9 DECOSTER JULES EN TILLEMAN STEPHANIExml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Jules °Eern 22/01/1881 x Tilleman xEernegem 23/11/1903
+Hébéc 25/12/1965 Stephanie °Eernegem 28/03/1882
+Amiens 04/09/1945
1 Michel °Eern 07/07/1905
+Hébécourt 20/08/1926
2 Julien °Eern 30/06/1907
+Hébécourt 04/09/1924
Jules Decoster was de tweelingbroer van Richard. De tweeling werd geboren op 22 januari 1881.
Op 18 jarige leeftijd verhuisde Jules naar Izegem (18/04/1899). Vermoedelijk moest hij er gaan werken. Zijn verblijf aldaar duurde niet zolang. Op 6 mei daaropvolgend was hij al terug in Eernegem.
Op 12 januari 1901 vertrekt Jules naar Oostende. Hij is er suikerbakkersknecht bij Jules Hollevoet in de Ooststraat nr 48. Hij had er blijkbaar een contract voor twee jaar. Op 17/01/1902 is hij terug in Eernegem.
Jules blijft in Eernegem en leert er Stephanie Tilleman kennen. Zij was afkomstig uit de Bruggestraat (nu Bruggestraat 23). Zij was de dochter van Jules en Elisa Defevere. In die periode werd Jules handelaar genoemd. Stephanie en Jules huwden en trokken een tijdje in bij haar ouders tot zij konden verhuizen naar het boerderijtje van zijn vader in de Westkerkestraat. Het is hetzelfde boerderijtje waar Francies nog woonde in zijn jeugd. Na Jules woonden Charles Logier en Romanie Decoster er tijdens de eerste wereldoorlog (tot 1921). Daarna woonde Richard Beuselinck en Leontine Decoster er tot xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />1948. In datzelfde jaar kwam Hilaire en Maria Blomme er wonen. Na de dood van Hilaire kwam het in bezit van de weduwe Michiel Sierens.
Jules was helemaal niet standvastig. In die tijd zei men dat hij nieuwloptig was. (hij liep van het ene nieuwe naar het andere).
Vermoedelijk in het begin van de eerste wereldoorlog verhuisde Jules met zijn gehele gezin naar Mouveaux in Frankrijk. Het was juist over de grens nabij Moeskroen. Hij was er stalmelker (=koeien houden, melken, de melk uitverkopen in stad). Een neef van hem (Jules x Opstaele Elisa) deed hetzelfde in Zandvoorde nabij Oostende. Voor deze periode konden we geen datums vastleggen. We weten alleen dat het gezin in september 1921 in Mouveaux woonde.
Bij de verdeling van de eigendommen van Francies (vermoedelijk 1921) kreeg Jules de ouderlijke hoeve toegewezen. Jules kwam er niet wonen. Na de dood van Francies huurden Richard Decoster en Euphrasie Timmerman de hoeve. In diezelfde periode werden beide zonen van Jules erg ziek (tuberculose). Voor hun gezondheid kwamen Michel en Julien in wonen bij Richard en Euphrasie in Eernegem. Het was vermoedelijk in dezelfde periode dat Jules verhuisde naar Hébécourt nabij Amiens . Het was voor Jules een gekende streek. Zijn broer Emiel woonde aldaar al 17 jaar (Emiel woonde in Saint Romain, op een dertig kilometer daarvandaan). De beide zonen stierven in Hébécourt. Julien stierf er op 4 september 1924 om 11 uur in de voormiddag, hij werd 17 jaar. Michel stierf op 28 augustus 1926 om 9 uur savonds, hij was 21 jaar. Hij was garçon boucher, beenhouwersknecht.
Het hoeft niet gezegd dat de hele wereld instortte voor Jules en Stephanie. Dit drama bleef hun gehele leven verder bepalen.
Jules verkocht de hoeve in de Bekegemstraat in Eernegem aan zijn tweelingbroer Richard. Hij wilde niets meer met Belgie te maken hebben. Wel kwam hij nog regelmatig terug naar zijn familie, gemiddeld om de twee jaar.
Jules bleef zijn verdere leven stalmelker in Hébécourt. Hij verkocht de melk in Amiens. Stephanie Tilleman stierf in 1945 aan kanker (zij stierf in Amiens, Rue St Roche 3, vermoedelijk in een hospitaal). Zij was 64 jaar.
Jules was 65 jaar, oud en alleen op de wereld. Hij verkocht wat hij bezat op lijfrente. Hij mocht blijven wonen in de achterkeuken. Niemand raakte tot bij hem in zijn totaal vervuilde woonplek. Hij was er alleen met zijn herinneringen, gehard door het leven. Zijn leven kon hij niet meer zinvol invullen na alles wat er was gebeurd. Op een erfenis moest de familie niet meer rekenen, hij woonde te ver van zijn geboortegrond vandaan zoals hij zei. Waarom ook? Geld speelde geen rol meer, als je alles wat je lief hebt, bent verloren.
Er wordt gezegd dat Jules naar het einde van zijn leven toe nog een andere vrouw leerde kennen.
Jules stierf in 1965, hij werd 84 jaar en straatarm. Op dat moment woont hij in de Route Nationale in Hébécourt. Zijn buurman Robert Clément, marchand de bestiaux, kwam het overlijden aangeven.
Jules werd begraven in het familiegraf op het kerkhof van Hébécourt. De hele familie, Jules, Stephanie, Michel en Julien, liggen er samen voor eeuwig herenigd. Hun fotos sieren de graftombe. Zij zijn door iedereen vergeten.
Eens was Jules op familiebezoek in Belgie. André Roelens had juist een nieuwe Mercedes gekocht en besloot Jules naar huis te voeren. Jules was een fervent tabakssjieker en was de gehele reis bezig met het open en terug dichtdraaien van de autoruit, telkens om een deel tabakspeeksel en op het einde van de sjiekebeurt de gehele sjiek naar buiten te spuwen. Ginder aangekomen zei Jules honger te hebben. Ze besloten iets te gaan eten. André dacht dat op een uitgebreide manier te laten gebeuren en verheugde zich al op het tractaat, wat hij wel verdiend had na zon lange reis, vond hijzelf. In het restaurant bestelde Jules een stuk Frans brood met een boerenworst, waarna elk zijn deel betaalde en Jules, André uitgebreid bedankte voor de goede service. Men zegt dat dit een eigenschap is van alle Decosters. André mocht terug naar Belgie met een lege maag en een spiksplinternieuwe Mercedes waarvan de rechterkant helemaal bruin was van het tabakspeeksel.
|