Om weer op de Camino terecht te komen moeten we een stukje teruglopen en kunnen de pijlen weer oppakken, twee jaar geleden hebben we vanaf Arzúa dezelfde etappes gelopen, toen op de Camino Francés, deze twee Caminos lopen hier nu samen, waardoor het heel druk is, de stilte van de noordelijke route zijn we helemaal kwijt. We verlaten de N-547 op een pad door de natuur, diverse huisjes en restaurantjes markeren de top van de berg, de col van Santa Irene. Op de rijksweg stoppen we aan een bar om iets te eten, hier zien we Etienne van Wontergem uit Beernem van het Vlaams Genootschap van Compostela, die voor de 18e keer de Camino Francés loopt, nu vanaf Burgos met zijn kleinkinderen mee. We komen in Pedrouzo, het dorp ligt rond de rijksweg en heeft evenveel voorzieningen als een grote stad, langs het vliegveld van Labacolla, volgen we het wandelpad, in San Paio, rusten we in een mooie bar, met een frisse pint bij onze spaanse vriendinnen. In het plaatsje Labacolla, dat net zo heet als het riviertje, wasten de pelgrims vroeger hun kleren en gehavende lichamen zodat ze zich een beetje ordentelijk aan de apostel konden vertonen, we passeren pension A CONCHA met avondeten en ontbijt, en houden hier op, bij het avondeten maken we kennis met drie Vlamingen, iemand uit Wetteren, vertrokken uit zijn woonplaats, bijna 3 maanden op stap, met twee pelgrims uit Zottegem, die hij onderweg heeft leren kennen.
Klik op de foto voor meer ....
|