardoor het weer lastig is. In Santiago del Monte komen we aan een romaans kapelletje uit de 12e eeuw met een stenen klokkentoren en een voorportaal op pilaren met een aanduiding dat hier in de middeleeuwen pelgrims onderdak vonden. We wandelen door lommerrijke inheemse bossen en na een mooie afdaling zien we het dorp Soto del Barco, stijgen op een mooi pad naar boven, en stoppen hier om te eten. Op een lange brug lopen we over de Ria van San Esteban, in Muros de Nalón stond tot minstens 1777 een pelgrimshospitium aan de rand van een prachtige omgeving. We lopen door een prachtig bos, komen terug op de weg, passeren El Pito, beroemd vanwege het paleis van Selgas, lopen het dorp uit over de weg naar Cudillero. We bezoeken deze leuke vissershaven, het is er zeer druk, we overnachten in pension EL CAMAROTE, na een een lange zware dag.
We verlaten het pension, komen aan de haven, en blijven lopen over de playa de Poniente. Over de berg Areo, meer een hoogvlakte lopen we op een goede onverharde weg tussen eucalyptusbossen en weiden, krijgen een decor van schoorstenen, fabrieken, spoorlijnen en grote hopen oud roest. Bij de kerk van Tamón komen we uit op de AS-326, lopen rechts af en zien meteen de fabriek van Aceralia, een staalfabriek, na een paar uur stappen komen we terug in de natuur, het is rustiger en kunnen terug genieten, het is warm, de hoge bomen zorgen voor afkoeling, op deze mooie lange, maar verlaten weg. Aan de Arcelor fabriek komen we uit op de drukke AS-19 en lopen over de vluchtstrook, na een tweetal uren stappen langs de industriezone, komen we in de mooie stad Avilés. Het historisch centrum is Wereld Erfgoed verklaard, de oude stadskern bezit een schat aan monumenten, prachtige oude straatjes en mooie aantrekkelijke pleinen, we overnachten in het pension EL PARQUE in het centrum.
Vandaag zijn we geen pelgrims maar toeristen, en nemen de bus naar Oviedo, 8,60 voor 2 personen heen en terug, de rit duurt 30 minuten, wat hier spotgoedkoop is. Als er één stad is, behalve Santiago de Compostela, die nauw verbonden is met de pelgrimstochten, dan is het wel Oviedo, het is een stad uit de tijd van de Romeinen, de Visigoten, de middeleeuwen en de gotiek. Het merendeel daarvan vinden we rond de kathedraal van El Salvador en het voetgangersgebied in het historische deel van de stad, we bezoeken de kathedraal van San Salvador, waar in de Cámara Santa allerlei heilige relikwieën bewaard worden, we bezoeken ook het museum, de crypte en het
klooster. We genieten van de kleurrijke binnenstad, vol pleintjes en terrasjes en zijn fraaie pre-romaanse monumenten. Terug in Gijón is het nog wat uitrusten aan de zee, en genieten van de prachtige haven.
Het is nog rustig in de stad als we vertrekken, na een aantal km´s staat een paaltje waarop is aangegeven,dat we vanaf dit punt 2 grote varianten naar Santiago kunnen volgen, naar links de Camino Primitivo via Oviedo en Lugo; naar rechts de Camino de la Costa via Gijón en Ribadeo. We lopen naar rechts over een asfaltweg, na 150 meter op een onverharde weg, links tussen de bomen volgen we een steil pad over rotsstenen, door dichtgegroeide struiken omhoog, naar de Alto de la Cruz op 400 meter, zeer zwaar maar super mooi. We dalen af, op de weg zien we pijlen in tegengestelde richting wijzen, die negeren we, want die horen bij een markering van de Camino de Covadonga, dit zorgt voor verwarring, lopen steil naar omlaag en na diverse afslagen komen we in Peón, hier stoppen we aan een bar om iets te eten. Na de bar nemen we de AS-331, na ongeveer 300 meter op een pad naar rechts, steeds steigend, soms gladde stenen van de modder, terug zeer zwaar, tot op de top van de heuvel, boven zien we voor ons in de verte Gijón. We volgen de grintweg tot aan de gemeentecamping, hier nemen we een frisse pint, lopen naar rechts voorbij een woonwijk met veel afslagen en kruisingen een lang saai stuk. We komen in de voorsteden van Gijón, met nog ongeveer 8 km te stappen naar het info turistico aan de playa. We boeken in een pension ARGINTINA voor 2 dagen. Het was een super zware etappe.
