In nevlige tijden, uit Adams rib.
Lieve vrouwen,
Onrein zijn vrouwen, wat menselijk slib.
Mannen met diarree, niet!
Schaamteloos kopplen ze piepjong aan oud.
Voor heren telt geen verdriet.
Besnijden, vernederen, ze maken ze koud.
Creëren een God die t niet ziet.
Refrein: Lieve vrouwen, Waarom toch is God een heer? Wie kan er een heer vertrouwen? Een God of Godin is meer! Profeten, ze hebben een pietje. n Stil stijf vergeetmenietje. Maar een vrouw heeft recht, gelijk een man. Om vrij, vrij te leven, meneer!
Je kunt maar geloven in God alleen,
Lieve vrouwen.
dApostels die deden soms heel gemeen,
rond meisjes net en naïef.
Pausen en priesters willen tweeduizend jaar
geen vrouwen, wel dikwijls een lief.
Ze stierven voor Christus, leefden er naar.
Maar t bleef tweedehands gerief.
Refrein
t Begin van de Islam dat gaf ons veel hoop.
Lieve vrouwen.
De Koran zat niet met de vrouw in een knoop.
Later de Sharia(s) wel!
Mullahs en Moeftis zien zonde in de vrouw,
wikkelen zin kommer en kwel.
Broers kelen zussen, brutaal zonder rouw,
InshaAllah, hei, dit is dhel!
Vele jaren reeds mag ik Louis, bijna 70, van zijn tweede jaar blind, mijn vriend noemen.
Letterlijk arm in arm hebben wij al heel wat meegemaakt.
Ja, naar buitenuit lijkt het of ik Louis leid, en het is waar, ik kan de auto's en andere hindernissen wel zien,
maar zijn weg kent mijn gehandicapte kameraad heel wat beter dan ik.
Het is dom maar waar, ik laat geen enkele gelegenheid voorbijgaan om verloren te lopen
en ik ben al dikwijls blij geweest dat hij mij begeleidde!
Arm in arm ja, het geeft soms wel een eigenaardig effect.
Zoals toen wij beiden, zo rond halftwaalf 's avonds, van een Antwerpse vergadering kwamen
en voorbij een nachtbar trokken, waarbij de buitenwipper mij aantikte en smalend zei:
"Olala, gij hebt uw schatje bij, hé ventje!"
Louis en ik zijn samen dik 12O jaar, maar toch heeft die portier gelijk: Louis is 'n schat van een mens.
Hij is op pensioen nu, maar rust is er niet bij. Hij speelt trompet in twee harmonieën,
hij doet aan sport, een soort balspel met een belletje, waarin hij ook internationaal nog heeft uitgeblonken,
hij schaakt, kaart, lost kruiswoordraadsels op, is actief in meerdere blindenorganisaties en is veel op reis
dikwijls op zijn eentje en toch bijna altijd daar waar hij nodig is.
Een man met gezond verstand ja, maar al te dikwijls volstaat dat niet om iemand zoals Louis,
zonder kwetsuren toe te laten te komen waar hij wil zijn.
We zaten in de lente bij zomers weer op één van die terrasjes die mijn vriend wel goed vindt eens hij,
zoals toen, er een biertje kan drinken. Maar anders ervaart hij die dingen pijnlijk als hij er
blind denkend dat een voetpad voor voetgangers bestemd is er weer eens tegenaan stommelt.
- "Weet ge", zei hij, terwijl hij heel voorzichtig, want hij heeft veel eerbied voor geestrijke drank,
naar zijn trappist tastte, "ik versta honderd procent dat het verkeer afgestemd is op gewone valide mensen.
Maar het heeft er nu toch de schijn van dat het Beleid alleen maar content is als wij, de mindervaliden,
vol builen en blutsen zitten."
Daarmee had Louis het gesprek zijn draai gegeven.
Zoals zo dikwijls is het onderwerp bij bejaarden en gehandicapten de eenzaamheid, of de strijd daar tegen.
Want ook onze jarenlang gevoerde autopolitiek veroordeelt meer en meer kwetsbare mensen tot binnenblijven, tot afzondering.
- "Ja, het is erg geworden," ging hij verder,"op de autobanen moet vanzelfsprekend
geen fietser of voetganger zich wagen, maar ook in de woonwijken is de auto de meester,
en zelfs het voetpad wordt door die heilige blikken koe ingepalmd. Ik kom er regelmatig mee in botsing,
en dat is absoluut geen vriendelijk contact, meestal zijn de chauffeurs dan nog kwaad op mij ook.
Het voetpad, het trottoir, dat toch ons terrein zou moeten zijn, wat een miserie is dat toch geworden!"
Hij begon op zijn vingers te tellen:
- "Palen van alle soorten in alle maten, kasten, terrassen ook ha ja, vuilnisbakken, telefooncellen
postbussen, uitstallingen, bouwputten, stellingen, soms kerstbomen, fietsen,
en naast auto's zijn vooral brommers grote obstakels, de reclameborden,
ge kunt het zo gek niet bedenken of het staat wel op de stoep!
Het voetpad is de voetveeg van de straat geworden", besloot Louis.
We bestelden er ons nog één, de zon deed deugd en het bier eveneens.
- "Wat zeer verraderlijk is dat zijn de verplaatsbare tekens,
de parkeerplaten die men zo af en toe hier en daar gaat neerpoten.
Zie jongen, dan weet ge als blinde dat, als ge er op één gestoten zijt
want daar verwacht ge u niet aan hé dat er u een tweede te wachten staat.
Maar als ge dan, door geluk of ongeluk naargelang men het noemen wil, dat tweede gemankeerd hebt,
dan zoekt ge inderdaad lijk een blinde naar een ei
naar dat tweede plakkaat, wat natuurlijk verder niet te vinden is.