We lopen op de brug over de Sella, over de N-632 tot aan het wandelpad langs het mooie strand van Santa Marina, de pijlen lopen door de straat evenwijdig daaraan, we komen op de weg naar San Pedro door prachtige natuur, lopen naar beneden tot aan het strand van La Vega, en ontbijten op een zonnig terras aan het strand. We zetten onze tocht verder, op een kustpad over een heuvelrug met prachtig zicht op de bruisende zee, lopen door het dorp Berbes op onverharde wegen, en komen terug op de N-634. Na ongeveer 200 meter gaan we rechts een pad met stenen naar omhoog, bij een splitsing volgen we links de camineral, een wandelpad evenwijdig met de zee, langs rotsen en weiden, langs de playa de la Espasa tot in La Isla, hier lopen we op kleine padjes om de drukke wegen te vermijden. In Colunga stoppen we om iets te eten, dit is de grootste plaats met de meeste winkels in deze omgeving, vroeger was hier ook een pelgrimshospitium. We passeren een verlaten dorp zonder voorzieningen over de heuvels door prachtige natuur, in Priesca is het de moeite waard een kijkje te nemen in de kerk van San Salvador. In Sebrayo een piepklein gehucht volgen we een mooi pad naast de autosnelweg richting Villaviciosa, hier overnachten we in een mooi Hostal El CONGRESO. Het was ideaal wandelweer, maar daarom niet minder zwaar.
We nemen de alternatieve route de E-9, Gr-pad, een kustpad over de heuvels, dit is hetzelfde pad als wat we gisteren na Pendueles gelopen hebben, het ligt vlak langs de zee, beneden sluit het Gr-pad opnieuw op de camino aan. In het dorp Celorio komen we op het strand, waar we heerlijk kunnen ontbijten op een terras aan de zee in de zon. We lopen langs campings, voorbij enkele dorpen en stranden, op de heuvels hebben we prachtig zicht op de picos de europa, komen aan het strand van San Antolín, druk bezocht, meer dan 1200 meter lang en strekt zich uit langs de monding van de rivier de Bedón, ook de middeleeuwse pelgrims kwamen er vaak, op weg naar het klooster waar ze hulp zochten. We lopen door enkele dorpjes, we verlaten de AS-263 in Nueva, een mooi dorpje en stoppen om iets te eten, uit het dorp komen we terug op de weg, vandaag is het zweten onder de brandende zon, maar de natuur brengt ons af en toe wat schaduw. Passeren nog enkele dorpjes en via een voetbalveld komen we in Ribadesella, een typisch kustdorp, ingesloten in de monding van de rivier de Sella, iemand komt ons hier haar pension voorstellen midden in het centrum, waar wij ook overnachten.
De hond van de bar komt ons nog even goedendag zeggen, en we vertrekken. We verlaten het dorp op een boereweg, voorbij enkele dorpjes, lopen enkele km's over de vluchtstrook langs de N-634. Op een mooi wandelpad komen we terug beneden op een nieuwe aangelegde weg (nog volop bezig) terug naast de N-634, in Pendueles verlaten we deze weg, langs weiden en mooie groepjes bomen en stoppen aan een bar om onze honger te stillen. Hier moeten we de camino verlaten wegens werken aan deze weg, volgen de GR E-9, een prachtig wandelpad over de heuvels, in Andrin vinden we een bar en trakteren ons op een fles cider, specialiteit van hier. We lopen tussen de weiden, stranden en kliffen rechtsteeks naar Llanes, zeer toeristisch, was vroeger een haven voor walvisvaarders en een erkende doorgangspost voor middeleeuwse pelgrims, de terrassen zitten vol, we zetten ons bij voor een zeer lekker menu del Dia. Het is hier veel te druk, we lopen het stadje uit richting Ribadesella, over de spoorlijn op een onverharde weg, na 2,5 km komen we in Poo aan de alberque turistico, achteraan een mooie tuin.
We ontbijten in een cafetaria op het plein en verlaten dit aangenaam stadje, we lopen op het voetpad naast de Ca-131, over de brug over de ria de La Rabia, aan de monding daarvan begint een groot zandstrand van bijna 4 km, dit is het beroemde strand van Oyambre, we passeren enkele dorpjes, een woonkern met verspreid staande boerenhoeves. Deze hele kuststreek vanaf de oevers van de rivier de Tejo hoort bij het Parque Natural de Oyambre, een beschermd gebied van 5000 hectare bestaande uit steile kliffen, ria's, duinen en kustvlaktes, op een grintweg lopen we door een enorm groot privé golfterrein Santa Marina. We steken een superlange brug over en komen in San Vicente de la Barquera, deze stad was in de middeleeuwen een van de belangrijkste havens van het koninkrijk Castillië, vroeger bevond zich hier een pelgrimshospital, waar alleen nog de voordeur van over is. We wandelen door prachtige panorama´s ,in Serdio is er een bar en stoppen om iets te eten, we vervolgen onze etappe, in Pesués lopen we langs de rivier over de brug, naar omhoog met wondermooie natuur door een prachtig bos via een klein padje naar beneden, komen aan een rotonde, het begin van Unquera. Een plaats met winkels, maar weinig aantrekkelijk vlak langs de N-634, tot bij de brug over de rivier de Deva, die de grens vormt tussen Cantabrië en Asturië. We steken de brug over hier staat een paaltje dat ons eraan herinnert dat we in een andere regio zijn, hier beginnen we een steile klim naar Colombres, we stoppen en zoeken voor overnachting, een alberque is er niet meer, hotel te koop, iemand van de regio geeft ons raad, en kunnen overnachten boven een bar EUROPA op het derde verdiep, een gans appartement voor ons alleen.
De albergue is wat afgelegen van de camino en keren terug, volgen de pijlen naar Santillana del Mar, ongeveer 3 km, een zeer mooi stadje, met zeer veel slaapmogelijkheden maar wel druk. Een van de best bewaarde monumentale stadjes van Spanje, er staan beeldschone gebouwen, waar dat van de Colegiata er echt uitspringt, de kloosterkerk is van romaanse oorsprong en werd in de 12e eeuw gebouwd. We ontbijten in een toffe bar en lopen onze eerste dag in de regen, maar na enkele uren terug mooi weer, passeren enkele dorpen, in Cóbreces passeren we de trappistenabdij Santa Maria de Viaceli en de naastgelegen kerk van San Pedro Advincula in een opvallend kleur. We komen op een typisch oud bergweggetje, een barga waar sinds mensenheugenis het vee en de reizigers over liepen, op de CA-131 vinden we een eetgelegenheid,en stillen onze honger. We vervolgen onze etappe, lopen door enkele landelijke dorpen, na enkele uren komen we op een grintweg naast de zee in Camillas. De middeleeuwse pelgrimsweg tussen Santander en Asturië liep door dit stadje, Camillas is een vooraanstaand vakantieoord in Cantabrië en synoniem voor koninklijk en high society. We overnachten in een nieuw pensión VILLA, er zijn hier volop feesten van de Pincha´s.