Man, om te vloeken hoor! Zouden ze daar echt niets anders op kunnen vinden?"
We gingen door, we moesten naar de tram, en ik leidde hem zwijgend naast de parkeermeters die, op het voetpad,
ten dienste staan van de auto's en in de weg van de mensen.
We stapten op de tram en Louis zweeg geen moment:
- "Och ja die tram, we hebben nu een metro die drieduizend frank de millimeter kost
(Louis telt, lijk veel mensen, nog in franken) en waar wél liftkokers maar lang niet overal liften inzitten,
waar dus geen gehandicapten in kunnen, maar ook geen moedertjes met een kinderwagen
en waar de bejaarden het heel moeilijk hebben.
Want zie makker," Louis kneep in mijn arm, "kijk, dat wil ik gezegd hebben,
als het goed is op de weg, of op het openbaar vervoer voor ons soort mensen,
dan is het ook goed voor al de anderen, ja toch?"
Ik legde mijn hand op de zijne, bij wijze van instemming.
Onze bestemming naderde, Louis wist dat natuurlijk ook, hij telt de tramhaltes,
hij besloot snel sprekend: "Geloof me, met serieuze inspraak, ook van onze mensen als reizigers, zou het anders kunnen.
Mocht er tenminste een serieus beleid zijn, meen ik.
Maar ik heb geweten dat een deputé van de Provincie,
die heel zijn carrière voor niets in een chique voituur had gereden,
bij zijn dik pensioen nog een cadeautje meekreeg van bijna twee miljoen frank...
Het is een gehandicapt beleid jongen, en het zou een beleid moeten zijn dat ook goed is voor gehandicapten, of niet soms?"
- Ja Louis, zei ik, ik vind dat gij gelijk hebt. Al lang.
Natuurlijk kon ik u doodgewoon een gelukkig jaar toewensen lijk al die anderen, maar wat heeft een mens daaraan?
Gebakken lucht, dat is het, ge kunt al net zo goed geloven wat de politiekers beloven!
Ik zal u en uw partner beter iets voorschotelen dat u dit jaar, en ook het volgende, tongtintelend zal heugen.
Rode biet, sommigen zweren dat die kanker voorkomt, heeft zó gegeten een grondsmaak,
maar volg mij en ge gaat geen grond meer raken.
Een halve kilo van die rooie (twee kleintjes is ook goed), schillen, spoelen,
in stukjes snijden van een pink dik en een vingernagel groot.
Kook die hevige kleurlingetjes in een halve liter water gedurende veertig minuten op een zeer zacht vuurtje.
Ge hebt dan tijd zat om een ajuin te snipperen, liefst zo’n dikke Spaanse, dan komt ge met een halve toe,
stoof die blond in een dikbodempannetje met een geutje olie.
Strooi er tijdens dit proces een soeplepel gemalen venkelzaadjes door en evenveel geraspte verse gember.
Ja, dit is puur gesmaakte gezondheid.
Kieper dit stoofsel bij de bietjes, samen met een handvol gespoelde rozijnen,
zeker twee soeplepels citroensap en een piepklein lepeltje honing.
Zet heel dat geval dan minstens een uur te koelen, zodat de smaken liefdevol in elkaar smelten.
Dat is dus niet zoals de VLD met VIVANT of de CD&V met NVA, en al evenmin lijk SP.A met SPIRIT
en ook absoluut niet zoals het Vlaams Belang met VLOTT.
Eigenlijk mag ik dat niet vergelijken met die minderwaardige producten.
Donkerkleurend rood is troef vandaag (hoewel ge er in de politiek nu ver naar moet zoeken).
Koop dus twee sneden bloedpens van een royale centimeter dik. Het gaat ook met beuling, ofte bloedworst
(want bloedpens, die oeroude lekkernij, kennen ze niet meer overal).
Terwijl ge de bietjesgemeenschap nog eventjes bijna op het kookpunt brengt,
bakt ge die bloedjes van schijven, ze eens voorzichtig kerend, in een beetje olie gaar.
Dat is het, aan tafel!
Daarbij kunt ge best van dat rond zacht Marokkaans brood eten – uitstekend tegen het racisme –
dat is zeer geschikt om in die saus te soppen, waar dat niet te vinden is zijn platte ovenkoeken ook goed.
Drinken, ja ik vind dat best met kriekenbier, dat is zurig-zoet zonder te veel alcohol en de kleur past ook uitstekend.
Voilà, en als ge dat niet lust dan is het hoog tijd om dit te leren eten, proeven en verheerlijkt
naar de hemel te kijken, want, geloof mij, dat eten ze daar ook liever als rijstpap met gouden lepeltjes.
En wat jullie voor mij kunnen doen als tegenprestatie? Wat denkt ge om eens te zingen van:
Lang zal hij leven, lang zal hij leven in de gloria, in de gloria!!
Wie alles juist heeft ingevuld, krijgt een karikatuur van de gezochte persoon te zien!
Onder het kruiswoord vindt u uitgebreide omschrijvingen van de
gezochte woorden. Boven het kruiswoord verschijnt telkens het nummer
hiervan, en een kortere omschrijving.Het rode vakje en de grijze vakjes
geven aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. U kan doorheen
het rooster bewegen met de pijltjestoetsen, of met de muis. De richting
wijzigen doet u met de pijltjestoetsen, of door met de muis op het rode
vakje te klikken.Indien het kruiswoordraadsel niet verschijnt, beschikt
u misschien nog niet over een geschikte Java-versie.
U kan die hier vinden,
en na installatie kan u het opnieuw proberen.
Als u het kruiswoordraadsel liever afdrukt om het op te lossen,
kan u hier klikken.