Rond 8,30 uur verlaten we het cafetaria aan de overkant van het pension, de stad moeten we niet meer doorkruisen, volgen gewoon de pijlen op de grond die ons naar een drukke weg leiden. Na ongeveer een uur stappen, nemen de weg over de spoorweg naar links, passeren een aantal dorpen met lokale weggetjes. Enkele km's voor Mogro hebben we 2 mogelijkheden, we kiezen voor de korter etappe min 7 km, vanaf hier konden de pelgrims vroeger de ria del Pas of Mogro oversteken met een boot die beide oevers verbond. We steken de rivier over via een spoorwegbrug, lopen over de stenen naast de spoorlijn, zoeken een padje naar beneden door de mais en vinden terug een weg naar Mogra. Een zeer verspreid liggende bebouwde kom, we komen op de hoofdweg, vinden er een bar, en kunnen iets eten om terug op krachten te komen. Nu richting Mar, op de Ca-232 tot Polenco, hier rusten we nog wat uit, en volgen de Na-611, de wandeling naar Barredo wordt gedomineerd door het enorme industriële complex van Solvay, een van de grootste chemische fabrieken in Spanje, we nemen de lokale weg CA-340 richting Camplengo, en overnachten in de particuliere herberg ARCO IRIS (boerderij, omgebouwd tot herberg).
We verlaten het hostal in het centrum, keren wat terug, en volgen terug de pijlen, lopen om de San Miguelkerk heen, wat omlaag, komen aan de brug van Solorgo, een middeleeuwse stenen oeververbinding over de rivier de Solorzano waar zich een hospital de peregrinos zou hebben bevonden maar nu verdwenen. We verlaten het dorp Bareyo over de drukke CA-447 naar de camping Los Molinos, en stoppen er voor ons ontbijt, lopen over de bergpas en beginnen aan een afdaling. Door de plattelandsgemeente Güemes, komen we in Galizano en wordt het wat vlakker, en stappen op het fietspad, evenwijdig met de CA-141, komen aan de rotonde en volgen de CA-440 naar Loredo. We stoppen aan een café voor een frisse pint, volgen de weg tot Somo bekend voor de 12 huisjes, en trakteren ons op een Pincho + Caño, hier is een kilometerslang strand, een vakantieplaats bij uitstek. Het is al sinds de late middeleeuwen mogelijk om per boot over te steken van Puntal naar de hoofdstad van Cantabrië en dat deden ook duizenden pelgrims die geen zin hadden om nog eens dagen onderweg te zijn en rond de enorme baai van Santander te lopen. Het is prachtig weer, als we de boot nemen naar Santander (ongeveer 30 minuten varen), zoeken de alberque op maar beslissen toch in een pension te overnachten.
Etappe 9; El Pontarrón de Guriezo - San Miguel de Meruelo 34 km
Rond 7,30 uur vertrekken we uit deze rustige buurt, een kleine woonkern, het is prachtig weer, op deze route geen pijlen, maar kunnen niet verdwalen, we volgen de N-634, in Liendo komen beide routes weer bij elkaar, nemen de weg naar links, na klimmen en dalen komen we in Laredo. Dit is een traditioneel vakantieoord van de gefortuneerden, dit is wel te zien aan de vele oude adellijke herenhuizen, via trappen naar beneden komen we in het centrum en genieten op
een terras, nog meer dan een uur wandelen op het kustpad rond het strand van van La Salvé tot bij Puntal de Laredo om de overzetboot te nemen naar Santoña. We lopen door de bebouwde kom, aan het andere eind over de carretera waar het zeer druk is naar de Playa de Berri, passeren de gevangenis, waar we de weg verlaten en onze weg verder zetten langs het strand. Hier begint een korte maar felle klim naar de berg El Brusco, de berg die de afscheiding vormt met de baai van Noja, met prachtig zicht op de playa, beneden nog meer dan 3,5 km stappen door het zand. We laten de zee achter ons, wandelen door de bebouwde kom in Noja, verder door de natuur naar omhoog, doen een omweg naar het dorp San Miguel de Meruelo, waar we overnachen in een hostal HOSTERIA SOL.
We nemen afscheid van de vriendelijke hospitalero, wandelen het pad via een trap omhoog, volgen het prachtig wandelpad langs de zee, dit is het tracé van de vroegere mijnspoorweg,. Op het einde komen we onder de autosnelweg, komen in het dorp Ontón lopen omhoog de N-634 op (zonder verkeer) langs de zee, tussen Popeña en Ontón verlaten we het Baskenland en komen in Cantabrië. We dalen de weg af, het laatste stuk onverhard tot aan het strand, volgen weggetjes over de heuvels met prachtig zicht op de zee en de rotsen, nog een avontuurlijk pad naar beneden, en komen in Castro-Urdiales. Dit is een vakantieplaats bij uitstek geworden met een voornaam aspect maar het was vroeger een Romeinse vesting, tijdens de middeleeuwen groeide de stad als gevolg van de havenactiviteiten, uit deze periode stammen de Santa Mariakerk, een van de mooiste gotische kerken in Cantabrië. We lopen omhoog tot camping Castro houden er een rustpost, passeren een boerendorpje door de prachtige natuur wandelen we verder tot El Pontarrón, hier moeten we kiezen, lopen 300 meter van de camino af naar de bar El Pontarrón op ongeveer 100 meter de alberque (hier slechte keuze gemaakt, enkele km's verder in Liendo een nieuwe alberque).
De bus brengt ons terug buiten het centrum, waar we ook ontbijten, het weer is miezerig geworden, we volgen de officiële gele pijlen, de eerste kilometers leiden ons door een wat minder verstedelijkt gebied. Nemen het wandelpad naar boven en lopen terug door de natuur, dwarsen de spoorweg, en gaan linksaf voor een zware klim over een oude weg, richting Santa Aguadakapel. Voorbij grote winkelcentra, komen we op een fiets-wandelpad, passeren Sestao, is een grote industriële kern, twee derde van het oppervlak wordt hier ingenomen door grote en middelgrote bedrijven, waaronder de grootste staalfabriek van Spanje. We wandelen op een oneindig wandelpad naast autosnelwegen, waar geen einde aan komt, in Portugalete lopen we de stad uit, naar een industriegebied waar opnieuw een fietspad begint, we volgen de weg door prachtige panorama´s richting Playa de la Arena, en stoppen in Pobeña aan de alberque municial MUSKIZ.
In deze herberg kunnen we maar één nacht blijven, alles is volgeboekt, niet erg (veel te druk). Rond 10,00 uur vertrekken we met de bus naar het centrum, en zoeken naar het pension LADERO voor onze tweede overnachting, midden het centrum, maar zeer rustig. De sporen van de Jacobusroute zijn in Bilbao duidelijk te zien, in het bijzonder in de kathedraal, die gewijd is aan de apostel. Hier is een Pelgrimspoort en een monumentaal portaal in renaissancestijl in de gevel, waar de doorgaande pelgrims de nacht doorbrachten. Bilbao is gesticht in 1300, is de hoofdzetel van Biskaya, gekend voor zijn haven en industrie, het Guggenheimmuseum is het symbool van de nieuwe stad. Vandaag genieten we van deze drukke stad, de prachtige gebouwen, gezellige pleinen en de mooie winkels.
Het is mooi weer, wanneer we onze rugzak toetrekken, iedereen is vertrokken, nu nog de pijlen van de camino opzoeken. Even buiten de stad staan we terug voor een lastige beklimming over een bergpas doch het klimmen over soms grote steenbrokken gaat vlot. Boven komen we op een asfaltweg, beneden onder de autosnelweg, waarna terug door aangenaam landschap. Na 3,5 uur klimmen en dalen op grint-,en asfaltwegen, op mooie bospaadjes komen we aan een eerste bar in Goikolexea, waar we een rustpost houden. Vanaf hier vervolgen we onze etappe op de autoweg tot in Lezama, hier trakteren we ons op een frisse pint, stappen verder op de autoweg tot in Zamudio, is een van de rijkste gemeenten van Spanje, dankzij zijn technologiepark. Aan het rondpunt naar links, paseren een industriegebied, en na een uitputtende klim door de natuur, zweten en zwoegen, komen we aan Monte Avril, een picknickplaats. Na steile afdalingen komen we in Bilbao, nog ongeveer 2,5 uur door Bilbao stappen, vooraleer we aan de jeugdalberque AKELARRE komen en er een overnachting kunnen boeken.
Stipt om 7,00 uur brengt de Pater ons ontbijt, een half uur later komt hij vriendelijk afscheid nemen, en rond 8,oo uur steken we het weiland, de toegang tot de kloosterkerk en lopen over de betonnen weg. Op een door bomen omzoomd pad, maken we een kleine klim naar de volgende bergpas, het profiel van de bergen wordt steeds glooiender, de zee is nu ver weg, het is bijna voortdurend afdalen, en komen aan het lagergelegen gehucht Uriona. Het is prachtig weer, nergens kunnen we een rustpost nemen, dan maar verder door het mooie landschap, rond 12,30 komen we in Gernika. Een plaats die jammerlijk bekend geworden is door het bombardement dat Duitse vliegtuigen op de stad uitvoerden in 1937 tijdens de Spaanse burgeroorlog, een tragedie die uitgebeeld is op het gelijknamige schilderij van Picasso. De jeugdalberque ATERPETXEA is om 15,00 uur pas open, we beslissen hier te blijven, eerst een lekkere menu del dia in een nabijgelegen restaurant.
Na 4 dagen ontbijt ter plekke is het vandaag naar de cafetaria niet veraf, het regent wanneer we rond 8 uur vertrekken, rond 9 uur houdt het op, maar het blijft een miezerige dag. De etappe is niet in rechte lijn, we laten de zee achter ons, gaan steil omhoog door een van de meest bosrijke en ondoordringbare gebieden van de weg naar Compostela door het noorden van Spanje, niet alleen het stijgen, maar ook het dalen is zeer zwaar. In Olatz rechtover de kerk is een bar waar we uitrusten en genieten van lekker koffie. Na een steile afdaling komen we in Markina, in het centrum is de middeleeuwse sfeer van de vroegere ommuurde burcht bewaard gebleven, er zijn veel historische gebouwen. Het is aangenaam om te wandelen en besluiten onze tocht verder te zetten,we lopen op een pad langs de rivier die het dal volgt tot bijna in Bolibar, en wandelen verder tot aan het MONASTERIO de ZENARRUZA, de trappisten waren de eersten die de pelgrims gastvrijheid boden in dit bergachtig gebied van Baskenland. Een vriendelijke Pater verwelkomt ons en begeleidt ons naar de alberque waar reeds 4 pelgrims zijn, ons avondeten bestaat uit soep met brood, en speciaal voor ons bonensoep zonder vlees, deze avond is het voetbal Spanje tegen Italie (wereldbeker), Spanje wint.
Rond 10 uur vertrekken we in Askizu, door de prachtige natuur in het binnenland naar Zumaia, het dal van Deba. Voorbij een openbare rustplaats kunnen we kiezen, we laten de gele pijlen voor wat ze zijn en volgen de roodwitte markeringen van de GR 121 langs de kust. Door de weiden klimmen we naar boven richting zee, kronkelen op smalle paadjes op de bergen met een krachtige zeewind, beneden supermooi zeezicht, we komen op een betonbaan, steken over en volgen het GR pad door de bossen tot in Itziar. Hier is het terug zoeken naar de camino, gelukkig een bar in de omtrek, die ons weer op het goede spoor brengen, na een lekkere koffie vertrekken we, deze korte etappe is een lange dag geworden, maar zeer mooi. In Deba eerst naar het infobureau, het hostal is volgeboekt, dan maar naar de alberque, met de liften omhoog, waar het ook reeds goed vol is.
De haven van Deba was de bestemming van talloze pelgrims die hier ontscheepten
om verder over land naar Compostela te reizen.